Huisvesting van arbeidsmigranten: tijdelijk werk en dus ook een tijdelijk (t)huis

Geldend van 06-06-2013 t/m heden

Intitulé

Huisvesting van arbeidsmigranten: tijdelijk werk en dus ook een tijdelijk (t)huis

Inhoud

  • 0.

    Management summary 3

  • 1.

    Inleiding 4

  • 2.

    Kaders voor het gemeentelijk beleid 4

  • 3.

    Kwantitatieve en kwalitatieve gegevens 6

  • 3.

    1 Huidige omvang groep arbeidsmigranten 6

  • 3.

    2 Verwachte ontwikkeling 8

  • 3.

    3 Huisvestingsbehoefte 8

  • 3.

    4 Resultaten project handhaving arbeidsmigranten 9

  • 4.

    Visie: Wat wil/kan de gemeente Waalwijk? 10

  • 5.

    Beleid 12

  • 5.

    1 Ruimtelijke beleid 12

5.1.1 Beleidsregels 13

5.2 Flankerend beleid als aanbeveling 18

5.2.1 Gemeentelijke basisadministratie 18

5.2.2 Maatschappelijke ontwikkeling arbeidsmigranten 19

  • 6.

    Uitvoering 21

  • 6.

    1 Handhaving 21

  • 6.

    2 Communicatie 22

  • 7.

    Conclusie en aanbevelingen 24

  • 7.

    1 Conclusie 24

  • 7.

    2 Aanbevelingen 24

  • 8.

    0.Management summary

    Waalwijk is een werkgelegenheidsgemeente en heeft arbeidsmigranten nodig. Arbeidsmigranten voorzien immers in een behoefte van het bedrijfsleven naar goede en betaalbare arbeidskrachten. De gemeente Waalwijk erkent daarmee het (economisch) belang van arbeidsmigranten.

    Tegelijkertijd erkent Waalwijk ook het belang van de arbeidsmigranten zelf: een goed onderdak. De meeste arbeidsmigranten blijven hier tussen de zes maanden en drie jaar werken, en dus wonen. Zij willen graag tijdelijk goede en betaalbare woonruimte kunnen huren. Veelal gaat de interesse van deze groep uit naar het tijdelijk huren van een kamer. Het gaat dus niet om reguliere huisvesting. Het aanbod aan tijdelijk te huren kamers - ten opzichte van de groeiende vraag (van arbeidsmigranten) - is vooralsnog beperkt in Waalwijk.

    Waalwijk erkent dat mensen die hier werken ook aanspraak mogen maken op fatsoenlijke huisvesting en ziet het aldus: tijdelijk werk en dus ook een tijdelijk (t)huis: werken is ook wonen. De gemeente wil daarom goede (kamer)huisvesting stimuleren en in dat verband ook initiatieven nemen om ontwikkelaars/beleggers te interesseren om deze huisvesting te realiseren.

    Vanuit ‘loslaten waar kan, sturen waar nodig’ wil de gemeente niet alles afregelen voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Alleen op het gebied van de ruimtelijke ordening stelt zij ‘spelregels’ op om het woon- en leefklimaat te bewaken voor al haar inwoners. Daarom zijn in deze nota beleidsregels voor kamerbewoning opgenomen. Met de bestemmingsplannen en deze nieuwe planologische beleidsregels is huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente goed mogelijk en ook wenselijk. Handhavingscapaciteit is beschikbaar om, indien nodig, in te grijpen.

    Verder ziet de gemeente haar rol faciliterend: samen met huisvesters, werkgevers, de arbeidsmigranten zelf en natuurlijk de inwoners werken aan een goede gemeenschapszin in Waalwijk. De gemeente ziet hierbij een belangrijke rol weggelegd voor het platform arbeidsmigranten.

    Tegelijkertijd onderkent Waalwijk het belang van afstemming met de andere twee Langstraatgemeenten en, in het verlengde daarvan, de regio Midden-Brabant. De huisvesting van arbeidsmigranten is immers geen typisch Waalwijks fenomeen. Door het faciliteren van huisvesting voor arbeidsmigranten in Waalwijk – op welke manier dan ook - wordt immers niet het huisvestingsvraagstuk in de hele regio opgelost.

    1.Inleiding

    Vaak wordt aangenomen dat de toestroom van arbeidsmigranten iets van de laatste tijd is. Arbeidsmigratie is echter van alle tijden. Wel hebben de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het vrij werknemersverkeer geleid tot een forse groei van het aantal, al dan niet tijdelijke, arbeidsmigranten. De laatste jaren gaat dit vooral om personen afkomstig uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie in Midden- en Oost-Europa (MOE-landen) en recent, door de economische crisis in opkomst,  ook uit Zuid-Europese landen.

    Waalwijk kent deze groei ook. Er werken ongeveer 3.000 Oost-Europese arbeidsmigranten in voor de Waalwijkse economie vitale functies. Waalwijk heeft deze arbeidsmigranten nodig, los van het feit dat Waalwijk natuurlijk stimuleert dat iedere inwoner van haar gemeente die kan werken, ook gaat werken. Arbeidsmigranten voorzien tegelijkertijd duidelijk in een behoefte van het Waalwijkse bedrijfsleven.

    De verwachting is dat aantal arbeidsmigranten de komende jaren nog zal groeien. In algemene zin gaat het hier om (hoger) opgeleide arbeidsmigranten van wie volgens beschikbare cijfers ongeveer 10 à 20 procent mogelijk permanent in (de regio) Waalwijk zal willen blijven wonen en de overige tussen enkele maanden en hooguit een paar jaar in Waalwijk zullen wonen.

    Werken betekent ook wonen. In beginsel is het zorgen voor huisvesting ieders eigen verantwoordelijkheid. Toch is het huisvesten van arbeidsmigranten sinds twee jaar langzaamaan hoger op de Waalwijkse agenda komen te staan. Dit komt door een combinatie van factoren: de groeiende groep arbeidsmigranten in Waalwijk, hun specifieke behoefte naar veelal tijdelijke, goede en betaalbare kamers, in combinatie met het belang van de arbeidsmigranten voor de Waalwijkse bedrijvigheid. Het gaat hier dus niet om reguliere huisvesting.

    De nota is bedoeld om vragen te beantwoorden als: ‘Wat kan, wil en mag de gemeente Waalwijk doen en hoe ziet zij haar rol?’

    Een eerste particuliere initiatief van uitzendbureau T&S - een project om in Landgoed Driessen 36 woningen te bouwen voor (Poolse) arbeidsmigranten- stuitte op verzet van omwonenden. Zij zien de noodzaak van het huisvesten van arbeidsmigranten eigenlijk wel, maar willen daar geen (door hen verwachte) hinder van ondervinden. Tegelijkertijd dringen andere (economisch) belanghebbenden en belangengroepen aan op een snelle, adequate en duurzame huisvestingsoplossing. Dit soort opgaven zijn geen gemakkelijke voor het bestuur. In die zin is dit besluitvormingsproces te karakteriseren als een ‘Nimby’: Not in my backyard. Of wat Hollandser: een Nivea: niet in voor en achtertuin.

    Gezien de complexiteit van deze opgave in Landgoed Driessen en de ontstane onrust heeft de gemeenteraad via een motie het college opgedragen een beleidsnotitie te presenteren met betrekking tot alle aspecten van de huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente Waalwijk. Deze nota is hiervan het resultaat en biedt een algemeen kader, (ruimtelijke) regels en aanbevelingen voor de doorontwikkeling van dit beleid.

    2.Kaders voor het gemeentelijk beleid

    Rijksoverheid

    Nederland heeft tot in lengte van dagen tijdelijke èn permanente arbeidsmigranten nodig, zo stellen P.C. Emmer en L. Lucassen, hoogleraren migratiegeschiedenis aan de Universiteit van Leiden, in het in 2010 door VNG en ministerie van VROM uitgegeven ‘Ruimte voor arbeidsmigranten, handreiking voor de huisvesting van werknemers uit de EU die tijdelijk in Nederland verblijven’.

    Omdat Nederland arbeidsmigranten nodig heeft, is de stelling dat deze groep goede huisvesting moet kunnen vinden. De handreiking ziet de rol van de gemeente op het gebied van ruimtelijke ordening en handhaving. Er staat:

    De gemeente is de aangewezen partij om duidelijkheid te scheppen in waar, wanneer en hoe er arbeidsmigranten gehuisvest kunnen worden. Dat vraagt om een beleidskader waarin gemeenten aangeven waar er mogelijkheden zijn om mensen te huisvesten en waar niet. Daarnaast stelt de gemeente randvoorwaarden op, bijvoorbeeld voor kleinschalige huisvesting in bestaande woningen. De gemeente laat aan huisvesters en inwoners weten w at deze randvoorwaarden zijn. Eé n en ander wordt vastgelegd in verordeningen en bestemmingsplannen. Als huisvesters zich niet aan de regels houden, kan de gemeente handhaven en een einde maken aan ongewenste situaties.’

