Regeling vervallen per 19-12-2013

Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013.

Geldend van 01-01-2010 t/m 18-12-2013

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013.

Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013

De raad van de gemeente Waalre;

Gelezen:het voorstel van het college burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2009 nr. 20, inzake het aanpassen van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Waalre;

Gelet op de artikelen 108, 149, 149a van de Gemeentewet en titel 41. en 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien:. de door de raad op 7 oktober 2008 vastgestelde kaders voor het subsidiebeleid;. het subsidiebeleid zoals vastgelegd in “Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing 2010 t/m 2013”;

Overwegende dat:het gewenst is om regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies;

Besluit:vast te stellen de Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013. 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Omschrijving van gebruikte begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    aanvraag: verzoek tot subsidieverlening of verzoek tot subsidievaststelling;

  • b.

    aanvrager: een rechtspersoon die in aanmerking wil komen voor een subsidie;

  • c.

    subsidieontvanger: aanvrager aan wie een subsidie wordt toegekend;

  • d.

    geheel van activiteiten: activiteiten die zijn gericht op door de gemeente nagestreefde doelen van ideële of materiële aard, waarvan de resultaten meetbaar zijn in termen van kwantiteit, kwaliteit of geld en die ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Waalre;

  • e.

    waarderingssubsidie: een subsidie voor een geheel van activiteiten met een duurzaam karakter;

  • f.

    accountantsverklaring: een in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gewaarmerkte verklaring over het gevoerde financieel beheer en de financiële verantwoording daarover;

  • g.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • h.

    beleidsregel: een door het college vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

  • i.

    boekjaar: een kalenderjaar;

  • j.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;

  • k.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Waalre;

  • l.

    eigen middelen: alle vermogens- en inkomensbestanddelen waarover de subsidieontvanger kan beschikken, waaronder inkomsten uit contributies van leden, deelnemersbijdragen, donaties, erfstellingen, legaten, reserves en voorzieningen;

  • m.

    activiteitensubsidie: subsidie voor een éénmalig georganiseerde activiteit;

  • n.

    rechtspersoon: een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk wetboek die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk de belangen van ideële of materiële aard van de inwoners van de gemeente Waalre te behartigen;

  • o.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten, en anders dan ter uitvoering van een door een hogere overheid opgelegde taak;

  • p.

    tijdvak: de in de vaststellingsbeschikking genoemde kalenderperiode waarvoor de subsidie wordt verstrekt;

  • q.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar wordt gesteld voor vormen van subsidies die op basis van deze verordening en de geldende beleidsregels worden verstrekt;

  • r.

    subsidieverlening: het geheel aan regels dat van toepassing is op het verstrekken van een subsidie

  • s.

    subsidievaststelling: de beschikking die een aanvrager een onvoorwaardelijke aanspraak geeft op een bepaald subsidiebedrag;

  • t.

    verplichting: een door het college aan een subsidieontvanger opgelegde taak;

  • u.

    voorziening: vermogensbestanddelen die worden gevormd voor toekomstige kosten die een periode van meerdere jaren omvatten en die niet binnen de reguliere exploitatie kunnen worden opgevangen, nu al zijn te voorzien, onvermijdelijk zijn, hun oorzaak hebben in het verleden en kwantificeerbaar of berekenbaar zijn;

  • v.

    activiteitenplan: een overzicht van activiteiten waarvoor een waarderingssubsidie wordt aangevraagd;

  • w.

    prestatieafspraak: een met een rechtspersoon gemaakte afspraak over het leveren product(en) of dienst(en) op basis van het subsidiebeleid en deze subsidieverordening;

  • x.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • y.

    prestatiesubsidie: een subsidie die is gebaseerd op een prestatieafspraak met een rechtspersoon.

Hoofdstuk 2 WERKINGSSFEER VAN DEZE VERORDENING

Artikel 2.1 Tot subsidie gerechtigde partijen en te subsidiëren activiteiten

  • 1 Alleen rechtspersonen kunnen in aanmerking komen voor een subsidie.

  • 2 Een subsidie wordt alleen verstrekt als het geheel van activiteiten of een activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd in het directe belang is van de inwoners van de gemeente Waalre.

  • 3 Waar subsidies zijn gebaseerd op aantallen leden zijn daarmee bedoeld leden die woonachtig zijn in de gemeente Waalre op de datum van de subsidieaanvraag.

  • 4 Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies voor het geheel van activiteiten of een activiteit die vallen of die valt binnen de door de raad of het college geformuleerde beleidsdoelen en betreffen:

    • a.

      de in de Wet maatschappelijke ondersteuning genoemde prestatievelden:I. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten;II. preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden;III. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;IV. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;V. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;VI. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;VII. maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang bij huiselijk geweld;VIII. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen;IX. het bevorderen van verslavingsbeleid.

    • b.

      sport

    • c.

      kunst

    • d.

      toneel

    • e.

      onderwijs

    • f.

      volksgezondheid

    • g.

      dans en beweging

    • h.

      muzikale vorming

    • i.

      sociaal-cultureel werk

    • j.

      natuur- en landschapsbehoud

    • k.

      cultuurbehoud en cultuurontwikkeling

    • l.

      toeristische en recreatieve ontwikkeling.

  • 5 Activiteiten die enkel zijn gericht op religieuze, levensbeschouwelijke, politieke of commerciële doeleinden worden niet gesubsidieerd.

  • 6 Activiteiten die door het college langs andere weg worden bekostigd komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van deze verordening.

