Regeling vervallen per 22-04-2015

Armoedenota 2013-2015

Geldend van 08-03-2013 t/m 21-04-2015

Intitulé

Armoedenota 2013-2015

Hoofdstuk I Armoedebeleid

“Armoede heeft direct invloed op het functioneren van het kind” Citaat De Strohalm

1. Begrip Armoede

Armoede kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. In enge zin verwijst armoede naar een tekort aan financiële middelen. In brede zin, kijkend naar de oorzaken en gevolgen van het ontbreken van voldoende financiële middelen over een langere periode, verwijst armoede naar sociale uitsluiting. Het gaat om mensen die minder kansen hebben om mee te doen, die een lagere opleiding hebben of een opleiding niet afronden, die vaker kampen met een slechte gezondheid, die wonen in minder goede woningen die zich moeizaam zelf kunnen redden. Armoede is zowel de oorzaak als het gevolg van groeiende problemen in de persoonlijke omgeving van mensen waardoor hun kansen steeds verder beperkt worden. Niet zelden worden de problemen nog eens van generatie tot generatie doorgegeven. Met de notitie “ Armoedebeleid is meer dan gebrek aan geld…..” is in 2005 in de gemeente Waalwijk een stevige aanzet gegeven tot een nieuw armoedebeleid.

2. Uitgangspunten

In het Coalitieprogramma 2010 - 2014 “ Veerkracht en inventiviteit” wordt aangegeven dat bij de bezuinigingen de zwakste schouders worden ontzien en dat niet bezuinigd wordt op het budget van minima- en armoedebeleid. In deze nota worden voorstellen gedaan met als doel de beschikbare middelen effectief en efficiënt in te zetten. Op gemeentelijke budgetten worden geen bezuinigingen doorgevoerd. Deze blijven beschikbaar voor het armoedebeleid. Daar waar op rijksbudgetten wordt gekort worden deze één op één gekort.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning draait alles om participatie. We willen daarbij het zelf oplossend vermogen stimuleren en gaan uit van de eigen kracht van de burger. Maatschappelijke participatie voor mensen met een smalle beurs is niet eenvoudig. Dit blijkt ook uit het recente rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) “Armoedesignalement 2011”. Ondanks het gegeven dat een laag inkomen participatie bemoeilijkt zal zoveel als mogelijk invulling gegeven worden aan de gedachte van de kanteling en uitgegaan worden van de eigen kracht van de burger en het stimuleren van de eigen kracht.

In deze nota staan twee uitgangspunten centraal:

  • 1.

    de beschikbare middelen worden effectief en efficiënt ingezet;

  • 2.

    op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet.

3. Recente ontwikkelingen

a. Regeerakkoord

In het regeerakkoord “ Vrijheid en verantwoordelijkheid” van het kabinet Rutte I wordt in de paragraaf sociale zekerheid een aantal maatregelen aangekondigd met als doel participatie in de samenleving te bevorderen. Ter voorbereiding op de “Wet werken naar vermogen”, die inmiddels door de val van het kabinet controversieel is verklaard, is per 1 januari 2012 de Wet werk en bijstand aangepast. Van belang voor het gemeentelijk armoedebeleid zijn de volgende wijzigingen:

  • ·

    de centrale inkomensgrens: de inkomensgrens van het gemeentelijk armoedebeleid wordt genormeerd op maximaal 110 % van het sociaal mininumniveau (smn). De PasWijzernorm is daarom per 1 januari 2012 verlaagd van 120 % naar 110 % smn;

  • ·

    verordeningsplicht participatie schoolgaande kinderen: gemeenten moeten meer werk maken om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat maatschappelijk niet meedoet om financiële redenen, terug te dringen.

Bij het opstellen van deze nota was het Regeerakkoord Bruggen Slaan nog niet bekend. Inmiddels is bekend dat voor het armoedebeleid in het Regeerakkoord een aantal zaken zijn opgenomen. Indien de uitwerking van de aangekondigde maatregelen in het nieuwe Regeerakkoord daartoe aanleiding geeft vindt er een actualisatie van deze nota plaats. Op basis van dit gegeven vindt er een voorbehoud plaats.

b. Armoedesignalement 2011

Het CBS en het SCP presenteren in een gezamenlijke publicatie “ Armoedesignalement 2011 de actuele gegevens over armoede in Nederland. De belangrijkste conclusies uit het rapport:

  • ·

    er wordt een toename verwacht;

  • ·

    armoede komt veel voor bij eenoudergezinnen, alleenstaanden jonger dan 65 jaar, bijstandsontvangers en kinderen;

  • ·

    werkende armen zijn steeds vaker zelfstandig ondernemer;

  • ·

    mensen met een minimum inkomen komen in aanmerking voor inkomens- ondersteunende voorzieningen en kunnen daarmee hun financiële positie verbeteren

In bijlage 1 is een tabel opgenomen met de diverse grensbedragen uitgesplitst naar type huishouden. Daarnaast blijkt uit het rapport “Het kind van de rekening, hulp aan kinderen die leven in armoede” van maart 2011 dat armoede onder kinderen een groot probleem is. Het leven in armoede heeft grote gevolgen voor hun sociale, emotionele, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Bovendien belemmert de situatie hun mogelijkheden voor maatschappelijk participatie. Een op tien kinderen leeft in Nederland in een gezin onder het basis behoefte criterium (zie bijlage 1).

c. Niet-gebruik inkomensondersteunende maatregelen

Mensen met een laag inkomen, kunnen recht hebben op inkomensondersteuning. Deze ondersteuning is bedoeld als tegemoetkoming voor onverwachte en onvermijdelijke kosten, maar ook als inkomensondersteuning zoals bijv. huur- en zorgtoeslag, bijzondere bijstand, kinderbijslag tegemoetkoming studiekosten etc. Het SEO Economisch Onderzoek heeft afgelopen jaar een onderzoek gedaan naar het niet-gebruik van deze voorzieningen.

Volgens SEO zijn werkenden, zelfstandigen en jongeren onder de 25 jaar de niet gebruikers. Voor de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen geldt dat mensen tussen 45 en 65 jaar minder gebruik maken van deze regelingen dan jongere ouders. Een groep die een laag niet gebruik kent zijn bijstandsgerechtigden.

