Regeling vervallen per 12-08-2013

Verordening op de algemene begraafplaats

Geldend van 12-03-1958 t/m 11-08-2013

Intitulé

Verordening op de algemene begraafplaats

Artikel 1.

Er is in deze gemeente een algemene begraafplaats, gelegen aan de St. Elisabethstraat.

Artikel 2.

Het beheer van de algemene begraafplaats berust bij burgemeester en wethouders.

Artikel 3.

  • 1. De graven op de algemene begraafplaats bestaan uit algemene graven en eigen graven, als bedoeld is in artikel 6, eerste lid. De algemene graven zijn ingedeeld in vier, de eigen graven in drie klassen.

  • 2. De indeling van de begraafplaats in graven en klassen wordt geregeld door burgemeester en wethouders.

  • 3. In elk graf mogen twee lijken boven elkaar begraven worden.

Artikel 4.

Hij, die van het begraven van een lijk op de algemene begraafplaats gebruik wenst te maken, is verplicht met overlegging van het verlof, bedoeld in artikel 4 van de wet op de lijkbezorging, alsmede van een kwitantie, waaruit blijkt, dat de verschuldigde rechten aan de gemeente zijn voldaan, of van een verklaring van burgemeester en wethouders, dat geen rechten verschuldigd zijn, tenminste 48 uren tevoren aangifte doen aan de directeur van de gemeentelijke technische dienst, met opgave van het juiste tijdstip, waarop en de soort en de klas,waarin hij de begraving van het lijk wenst te doen plaats hebben.

Artikel 5.

  • 1. Bij het begraven van lijken op de algemene begraafplaats worden de grafruimten ingenomen in de volgorde als door of namens de directeur van de technische dienst wordt aangewezen.

  • 2. Het begraven van lijken geschiedt steeds onder toezicht van een door de directeur van de gemeentelijke technische dienst aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 6.

  • 1. Voor zover de ruimte op de algemene begraafplaats het toelaat, kunnen burgemeester en wethouders het uitsluitend recht tot begraven in een bepaalde grafruimte, in volgorde van nummering per klas, verlenen voor de tijd van minstens tien jaren. Dit recht wordt echter nooit geacht langer te zijn verleend dan voor de tijd, gedurende welke het betrokken terrein tot begraafplaats bestemd blijft.

  • 2. Een grafruimte als bedoeld in het vorige lid kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende ten name van een ander worden overgeschreven.

  • 3. Na het overlijden van de rechthebbende kan op schriftelijk verzoek van de erfgenamen overschrijving van de in het eerste lid bedoelde grafruimte ten name van een van hen plaats vinden, indien dit verzoek wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4. Indien het verzoek tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het vorige lid gestelde termijn, vervalt het in het eerste lid bedoelde recht en komt de grafruimte weder ter beschikking van de gemeente.

Artikel 7.

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op de algemene begraafplaats te hebben of aan te brengen een grafkelder, zerk, gedenkteken, kruis of ander voorwerp, een graftuin, planten of enig ander gewas.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen nopens de volgende onderwerpen:

    • a.

      de stukken, welke bij een verzoek om vergunning, als bedoeld in het vorige lid, moeten worden overgelegd;

    • b.

      de schoonheid van het aan te brengen voorwerp of beplanting, als bedoeld in het eerste lid, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving;

    • c.

      het tijdstip van het aanbrengen van het b genoemde voorwerp of beplanting.

Artikel 8.

  • 1. De rechthebbende is verplicht te zorgen, dat de door hem of namens hem of zijn rechtsvoorganger op de algemene begraafplaats opgerichte grafkelder of aangebrachte zerk, gedenksteen, kruis of ander voorwerp, graftuin, planten of ander gewas in goede staat van onderhoud verkeert.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat een rechthebbende de verplichting, bedoeld in het vorige lid, niet is nagekomen, schrijven zij hem aan daarvoor alsnog binnen een door hen te stellen termijn zorg te dragen of het niet in goede staat van onderhoud verkerend voorwerp of gewas van de algemene begraafplaats te verwijderen.

  • 3. Is aan de aanschrijving, bedoeld in het vorige lid, niet of niet tijdig gevolg gegeven, of kan de rechthebbende wegens onbekendheid van zijn verblijfplaats niet worden aangeschreven, dan zijn burgemeester en wethouders bevoegd het betreffende voorwerp of gewas zonder nadere waarschuwing te doen verwijderen.

  • 4. Losse bloemen, kransen en dergelijke kunnen ingevolge opdracht van of vanwege burgemeester en wethouders zonder voorafgaande waarschuwing van een graf verwijderd worden.

Artikel 9.

  • 1. De gewone tijd voor het begraven van lijken op de algemene begraafplaats is van 9.00 tot 16.00 uur. Begraven buiten deze tijd kan door burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen te hunner beoordeling, worden toegestaan of bevolen.

  • 2. Behoudens bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, is de algemene begraafplaats dagelijks van 9.00 tot 17.00 uur voor het publiek opengesteld.

Artikel 10.

Overtreding van het bepaalde in artikel 7 van deze verordening en de ter uitvoering daarvan vastgestelde regeling, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

Artikel 11.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van haar afkondiging.

  • 2. Op dit tijdstip vervalt de "Verordening op de algemene begraafplaats" dd. 28 juli 1931.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Vught in zijn openbare vergadering van 28 februari 1958.
De secretaris,
De voorzitter,