  • 7 Subsidie alleen verstrekt als de aanvrager de kosten van activiteiten niet uit eigen middelen of uit middelen van derden kan betalen

  • 8 Het bij of krachtens deze verordening bepaalde is niet van toepassing als het rijk of de provincie een regeling heeft vastgesteld, waarbij de rijks- of provinciale subsidie op andere dan in deze verordening gestelde voorwaarden afhankelijk wordt gesteld van de verlening van een gemeentelijke subsidie.

Artikel 2.2 Subsidieplafond en verdeling van de bevoegdheden

  • 1 De raad kan voor de terreinen waarop deze verordening van toepassing is kaders vaststellen waaruit het college voorwaarden kan afleiden voor de subsidieverlening.

  • 2 De raad stelt jaarlijks bij het vaststellen van de begroting de subsidieplafonds vast.

  • 3 Het college is door de raad belast met het uitvoeren van deze verordening.

  • 4 Het college kan in één of meer Beleidsregels nadere voorschriften formuleren voor het uitvoeren van deze verordening.

Artikel 2.3 Het indienen van onvolledige aanvragen en het verzoek tot aanvullende informatie

  • 1 Het college kan binnen zes weken na ontvangst van een aanvraag aan de aanvrager verzoeken om binnen een redelijke termijn aanvullende informatie te verstrekken.

  • 2 Over deze termijn wordt met de aanvrager overlegd en bij onenigheid beslist het college.

  • 3 Als het verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 2.4 Het weigeren van subsidie

  • 1 Subsidie wordt naast het in artikel 4:25 van de Awb genoemde geval geweigerd als een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      de aanvrager verbonden is aan een commerciële instelling die dezelfde of een vergelijkbare geheel van activiteiten of eenzelfde activiteit aanbiedt of ontwikkelt;

    • b.

      het geheel van activiteiten of een activiteit niet of niet geheel zal plaatsvinden of worden uitgevoerd of ontwikkeld;

    • c.

      de subsidie niet wordt aangewend overeenkomstig het doel waarvoor die wordt verleend;

    • d.

      de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie te verbinden verplichting(en);

    • e.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen over het verrichte geheel van activiteiten of een activiteit en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

    • f.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou geleid.

  • 2 Subsidie wordt geweigerd als de aanvrager failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • 3 Subsidie wordt geweigerd voor zover met het vaststellen de subsidieplafonds worden overschreden.

  • 4 Een subsidie wordt alleen verstrekt als het geheel van activiteiten of een activiteit naar de mening van het college elementen bevat waarin bestaande – gehelen - van activiteiten of een activiteit niet of onvoldoende in het belang van de inwoners van de gemeente Waalre voorzien of voorziet of in de toekomst zullen voorzien of zal voorzien.

Artikel 2.5 Begrotingsvoorbehoud; het verlenen van subsidie onder voorbehoud

  • 1 Als de subsidie is of wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld door de raad, dan wordt de subsidie verleend onder voorwaarde dat de raad voldoende gelden beschikbaar stelt.

  • 2 De subsidie kan worden vastgesteld onder het voorbehoud dat slechts de werkelijke kosten op basis van nacalculatie worden vergoed.

Artikel 2.6 Aanvullende verplichtingen voor de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger informeert het college per omgaande en schriftelijk over:

    • a.

      ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat het geheel van activiteiten of een activiteit niet kan plaatsvinden of worden uitgevoerd of ontwikkeld;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk beëindigen van het geheel van activiteiten of een activiteit;

    • c.

      wijzigingen in de statuten, het huishoudelijk reglement en de rechtsvorm, onder toezending van een afschrift van de notariële akte waarin de wijziging is opgenomen;

    • d.

      besluiten en procedures die leiden of kunnen leiden tot beëindiging van het geheel van activiteiten of een activiteit dan wel ontbinding van de rechtspersoon.

  • 2 Het college kan aan de subsidieontvanger aanvullende verplichtingen opleggen.

  • 3 De subsidieontvanger is verplicht een verzekering af te sluiten tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk wetboek, tenzij door het college daarvoor een passende voorziening is of wordt getroffen.

Artikel 2.7 Het recht op het treffen van voorziening

  • 1 Rechtspersonen waaraan een prestatiesubsidie wordt verleend mogen slechts met uitdrukkelijke toestemming van het college voorzieningen treffen zoals bedoeld in artikel 1 sub u.

  • 2 Rechtspersonen waaraan een activiteitensubsidie wordt verleend mogen deze subsidie noch geheel noch gedeeltelijk aanwenden voor het treffen van voorzieningen zoals bedoeld in artikel 1 sub u.

Artikel 2.8 Rapportage en verantwoording

De leden 1 t/m 4 van artikel 4:78 van de Awb zijn niet van toepassing voor zover de verleende subsidie de grens van € 50.000 niet overschrijdt.

Artikel 2.9 Verslaglegging

Ten minste één keer in de vijf jaar stelt het college een rapportage op over de effecten vansubsidies. 

Hoofdstuk 3 HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAN SUBSIDIE

Paragraaf 3.1 Procedure voor het aanvragen van een waarderingssubsidie door een vrijwilligersorganisatie zijnde een rechtspersoon

Artikel 3.1.1 Nieuw Artikel

  • 1 Een aanvraag voor een waarderingssubsidie wordt voor 1 april voorafgaand aan het eerste kalenderjaar van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.

  • 2 Als 2010 het eerste jaar is van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, dan moet de aanvraag worden ingediend voor 1 juli 2009.

  • 3 Bij de aanvraag worden door de aanvrager overgelegd:

    • 1.

      een activiteitenplan voor de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft en waarin de aard en omvang van het geheel van activiteiten, de doelgroepen, het aantal leden van de organisatie of het verwachte aantal deelnemers en de beoogde doelstelling(en).