    Het parlementair onderzoek ‘Lessen uit de recente arbeidsmigratie’ stelt vast dat er echter nog veel onwenselijke woonsituaties zijn. Rijk, provincie en gemeente plaatsen zich te veel op afstand, waardoor de problematiek te lang blijft voortbestaan. Vergroten van de mogelijkheden tot permanente (tijdelijke) huisvesting is daarbij een van de belangrijkste aanbevelingen.

    De stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting constateerde vervolgens samen met het Ministerie van BZK dat de groeiende vraag naar tijdelijke vormen van huisvesting van arbeidsmigranten onvoldoende wordt ingevuld door bonafide marktpartijen. Gezien de structurele aanwezigheid van deze groep arbeidsmigranten, zijn structurele oplossingen noodzakelijk.

    Provincie Noord-Brabant

    In het beleid van de provincie staat de ruimtelijke-ordeningsinvalshoek centraal. De provincie ziet huisvestingsmogelijkheden voor arbeidsmigranten in:

    • ·

      Reguliere woningen;

    • ·

      Vrijkomende complexen van kloosters, instellingen en kantoren;

    • ·

      Pensionachtige voorzieningen;

    • ·

      Huisvesting op agrarisch bedrijf.

    De opvang van arbeidsmigranten (zowel de tijdelijke opvang als de structurele) in recreatiecomplexen vindt de provincie niet gewenst omdat daardoor de recreatieve functie wordt verstoord. In het algemeen is het uitgangspunt van de provincie dat het huisvesten van specifieke doelgroepen, zoals arbeidsmigranten, onderdeel uitmaakt van het reguliere volkshuisvestingsbeleid van gemeenten. De provincie vindt het van belang dat de opgave eerlijk over de verschillende gemeenten wordt verdeeld en stimuleert het maken van regionale afspraken.

    Midden-Brabant

    Ook in de regio Hart van Brabant krijgen arbeidsmigranten aandacht. Samen met de provincie hebben zij in 2012 bureau Gerrichhauzen en Partners een quick-scan laten opstellen met informatie over arbeidsmigranten en andere groepen met behoefte aan permanente vormen van tijdelijke huisvesting in de regio Hart van Brabant.

    Conclusie uit deze quick-scan is dat er een duidelijke en structurele behoefte is aan permanente vormen van tijdelijke huisvesting. Op korte termijn voorzien permanente vormen van tijdelijke huisvesting vooral in de behoefte van arbeidsmigranten. Op langere termijn voorziet deze huisvesting in de behoefte van een steeds breder wordende groep huishoudens. Een permanente vorm van tijdelijke huisvesting kan zowel commercieel als niet-commercieel worden opgezet. Door nu al dergelijke voorzieningen op te zetten en daarmee ervaring op te doen, speelt de regio in op toekomstige ontwikkelingen.

    De Langstraat

    Niet alleen in Waalwijk, maar ook in de andere twee Langstraatgemeenten, is de huisvesting van arbeidsmigranten een punt van aandacht. In de gemeente Loon op Zand zijn veel arbeidsmigranten gevestigd op vakantiepark Droomgaard. Ook in de gemeente Heusden werken, en wonen, veel arbeidsmigranten.

    De gemeente Heusden heeft beleid opgesteld over de huisvesting van arbeidsmigranten. Dit is een ruimtelijke aanpak van het onderwerp: ‘Ruimte voor tijdelijke werknemers’. Een integrale visie wordt daar momenteel voorbereid. De gemeente Loon op Zand heeft regels opgesteld over het buitengebied maar heeft verder geen beleid.

    Binnen het Sociaal Economisch Team (SET) zijn de rol en positie van arbeidsmigranten ook aangekaart, vooral vanuit de insteek van werkgelegenheid.

    Waalwijk

    Het huidige huisvestingsbeleid van de gemeente Waalwijk voorziet (nog) niet in een beleidskader voor de huisvesting van arbeidsmigranten. De woonvisie uit 2009 is vooral gericht is op de ‘gewone’ woningmarkt. Wel is vanuit Waalwijk de laatste twee jaar actief geparticipeerd in allerlei lokale en bovenlokale initiatieven op het gebied van de huisvesting van arbeidsmigranten.

    Zo is er in Waalwijk al een platform arbeidsmigranten opgericht. Dit platform bestaat uit vier uitzendbureaus (T&S, Axell, Sherpaforce en European Staffing), het Waalwijks Bedrijven Platform (WBP), woningcorporatie Casade en de gemeente. Met ingang van 2013 maakt ook Belangenvereniging Migrada deel uit van het platform. Vanuit de regio De Langstraat maakt SET deel uit van dit platform. Hiermee wordt geborgd dat de lokale aanpak van Waalwijk (op termijn) regionaal door vertaald kan worden naar de Langstraat.

    Ook wordt er gewerkt aan het convenant ‘permanent tijdelijke huisvesting’ tussen alle samenwerkingspartners (woningbouwverenigingen, zorgpartijen en arbeidsbureaus) in de regio Hart van Brabant.

    Als laatste is de opvang van arbeidsmigranten opgenomen in de prestatieafspraken ‘Wonen en Maatschappelijke Ontwikkelingen’ tussen Casade Woonstichting en de gemeente Waalwijk. Casade heeft aangegeven mee te willen werken aan de huisvestingsopgave en ziet vooral mogelijkheden bij herbestemming van bestaande (kantoor)gebouwen, niet zozeer in nieuwbouw. Tegelijkertijd vindt Casade het ook belangrijk dat de grote opdrachtgevers hun verantwoordelijkheid nemen en dat de gemeente handhaving garandeert.

    • 3.

      Kwantitatieve en kwalitatieve gegevens

      3.1 Huidige omvang groep arbeidsmigranten

      Dankzij de quick-scan ‘Arbeidsmigranten en permanente vormen van tijdelijke huisvesting’ zijn gegevens beschikbaar over de huidige omvang van de groep arbeidsmigranten.

      Wie van plan is meer dan vier maanden in Nederland te blijven, moet zich inschrijven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). In onderstaande tabel is weergegeven het aantal mensen met een Midden- of Oost-Europese nationaliteit dat in 2012 ingeschreven staat in het GBA van Waalwijk en de regiogemeenten.

      Uit de tabel blijkt dat in de regio in het totaal 4.063 mensen met een Midden- of Oost-Europese nationaliteitstaan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. De gemeente Heusden deed niet mee in dit onderzoek. Navraag leert dat er in 2012 248 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa zijn ingeschreven in de Heusdense GBA.

      In Waalwijk zijn 478 arbeidsmigranten ingeschreven, van wie er 406 uit Polen afkomstig zijn.

      Bekend is echter dat lang niet alle arbeidsmigranten zich inschrijven in de GBA, ook al werken zij gemiddeld genomen langer dan vier maanden in Nederland. Ook uitschrijven gebeurt niet al te consequent.

      De uit de GBA beschikbare informatie kunnen we slechts beperkt aanvullen.

      Navraag bij Casade, de grootste lokale woningcorporatie in de gemeente Waalwijk, biedt geen aanvullende informatie. Casade registreert niets over de nationaliteit van tijdelijke huurders. Er worden ook geen kopieën van legitimatiebewijzen gemaakt. Casade controleert wel maar administreert niet. Tegelijkertijd is wel bekend dat Casade incidenteel woningen verhuurt aan arbeidsmigranten die hier tijdelijk verblijven.

      Daarnaast is bekend dat ook makelaars regelmatig leegstaande (te koop staande) woningen tijdelijk verhuren aan arbeidsmigranten. Gegevens hierover zijn nog niet beschikbaar.

      Conclusie: de geïnventariseerde gegevens leveren vooralsnog geen exact beeld op van de omvang van de groep arbeidsmigranten in Waalwijk, noch in de ons omringende gemeenten. Hierin is de regio Midden-Brabant niet uniek. Alle inschattingen van het aantal arbeidsmigranten in Nederland kampen met dit probleem.