Bijstandsgerechtigden zijn bekend bij gemeenten en kunnen daardoor makkelijk benaderd worden.

Foto:PatrickGuitjes

Er worden meerdere redenen gegeven voor het niet gebruik. Genoemde oorzaken zijn: onbekendheid, denken niet in aanmerking te komen, angst voor terugbetaling als gevolg van een verkeerde inschatting van het inkomen, problemen bij het aanvragen omdat men de regie over het eigen leven verloren is.

d. Werkende armen

Werk moet lonen. Dit uitgangspunt betekent dat een voltijdbaan in beginsel voldoende inkomen oplevert om volwaardig binnen de samenleving te participeren. Werk is de beste weg uit armoede. Uit landelijk onderzoek blijkt dat bij 3 % van het aantal huishoudens sprake is van een combinatie van werk en armoede. Van de huishoudens die hun inkomen voornamelijk uit zelfstandige arbeid betrekken gaat het om 12 %. De verwachting is dat de omvang van deze groep verder gaat toenemen. Als belangrijkste reden wordt de recessie genoemd.

4. Waalwijkse situatie

a. Minimascan gemeente Waalwijk

Stimulansz ondersteunt gemeenten bij het ontwikkelen van Armoedebeleid. Stimulansz brengt jaarlijks een Minimascan uit. Deze scan geeft inzicht in de omvang van de doelgroep.

 2012

101%

105%

110%

115%

120%

Inkomen uit arbeid

252

278

332

384

414

Inkomen uit eigen onderneming

152

163

180

189

206

Uitkering werkloosheid

62

68

93

97

108

Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt

28

82

106

138

172

Uitkering ouderdom/nabestaanden

340

562

863

1.176

1.396

Uitkering sociale voorzieningen

314

381

445

488

503

Overig overdrachtsinkomen

2

2

2

2

2

Totaal 2012

1.150

1.536

2.022

2.474

2.801

Totaal 2010

988

1.360

1.826

-

2.606

Totaal 2008

925

1.162

1.410

1.877

2.342

Tabel 1: minimascan per 1 januari 2012 Bron: Stimulansz

Uit de minimascan blijkt dat het aantal huishoudens dat moet rondkomen met een inkomen rond het smn behoorlijk is gestegen. Uitgaande van 110 % norm is er sprake van een stijging van 11 % ten opzichte van 2010.

b. Resultaten interview intermediairs

Om te kunnen beoordelen of het landelijk beeld overeen komt met de Waalwijkse situatie hebben er interviews plaatsgevonden met medewerkers van De Strohalm, Juvans, MEE en de Voedselbank. Uit deze interviews blijkt dat:

  • ·

    er in Waalwijk sprake is van sociale uitsluiting, bij met name kinderen en alleenstaanden jonger dan 65 jaar. Wanneer er sprake is van beperkingen hebben deze alleenstaanden het extra moeilijk. Vanwege allerlei bezuinigingsmaatregelen worden zij geconfronteerd met steeds meer en hogere eigen bijdragen voor noodzakelijke voorzieningen terwijl zij niet in staat zijn hun verdiencapaciteit te verhogen.

  • ·

    de zzp’er steeds vaker in beeld komt. Uit bovenstaande minimascan blijkt dat Waalwijk 180 huishoudens heeft die moeten rondkomen van een inkomen tot 110 % smn waarbij er sprake is van inkomen uit onderneming.

  • ·

    er sprake is van een groot niet gebruik van voorzieningen.

De conclusie is, dat de Waalwijkse situatie overeen komt met de landelijke beschrijving.

Uit de interviews met de Strohalm en de Voedselbank kwam eveneens naar voren dat de vrijwilligers behoefte hebben aan voorlichting over (inkomensondersteunende) voorzieningen.

c. Resultaten onderzoek onder de klanten

Naast het interviewen van intermediairs zijn er ook een twee onderzoeken onder de ervaringsdeskundigen gehouden, te weten een onderzoek onder de klanten die gebruik maken van de schuldhulpverlening en de PasWijzerhouders. Het klanttevredeheidsonderzoek schuldhulpverlening maakt onderdeel uit van het Plan Schuldhulpverlening. Uit beide onderzoeken komt naar voren, dat eigen netwerken cruciaal zijn voor de informatievoorziening. Zo gaf 23 % van de respondenten aan via familie, vrienden of kennissen gewezen te worden op bestaan van het meldpunt schuldhulpverlening. Bij de PasWijzerhouders is dat percentage 43. Hieruit kan niet direct afgeleid worden dat er sprake is van sociale uitsluiting bij kinderen of niet gebruik van voorzieningen, maar indirect blijkt wel uit de contacten die er vervolgens zijn met het gemeentelijk Zorgloket/ meldpunt Schuldhulpverlening dat sprake is van een onbenutte rechten op inkomensondersteunende en participatie voorzieningen. Bij het PasWijzer onderzoek wordt wel meerdere malen aangegeven dat er meer mogelijkheden voor de jeugd opgenomen zouden moeten worden in het aanbod. Het Paswijzeronderzoek is in bijlage 2 opgenomen.

5. Thema’s armoedebeleid 2013- 2015

Op basis van bovenstaande conclusies worden voor het Armoedebeleid 2013 – 2015 de volgende thema’s benoemd.

Thema 1: Het voorkomen van sociale uitsluiting, waarbij er extra aandacht is voor twee kwetsbare groepen:

  • ·

    Kinderen en jongeren tot 18 jaar

  • ·

    Alleenstaanden jonger dan 65 jaar met een beperking

Thema 2: het vergroten van de bekendheid van inkomensondersteuning: het terugdringen van het niet gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen, waarbij extra ingezet wordt op de groep werkenden en jongeren.

Thema 3: het voorkomen en aanpakken van financiële problemen.

Aan deze thema’s worden acties verbonden. Voor thema 2 en 3 geldt dat er sprake is van een overlap omdat inzet op thema 2 positieve gevolgen heeft voor thema 3. In hoofdstuk III zijn de activiteiten per thema in de vorm van een activiteitenplan opgenomen.