    • 2.

      een begroting van baten en lasten voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4 Het college beslist op een aanvraag voor een waarderingssubsidie uiterlijk op 1 juli van het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdvak als bedoeld in het vorige lid waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 5 Als 2010 het eerste jaar is van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, dan beslist het college op een aanvraag uiterlijk op 1 oktober 2009.

  • 6 De in het vierde en vijfde lid genoemde termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Artikel 3.1.2 Duur van de subsidie en de beslistermijn

  • 1 Waarderingssubsidies die per 1 januari 2010 worden verleend, worden ten hoogste verleend voor een periode van vier jaar.

  • 2 Waarderingssubsidies die per 1 januari 2011, 2012 of 2013 worden verleend, worden ten hoogste verleend tot het einde van de planperiode i.c. 31 december 2013.

Artikel 3.1.3 Het verlenen van een subsidie als voorschot

Een waarderingssubsidie van meer dan € 5.000 wordt altijd verleend als een voorschot.

Artikel 3.1.4 Rapportage en verantwoording

  • 1 Vrijwilligersorganisaties aan wie een waarderingssubsidie is verleend van meer dan € 5.000, dienen uiterlijk op 1 juni volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een inhoudelijk en financieel verslag in over de uitgevoerde activiteiten.

  • 2 Als de subsidie meer bedraagt dan € 50.000 dan wordt aan de in het vorige lid bedoeld inhoudelijk en financieel verslag een accountantsverklaring toegevoegd.

Artikel 3.1.5 Verzoek tot vaststellen

Bij het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag dient de subsidieontvanger tevens het verzoek in om de subsidie voor het jaar waarop de verslaglegging betrekking heeft, vast te stellen.

Paragraaf 3.2 Procedure voor het aanvragen van een activiteitensubsidie

Artikel 3.2.1 Tot subsidie gerechtigde partijen

  • 1 Initiatieven van natuurlijke personen kunnen alleen voor subsidie in aanmerking komen als ze worden uitgevoerd door een in artikel 1 sub b bedoelde rechtspersoon die ook de subsidieaanvraag indient.

  • 2 Rechtspersonen met een winstoogmerk kunnen niet optreden als hoofdaanvrager van een activiteitensubsidie.

  • 3 Rechtspersonen met een winstoogmerk kunnen wel als medeaanvrager optreden in een aanvraag voor een activiteitensubsidie.

Artikel 3.2.2 Beperking tot eenmalige aanvragen

Eenzelfde aanvraag voor een activiteitensubsidie kan in de planperiode 2010 t/m 2013 slechts éénmaal worden gehonoreerd.

Artikel 3.2.3 Duur van activiteiten

De duur van een activiteit is niet aan een minimum- of maximumtermijn gebonden.

Artikel 3.2.4 Aanvraag- en beslistermijnen

  • 1 Aanvragen voor activiteitensubsidies kunnen twee keer per jaar worden ingediend, te weten vóór 1 april en vóór 1 oktober.

  • 2 Het college beslist op een aanvraag voor een activiteitensubsidie uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3 Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Artikel 3.2.5 Het verlenen van een subsidie als voorschot

Een activiteitensubsidie wordt altijd verleend als een voorschot.

Artikel 3.2.6 Het verval van rechten

  • 1 Als binnen een termijn van twaalf weken na de datum waarop de beschikking is afgegeven geen begin is gemaakt met de activiteit waarvoor de subsidie is verleend dan vervallen de aanspraken.

  • 2 Het college kan met het oog op de startdatum van de activiteit van de in het vorige lid genoemde termijn afwijken.

Artikel 3.2.7 Rapportage en verantwoording

Subsidieontvangers die een activiteitensubsidie ontvangen, dienen binnen acht weken na afloop van de activiteit een inhoudelijk en financieel verslag in over het verloop en de resultaten van de activiteit.

Artikel 3.2.8 Verzoek tot vaststellen

Bij het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag dient de subsidieontvanger tevens het verzoek in om de subsidie waarop de verslaglegging betrekking heeft, vast te stellen.

Artikel 3.2.9 Nader uitwerking in een Beleidsregel

Het college kan in een Beleidsregel een nadere inhoudelijke uitwerking vastleggen van soorten activiteiten die voor een activiteitensubsidie in aanmerking kunnen komen, de criteria waarop de aanvragen worden beoordeeld en hoe de beoordeling wordt georganiseerd.

Paragraaf 3.3 Procedure voor het aanvragen van een prestatiesubsidie

Artikel 3.3.1 Het aanvragen van een prestatiesubsidie en beslistermijn

  • 1 Een aanvraag voor een prestatiesubsidie wordt voor 1 april voorafgaand aan het eerste kalenderjaar van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.

  • 2 Als 2010 het eerste jaar is van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, dan moet de aanvraag worden ingediend voor 1 oktober 2009.

  • 3 Bij de aanvraag worden door de aanvrager overgelegd:

    • a.

      een activiteitenplan voor de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft en waarin de aard en omvang van het geheel van activiteiten, de doelgroepen, het aantal leden van de organisatie of het verwachte aantal deelnemers en de beoogde doelstelling(en).

    • b.

      een begroting van baten en lasten voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4 Het college beslist op een aanvraag voor een prestatiesubsidie uiterlijk op 1 juli van het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdvak als bedoeld in het vorige lid waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 5 Als 2010 het eerste jaar is van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, dan beslist het college op een aanvraag uiterlijk op 1 oktober 2009.

  • 6 De in het vierde lid genoemde termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Artikel 3.3.2 Duur van de subsidie en de beslistermijn

  • 1 Prestatiesubsidies die per 1 januari 2010 worden verleend, worden ten hoogste verleend voor een periode van vier jaar.