      In de quick-scan wordt wel een poging tot een nadere inschatting gemaakt over de omvang van de groep arbeidsmigranten in Midden-Brabant:

      • ·

        Polen: ca. 5.000-6.000;

      • ·

        Roemenen en Bulgaren: circa 450;

      • ·

        Overig Midden- en Oost-Europa: ong. 1.500-1.800 personen.

      Het totaal aantal mensen met een Midden- en Oost-Europese nationaliteit dat in de regio Midden-Brabant woont, komt dan naar schatting op 7.000-8.250 personen. Op een totale bevolking in de regio van bijna 390.000 inwoners (per 01-01-2012) is dit 1,8-2,1%. Dit ligt boven het Nederlands gemiddelde van circa 1,3% (op basis van de CBS-schatting). Er wonen dus relatief veel arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa in de regio.

      3.2 Verwachte ontwikkeling

      In de quick-scan wordt ook de verwachte ontwikkeling van het aantal inwoners met Midden- of Oost-Europese nationaliteit in de regio Midden-Brabant gegeven:

      Jaar

      Lage raming

      Hoge raming

      2015

      Prognose

      8.000

      11.250

      2025

      Prognose

      12.500

      20.000

      2040

      Prognose

      18.000

      34.000

      Dit bevestigt de inschatting dat tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten niet iets tijdelijks is, maar vraagt dat er gezocht moet worden naar een permanente oplossing voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten.

      De groep wordt dus groter, en daarmee wordt de noodzaak tot het vinden van een structurele oplossing voor de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten, ook groter.

      3.3 Huisvestingsbehoefte

      In het voorgaande is een inzicht gegeven in de kwantiteit van het aantal arbeidsmigranten. Belangrijk is echter te weten dat er binnen deze totale groep drie groepen zijn te herkennen, ieder met een andere huisvestingsbehoefte.

      Dit onderscheid zit in de verblijfsduur: kort verblijf, permanente tijdelijkheid en permanent verblijf.

      1.De groep kort verblijvers wil zo goedkoop mogelijke huisvesting en stelt

      hieraan weinig eisen;

      2.De groep permanent tijdelijke verblijvers zoekt huisvesting voor een wat

      langere periode (zes maanden tot drie jaar) en heeft behoefte aan goede

      permanente vormen van tijdelijke huisvesting, bij voorkeur met een eigen

      slaapkamer en tegen een betaalbare prijs.

      3.de groep die permanent in Nederland wil verblijven. Zij zijn op zoek naar een reguliere (huur)woning.

      In de regio Hart van Brabant omvat de groep permanent tijdelijke verblijvers in 2012 zo’n 2.300 tot 2.750 personen, groeiend naar 4.150 –6.650 personen in 2025.

      De groep die permanent in Nederland wil blijven omvat in de regio zo’n 1.400

      tot 1.650 personen in 2012 en 2.500 – 4.000 personen in 2025.

      In de quick-scan wordt aangegeven dat de kwaliteit van huisvesting van arbeidsmigranten in Midden-Brabant nog te wensen overlaat. Ook in andere studies komt naar voren dat er regelmatig sprake is van schrijnende woonsituaties, hoge woonlasten en ondeugdelijke contracten. Men woont met teveel mensen in een te kleine woning, caravan of anderszins. Bekend is dat honderden arbeidsmigranten die in Waalwijk werkzaam zijn momenteel op een camping verblijven in een naburige gemeente.

      In veel gevallen zijn arbeidsmigranten afhankelijk van de werkgever en/of van het uitzendbureau als het om huisvesting gaat. Soms is dit goed geregeld, soms ook niet. Het onderscheid tussen bonafide en malafide uitzendbureaus speelt hier mee.

      3.4 Resultaten project handhaving arbeidsmigranten

      Het beeld wat naar voren komt in de quick-scan over de kwaliteit van de huisvesting van arbeidsmigranten in de regio is niet positief. Voor het vormen van een beeld over de concrete situatie in Waalwijk is het echter goed om hier de resultaten van het project handhaving arbeidsmigranten te schetsen. Dit project is uitgevoerd door het team leefbaarheid, toezicht en handhaving van de gemeente.

      Ook dit was een quick-scan. Doel was het opheffen van onveilige woonsituaties, verbeteren van de veiligheid en gezondheid voor bewoners en hun omgeving. De quick-scan toont hoeveel panden in Waalwijk worden gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten en of deze woonsituaties voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Daarbij is ook onderzocht of er sprake was van huisjesmelkerij of onrechtmatige (criminele) inkomsten. Justitie, politie en belastingdienst werkten mee.

      Uit eerder gedaan administratief onderzoek (2011) kwamen ongeveer 95 panden binnen de gemeente Waalwijk naar voren die gebruikt worden voor huisvesting van arbeidsmigranten uit Oost-Europa.

      Deze gebouwen waren bekend door inschrijving in de GBA, meldingen en klachten, gegevens van politie en belastingdienst en eigen constateringen. Dit betreft niet alleen kamerbewoning. Binnen deze 95 panden vallen ook veel Oost-Europese gezinnen in normale woonomstandigheden.

      In 2012 zijn zeven panden bezocht. Dit waren ongeplande controles. Hierbij werden gebouwen in de avonduren bezocht waarbij de eigenaren en bewoners niet van tevoren op de hoogte waren gesteld. Dit om te voorkomen dat illegale situaties ongedaan gemaakt worden. Tijdens deze controles is geconcludeerd dat alle medewerking wordt verleend en dat er niet geheimzinnig wordt gedaan over de wijze van huisvesting. Hierdoor zullen de controles in de toekomst ook een transparanter karakter krijgen.

      Bij de controles zijn in twee panden overtredingen geconstateerd waarbij een handhavingstraject is opgestart. Bij geen van de controles zijn excessen geconstateerd waardoor spoedeisend optreden noodzakelijk was. De controles van het afgelopen jaar geven de gemeente geen bekendheid met schrijnende (woon)situaties.

      Kortom: ook de handhavingspraktijk bevestigt de aanwezigheid van arbeidsmigranten in de gemeente Waalwijk. Vooralsnog zijn er echter geen schrijnende woonsituaties bekend waar spoedeisend optreden nodig is. Daarnaast wordt er niet geheimzinnig gedaan over huisvesting en wordt medewerking verleend aan gemeentelijke controles.

      Het negatieve beeld over schrijnende woonsituaties uit de quick-scan dient dus voor Waalwijk in positieve zin bijgesteld te worden. Let wel: de controles geven een beeld van de kwaliteit van de woonruimtes die bekend zijn bij de gemeente, maar niets over de kwantiteit van de beschikbare woonruimte.

    • 4.

      Visie: Wat wil/kan de gemeente Waalwijk?

    In de tussenbalans van de strategische visie wordt de rol van arbeidsmigranten onderschreven:

    Sinds 2004 zijn veel arbeidsmigranten uit Midden en Oost-Europese landen (MOE-landen) naar West-Europa en Nederland gekomen. Een deel is hier tijdelijk, een deel zal zich – stap voor stap – permanent vestigen in Nederland. Naarmate de beroepsbevolking in Nederland afneemt zal het verschijnsel van werknemers die uit andere landen in het arbeidsproces in Nederland instromen verder toenemen. Uit onderzoek blijkt dat MOE-landers een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. Er zijn echter ook misstanden met betrekking tot werk en huisvesting .’

    En vervolgens:

    Als we naar onze werkgelegenheidsfunctie kijken en incalculeren dat aannemelijk is dat op termijn grotere aantallen werknemers in zullen stromen uit andere landen en dat deze arbeidsmigratie een blijvend verschijnsel is, dan moeten we daar proactief op inspelen en beleid voor ontwikkelen.

    Het belang en de noodzaak tot ontwikkelingen van beleid wordt dus onderkend in deze tussenbalans.

    Arbeidsmigranten zijn van groot belang voor Waalwijk en de regio:

    • ·

      Dankzij de arbeidsmigranten kan er veel economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in stand gehouden en verder uitgebreid worden;

    • ·

      De arbeidsmigranten vergroten niet alleen het aantal arbeidskrachten, maar ze versterken ook de kwaliteit van de beroepsbevolking (onder de arbeidsmigranten zijn vaak goed geschoolde personen aanwezig);

    • ·

      Arbeidsmigranten zijn ook consumenten en ondersteunen daarmee de lokale economie;

    • ·

      In bepaalde delen van Nederland worden arbeidsmigranten als middel tegen de ontgroening en vergrijzing gezien.

    Naast het belang dat Waalwijk en de regio heeft bij de aanwezigheid van arbeidsmigranten, hebben arbeidsmigranten zelf ook een aantal belangen:

    • ·

      Goede, betaalbare en eigenstandige huisvesting: fatsoenlijk kunnen wonen; zeker bij langer verblijf, liefst niet gebonden aan hun werk of werkgever.