6. Beleidsinstrumenten

In deze paragraaf worden de (bestaande) beleidsinstrumenten behandeld en gekopppeld aan de hierboven genoemde thema’ s. Ze worden getoetst aan de uitgangspunten:

  • ·

    de beschikbare middelen worden effectief en efficiënt ingezet;

  • ·

    op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet.

Per beleidsinstrument wordt een aanbeveling gedaan in de vorm van een of meerdere beslispunten.

a. Thema 1 Het voorkomen van sociale uitsluiting

1. De PasWijzer

a. Bereik doelgroep

In de nota “Armoede is meer dan gebrek aan geld…” is ingezet op het bieden van mogelijkheden om te kunnen participeren in de samenleving. Daartoe is de PasWijzer geïntroduceerd. De PasWijzer is bedoeld voor mensen met een inkomen tot 110 % van het geldende sociaal minimumniveau. We zijn in 2006 gestart met de uitgifte van de Pas. Eind 2007 maakte 33 % van de doelgroep gebruik van de PasWijzer. In de afgelopen jaren zijn tal van maatregelen genomen om het gebruik van de Pas te stimuleren. Uit de evaluatie van de PasWijzer december 2010 blijkt dat inmiddels 58 % van de doelgroep wordt bereikt. Eind december 2011 staat de teller op 2.133 personen, dat is 57 % van de doelgroep.

b. Evaluatie december 2010

De evaluatie van de PasWijzer in december 2010 was vooral financieel van aard met als doel in beeld te brengen of de beschikbare financiële middelen toereikend zijn. Deze evaluatie was noodzakelijk omdat de beleidsmatige armoedegrens was opgetrokken van 112 % naar 120 % van het sociaal minimumniveau en omdat vanwege de gevolgen van de crisis de doelgroep binnen 1 jaar van 1.597 naar 2.206 huishoudens is gegroeid. Geconstateerd werd dat er sprake was van een overbesteding van het budget. Om in 2011 binnen de maximale bestedingsruimte te blijven zijn per 1 januari 2011 de accenten verschoven met daarbij als uitgangspunt:

  • ·

    het gebruik van relatief dure, veelal individuele, voorzieningen is teruggebracht;

  • ·

    activiteiten in verenigingsverband worden gestimuleerd;

  • ·

    PasWijzeractiviteiten dragen bij aan maatschappelijke participatie.

In 2011 zijn de uitgaven van de PasWijzer binnen het beschikbare budget gebleven.

c. Gevolgen invoering centrale inkomensnormering

Per 1 januari 2012 is de beleidsmatige armoedegrens terug gebracht naar 110 %.Het gevolg van de invoering van de centrale inkomensnormering is dat de doelgroep per 1 januari 2012 krimpt. Het aantal huishoudens dat per 1 januari 2012 in aanmerking komt voor de PasWijzer bedraagt 2.022 . Met een bereik van 57 % gaat het om 1.498 Paswijzerhouders (gemiddeld 1,3 PasWijzerhouders per gezin).

d. Enquête PasWijzergebruikers

Door middel van een enquête zijn de PasWijzerhouders eind 2011 gevraagd naar het gebruik van de pas. In bijlage 2 is de uitwerking van de resultaten van het onderzoek opgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat, het gebruik van de PasWijzer een positieve bijdrage levert aan de sociale participatie. Het bereik van de PasWijzer is groot, 57 % van de doelgroep is bereikt. Uit het onderzoek blijkt het merendeel van de gebruikers tevreden is over de Pas. Uit het onderzoek blijkt dat het bereik en gebruik van de Pas hoog is onder de groep 65 plussers. Gezinnen met kinderen maken in mindere mate gebruik van de pas.

Beslispunt 1:

De PasWijzer is bij uitstek het instrument om maatschappelijke participatie te bevorderen. De PasWijzer als participatie instrument handhaven.

Beslispunt 2:

Het aanbod voor kinderen dient te worden uitgebreid. Hierbij wordt een verbinding gemaakt met de Kaders Sportbeleid 2012 – 2016 en wordt extra ingezet op het stimuleren van kinderen om deel te nemen aan sportactiviteiten. Ook voor de Paswijzer kunnen kinderen worden gestimuleerd om deel te nemen aan activiteiten in verenigingsverband, waarbij het accent ligt op sportactiviteiten. Het Jeugdsportfonds Brabant (JSF) levert hieraan een bijdrage. Dit omdat sporten in verenigingsverband een positieve bijdrage levert aan de participatie van kinderen en een positieve bijdrage levert aan de gezondheid. Vanuit de Paswijzer wordt in 2013 een bedrag van € 12.500,-- beschikbaar gesteld als co-financiering voor het JSF.

Beslispunt 3:

Het gebruik van alle PasWijzervoorzieningen onder kinderen meer stimuleren. In samenwerking met het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) het thema sociale uitsluiting van kinderen onder de aandacht brengen bij o.a. het onderwijs.

“Ieder kind moet de kans krijgen zijn talenten te ontdekken en te gebruiken” Citaat: Juvans

2. Verordeningsplicht participatie kinderen

In de Wet werk en bijstand is per 1 januari 2012 de verordeningsplicht participatie schoolgaande kinderen opgenomen. De gemeente Waalwijk kent diverse regelingen c.q. voorzieningen voor de participatie van schoolgaande kinderen. Deze regels dienen op basis van de opgelegde verordeningsplicht vastgelegd te worden. Deze verordening is op 13 september 2013 behandeld in de raad en komt verder niet meer aan bod in deze nota.

3. Regeling Gratis Peuteren

Peuters van 2 tot 4 jaar, waarvan de ouders/verzorgers niet meer verdienen dan 110 % van het smn en voldoen aan het VVE criterium, kunnen vanaf 1 mei 2005 gratis deelnemen aan het VVE-programma (Voor- en Vroegschoolse Educatie). Een kind behoort tot de doelgroep wanneer de ouder(s)/verzorger(s) geen opleiding hebben genoten hoger dan LBO/VBO of wanneer het kind daadwerkelijk een taalachterstand heeft. De regeling Gratis Peuteren is een categorale regeling, waarbij de centrale inkomensnorm van 110 % van toepassing is. De uitgaven voor deze regeling:

  • ·

    2010 : € 2.197,--

  • ·

    2011 : € 2.010,--

Voor dit product is in de begroting 2011 een bedrag opgenomen van € 8.426,-- en daarmee blijven de uitgaven ruimschoots binnen de raming. Er is sprake van een flinke onderbesteding. Op dit moment maken 17 kinderen gebruik van de “ Gratis Peuteren” regeling. Dit is ongeveer 12 % van de doelgroep kinderen die op dit moment gebruik maken van een VVE programma. De regeling is nauwelijks bekend in de gemeente Waalwijk omdat hij niet onder de aandacht wordt gebracht door actieve voorlichting.