  • 2 Prestatiesubsidies die per 1 januari 2011, 2012 of 2013 worden verleend, worden ten hoogste verleend tot het einde van de planperiode i.c. 31 december 2013.

Artikel 3.3.3 Het verlenen van een subsidie als voorschot

Een prestatiesubsidie wordt altijd verleend als een voorschot.

Artikel 3.3.4 Rapportage en verantwoording

  • 1 Een subsidieontvanger aan wie een prestatiesubsidie is verleend, dient uiterlijk op 1 juni volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een inhoudelijk en financieel verslag in over de uitgevoerde activiteiten.

  • 2 Als de subsidie meer bedraagt dan € 50.000 dan wordt aan de in het vorige lid bedoeld inhoudelijk en financieel verslag een accountantsverklaring toegevoegd.

Artikel 3.3.5 Verzoek tot vaststellen

Bij het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag dient de subsidieontvanger tevens het verzoek in om de subsidie voor het jaar waarop de verslaglegging betrekking heeft, vast te stellen.

Hoofdstuk 4 HET VASTSTELLEN VAN DE SUBSIDIE

Artikel 4.1 Het vaststellen van de subsidie

  • 1 Als een waarderingssubsidie wordt verleend van minder dan € 5.000 dan is het besluit tot verlening tevens aan te merken als het besluit tot het vaststellen van de subsidie, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel.

  • 2 Het college kan aan een subsidieontvanger gedurende het tijdvak waarvoor een waarderingssubsidie van minder dan € 5.000 is verleend een verzoek doen om verslag uit te brengen over het inhoudelijk en financieel verloop van de activiteiten waarvoor de waarderingssubsidie is verleend.

  • 3 Jaarlijks trekt het college een steekproef uit de verleende waarderingssubsidies van minder dan € 5.000 waaraan het in het vorige lid bedoelde verzoek wordt gedaan.

  • 4 Het in lid 2 bedoelde inhoudelijke verslag dient naast de rapportage over het inhoudelijk en financieel verloop van de activiteiten ook een waarheidsgetrouw beeld te geven van de omvang van het ledenbestand op de datum van de aanvraag van de subsidie.

  • 5 Als een waarderingssubsidie is verleend van € 5.000 of meer, dan stelt het college binnen twaalf weken na het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag, inclusief de eventueel noodzakelijke accountantsverklaring als bedoeld in artikel 3.1.4 lid 2, de subsidie vast.

  • 6 Het in het vorige lid bepaalde is ook van toepassing op het in de leden 2 en 3 bedoeld verzoek tot verslag.

  • 7 Als een activiteitensubsidie is verleend dan stelt het college binnen twaalf weken na het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag als bedoeld in artikel 3.2.8 de subsidie vast.

  • 8 Als een prestatiesubsidie is verleend dan stelt het college binnen twaalf weken na het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag als bedoeld in artikel 3.3.5 de subsidie vast.

Artikel 4.2 Inhoud van de beschikking tot het vaststellen van de subsidie

In de vaststellingsbeschikking staat:

  • a.

    de omschrijving van het geheel van activiteiten of activiteit waarvoor de subsidie is verleend;

  • b.

    de resultaten die met het geheel van activiteiten of de activiteit moeten worden bereikt of hadden moeten worden bereikt;

  • c.

    het bedrag van de subsidie, of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden bepaald en de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • d.

    het tijdvak waarvoor de subsidie is of wordt verleend;

  • e.

    door het college vast te stellen dan wel vastgestelde verplichtingen;

  • f.

    bezwaar en beroepsmogelijkheden.

Hoofdstuk 5 HET WIJZIGEN OF INTREKKEN VAN SUBSIDIE

Artikel 5.1 Het wijzigen of intrekken van subsidie

Het college kan een verleende of vastgestelde subsidie met inachtneming van een redelijketermijn geheel of gedeeltelijk wijzigen, dan wel geheel of gedeeltelijk intrekken als:

  • a.

    er feiten of omstandigheden bekend worden waarvan het college bij het verlenen of vaststellen van de subsidie niet op de hoogte was of redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn, en op grond waarvan de subsidie niet verleend zou zijn, of niet of anders zou zijn vastgesteld;

  • b.

    deze feiten of omstandigheden zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten;

  • c.

    de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

  • d.

    de subsidieverlening of subsidievaststelling anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of redelijker wijze behoorde te weten;

  • e.

    het geheel van activiteiten of het project waarvoor de subsidie is verleend niet, of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, dan wel niet of niet geheel zijn of worden uitgevoerd;

  • f.

    de subsidieontvanger na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichting(en);

  • g.

    de subsidieontvanger de subsidie niet aanwendt voor organisatieonderdelen waarvoor de subsidie is bedoeld;

  • h.

    de subsidieverlening onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 5.2 Het wijzigen van subsidie bij voorbehoud

  • 1 Het college kan een verleende subsidie wijzigen na vaststelling van de gemeentebegroting en de subsidieplafonds.

  • 2 Het college kan een verleende subsidie wijzigen of gewijzigd vaststellen als het bedrag van de subsidie afhankelijk is gesteld van de werkelijke kosten van het geheel van activiteiten of een activiteit.

  • 3 Tot die wijziging uit het vorige lid kan worden besloten als uit het inhoudelijk en financieel verslag blijkt dat er kosten zijn gemaakt en opgevoerd die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd.