    • ·

      Sociale en culturele inbedding in de samenleving: ze moeten zich gerespecteerd weten en opgenomen worden in de gemeenschap. Wat daarbij helpt is dat mensen weet hebben van het land waar ze (tijdelijk) wonen, de taal beheersen en toegang hebben tot algemene voorzieningen (o.a. gezondheidszorg, onderwijs, sport, cultuur).

    De belangrijkste vraag is welke rol de gemeente Waalwijk zich toedicht bij bovenstaande belangen van zowel de regio als de arbeidsmigranten zelf, specifiek op het gebied van huisvesting. Hieronder wordt het antwoord geformuleerd.

    In het coalitieakkoord ‘Veerkracht en Inventiviteit’ is afgesproken dat de coalitie zich wil herbezinnen op de relatie overheid-burger en daarbij meer aan de burgers wil overlaten. Deregulering ligt in het verlengde hiervan c.q. kan een uitvloeisel hiervan zijn. Vermindering van regeldruk in combinatie met een efficiënter functioneren van het openbaar bestuur zijn belangrijke speerpunten in de huidige collegeperiode. De introductie van ‘de kanteling’ bij de WMO is daar een voorbeeld van maar ook (gedeeltelijk) bij het welstandsbeleid. Ook vanuit die gedachte ziet Waalwijk huisvesting primair als een eigen verantwoordelijkheid van mensen zelf.

    Tegelijkertijd ligt in de lijn der verwachting dat er wederom een stevige bezuinigingsronde zal volgen. Een fikse korting op de uitkering uit het Gemeentefonds is geen irreële gedachte. Veel geld voor het ontwikkelen, en vooral ook het uitvoeren van (nieuw) beleid met een grote rol vanuit de gemeente zal niet beschikbaar komen. Een praktische insteek is dus noodzakelijk.

    De gemeente Waalwijk erkent het (economisch) belang van arbeidsmigranten voor Waalwijk en de regio. Tegelijkertijd erkent zij ook het belang van de arbeidsmigranten zelf: goede en betaalbare huisvesting. De meeste arbeidsmigranten blijven hier tussen de zes maanden en drie jaar en zoeken daarvoor passende (tijdelijke) huisvesting.

    Aandachtspunt voor Waalwijk is de verwachte groei in de vraag naar passende (tijdelijke) huisvesting voor arbeidsmigranten die werken in Waalwijk, in verhouding tot het huidige aanbod in de gemeente. De gemeente wil daarom goede huisvesting stimuleren en in dat verband initiatieven nemen om ontwikkelaars/beleggers te interesseren deze huisvesting te realiseren. Uitzendorganisatie T&S maar ook Casade geven aan hier graag met de gemeente over van gedachten te willen wisselen naar wat de mogelijkheden zijn.

    Qua regelgeving is het voorstel om bij de huisvesting van arbeidsmigranten dezelfde lijn te kiezen als bij de WMO: ‘Loslaten waar kan, sturen waar nodig.’

    Om te beginnen met de sturing (oftewel regulering): deze is vooral nodig op het gebied van de ruimtelijke ordening. In het volgende hoofdstuk zal worden ingegaan op de noodzakelijke aanpassingen in het ruimtelijk beleid om de permanent (tijdelijke) huisvesting kwantitatief en kwalitatief mogelijk te maken. Duidelijke regels zijn nodig met het oog op het woon- en leefklimaat.

    De gemeente heeft tegelijkertijd een actieve rol in het faciliteren van huisvestingsinitiatieven door derden: gezien de omvang van de groep arbeidsmigranten en de verwachte groei is het meewerken vanuit de gemeente bij het creëren van vooral permanente (tijdelijke) huisvesting noodzakelijk.

    Waalwijk kijkt daarbij genuanceerd aan tegen concentratie van huisvesting. Waalwijk is voorstander van huisvestingsomstandigheden die zoveel mogelijk genormaliseerd zijn. Waalwijk is niet op voorhand voor of tegen concentratie, dat hangt van de omstandigheden af en voor welke groep arbeidsmigranten het bedoeld is. Concentratie lost voor ‘short stay’ wel in één keer een groot stuk van onwenselijke huisvestingsproblematiek op.

    Het beste is dat er in de gemeente een mix komt van concentratie en reguliere huisvesting zodat de arbeidsmigranten ook een wooncarrière kunnen doormaken.

    Voor het overige is het advies om de gemeente Waalwijk een faciliterende rol te laten spelen: samen met de arbeidsmigranten, werkgevers, arbeidsbureaus en de andere inwoners, samen met instellingen en maatschappelijke organisaties, bevorderen dat de komende jaren concrete activiteiten worden opgezet op onderstaande terreinen:

    • ·

      Begrijpelijke en toegankelijke informatie aan, en over arbeidsmigranten.

    • ·

      Positieve beeldvorming over arbeidsmigranten en dialoog over meetellen en meedoen.

    • ·

      Fatsoenlijke en betaalbare huisvesting (voor blijvers en voor tijdelijke opvang).

    • ·

      Taal en inburgering: stimuleren dat arbeidsmigranten de taal leren.

    • ·

      Onderwijs en vrije tijd: zorgen dat kinderen van arbeidsmigranten mee kunnen doen.

    • ·

      Werk: bevorderen van goede werkomstandigheden en bestrijden van discriminatie.

    Uitzendbureaus zelf zijn al langer actief op bovenstaande terreinen. De gemeente heeft sinds eind 2011 gezamenlijk of afzonderlijk activiteiten opgezet op genoemde terreinen. Ook vertegenwoordigers van huisvesters, werkgevers en de arbeidsmigranten zelf zijn hierbij betrokken.

    Deze inzet heeft heel duidelijk laten zien dat veel van de genoemde uitdagingen en probleemvelden nauw samen hangen. Daarom is een integrale aanpak belangrijk. Het al bestaande platform arbeidsmigranten speelt hierbij een belangrijke rol.

    Tegelijkertijd mag niet vergeten worden: het ‘probleem’ van de arbeidsmigranten is geen specifiek Waalwijks aandachtspunt. Dit houdt niet op bij de gemeentegrenzen. Het beleid rondom de (huisvesting van) arbeidsmigranten is een typisch beleidsterrein waar de gemeente Waalwijk niet alleen kan opereren: afstemming met andere gemeenten is nodig.

    Voorgesteld wordt om dit in eerste instantie binnen het Langstraatverband op te pakken en afstemming te zoeken met de gemeente Loon op Zand en Heusden. Deze drie Langstraatgemeenten vormen immers één woningmarkt en inschatting is dat arbeidsmigranten vaak wonen in de directe omgeving van hun werk.

    De afstemming en samenwerking zouden goed bij het SET ondergebracht kunnen worden, in combinatie met de pijler wonen van waaruit een coördinator huisvesting arbeidsmigranten benoemd kan worden.

    In tweede instantie is uiteraard ook actieve participatie vanuit Waalwijk in de samenwerking binnen Midden-Brabant gewenst.

    • 5.

      Beleid

      5.1 Ruimtelijke beleid

      Overzicht huisvestingsvormen

      Het is altijd moeilijk te voorspellen wat voor huisvestingsvormen bedacht worden door de markt. Ondernemers springen vaak snel in op een behoefte en doen dat niet altijd binnen de geldende kaders. Toch valt er een onderscheid te maken tussen de meest voorkomende huisvestingsvormen. Meest voorkomend wil hier zowel zeggen in de praktijk, als in beleid van andere gemeenten en instanties. Het is niet uitgesloten dat er in de toekomst andere vormen ontwikkeld worden. Een specifieke afweging is dan noodzakelijk. De meest voorkomende vormen zijn:

      • ·

        reguliere woning;

      • ·

        logies in een bestaand complex;

      • ·

        logiesgebouw op het bedrijf;

      • ·

        logiesgebouw op andere locaties;

      • ·

        herbestemming kantoor;

      • ·

        vrijkomende agrarische bebouwing;

      • ·

        woonunits of stacaravans op het agrarisch bedrijf;

      • ·

        vrijkomende bedrijfswoning;

      • ·

        recreatiepark en campings.

      Bestemmingsplannen

      Voor het grondgebied van de gemeente Waalwijk zijn bestemmingsplannen vastgesteld, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen. Met het oog op die bestemming worden regels gegeven.