Beslispunt 4

De regeling handhaven omdat dit past binnen thema 1 van het armoedebeleid 2013 – 2015. De voorziening wordt gekoppeld aan het bezit van de PasWijzer. Om het gebruik van de regeling te intensiveren zal daarnaast ingezet worden op het vergroten van de bekendheid van deze voorziening.

b. Thema 2 het vergroten van de bekendheid van inkomensondersteuning

We willen het niet gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen terugdringen en willen de bekendheid van inkomensondersteunende voorzieningen vergroten. Daarbij zal extra worden ingezet op de groep werkenden en jongeren. Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening moeten gemeenten maatregelen nemen om te voorkomen dat personen schulden aangaan. Het tegengaan van het niet gebruik van voorzieningen is één van de te nemen maatregelen. De maatregelen in het kader van dit thema zijn opgenomen in het preventieplan schuldhulpverlening. Het Plan Schuldhulpverlening Gemeente Waalwijk 2013 – 2015 is op 13 september 2012 vastgesteld door de raad.

c. Thema 3 het voorkomen en aanpakken van financiële problemen

4. Regeling Sociale Alarmering

Vanuit de Armoedenota “ Armoede is meer dan gebrek aan geld ..” is de kostenregeling alarmering ingesteld. Alarmering is een persoonlijke voorziening voor mensen die alleen wonen en voor wie het door leeftijd, ziekte of een handicap een angstig idee is dat geen hulp in de buurt is als er iets gebeurt. De kostenregeling is een samenwerkingsverband tussen Thebe Thuiszorg Midden Brabant, Maasduinen en Elzenhoven. De regeling is bedoeld voor mensen van 65 jaar of ouder met een inkomen tot 110 % smn.

De uitgaven voor deze regeling:

  • ·

    2010: € 36.219,--

  • ·

    2011: € 34.867,--

Voor dit product is in 2011 een bedrag opgenomen van € 40.780,-- en daarmee blijven de uitgaven binnen de raming. De Regeling sociale alarmering is eveneens opgenomen in de beleidsregels bijzondere bijstand van de ISD-ML. Het afgelopen jaar is via de bijzondere bijstand voor deze kosten een bedrag van € 96,-- verstrekt voor Waalwijk. De gemeenten Heusden en Loon op Zand kennen geen gemeentelijke regeling alarmering. Inwoners van deze gemeenten vragen via de bijzondere bijstand een vergoeding aan. De ISD-ML heeft in 2011 voor inwoners uit de Heusden voor deze kosten een bedrag van € 1.162,-- uitgegeven, voor de gemeente Loon op Zand € 1.186,--.

Bij deze regeling vindt er geen vermogenstoets plaats, waarbij ook een groep ouderen die een (financiële) steun in de rug niet nodig hebben worden ondersteund.

Deze regeling sluit niet aan op de uitgangpunten dat middelen effectief en efficiënt worden ingezet. Ook draagt het niet bij aan het uitgangspunt op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet.

Voor de mensen die moeten rondkomen van een inkomen tot 110 % smn en niet in bezit zijn van een spaartegoed is bijzondere bijstandsverlening mogelijk. Deze doelgroep is vaak al in beeld bij de ISD-ML voor andere inkomensondersteunende voorzieningen zoals eigen bijdrage Wmo, Regeling Chronisch zieken en gehandicapten, etc.

Conclusie: De regeling sluit niet aan op de uitgangspunten armoedebeleid 2013 -2015. Bovendien is er sprake van een dubbele regeling voor dezelfde kosten. De ISD-ML heeft het deel van doelgroep met een inkomen tot 110 %in beeld vanwege andere inkomensondersteunende bijzondere bijstandsvoorzieningen waarop een beroep gedaan kan worden. Deze kosten kunnen bij deze aanvragen meegenomen worden.

Beslispunt 5:

De bijzondere bijstand regeling sociale alarmering handhaven. De gemeentelijke Regeling Sociale Alarmering opheffen per 1 januari 2013. Voor mensen die in 2012 gebruik maakte van deze regeling wordt een overgangsregeling getroffen tot 1 mei 2013.

Beslispunt 6:

De in de begroting opgenomen middelen beschikbaar houden voor het armoedebeleid 2013 – 2015 .

“Mensen met een beperking mogen niet financieel benadeeldworden vanwege hun beperkingCitaat: Mee Brabant Noord

5. Bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand wordt uitgevoerd door de ISD-ML en het bestuur van de ISD-ML stelt hiertoe beleidsregels op. Voorbeelden zijn, eigen bijdrage huishoudelijke hulp, kosten inrichting woning etc. De uitgaven van de bijzondere bijstand zijn de afgelopen jaren gestegen ( zie overzicht hoofdstuk III) . De crisis en de toegenomen werkloosheid zijn als hoofdoorzaak te noemen. Uit de minimascan blijkt dat de doelgroep (inkomen tot 110 %) van 1.410 ( 2008 ) tot 2.022 (2012) huishoudens is gestegen.

Stapelingseffecten van de bezuinigingen

De decentralisatie van beleid naar gemeenten en de bezuinigingen die worden doorgevoerd op allerlei beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld de Wmo houden het gevaar in dat effecten voor bepaalde doelgroepen op negatieve wijze zullen cumuleren. Om de cumulatie van inkomenseffecten te verzachten voor kwetsbare groepen, zoals bijvoorbeeld chronisch zieken, gehandicapten en ouderen wordt de bijzondere bijstand verhoogd met 90 miljoen structureel. De gemeenten worden met deze middelen in staat gesteld deze specifieke doelgroepen door middel van de verlening van bijzondere bijstand extra inkomensondersteuning te bieden. Voor de gemeente Waalwijk is met ingang van 2012 een bedrag van € 140.000,-- beschikbaar.