Artikel 5.3 Het weigeren van subsidie voor een nieuw tijdvak

  • 1 Als een subsidie voor eenzelfde of in hoofdzaak hetzelfde geheel van activiteiten is verstrekt voor een tijdvak van vier opeenvolgende jaren of zoveel korter als waarvoor de waarderingssubsidie is verstrekt, dan kan bij veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten de subsidie voor een nieuw tijdvak worden geweigerd.

  • 2 Het college neemt een termijn van zes maanden in acht voor het aankondigen van de voorgenomen weigering voor een nieuw tijdvak.

  • 3 Bij het weigeren van subsidie voor een nieuw tijdvak wordt de organisatie of instelling door het college in staat gesteld haar op grond van al eerder verleende subsidie aangegane redelijke verplichtingen behoorlijk na te komen.

Artikel 5.4 Termijnen en werking

  • 1 Een wijziging of intrekking kan met terugwerkende kracht vanaf het tijdstip waarop de subsidie is verleend of vastgesteld, worden geëffectueerd.

  • 2 Het recht tot het wijzigen of intrekken van de subsidie vervalt vijf jaar na de dag waarop:

    • a.

      de subsidiebeschikking is bekendgemaakt;

    • b.

      de in artikel 5.1 bedoeld veranderde omstandigheden bekend zijn geworden;

    • c.

      bekend is geworden dat er is gehandeld in strijd met de bepalingen uit de subsidiebeschikking;

    • d.

      aan een of meerdere verplichtingen uit de subsidiebeschikking had moeten zijn voldaan.

Hoofdstuk 6 HET VERLENEN VAN VOORSCHOTTEN, TERMIJNBEDRAGEN, BETALEN, OPSCHORTEN VAN BETALING EN TERUGVORDEREN VAN SUBSIDIE

Artikel 6.1 Het verlenen van voorschotten

  • 1 Het college kan aan de subsidieontvanger een of meer voorschotten verlenen, voor zover dit bij de subsidieverlening is bepaald.

  • 2 De beschikking voor de subsidieverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 6.2 Het vaststellen van termijnbedragen

Het college kan een subsidie van € 50.000 of meer in termijnbedragen betaalbaar stellen, mits in de beschikking tot subsidieverlening is bepaald hoe de termijnbedragen worden berekend en de manier waarop zij betaalbaar worden gesteld.

Artikel 6.3 Betaalbaar stellen van de subsidie

  • 1 De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaalbaar gesteld onder verrekening van betaalde voorschotten.

  • 2 De subsidie wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaalbaar gesteld.

Artikel 6.4 Opschorten van de betalingsverplichting

  • 1 De verplichting tot betalen van een subsidiebedrag, respectievelijk termijnbedragen wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de subsidieontvanger schriftelijk informeert over het bestaan van een ernstig vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 5.1 en artikel 5.2.

  • 2 De opschorting duurt tot en met de dag waarop de beschikking over het wijzigen of intrekken bekend is gemaakt aan de subsidieontvanger, of de dag waarop sinds de kennisgeving bedoeld in artikel 5 een termijn van dertien weken is verstreken.

Artikel 6.5 Terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidie

Onverschuldigd betaalde subsidie kan op grond van artikel 4.57 Awb worden teruggevorderd.

Hoofdstuk 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7.1 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan één of meer bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing - gelet op het belang waarvoor deze verordening tot stand is gebracht - leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2 Onder het in het vorige lid bedoelde belang kan worden gerekend een groei van het aantal leden van een gesubsidieerde organisatie van 50% gedurende de planperiode 2010 t/m 2013 waarop deze verordening betrekking heeft.

Artikel 7.2 In te trekken regelingen

Ingetrokken wordt de Algemene Subsidieverordening 2003, door de raad van de gemeente Waalre vastgesteld op 13 mei 2003.

Artikel 7.3 Overgangsbepalingen

  • 1 Subsidies over 2007, 2008 en 2009 worden afgehandeld volgens de subsidieverordening 2003.

  • 2 Indexering op basis van het CBS-prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie vindt ééns per vier jaar plaats, dus niet tussentijds gedurende de beleidsperiode 2010 t/m 2013.

Artikel 7.4 Overgangsregeling

  • 1 In bijlage 1 t/m 7 zijn de overzichten opgenomen van de organisaties en instellingen waarmee de gemeente Waalre gedurende de beleidsperiode 2010 t/m 2013 een subsidierelatie in de vorm van een waarderingssubsidie heeft of zal aangaan, waarmee zij prestatieafspraken heeft gemaakt of nog zal maken voor de beleidsperiode 2010 t/m 2013, dan wel waarmee zij de subsidierelatie afbouwt in de loop van 2010 of per 1 januari 2010 beëindigt.

  • 2 Organisaties en instellingen aan wie een subsidie wordt verleend die lager is dan de in het jaar 2009 verleende subsidie worden daarvoor gecompenseerd volgens een afbouwregeling.

  • 3 Organisaties zoals bedoeld in het tweede lid ontvangen in 2010 naast het nieuwe subsidiebedrag nog 75% van het verschil tussen het oude en het nieuwe subsidiebedrag, in 2011 nog 50% van het verschil en in 2012 nog 25 % van het verschil.

  • 4 Als het negatieve verschil tussen het oude en het nieuwe bedrag kleiner is dan € 500 dan wordt 150% van het verschil in 2010 in één keer uitbetaald naast het nieuwe subsidiebedrag.

  • 5 Organisaties en instellingen aan wie een subsidie wordt verleend die hoger is dan de in het jaar 2009 verleende subsidie ontvangen dat nieuwe subsidiebedrag op basis van een opbouwregeling.