      In de bestemmingsplannen van de gemeente Waalwijk is de mogelijkheid van logies/kamerbewoning niet opgenomen. Uitzondering hierop vormt het gefaseerd uit te werken bestemmingsplan Landgoed Driessen waarin onder de doelomschrijving ‘woondoeleinden’ allerlei woonvormen mogelijk zijn. Juist in dit verder te ontwikkelen en fasegewijs te realiseren woongebied is een goede ruimtelijke inpassing van dergelijke woonvorm in beginsel mogelijk.

      Veel arbeidsmigranten zijn juist geïnteresseerd in de huur van een, al dan niet tijdelijke, kamer. De gemeente Waalwijk wil dit verder mogelijk maken door beleid op te stellen. Deze beleidsregels zijn omschreven in onderstaande paragraaf 5.1.1.

      5.1.1 Beleidsregels

      Door beleidsregels op te stellen kan mogelijk worden gemaakt dat via een aanvraag om een omgevingsvergunning, toestemming wordt verleend voor kamerverhuur/-bewoning. Een dergelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het afwijken van de ruimtelijke regels wordt dan getoetst aan de voorwaarden in de beleidsregels. Op deze wijze zullen dergelijke aanvragen aan dezelfde voorwaarden worden getoetst en uniform worden afgedaan. Indien aan de voorwaarden in het beleid wordt voldaan, kan de omgevingsvergunning worden verleend.

      Bewust is gekozen voor beleidsregels, zoveel mogelijk gebaseerd op bestaand beleid, en niet voor het aanpassen van de bestemmingsplannen. Dit laatste vergt veel tijd en voor beleidsregels geldt dit niet. Dit maakt ook dat de gemeente Waalwijk redelijk flexibel is, mocht de praktijk vragen om aanpassingen in het beleid. Advies is tegelijkertijd om deze beleidsregels in ieder geval na twee jaar te evalueren.

      Voor kamerbewoning in alle bovenvermelde huisvestingsvormen geldt een set algemene voorwaarden. Deze algemene voorwaarden maar ook de specifieke regels in onderstaande tabel zijn opgesteld met in het achterhoofd het woon- en leefklimaat in de gemeente. De beleidsregels zijn tegelijkertijd opgesteld in lijn met de al bestaande regels van waar de gemeente Waalwijk woningbouw stimuleert.

      Deze algemene voorwaarden luiden:

      • a.

        Kamerbewoning is alleen toegestaan binnen de bebouwde kom. Dit om (verdere) toename van de verstening in het buitengebied en om (verdere) toename van niet aan het buitengebied gerelateerde functies te voorkomen.

      • b.

        Kamerbewoning is niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      • c.

        Omliggende functies mogen niet onevenredig gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat in de gemeente. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      Parkeren en kamerbewoning

      Het uitgangspunt bij parkeernormering is dat voorzien wordt in de parkeereis van de verschillende te onderscheiden functies. Achterliggend doel is dat de parkeeroverlast in de omgeving van de functies wordt voorkomen. Landelijk gezien bestaat de publicatie van het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, het CROW. Deze publicatie heet ‘Parkeerkencijfers – Basis voor parkeernormering’. De Waalwijkse parkeernormennota is een vertaalslag van deze publicatie. In de Waalwijkse parkeernormennota is een norm opgenomen voor kamerverhuur (0,3 per kamer) maar deze gaat uit van bewoning door studenten. Deze hebben echter lang niet allemaal een auto.

      In de CROW publicaties over parkeernormering wordt voor zelfstandige kamerverhuur (niet-zijnde studenten) een andere normering gegeven. Zo wordt binnen de bebouwde kom van sterk stedelijk/matig stedelijk gebieden een norm van 0,7 parkeerplaats per kamer geadviseerd.

      Waalwijk neemt deze norm over.

      Bij regulieren woningen en bedrijfswoningen gaat deze norm gelden als er meer dan vier (reguliere woning) of meer dan vijf (bedrijfswoning) bewoners zijn en dan ten aanzien van het surplus. Niet vergeten mag overigens worden dat ook in de Bouwverordening regels over parkeren zijn opgenomen.

      Toelichting bij tabel

      In het begin van dit hoofdstuk zijn de verschillende huisvestingsvormen benoemd. Niet elke huisvestingsvorm is geschikt voor kamerbewoning. Dat kan te maken hebben met beleid of regelgeving maar ook met economische motieven. In de tabel hieronder is het beleid van Waalwijk per huisvestingsvorm schematisch weergegeven, of kamerbewoning mogelijk is, en welke algemene en specifieke voorwaarden daarvoor gelden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt in tijdelijk of structurele bewoning.

      Tabel: Mogelijkheden per huisvestingsvorm voor kamerbewoning

      Huisvestingsvorm

      Toelichting

      Toe-

      gestaan?

      Algemene voorwaarden

      Aanvullende specifieke

      regels per huisvestingsvorm

      Reguliere woning

      Bij uitstek geschikt. Veruit de minste bezwaren vanuit ruimtelijke aspecten en milieuhygiënische afwegingen. Men maakt meer deel uit van de maatschappij. Er zijn meer mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding. Er is vanuit ruimtelijk oogpunt weinig verschil tussen een regulier huishouden en een groep (al dan niet tijdelijke) bewoners, mits de groep niet te groot is. De meeste woningen laten een groter aantal bewoners fysiek niet toe, vanwege het aantal kamers en de gedeelde voorzieningen.

      Ja, mits

      1.Binnen de bebouwde kom;

      2.Niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      3.Omliggende functies mogen niet gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      -Maximaal vier bewoners, met ontheffing grotere aantallen als de woonkwaliteit gewaarborgd is, er aan brandveiligheidseisen voldaan wordt en er geen overlast optreedt voor omwonenden.

      -Bij vier of minder bewoners wordt in beginsel geen aanvullende parkeernorm gesteld ten opzichte van reguliere bewoning, mits dit niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in het openbaar gebied. Bij vijf of meer bewoners geldt de parkeernorm van 0,7 per kamer voor het surplus.

      Bedrijfswoning

      Op delen van bedrijventerreinen is het gewenst dat bedrijfswoningen aanwezig zijn en toegevoegd worden. Dit is het geval op delen van bedrijventerrein Nederveenweg, Berkhaag en Zanddonk. In deze gebieden is kamerbewoning in een bedrijfswoning mogelijk

      Ja, mits

      1.Binnen de bebouwde kom;

      2.Niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      3.Omliggende functies mogen niet gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      -Het gaat om een bedrijfswoning die planologisch juridisch gewenst is.

      -De werknemers zijn in dienst bij het betreffende bedrijf.

      -Maximaal vijf bewoners per bedrijfswoning. met ontheffing grotere aantallen als de woonkwaliteit gewaarborgd is, er aan brandveiligheidseisen voldaan wordt en er geen overlast optreedt voor omwonenden.

      -Bij vijf of minder bewoners wordt in beginsel geen aanvullende parkeernorm gesteld ten opzichte van reguliere bewoning, mits dit niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in het openbaar gebied. Bij zes of meer bewoners geldt de parkeernorm van 0,7 per kamer voor het surplus.

      Woonunits of stacaravans op het bedrijf

      Definitie woonunit: een geprefabriceerd, demontabel en/of relatief eenvoudig te verwijderen gebouw, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht (met de basisvoorzieningen) ten dienste van woonverblijf

      Nee

      n.v.t.

      Logiesgebouw op het bedrijf

      Definitie logiesgebouw conform Bouwbesluit: gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin meer dan een logiesverblijf ligt, dat is aangewezen op een gezamenlijke verkeersroute.

      Nee

      Deze logiesgebouwen zijn vaak niet geschikt voor huisvesting en zijn ook niet zomaar geschikt te maken. Bovendien zijn er vaak milieuhygiënische bezwaren.

      n.v.t.

      Logies in bestaand (woon- of logies)complex

      Een complex is een verzameling van meerdere bij elkaar behorende bouwwerken. Een complex is gedefinieerd als een verzameling van niet in een logiesgebouw gelegen logiesverblijven die in het kader van een bedrijf of in enigerlei vorm van samenwerking door de rechthebbenden wordt beheerd. Een bestaand complex (bv. klooster) kan aangewend worden voor de huisvesting.

      Ja, mits

      1.Binnen de bebouwde kom;

      2.Niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      3.Omliggende functies mogen niet gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      Voor zover er meer bewoners dan conform de gebruiksvergunning of gebruiksmelding voor het voormalig gebruik zijn toegelaten, geldt de parkeernorm van 0,7 per (kamer)bewoner.