Beslispunt 7: In overleg met de ISD-ML de extra middelen inzetten om de nadelige stapelingseffecten van bezuinigingen in het sociale domein te compenseren.

6. Langdurigheidstoeslag

De Langdurigheidstoeslag is onderdeel van de Wet werk en bijstand en wordt uitgevoerd door de ISD-ML . De doelgroep van deze regeling zijn personen in de leeftijd van 23 tot 65 jaar die langer dan vijf jaar leven van een inkomen dat gemiddeld niet hoger is dan 105 % van de bijstandsnorm en die geen zicht hebben op inkomensverbetering. We signaleren dat de uitgaven afgelopen jaren zijn gestegen. In 2010 hebben 279 huishoudens gebruik gemaakt van deze voorziening. In 2011 gaat het om 293 huishoudens. De verwachting is, dat ook in 2012 sprake zal zijn van een toename van de uitgaven. In het rapport van SEO over het niet gebruik van voorzieningen werd de langdurigheidstoeslag genoemd als voorziening waarvan het niet gebruik hoog is, namelijk 60 %. Wwb gerechtigden weten door de gegeven voorlichting de weg naar voorzieningen doorgaans te vinden. Het niet gebruik komt vooral voor onder de groep “ werkende armen”.

Conclusie: De uitgaven nemen jaarlijks toe. Gelet op de huidige situatie op de arbeidsmarkt is de verwachting dat de uitgaven niet zullen afnemen omdat niet verwacht mag worden dat langdurig bijstandsgerechtigden zullen uitstromen.

Beslispunt 8:

De regeling ongewijzigd voortzetten. Zowel op basis van thema 2 en 3 ( voorkomen niet gebruik en voorkomen financiële problemen inzetten op de bekendheid van deze voorziening onder niet Wwb gerechtigden.

7. Kwijtschelding lokale belastingen

Aantal kwijtscheldingen 2011

Aantal kwijtscheldingen 2010

·Wwb 274 (automatisch)

·AOW 116 (automatisch)

·Zelfaanvragers 214

·Wwb 204 (automatisch)

·AOW 119 (automatisch)

·zelfaanvragers 249

a. beleid algemeen

Als het inkomen of het aanwezige vermogen niet voldoende is om belasting te betalen dan bestaat de mogelijkheid om kwijtschelding aan te vragen. De gemeente moet bij het vaststellen van de mogelijkheid tot kwijtschelding rekening houden met uitgangspunten van de Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering. Uitgangpunt is dat slechts kwijtschelding verleend mag worden aan diegenen die niet over middelen beschikken om de aanslag te betalen. Het aanwezige vermogen wordt daarom betrokken bij de beoordeling. De regels voor kwijtschelding ten aanzien van het aanwezige vermogen zijn strenger dan de vermogensregels van de Wwb. Dit houdt in, dat iemand die recht heeft op een Wwb uitkering niet vanzelfsprekend recht heeft op kwijtschelding. Op basis van vorengenoemde belastingwetgeving dient bij elk kwijtscheldingsverzoek een toets door de Stichting Inlichtingenbureau plaatsvinden.

b.huidig beleid gemeente Waalwijk

De gemeente Waalwijk voert een actief kwijtscheldingbeleid. Waalwijk hanteert de maximaal toelaatbare kwijtscheldingsnorm van 100 % van het geldende sociaal minimumniveau. Volledige of gedeeltelijke kwijtschelding wordt toegekend voor aanslag gemeentelijke belasting en aanslag afvalstoffenheffing. Wwb gerechtigden en 65 plussers ontvangen automatisch kwijtschelding zonder dat hier een toets door de Stichting Inlichtingenbureau aan vooraf gaat. Door het ontbreken van het toepassen van deze wettelijke verplichte toets is het mogelijk dat er kwijtschelding wordt verleend aan personen die op basis van regelgeving niet in aanmerking mogen komen voor kwijtschelding.

c. mogelijkheden geautomatiseerde kwijtschelding

Geautomatiseerde kwijtschelding gemeentelijke belastingen is mogelijk zonder dat hiervoor een kwijtscheldingsformulier ingevuld hoeft te worden. Op basis van de belastingswetgeving dient wel de toets bij de Stichting Inlichtingenbureau verplicht plaats te vinden. In verband met de Wet Bescherming Persoonsgegevens mag deze toets niet zonder toestemming van de klant uitgevoerd worden.

Als uit deze geautomatiseerde toets blijkt dat men voldoet aan het vastgestelde normbedrag dan komt men automatisch in aanmerking voor kwijtschelding.

d . Verruiming kwijtscheldingsmogelijkheden

·Alleenstaande ouders

Om de armoedeval voor alleenstaande ouders met een laag inkomen te verminderen, wordt voor gemeenten de mogelijkheid gecreëerd om bij de kwijtschelding van lokale belastingen rekening te houden met de kosten van formele kinderopvang. Om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van deze maatregel zal structureel € 10 miljoen aan het gemeentefonds worden toegevoegd. De gemeente Waalwijk ontvangt vanaf 2012 hiervoor € 10.000,--.

·Zelfstandigen

Vanaf april is het mogelijk om kwijtschelding te verlenen aan zelfstandigen. Een belangrijke restrictie is dat het hierbij om privé belastingen moet gaan, dus geen belastingen die (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van bedrijf of beroep. De financiële gevolgen van deze verruiming moeten worden opgevangen in de gemeentebegroting. Hiervoor worden geen extra middelen beschikbaar gesteld.

Conclusie:

Wwb gerechtigden en 65 plussers ontvangen geautomatiseerde kwijtschelding zonder dat de verplichte toets bij de Stichting Inlichtingenbureau uitgevoerd wordt. Deze werkwijze is in strijd met de wet- en regelgeving. Geautomatiseerde kwijtschelding is mogelijk. Het werkproces zal hierop aangepast moeten worden, waarbij de klant toestemming gevraagd wordt om een check bij de Stichting Inlichtingenbureau te laten plaatsvinden.

Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet.

Beslispunt 9:

Met ingang van 2012 kwijtschelding van privé belastingen verlenen aan zelfstandigen indien de zelfstandige in zijn boekhouding een duidelijke scheiding heeft aangebracht tussen zijn privé vermogen en zijn bedrijfsvermogen.