  • 6 Organisaties als bedoeld in het vijfde lid ontvangen in 2010 naast het oude subsidiebedrag al 25% van het verschil tussen het nieuwe en het oude bedrag, in 2011 al 50% en in 2012 al 75 %.

  • 7 Als het positieve verschil tussen het nieuwe en het oude bedrag kleiner is dan € 500 dan ontvangen de organisaties als bedoeld in het zesde lid met ingang van 1 januari 2010 het nieuwe bedrag.

  • 8 Organisaties opgenomen in bijlage 5 ontvangen alleen nog subsidie in 2010.

  • 9 Organisaties opgenomen in bijlage 6 ontvangen geen subsidie meer.

  • 10 Organisaties die ten tijde van de eerstvolgende subsidieaanvraag nog geen rechtspersoonlijkheid bezitten dienen deze uiterlijk op 31 december 2010 te bezitten.

  • 11 De in dit artikel bedoelde bijlagen maken integraal deel uit van deze verordening.

  • 12 Als organisaties fuseren waardoor het totale aantal leden uitgroeit boven de bovengrens van de grootste gesubsidieerde organisatie dan vindt geen tussentijdse aanpassing van de subsidie plaats.

  • 13 Het in het vorige lid bepaalde is ook van toepassing als een organisatie besluit tot splitsing in twee of meer nieuwe organisatie die gezamenlijk meer subsidie zouden kunnen aanvragen dan de oorspronkelijke organisatie.

Artikel 7.5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7.6 Bekendmaking

  • 1 De subsidieplafonds worden bekendgemaakt voor het begin van het tijdvak waarvoor ze zijn vastgesteld. Hierbij wordt per jaar het verdelingssysteem aangegeven.

  • 2 Deze verordening wordt opgenomen in het Gemeenteblad van de gemeente Waalre en bekend gemaakt in De Schakel.

Artikel 7.7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 28 april 2009 (agenda openbare vergadering van 21 april).
De raad van de gemeente Waalre,de griffier,                                de voorzitter,
 
J.A.J. Claessen                      mr. H.C.R.M. de Wijkerslooth
 

Beleidsregel Steekproefsgewijze controle waarderingssubsidies gemeente Waalre 1

Onderwerp: Beleidsregel Steekproefsgewijze controle waarderingssubsidies gemeente Waalre.Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;Overwegende dat,bij het vaststellen van de Algemene subsidieverordening op 21 april 2009 door de gemeenteraad, is besloten om ten aanzien van verleende waarderingssubsidies tot € 5.000 een steekproefsgewijze controle in te bouwen;en door de gemeenteraad is besloten deze steekproefsgewijze controle door het college van burgemeester en wethouders nader te doen regelen in een Beleidsregel;Besluit:vast te stellen de Beleidsregel Steekproefsgewijze controle waarderingsubsidies tot € 5.000 gemeente Waalre.HOOFDSTUK 1 WERKINGSSFEER VAN DEZE BELEIDSREGELArtikel 1.1 Toepassing van de Algemene subsidieverordeningNaast deze Beleidsregel ten aanzien van de Steekproefsgewijze controle voor subsidies tot € 5.000 zijn eveneens van toepassing de bepalingen van de Algemene subsidieverordening.Artikel 1.2 ReikwijdteDe steekproefsgewijze controle voor waarderingssubsidies is van toepassing op door het college in het kader van de Algemene subsidieverordening verleende waarderingssubsidies tot een bedrag van € 5.000.HOOFDSTUK 2 UITVOERING VAN DE STEEKPROEFArtikel 2.1 Omvang van de steekproefNa afloop van het boekjaar wordt aan 10% van de gesubsidieerde instellingen achteraf verantwoording gevraagd.Artikel 2.2 Uitvoering van de steekproefDoor middel van loting wordt bepaald welke instellingen verantwoording moeten indienen.De loting wordt verricht door de ambtenaar die is belast met de uitvoering van het subsidiebeleid en gebeurt onder toezicht van een vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders of een door haar gemandateerde ambtenaar.De uitgelote instellingen worden op een daarvoor bestemd formulier gezet, welke door de uitvoerend ambtenaar en de toezichthouder wordt ondertekend.Per brief worden de uitgelote instellingen uitgenodigd alsnog verantwoording af te leggen over de verleende subsidie.De steekproefsgewijze controle beperkt zich tot een controle op de rechtmatige besteding van de verleende subsidie.HOOFDSTUK 3 VERZOEK TOT SUBSIDIEVASTSTELLINGArtikel 3.1 Rapportage en verantwoording De in het kader van deze beleidsregel, uitgelote instellingen dienen in het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is ontvangen, uiterlijk binnen 8 weken na uitnodiging, een inhoudelijk en financieel verslag in over de uitgevoerde activiteiten.Artikel 3.2 Verzoek tot vaststellenBij het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag dient de subsidieontvanger tevens het verzoek in om de subsidie waarop de verslaglegging betrekking heeft vast te stellen.HOOFDSTUK 4 HET VASTSTELLEN VAN SUBSIDIE EN VASTSTELINGSBESCHIKKINGArtikel 4.1 Het vaststellen van de subsidieHet college stelt binnen twaalf weken na het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag als bedoeld in artikel 3.1 de subsidie vast.Artikel 4.2 Inhoud van de beschikking tot het vaststellen van de subsidieIn de vaststellingsbeschikking staat:- de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt of is verleend;- het bedrag van de subsidie, of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden bepaald en de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;- het tijdvak waarvoor de subsidie is of wordt verleend;- door het college vast te stellen dan wel vastgestelde verplichtingen;- bezwaar en beroepsmogelijkheden.HOOFDSTUK 5 HET WIJZIGEN OF INTREKKEN VAN SUBSIDIEArtikel 5.1 Wijzigen of intrekken van het subsidieTen aanzien van het wijzigen of intrekken van de subsidie zijn de bepalingen uit de Algemene subsidieverordening van toepassing.HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGENArtikel 6.1 InwerkingtredingDeze Beleidsregels treedt in werking op 1 januari 2010.Artikel 6.2 CiteertitelDeze Beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel Steekproefsgewijze controle waarderingssubsidies tot € 5.000 gemeente Waalre.Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 15 december 2009,Het college van burgemeester en wethouders van WaalreDe secretaris,                                                                               De burgemeester,Gepubliceerd: De Schakel, wk 52 (23-12-2009)