      Logies in nieuw woon- of logiescomplex

      Een grootschalig logiesgebouw voor werknemers kan een uitkomst zijn, maar vergt een grote investering.

      Ja, mits

      1.Binnen de bebouwde kom;

      2.Niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      3.Omliggende functies mogen niet gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      Voor zover er meer bewoners dan conform de gebruiksvergunning of gebruiksmelding voor het voormalig gebruik zijn toegelaten, geldt de parkeernorm van 0,7 per (kamer)bewoner.

      Herbestemming kantoor

      Een bestaand kantoor kan tijdelijk aangewend worden voor de huisvesting. Dit vereist wel vaak grote aanpassingen en deze investering betaalt zich niet altijd terug. Een kantoor is immers niet bedoeld als wooneenheid. Uitkomst als tijdelijke oplossing voor leegstand. Speciale aandacht moet er zijn voor eventuele omliggende bedrijfsfuncties. Deze mogen niet gehinderd worden.

      Ja, mits

      1.Binnen de bebouwde kom;

      2.Niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      3.Omliggende functies mogen niet gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      Met inachtneming van de parkeernorm van 0,7 per (kamer)bewoner.

      VAB-locatie

      VAB staat voor vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing.

      Ja, mits

      1.Binnen de bebouwde kom (meeste zijn echter buiten bebouwde kom);

      2.Niet toegestaan op bedrijventerreinen, met uitzondering van delen van bedrijventerreinen waar bedrijfswoningen planologisch juridisch zijn toegestaan;

      3.Omliggende functies mogen niet gehinderd worden met het oog op het woon- en leefklimaat. Er mogen o.a. geen bezwaren zijn vanuit het oogpunt van verkeer, parkeren en milieuhygiëne.

      Voor zover er meer bewoners dan conform de gebruiksvergunning of gebruiksmelding voor het voormalig gebruik zijn toegelaten, geldt de parkeernorm van 0,7 per (kamer)bewoner.

      Recreatieparken, recreatieterreinen en campings

      Huisvesting strookt niet met het toeristisch-recreatief karakter van de locatie. Daarnaast combineert het vaak niet met dat gebruik. Ook de provincie en de ZLTO raden dit af.

      Nee

      n.v.t.

      In het bedrijfsgebouw

      De bedrijfsgebouwen zijn er voor het functioneren van het bedrijf. Deze zijn vaak niet geschikt voor huisvesting en zijn ook niet zomaar geschikt te maken. Bovendien zijn er vaak milieuhygiënische bezwaren.

      Nee

      n.v.t.

      Tenten en toercaravans

      Tenten en toercaravans zijn bedoeld voor zeer kort verblijf. Kwalitatieve huisvesting kan hier niet in geboden worden.

      Nee

      n.v.t.

      Andere wetgeving

      Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor kamerbewoning kan slechts worden verleend als ook voldaan wordt aan andere relevante wet- en regelgeving. Zo zijn bijvoorbeeld de Bouwverordening en vooral het Bouwbesluit 2012 belangrijk. Hierin zijn de eisen per gebruiksfunctie en voorschriften over het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen opgenomen.

      Belangrijk zijn ook de (brand)veiligheidseisen. De overheid gaat strenger om met het bieden van logies en kamerbewoning dan met reguliere woonsituaties.

      Daarnaast is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) relevant, in het kader van de openbare orde en veiligheid. Als laatste hier te noemen is de parkeernormering uit de CROW-adviezen voor zelfstandige kamerverhuur, niet-zijnde studenten.

      Wenselijkheid van een pensionverordening

      Er zijn enkele gemeenten in Nederland met een ‘pensionverordening’, beter bekend als een kamerverhuurverordening. Hierbij wordt mogelijk gemaakt dat er een vergunning nodig is bij het omzetten van woningen naar kamerverhuurpanden. Een dergelijke omzettingsvergunning kan door het college worden geweigerd bij een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de directe omgeving van het kamerverhuurbedrijf. Dat is het geval als er in het gebied sprake is van een ontoelaatbare concentratie aan kamerverhuur- en logiespanden. Het gaat hier om aanvullende regelgeving op het gebied van kamerverhuur, naast de al bestaande regels op grond van bestemmingsplan en het bouwbesluit.

      Een dergelijke regeling kan nuttig zijn omdat daarmee het aantal kamerverhuurbedrijven in een bepaald gebied of een bepaalde straat beperkt kan worden. Het is echter nu nog niet vast te stellen of, en zo ja waar, dat in de gemeente nodig is. Vooral het vaststellen van gebieden of straten dient zorgvuldig plaats te vinden om onnodige beperkingen te voorkomen.

      De resultaten van de quick-scan van het team handhaving toont ons dat het ‘meevalt’ in Waalwijk met schrijnende woonsituaties en overlast. Er zijn regels in bestemmingsplannen, het bouwbesluit, aangevuld door de beleidsregels kamerbewoning zoals genoemd in hoofdstuk 4 van deze nota.

      Nog meer ‘regels’ vaststellen door een ‘kamerverhuurverordening’ wordt daarom op dit moment niet wenselijk geacht. Daarnaast brengt een nieuwe verordening extra kosten met zich mee door inzet van ambtelijke uren bij vergunningverlening.

      Kortom: in het kader van ‘loslaten waar kan, regelen waar moet’ is het advies om nu niet over te gaan tot extra regelgeving in de vorm van een pensionverordening. Mocht echter bij de doorontwikkeling van het beleid of na evaluatie van de beleidsregels kamerbewoning een dergelijke verordening toch nuttig blijken, dan is de verordening van Tilburg een goed en bruikbaar voorbeeld.

      5.2 Flankerend beleid als aanbeveling

      5.5.2.1 Gemeentelijke basisadministratie

      5.Voor een goed beeld – en voor het vaststellen van gemeentelijk beleid - is het belangrijk om de gegevens goed op een rij te hebben. Hoeveel arbeidsmigranten zijn er, waar en hoe zijn zij gehuisvest? Zijn er kinderen? Gaan deze naar school? Investeren in het verkrijgen van betere gegevens over arbeidsmigranten is noodzaak om de gemeentelijke rol uit te kunnen voeren. Basis hiervoor is de GBA. Bekend is echter dat niet alle arbeidsmigranten zich inschrijven in de GBA. Ook schrijven zij zich lang niet altijd uit.

      5.Bijkomstig voordeel voor de gemeente is dat het inwoneraantal hoger is, wat weer zorgt voor een hogere uitkering uit het gemeentefonds. Dit is vooral ook van belang vanwege het gebruik dat arbeidsmigranten maken van allerlei gemeentelijke voorzieningen.

      5.Ook voor arbeidsmigranten zelf heeft inschrijving voordelen:

      • ·

        Betrokkene voldoet aan de wettelijke plicht;

      • ·

        Betrokkene kan door de overheid worden bereikt;

      • ·

        Betrokkene heeft een inschrijving GBA nodig om via de IND een verklaring van inschrijving te krijgen (‘Sticker van de Unie’). Deze is onder andere nodig bij het verkrijgen van een hypotheek.

      5.Voor sommige arbeidsmigranten geldt dat zij niet op de hoogte zijn van de plicht tot inschrijving, noch op de voordelen ervan. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die niet geregistreerd willen worden, bijvoorbeeld mensen met schulden die niet gevonden willen worden of belasting willen ontduiken. Dit laatste is echter geen typisch verschijnsel onder arbeidsmigranten maar is ook bekend onder autochtonen (met schulden).

      5.De inschrijving kan ook worden gebruikt voor het verkrijgen van het Burgerservicenummer (BSN), als de betrokkene deze nog niet gekregen heeft van de belastingdienst. De belastingdienst kan BSN-no’s afgeven als de betrokkene aangeeft niet langer dan vier maanden in Nederland te blijven.

      5.Uitzendbureaus met een 4400-NEN certificering mogen zelf de identiteitsvaststelling doen voor het verkrijgen van een sofinummer. Helaas blijft de gemeente buiten het proces en daardoor is de noodzaak tot inschrijving in de GBA vervallen.

      5.Aanbeveling: een project om inschrijving in de GBA te stimuleren is voor alle partijen nuttig en nodig. Belastingdienst, werkgevers en huisvesters (Casade maar ook lokale makelaars) kunnen daarbij goede bronnen zijn.