De verwachting is dat de extra kosten kwijtschelding aan zelfstandigen binnen het budget kunnen worden opgevangen omdat de verplichte toets bij het Inlichtingenbureau zal leiden tot een aantal afwijzingen in verband met de overschrijding van de vermogensnorm.

Beslispunt 10:

Het werkproces geautomatiseerde kwijtschelding voor Wwb gerechtigden en 65 plussers herinrichten, waarbij de verplichte toets bij de Stichting inlichtingenbureau uitgevoerd wordt.

Beslispunt 11:

Rekening houden met de kosten van formele kinderopvang voor alleenstaande ouders.

8. Project Energieteam: vermindering woonkosten

In het Armoedesignalement 2011 wordt geconstateerd dat de woonlasten een grote uitgaven post is voor een huishouden met een laag inkomen. Ruim een op drie van de huishoudens ervaart de woonkosten als een zware financiële last. De verwachting is dat de komende 10 jaar de energieprijzen met gemiddeld 4 tot 5 % per jaar blijven stijgen als gevolg van o.a. Europese afspraken in het kader van de milieudoelstellingen.

Naar aanleiding het Woonlastenonderzoek gemeente Waalwijk van Casade en Slagenland Wonen zijn er tussen de corporaties en de gemeente prestatieafspraken gemaakt, o.a. het opzetten van het project energieadvies aan huis.Het project energieadvies aan huis is een samenwerkingsverband tussen Casade de gemeenten Waalwijk en Loon op Zand. Het biedt een effectieve en praktische aanpak om bewoners te helpen met het verminderen van hun woonlasten en verhoging van het wooncomfort. Door het nemen van energiebesparende maatregelen en een bewuster woongedrag wordt de maandelijkse energierekening omlaag gebracht. De aanpak richt zich op maatregelen die bewoners zelf direct kunnen nemen zonder grote investeringen te doen. Gemiddeld wordt hiermee € 175,-- op de jaarlijkse energiekosten bespaard. Het project start in het derde kwartaal van 2012. De doelgroep minima zullen binnen dit project extra aandacht krijgen en worden direct benaderd door middel van een persoonlijk schrijven.

“ Het kan iedereen overkomen”

Citaat: Voedselbank de Rijglaars

9. Schuldhulpverlening

Bij schuldhulpverlening worden schuldenaren ondersteund om hun geldzaken weer op orde te krijgen. De schuldhulpverlening heeft een belangrijke plaats gekregen in het gemeentelijk armoedebeleid. De afgelopen periode is het aantal mensen met schulden fors toegenomen. Ook zijn de schuldsituaties complexer geworden. Op dit moment zijn er in Nederland 1,9 miljoen huishoudens met betalingsachterstanden: 27 % van het totaal. Momenteel (stand per 1 maart 2012) zijn er in Waalwijk 219 huishoudens in traject bij de Kredietbank Nederland. Ook in Waalwijk is sprake van een toenemende schuldenproblematiek. Vanuit het Rijk is er de afgelopen jaren een groot aantal maatregelen genomen gericht op de hele keten rondom de schuldenproblematiek, zoals de tijdelijke extra stimuleringsmiddelen 2009-2011 en de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening per 1 juli 2012. Op basis van de nieuwe wet moeten gemeenten regie voeren op de schuldhulpverlening en krijgen alle inwoners recht op integrale schuldhulpverlening. Gemeenten moeten in een plan beschrijven op welke wijze de schuldhulpverlening uitgevoerd wordt. Het Plan Schuldhulpverlening Gemeente Waalwijk 2012- 2015 is inmiddels door de raad op 13 september 2012 vastgesteld. Het plan Schuldhulpverlening Gemeente Waalwijk 2012- 2015 moet gezien worden als onderdeel van het integraal armoedebeleid maar komt in deze nota niet verder aan bod.

In hoofdstuk II is het activiteitenplan 2012 – 2013 opgenomen, waarbij activiteiten vanuit het preventieplan schuldhulpverlening zijn opgenomen. Het preventieplan is inmiddels door de raad vastgesteld. Deze kosten zijn in beeld gebracht om een totaalbeeld van de kosten van het armoedebeleid te geven.

Hoofdstuk II: activiteitenplan 2012 – 2013

Onderstaand actviteitenplan bestrijkt de periode van 2012 en 2013. Voor de periode van 2014 en 2015 wordt een afzonderlijk plan opgesteld.

Wat gaan we doen

Wanneer

Wat gaat het kosten

Thema 1: Het voorkomen van sociale uitsluiting, waarbij er extra aandacht is voor twee kwetsbare groepen:

·Kinderen en jongeren tot 18 jaar

·Alleenstaanden jonger dan 65 jaar

Vergroten aanbod Paswijzer voor kinderen:

·deelname aan het Jeugdsportfonds

·vergroten aanbod kinderen

2013

2013

12.500

Vergroten en stimuleren gebruik van de Paswijzerwijzervoorzieningen door kinderen Samenwerking met het CJG en de scholen

2013

Geen extra kosten

Regeling Gratis peuteren:

Bekendheid van de regeling vergroten door de regeling te koppelen aan de Paswijzer

2013

Geen extra kosten

Thema 2: het vergroten van de bekendheid van inkomensondersteuning: het terugdringen van het niet gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen, waarbij extra ingezet wordt op de groep werkenden en jongeren.

Thema 3: het voorkomen en aanpakken van financiële problemen

Bijzondere bijstand:

Maatregelen treffen stapelingseffecten bezuinigingen tegen te gaan

2013

2013

140.000

Project energieteam;

Inzet op terugdringen woonlasten door bewuster gedrag

Start project

okt. 2012

2012

Geen extra kosten

2013

Geen extra kosten

Totaal bedrag

Deze kosten makendeel uit van de budgetten PasWijzer en bijzondere bijstand.