Beleidsregel muziekonderwijs Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre 2

Onderwerp:Beleidsregel muziekonderwijs Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre.Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;Besluit:Vast te stellen de Beleidsregel Muziekonderwijs Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre.HOOFDSTUK I WERKINGSSFEER VAN DEZE BELEIDSREGELArtikel 1.1 Toepassing van de Algemene SubsidieverordeningNaast deze beleidsregel zijn op subsidies die worden aangevraagd en verleend in het kader van de Beleidsregel Muziekonderwijs Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre, eveneens van toepassing de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening.Artikel 1.2 BeoordelingscriteriaOm in aanmerking te komen voor te komen voor subsidie voor muziekonderwijs moet de aanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    docenten dienen bevoegd te zijn als docerende musicus;

  • 2.

    docenten dienen in Waalre les te geven;

  • 3.

    onder leerling wordt verstaan een persoon die in het bevolkingsregister van Waalre staatingeschreven en die op 1 september van het subsidiejaar de leeftijd nog niet heeft bereikt.

Artikel 1.3 Te subsidiëren kosten aan de leerlingenHet subsidiebedrag aan de leerlingen wordt bepaald op basis van de volgende grondslagen en wordt rechtstreeks aan de ouders/verzorgers uitbetaald:

  • 1.

    een vast bedrag per leerling per jaar van € 40,- (peil 2010) ten behoeve van het algemeen vormend muziekonderwijs en oriëntatielessen;

  • 2.

    een vast bedrag van €120,- (peil 2010) ten behoeve van de bespeling van een instrument of ten behoeve van zangles met een minimum van 20 lessen.

Artikel 1.4 Te subsidiëren kosten aan de docentenHet subsidiebedrag aan de docenten wordt bepaald op basis van de volgende grondslagen en wordt rechtstreeks op declaratiebasis aan de bevoegde docenten uitbetaald:

  • 1.

    een vast bedrag per leerling per jaar van € 12,50 ten behoeve van de administratiekosten;

  • 2.

    een vergoeding voor het afnemen van examens door de eigen docent en de extern gecommitteerde van € 28,- (peil 2010) per uur per persoon (uitgaande van een kwartier per leerling).

HOOFDSTUK 2 HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAN SUBSIDIE

Artikel 2.1 AanvraagIn afwijking van de Algemene Subsidieverordening moet de subsidie voor muziekonderwijs door de ouders/verzorgers worden aangevraagd voor 1 augustus van het cursusjaar. Indien de aanvraag niet tijdig is ingediend, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 2.2 Beschikbare budgettenVoor muziekonderwijs is jaarlijks een totaal subsidiebudget van € 29.000 (peil 2010) beschikbaar.

Artikel 2.3 VerdeelregelsBurgemeester en wethouders kunnen bepalen dat aanvragen worden behandeld

  • a.

    op basis van een door hen vast te stellen verdeelprogramma

  • b.

    op volgorde van binnenkomst

HOOFDSTUK 3 BESLISTERMIJNArtikel 3.1 BeslistermijnHet college beslist uiterlijk 8 weken na de datum van binnenkomst van de aanvraag in het kader van deze beleidsregel.

HOOFDSTUK 4 HET WIJZIGEN OF INTREKKEN VAN DE SUBSIDIE

Artikel 4.1 Wijzigen of intrekken van de subsidieTen aanzien van het wijzigen of intrekken van de subsidie zijn de bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening van toepassing

HOOFDSTUK 5 HET VERLENEN VAN VOORSCHOTTEN, TERMIJNBEDRAGEN, BETALEN, OPSCHORTEN VAN BETALING EN TERUGVORDERING

Artikel 5.1 Het verlenen van voorschotten, termijnbedragen, betalen, opschorten van betaling en terugvorderingTen aanzien van het verlenen van voorschotten, termijnbedragen, betalen, opschorten van betaling en terugvordering zijn de bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening van toepassing.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 HardheidsclausuleTen aanzien van de hardheidsclausule zijn de bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening van toepassing.Een specifieke bijzondere omstandigheid waarbij de hardheidsclausule van toepassing is, is als een leerling les volgt in een bepaald instrument waarvoor geen les gegeven wordt in Waalre. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten om leerlingen die om deze reden moeten uitwijken naar de buurgemeenten, toch subsidie op basis van deze beleidsregel te verstrekken.