      5.5.2.2 Maatschappelijke ontwikkeling arbeidsmigranten

      5.Integratie

      5.Het integratieproces voor werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen (MOE) verschilt niet van andere integratieprocessen. Belangrijk is om als gemeenten – daar waar nodig - in te spelen op de behoefte die leeft bij deze groep werknemers om hun verblijf hier zo soepel mogelijk te laten verlopen. Vooral voor arbeidsmigranten die zich voor langere tijd of permanent willen vestigen is kennis van de Nederlandse samenleving en de taal wel gewenst. Arbeidsmigranten uit de EU-landen vallen gewoon onder het integratiebeleid van de gemeente. Er is echter wel een belangrijk verschil: burgers uit EU-landen zijn niet inburgeringsplichtig.

      5.Maar - net als bij andere minderheidsgroeperingen - is het niet de bedoeling dat arbeidsmigranten uit MOE-landen buiten de maatschappij (dreigen te gaan) vallen. Inzet is dus conform de pijlers van de integratienota: verbinding met de Waalwijkse gemeenschap, en het voorkomen van eventuele sociaaleconomische achterstanden.

      5.In de al eerder aangehaalde handreiking ‘Ruimte voor arbeidsmigranten’ is veel relevante informatie beschikbaar over de (maatschappelijke) positie van arbeidsmigranten. Vanuit maatschappelijke ontwikkeling gezien is er een aantal thema’s relevant:

      • 1.

        Maatschappelijke participatie;

      • 2.

        Gezondheid;

      • 3.

        Onderwijs.

      5.Maatschappelijke Participatie

      5.Een geïsoleerde positie is voor arbeidsmigranten ongewenst. Maatschappelijke participatie is voor iedereen van belang. Het stimuleren van deelname in de samenleving door arbeidsmigranten kan via de kerk, verenigingen en sportleven. Dit voorkomt verveling en heeft als voordeel het ontstaan van contacten met (buurt)bewoners. Ook werkgevers kunnen hieraan een bijdrage leveren door vrijetijdsactiviteiten te organiseren voor werknemers. Veel uitzendbureaus doen dit al.

      5.Daarnaast zou de gemeente kunnen voorzien in een informatiepunt voor arbeidsmigranten waar folders e.d. te verkrijgen zijn. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door aansluiting te zoeken bij het Wmo-loket maar, en misschien nog beter, om een onafhankelijk informatiepunt te maken in een bestaand complex in de gemeente, gecombineerd met een ‘vliegende brigade’.

      5.Het is aan te bevelen te onderzoeken of een dergelijk informatiepunt gerealiseerd kan worden, wat de meerwaarde is en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Belangenvereniging Migrada pleit overigens voor een onafhankelijk informatiepunt dat door een onafhankelijke organisatie (zoals Migrada) wordt beheerd.

      5.Gezondheid

      5.Niet alle arbeidsmigranten maken gebruik van de Nederlandse zorgverzekeringen. Hierdoor zijn zij niet verzekerd als zij hier werken. Het ministerie van VWS wil een campagne opzetten om voorlichting te geven en gemeenten kunnen dit via een servicepunt (bijvoorbeeld Wmo-loket) doen. Omdat de groep arbeidsmigranten in Waalwijk redelijk groot is, adviseert het ministerie om met lokale huisartsen, apotheken en ziekenhuizen in gesprek te treden. In sommige gevallen kunnen werkgevers of uitzendbureaus een (taal)bemiddelende rol spelen. Ook mensen van Migrada kunnen worden ingeschakeld.

      5.Gericht samenwerken tussen gemeente, werkgevers, Migrada en uitzendbureaus kan problemen voorkomen. Onderwerpen die van belang zijn om met betrokken partijen te overleggen zijn bijvoorbeeld:

      • -

        voorlichting over de groep (samenstelling en kenmerken van de groep arbeidsmigranten);

      • -

        wijzen op taalproblemen en knelpunten bij de verzekeringen;

      • -

        vaccinatie van kinderen.

      5.Overigens spelen sommige uitzendorganisaties al in op gezondheid en andere omstandigheden. Zij hebben vaak iemand in dienst die de taal spreekt en de arbeidsmigranten daarbij begeleidt. 

      5.Onderwijs

      5.Er zijn kinderen van arbeidsmigranten met een (taal)achterstand. Om dit aan te pakken heeft de gemeente al regulier beleid voor handen. Vanuit het onderwijsachterstandenbeleid wordt voor- en vroegschoolse educatie (VVE) ingezet met als doel het voorkomen en vroegtijdig aanpakken van (taal)ontwikkelingsachterstanden en het leren van de Nederlandse taal. Hiervoor worden educatieve programma’s gebruikt die starten in de voorschool (2 tot 4 jarigen) en die doorlopen in groep 2 van het basisonderwijs.

      5.Daarnaast kent de gemeente de volgende activiteiten die speciaal zijn ontwikkeld voor kinderen van arbeidsmigranten met een (taal)achterstand: - ‘Taalondersteuning voor nieuwkomers’ voor kinderen uit het basisonderwijs;

      -‘Internationale schakelklas’ voor kinderen in de leeftijd van het voortgezet onderwijs.

      5.Onlangs is voor de taalondersteuning voor nieuwkomers meer subsidie verstrekt. Dit komt door het toenemende aantal anderstalige (vooral Poolse) leerlingen in het basisonderwijs.

      5. Aanbeveling: arbeidsmigranten met kinderen jonger dan 4 jaar in beeld te brengen en door te geleiden naar een voor- en vroegschoolse peuterspeelzaal in de gemeente. Hierover dienen in het Netwerk VVE afspraken gemaakt te worden tussen basisscholen, peuterspeelzalen en de GGD.

      5.Overigens is bekend dat enkele uitzendbureaus taalcursussen aanbieden voor arbeidsmigranten (volwassenen).

    • 6.

      Uitvoering

      6.1 Handhaving

      Doel van toezicht en handhaving bij de huisvesting van arbeidsmigranten is:

      • 1.

        Vanuit integrale repressie naar nalevinggedrag

      • 2.

        Stimuleren registratieverplichting

        • a.

          Panden

        • b.

          Personen

        • c.

          Voertuigen

      • 3.

        Alle huisvesting conform geldende wet- en regelgeving: signaleren van eventuele misstanden

      • 4.

        Oppakken van signalen van overlast uit de buurt

      • 5.

        In beeld brengen/hebben van malafide uitzendbureaus

      • 6.

        Aanspreken, aanschrijving, (her)controle, bestuursdwang

      • 7.

        Zicht krijgen en behouden op verblijfslocaties

      De eerste Waalwijkse ervaringen met controleacties tonen dat er zeker bereidwilligheid is om constructief mee te werken en dat het meevalt met schrijnende, overlastgevende woonlocaties. De noodzaak tot stevige handhavingsacties is er nu dus niet.

      Bij het team vergunningverlening zijn lange tijd geen aanvragen gedaan voor huisvesting van arbeidsmigranten. Het plan voor de 36 woningen voor arbeidsmigranten op landgoed Driessen is het eerste project dat veel aandacht kreeg. Langzamerhand komen er meer (informele) aanvragen binnen.

      Vanuit handhaving wordt aangegeven dat het beschikbare regelgevende kader (bestemmingsplan, bouwbesluit, APV, aangevuld met de bovenvermelde ruimtelijke beleidsregels) nu voldoende handvatten biedt om te kunnen optreden daar waar nodig.

      Tegelijkertijd wordt vanuit handhaving wel het belang onderkend van het maken van afspraken bij projecten voor huisvesting van arbeidsmigranten. De (sociale) veiligheid (en zorg) dient aan de voorkant geregeld te zijn. De initiatiefnemers zijn hier primair voor verantwoordelijk. Veiligheid is in dat opzicht geen sluitpost. Vooraf dient goed nagedacht te worden hoe bijvoorbeeld wordt omgegaan met overlast: wie heeft welke verantwoordelijkheid? Deze aspecten kunnen niet standaard bij een politie worden belegd maar horen primair bij bijvoorbeeld de huisvester en/of werkgever. Hun (beheers)beleid moet helder zijn en afgestemd met politie en gemeente, vastgelegd in een overeenkomst/convenant. Achteraf de betreffende partijen op hun verantwoordelijkheid aanspreken kan tot grote problemen leiden.

      In 2013 zullen de handhavingsacties voortgezet worden. Er zijn uren vrijgemaakt voor onderzoek en controle, los van de algemene handhavingspraktijk.

      6.2 Communicatie

      Bij de beleidsontwikkeling rondom huisvesting van arbeidsmigranten is goede communicatie met de juiste toonzetting uiterst belangrijk. De aanwezigheid en de huisvesting van arbeidsmigranten zijn onderwerpen die veel, soms heftige reacties oproepen. De rationele overweging dat zij van groot belang zijn voor de economie wint het niet altijd van meer emotionele gevoelens.