0

152.500

Acties vanuit het preventieplan schuldhulpverlening

Website:

Deze informatie optimaal benutten, door informatie laagdrempelig aan te bieden

2013

Geen extra kosten

Brochure schuldhulpverlening

2013

2012

0

2013

1500

Informatie brochure jongeren

2013

2012

2.500

2013

0

Budgetlessen scholen:

In overleg met scholen en Juvans wordt project opgezet. De kosten van het project zijn afhankelijk van het aantal deelnemers, het aan te schaffen materiaal, bijdrage buurgemeenten VMBO scholen

Schooljaar 2012-2013

2012

0

2013

10.000

Ontwikkeling kansenkaart:

Overzicht van alle voorzieningen voor de minima. De kaart wordt huis aan huis verspreid en ter beschikking gesteld aan intermediairs

November 2012

2012

3.500

2013

0

Jaarlijkse groepsvoorlichting aan intermediairs

Oktober 2013

2012

500

2013

500

Preventiecoach werkplein: door ontwikkeling life-eventcoach

Uren preventiecoach vanuit de reguliere uren. Kosten hebben betrekking op voorlichtingsmateriaal.

2012 – 2013

2012

450

2013

450

Budgetcursus: aanbieden van een budgetcursus aan leerbare klanten. Bedrag per klant gemiddeld € 1.200,--. Op basis van ervaring gemeente Heusden is de inschatting dat 25 % de klanten.Het gaat hierbij om nieuwe klanten die dit product nog niet ontvangen via de Kredietbank. Verwacht inverdieneffect is € 33.000,-- .

2013

2012

0

2013

20.000

Convenant samen tegen schulden:

Kosten kick-off

september 2012

2012

1.000

2013

0

Koken met een klein budget

4 sesssies per jaar

Kosten afhankelijk van het aantal deelnemers

nov. 2012

Mei - nov. 2013

2012

750

2013

1.500

Totaal

Deze kosten maken deel uit van de kosten verbonden aan het preventieplan schuldhulpverlening en zijn 13 september 2012 door de raad vastgesteld.

8.700

33.950

Hoofdstuk III Financiële paragraaf

a. Meerjarenoverzicht werkelijke uitgaven

De financiering van het armoedebeleid en de bijzondere bijstand vindt plaats uit de Algemene Uitkering van het Rijk en gemeentelijke middelen. De gevolgen van de crisis zijn voor het gemeentelijk Armoedebeleid voelbaar. De uitgaven hebben zich de afgelopen drie jaar als volgt ontwikkeld:

Kostensoort

2009

2010

2011

Bijzondere bijstand, Incl. collectieve ziektekostenverzekering

324.230

434.624

384.190

Langdurigheidstoeslag

119.619

120.174

129.751

Kwijtschelding

123.459

131.158

141.784

Gratis peuteren

5.721

2.197

2.010

Sociale alarmering

34.446

36.219

34.867

schuldhulpverlening

289.248

341.676

394.473

PasWijzer

170.368

194.985

140.789

Totaal

1.067.091

1.261.033

1.227.864

Toelichting op het meerjaren overzicht werkelijke uitgaven:

Bijzondere bijstand, collectieve ziektekostenverzekering en de Langdurigheidstoeslag

De uitvoering van deze producten vindt plaats bij de ISD-ML. Het College heeft de ISD-ML medio 2011 de opdracht verstrekt om de beleidsregels bijzondere bijstand en de Langdurigheidsslag te bezien en daar waar mogelijk besparingsvoorstellen te doen. Het DB van de ISD-ML heeft de beleidsregels geactualiseerd en heeft bij het opstellen van de nieuwe regels de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • ·

    de beleidsregels zijn gebaseerd op de actuele regelgeving ( Wwb per 1 januari 2012);

  • ·

    een kostenbeheersing op uitgaven bijzondere bijstand;

  • ·

    het beleid is uniform gericht.

De genomen maatregelen hebben effect gehad. De kosten van bijzondere bijstand zijn teruggebracht van € 434.624,-- in 2010 naar € 342.217,-- in 2012.

b. Meerjarenraming 2012 – 2015

Op basis van de uitgangspunten van de nota “ Op eigen kracht waar het kan, een steun in de rug waar het moet” kan de onderstaande meerjarenraming 2012 – 2015 gemaakt worden.

Product

2012

2013

2014

2015

Bijzondere bijstand, incl. col. ziektekostenverzekering

342.217

343.000

343.000

343.000

Langdurigheidstoeslag

129.750

129.750

129.750

129.750

Schuldhulpverlening,

incl. uitvoering preventie plan

354.500

395.473

359.500

359.500

PasWijzer

100.750

100.750

100.750

100.750

Gratis peuteren regeling

4.100

4.500

4.500

4.500

Sociale alarmering

34.867

0

0

0

Kwijtschelding belastingen

151.784

120.000

120.000

120.000

Totaal

1.118.968

1.093.473

1.057.500

1.057.500

In de begroting

1.118.968

1.136.346

1.136.346

1.136.346

saldo

0

42.873

78.846

78.846

Uit bovenstaande meerjarenraming blijkt dat vanaf 2013 een “overschot” wordt verwacht. In bovenstaande meerjarenraming is geen rekening gehouden met de meerkosten in verband met het tegengaan van het niet gebruik van voorzieningen en de extra kosten in verband met de gevolgen van de crisis. Voorgesteld wordt dit verwacht overschot beschikbaar te houden voor het armoedebeleid om de extra uitgaven (tegen gaan niet gebruik en kosten in verband met de crisis) op te vangen.

Op basis van de huidige inzichten worden geen extra middelen gevraagd voor de uitvoering van het armoedebeleid. De uitgaven worden jaarlijks periodiek gemonitoord. Afwijkingen zowel positief als negatief zullen worden vermeld in het voor- of najaarsbericht.

Beslispunt12

Voor het armoedebeleid 2014 en 2015 jaarlijks een bedrag beschikbaar stellen van

€ 1.136.346,--.

Beslispunt 13

In het eerste kwartaal 2015 een evaluatie armoedebeleid opstellen waarbij de volgende zaken aan de orde komen:

  • ·

    Actuele ontwikkelingen

  • ·

    Inzet middelen: doelmatig en doeltreffend

  • ·

    Financiën

IV BIJLAGEN

Bijlage 1: overzicht grensbedragen armoedesignalement

Bijlage 2: Resultaten Paswijzer enquête

Bijlage 3: Literatuur bronnen

Bijlage 4: Afkortingen

BIJLAGE 1: Grensbedragen Armoedesignalement

In het rapport zijn twee hoofdcriteria voor armoede gebruikt te weten:

  • ·

    het basisbehoefte criterium, dit is het minimale bedrag wat nodig is om te voorzien in onvermijdbare basale zaken zoals voedsel, kleding en wonen en

  • ·

    het niet-veel-maar-toereikend criterium gehanteerd. Dit normbedrag is gebaseerd op de minimale vereiste voor uitgaven voedsel, kleding, wonen en sociale participatie.