Artikel 6.2 InwerkingtredingDeze Beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2010

Artikel 6.3 CiteertitelDeze Beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel muziekonderwijs Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre 2010 t/m 2013Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 15 december 2009BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WAALRE,de secretaris, de burgemeester,mw. mr. A.G.M. van der Knaap mr. H.C.R.M. de WijkersloothGepubliceerd: De Schakel, wk 52 (23-12-2009)

Beleidsregel Activiteitensubsidie Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre 3

Beleidsregel Deskundigheidsbevordering Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre 4

Onderwerp:Beleidsregel Deskundigheidsbevordering Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre.Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;Overwegende dat,bij het vaststellen van de Algemene subsidieverordening op 28 april 2009 door de gemeenteraad is besloten tot het stimuleren van niet tot de kerntaken van vrijwilligersorganisaties behorende activiteiten;en door de raad is besloten dat door het college van burgemeester en wethouders hiertoe een Beleidsregel dient te worden ontwikkeld;Besluit:vast te stellen de Beleidsregel Deskundigheidsbevordering Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre.HOOFDSTUK I WERKINGSSFEER VAN DEZE BELEIDSREGELArtikel 1.1 Toepassing van Algemene SubsidieverordeningNaast deze beleidsregel zijn op subsidies die worden aangevraagd en verleend in het kader van de Beleidsregel Deskundigheidsbevordering Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre, eveneens van toepassing de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening.Artikel 1.2 BeoordelingscriteriaOm in aanmerking te komen voor subsidie voor deskundigheidsbevordering moet een instelling, naast de voorwaarden die genoemd worden in artikel 2.1 van de Algemene Subsidieverordening voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de leden c.q. deelnemers dienen woonachtig te zijn in Waalre

  • 2.

    de activiteiten moet een maatschappelijke meerwaarde hebben voor

Artikel 1.3 Niet voor subsidie in aanmerking komende activiteitenIn het kader van deze beleidsregel komen niet voor subsidie in aanmerking kosten die rechtstreeks voortvloeien uit gemeentelijk beleid, regelgeving of andere maatregelen van andere overheden.Artikel 1.4 Te subsidiëren kosten

  • 1.

    Het subsidiebedrag wordt bepaald op basis van de volgende grondslagen:a. een vergoeding van de cursuskosten, inclusief aan te schaffen syllabi en boekenb. Per instelling wordt per jaar maximaal een bedrag van € 1.225 toegekend (Peil 2010)

  • 2.

    de volgende kosten komen niet in aanmerking voor een subsidie voor deskundigheidsbevordering:a. kosten voor de werving van andere inkomstenb. kosten voor consumpties

  • 3.

    Voor deskundigheidsbevordering is jaarlijks een totaal subsidiebudget van € 7.500 (peil 2010) beschikbaar

Artikel 1.6 Het recht op reservering, voorziening en afschrijvingSubsidie die is verleend in het kader van deze beleidsregel mag niet worden aangewend voor het doen van reserveringen, het aanleggen van voorzieningen of het doen van afschrijvingenHOOFDSTUK 2 HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAN SUBSIDIEArtikel 2.1 Tot subsidie gerechtigde partijen

  • a.

    Alleen rechtspersonen kunnen een aanvraag voor een subsidie in het kader van deze beleidsregel indienen.

  • b.

    Bedrijven of organisaties en instellingen met een winstoogmerk kunnen in het kader van deze beleidsregel niet optreden als aanvragende partij, zij kunnen wel als samenwerkende partij participeren binnen een activiteit.

Artikel 2.2 AanvraagDe subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan met de nodige bewijsstukken (beschrijving cursus,aanmelding cursus, kosten cursus en cursusmateriaal)Artikel 2.3 Beschikbare budgetten1. Per jaar wordt aan een instelling een subsidie voor deskundigheidsbevordering van maximaal € 1.225 toegekend (peil 2010)2. Voor deskundigheidsbevordering is jaarlijks een totaal subsidiebudget van € 7.500 (peil 2010) beschikbaarArtikel 2.4 VerdeelregelsBurgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat aanvragen worden behandeld

  • a.

    op basis van een door hen vast te stellen verdeelprogramma

  • b.

    op volgorde van binnenkomst

HOOFDSTUK 3 HET WEIGEREN VAN SUBSIDIE EN BESLISTERMIJN Artikel 3.1 Het weigeren van een subsidieDe weigeringsgronden die zijn genoemd in de Awb en de Asv zijn integraal van toepassing.Artikel 3.2 BeslistermijnHet college beslist uiterlijk 8 weken na de datum van binnenkomst van de aanvraag in het kader van deze beleidsregelHOOFDSTUK 4 HET WIJZIGEN OF INTREKKEN VAN SUBSIDIEArtikel 4.1 Wijzigen of intrekken van de subsidieTen aanzien van het wijzigen of intrekken van de subsidie zijn de bepalingen uit de Algemene Subsidie Verordening van toepassing.HOOFDSTUK 5 HET VERLENEN VAN VOORSCHOTTEN, TERMIJNBEDRAGEN, BETALEN, OPSCHORTEN VAN BETALING EN TERUGVORDEREN

Artikel 5.1 Het verlenen van voorschotten, termijnbedragen, betalen, opschorten van betaling en terugvorderenTen aanzien van het verlenen van voorschotten, termijnbedragen, betalen, opschorten van betaling en terugvorderen zijn de bepalingen uit de Algemene subsidieverordening van toepassing.HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGENArtikel 6.1 HardheidsclausuleHet college kan de bepalingen van deze Beleidsregel buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang waarvoor deze regeling tot stand is gebracht leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.Artikel 6.2 InwerkingtredingDeze Beleidsregels treedt in werking op 1 januari 2010.Artikel 6.3 EvaluatieJaarlijks overlegt het college aan de raad een overzicht van de in het kader van deze Beleidsregel verleende activiteitensubsidies over het voorgaande boekjaar.Artikel 6.5 CiteertitelDeze Beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel Deskundigheidsbevordering Stimulans voor betrokkenheid en vernieuwing gemeente Waalre.Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 15 december 2009.BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WAALRE,de secretaris, de burgemeester,mw. mr. A.G.M. van der Knaap mr. H.C.R.M. de WijkersloothGepubliceerd: De Schakel, wk 52 (23-12-2009)