      Dat geldt zeker als burgers zich gehinderd voelen als huisvesting op een onzorgvuldige manier of zelfs op illegale wijze plaats vindt. Maar ook als vormen van huisvesting op een zorgvuldige wijze tot stand komen, kunnen burgers in hun belangen worden geraakt, of voelen dat dat zo is. Het is daarom van groot belang om in de communicatie alles te doen om in ieder geval onjuiste beelden weg te nemen en mogelijk ook tot afstemming van belangen te komen. Onbekend maakt onbemind en als mensen niet weten wat hen werkelijk te wachten staat zullen de meest negatieve scenario’s de stemming gaan bepalen. Maatschappelijke participatie is daarbij belangrijk om te stimuleren.

      Ook bij communicatie geldt: niet alleen de gemeente is aan zet. Huisvesters (initiatiefnemers voor huisvesting, zoals uitzendorganisaties, woningcorporaties), arbeidsmigranten zelf en omwonenden hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid en daarbij behorende (communicatieve) rol. Specifiek voor Waalwijk is een belangrijke samenwerkingsrol weggelegd voor het platform arbeidsmigranten.

      Er zijn grofweg vijf relevante aanleidingen tot communicatie bij de huisvesting van arbeidsmigranten.

      • 1.

        Bewustwording creëren van de arbeidsmigratie en de behoefte aan huisvesting die daaruit voortkomt;

      • 2.

        Goede verstandhouding bevorderen: onderling contact organiseren, diversiteit van de arbeidsmigranten laten zien, ingaan op perceptie over verdringingseffect, laten zien van belang voor de regionale economie (voorbeelden bonafide huisvesting);

      • 3.

        Initiëren en realiseren van huisvesting: vergunningprocedures voor specifieke huisvestingsprojecten, uitvoering beheersmaatregelen, optreden bij eventuele (meldingen van) overlast, aanbieden vrije tijdsbesteding;

      • 4.

        Doelstellingen en uitvoeringskader formuleren; binnen kaders van wet- en regelgeving mogelijk maken van huisvesting; wijze waarop de gemeente handhaaft en ongewenste situaties wil voorkomen.

      • 5.

        Arbeidsmigranten voorlichten; over procedures, regelgeving in Nederland.

      Er is een nuttige factsheet beschikbaar over de communicatie rondom de huisvesting van arbeidsmigranten, samengesteld door VROM-Inspectie, VNG en VIA.

      Deze factsheet geeft antwoord op de ‘hoe-vraag’ en inzicht over wie, wanneer over wat communiceert. Er staan goede tips in hoe bij alle vijf van bovenstaande onderwerpen met de communicatie om te gaan.

      Concrete aanbevelingen uit deze factsheet voor de gemeente Waalwijk zijn:

      • ·

        Het uitreiken aan arbeidsmigranten bij inschrijving in de GBA van een informatiekaart met o.a. de belangrijkste contactpersonen en hoe hen te bereiken. Ook bij Casade kan deze informatiekaart beschikbaar gesteld worden.

      • ·

        Belangrijk is communicatie met omliggende gemeenten en in regionaal verband. Als richtlijnen goed op elkaar zijn afgestemd weten werkgevers waar ze aan toe zijn, ook als ze bij huisvesting in verschillende gemeenten betrokken zijn.

      • ·

        Communiceer de kaders voor huisvesting, zoals in deze nota zijn vastgelegd,

      vanuit de gemeente naar de huisvesters en de eigen inwoners. Maak daarbij duidelijk dat als huisvesters zich niet aan de regels houden de gemeente

      sancties kan opleggen en een einde kan maken aan ongewenste situaties.

      • ·

        Maak afspraken over waar eventuele klachten van omwonenden gemeld kunnen worden. Dit is een gezamenlijke opgave van gemeente en huisvester. Communiceer hierover richting inwoners.

      • ·

        Maak gebruik van de bestaande (vooral Poolse) media zoals www.niedziela.nl en www.polonia.nl, een portaal van de Poolse gemeenschap in Nederland, de krant PoPolsku en bestaande voorzieningen zoals internet-shops, de kerk, winkels

      etc.

    7.Conclusie en aanbevelingen

    7.1 Conclusie

    7.Er werken zo’n 3.000 arbeidsmigranten in Waalwijk. De meeste arbeidsmigranten – voornamelijk uit Polen afkomstig – blijven hier tussen de zes maanden en drie jaar. Deze arbeidsmigranten willen graag voor de duur van hun verblijf goede en betaalbare woonruimte huren. De quickscan van de regio Midden-Brabant verwacht dat deze groep arbeidsmigranten de komende jaren zal groeien. De huisvestingsbehoefte naar tijdelijke woonruimte (veelal kamerbewoning) groeit navenant mee. In Waalwijk is nu het aanbod niet in lijn met deze groeiende vraag naar fatsoenlijke, betaalbare kamers.

    7.De gemeente Waalwijk vindt: tijdelijk werk, dus ook een tijdelijk (t)huis: werken is ook wonen. Arbeidsmigranten zijn hier welkom om te werken, en om te wonen. Waalwijk wil daarom goede huisvesting stimuleren en in dat verband vooral ook initiatieven nemen om ontwikkelaars/beleggers te interesseren om deze huisvesting te realiseren.

    7.Waalwijk kijkt daarbij genuanceerd aan tegen concentratie van huisvesting. Waalwijk is voorstander van huisvestingsomstandigheden die zoveel mogelijk genormaliseerd zijn. Waalwijk is niet op voorhand voor of tegen concentratie. Dat hangt af van de omstandigheden en voor welke groep arbeidsmigranten het bedoeld is. Concentratie lost voor ‘short stay’ wel in één keer een groot stuk van onwenselijke huisvestingsproblematiek op. Het beste is dat er in de gemeente een mix komt van concentratie en reguliere huisvesting zodat de arbeidsmigranten ook een wooncarrière kunnen doormaken.

    7.Vanuit ‘loslaten waar kan, sturen waar nodig’ wil de gemeente niet alles zelf regelen voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Alleen op het gebied van de ruimtelijke ordening stelt de gemeente ‘spelregels’ op met het oog op een leefbaar woonklimaat voor alle Waalwijkers. In deze nota zijn beleidsregels voor kamerbewoning opgenomen. Binnen de bestemmingsplannen en deze aanvullende planologische kaders, en met inachtneming van andere relevante wetgeving, is huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente mogelijk èn wenselijk.

    7.Voor het overige ziet de gemeente haar rol faciliterend: samen met huisvesters, werkgevers, de arbeidsmigranten zelf en natuurlijk de inwoners werken aan een goede gemeenschapszin in Waalwijk. Het platform arbeidsmigranten kan een goede basis voor deze samenwerking vormen.

    7.Tegelijkertijd onderkent Waalwijk het belang van afstemming met de andere twee Langstraatgemeenten en de regio Midden-Brabant. De huisvesting van arbeidsmigranten is immers geen typisch Waalwijks fenomeen.

    7.2 Aanbevelingen

    7.De aanbevelingen zijn:

    • 1)

      in het Waalwijks huisvestingsbeleid rekening houden met de specifieke behoefte van arbeidsmigranten naar tijdelijke (kamer) huisvesting. Pro-actief stimuleren van goede huisvesting voor arbeidsmigranten en in dat verband vooral ook initiatieven nemen om ontwikkelaars/beleggers te interesseren om deze huisvesting te realiseren;

    • 2)

      de beleidsregels voor kamerbewoning vast te stellen door het college, met instemming van de raad;

    • 3)

      te investeren in het beter beschikbaar krijgen van gegevens over de arbeidsmigranten die hier werken en wonen via een actief GBA-beleid;

    • 4)

      een kosten-batenanalyse van een informatiepunt voor arbeidsmigranten uit te voeren;

    • 5)

      arbeidsmigranten met kinderen jonger dan 4 jaar in beeld te brengen en door te geleiden naar een voor- en vroegschoolse peuterspeelzaal in de gemeente. Hierover dienen in het Netwerk VVE afspraken gemaakt te worden tussen basisscholen, peuterspeelzalen en de GGD;

    • 6)

      de opdracht voor het platform arbeidsmigranten en voor het SET nader uit te werken;

    • 7)

      de conclusies en aanbevelingen uit deze beleidsnota mee te nemen in de al lopende lokale en regionale initiatieven.

    7.Tegelijkertijd zal deze nota aanleiding zijn om een communicatietraject te starten over het hoe, wat en waar rondom de huisvesting van arbeidsmigranten.