In onderstaande tabel zijn de grensbedragen voor de diversen typen huishoudens (netto per maand in euro’s) opgenomen.

Alleenstaande

< 65 jaar

Alleenstaande

> 65 jaar

Echtpaar zonder kinderen

<65 jaar

paar

zonder

kinderen

>65 jaar

paar

met kinderen

1 kind

Paar met kinderen 2 kind.

Een

Ouder

Gezin

1 kind

Een

Ouder

Gezin

2 kind.

Basisbehoefte

Criterium

2009

2010

900

910

900

910

1230

1250

1230

1250

1500

1520

1690

1720

1190

1210

1350

1380

Niet-veel- maar toereikend

2009

2010

980

1000

980

1000

1320

1370

1340

1370

1640

1670

1840

1880

1310

1330

1480

1510

Sociaal minimum

2009

2010

860

870

970

980

1210

1220

1350

1360

1370

1390

1480

1490

1270

1290

1380

1390

Bron: armoedesignalement 2011

BIJLAGE 2: Resultaten enquête

De gemeente Waalwijk heeft alle Paswijzerhouders een vragenlijst toegestuurd met 10 vragen. Deze vragen verschaffen ons inzicht in de doelgroep, tevredenheid over het bestaande aanbod en verbetersuggesties voor de PasWijzer. Er zijn 1.900 vragenlijsten verstuurd, 374 PasWijzerhouders hebben gereageerd. Dit is ongeveer 20 %. Hierbij moet vermeld worden dat per huishouden meerdere formulieren zijn ontvangen. Niet elke PasWijzerhouder heeft elke vraag beantwoord. Niet beantwoorde vragen zijn niet meegenomen in de verwerking van de gegevens, hetgeen betekent dat de optelsom niet altijd op 374 uitkomt

1. Samenstelling doelgroep

2. Bezit PasWijzer

3. Bron PasWijzer 4. Tevreden aanbod

Krant

123

Familie / vrienden

159

Web-site gemeente

50

Vereniging waarvan lid

8

School kind

2

Anders

0

Vraag niet ingevuld

32

5. vragen zomervakantie dagtrip

Gebruik dagtrip

Reden niet gebruik dagtrip

ja

168

Bijdrage te hoog

25

nee

171

Bestemming niet goed

40

Met vakantie

37

Anders

0

Niet ingevuld

69

Waardering dagtrip

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

Waardering in cijfers

46

46

80

46

9

3

0

3

0

1

1

Aantal Paswijzerhouders

Meenemen introducé

Reden meenemen introducé

Ja

129

Alleenstaand. Fijn om gezelschap te hebben

77

nee

143

Rolstoel oid afhankelijk

13

anders

0

6. verbetersuggesties

De Paswijzer houders zijn gevraagd verbetersuggesties aan te leveren voor zowel de vakantiedagtrip als voor de totale Paswijzeraanbod. Per categorie de top 5 van meest gegeven antwoorden.

Vakantiedagtrip

Totale aanbod

Meer pretparken m.n. Efteling

Efteling

Meer dagtrips

Korting boodschappen, kapper, etentjes, bloemen, schoenenwinkel

Nieuwe bestemming: eerder aanbod niet herhalen

Vaker korting bij de Leest

Kleinkinderen goedkoper mee

Korting zwemles,

Meer toneel, musical m.n.de Leest

Meer mogelijkheden jeugd

Bijlage 3: Literatuur bronnen en afkortingen

Literatuurbronnen

• Nota Armoede is meer dan gebrek aan geld ….. 2005;

• Actualisatie Armoedebeleid Waalwijk maart 2009 / vastgesteld door de raad in mei 2009;

• Evaluatie PasWijzer 2006 – 2007 (april 2008);

• Evaluatie Paswijzer 2010 (december 2010);

• Regeerakkoord Vrijheid en verantwoordelijkheid (2010);

• Armoede nota Zoetermeer (augustus 2011);

• Armoedesignalement (december 2011) van CBS en SCP;

• Niet-gebruik inkomensondersteunende maatregelen ( juni 2011) van het SEO in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

• Het kind van de rekening, hulp aan kinderen die leven in armoede, van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (maart 2011);

• Werkende armen van de Raad voor werk en inkomen (februari 2011).

• Stapelingseffecten van de bezuinigingen in het sociale domein – Nicis Institute / Ecorys ( november 2011)

• (concept nota) Kaders Sportbeleid 2012 – 2012 gemeente Waalwijk ( februari 2012)

• Woonlastenonderzoek gemeente Waalwijk – Casade en Slagenland Wonen (2012)

• Welzijn is minder zorg. Schulden is zorg. Welzijn is minder schulden – gemeente Waalwijk ( 2007)

• Plan gemeentelijke schuldhulpverlening Regio West Brabant

• Naar een gekantelde schulddienstverlening gemeente Eindhoven

• Wettekst gemeentelijke schuldhulpverlening en de Memorie van Toelichting

Interviews

Met dank aan MEE, Juvans de Voedselbank en De Strohalm: deze organisaties hebben bij het tot stand komen van deze nota hun medewerking verleend.

Afkortingen

AOW = Algemene Ouderdomswet

CAK = Centraal Administratiekantoor

CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek

CJG = Centrum voor Jeugd en Gezin

JSF = Jeugd Sportfonds Brabant

NVVK = Nederlandse vereniging voor Volkskrediet

SCP = Sociaal cultureel Planbureau

SEO = Sociaal economisch onderzoek

Smn = sociaal minimum niveau

Wgs = Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Wmo = Wet maatschappelijke ondersteuning

WSNP = Wet schuldsanering natuurlijke personen

Wwb = Wet werk en bijstand

ZZP = zelfstandige zonder personeel