Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2009

Geldend van 28-11-2008 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2009

De raad van de gemeente Waalwijk;

gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 7 oktober 2008;

gelet op artikel gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2009

Verordening marktgelden 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    standplaats: de op of voor de duur van een markt door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • b.

    vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door het college een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • c.

    dagplaats: een standplaats, die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • d.

    vaste plaats: een standplaats, die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    maand: een kalendermaand;

  • f.

    kwartaal: een kalenderkwartaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde en door het college als marktterrein aan te wijzen plaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de vergunninghouder, dan wel van degene die voor zichzelf of voor anderen de betreffende standplaats inneemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het recht, als bedoeld in artikel 2, bedraagt voor iedere kraam, voor iedere ingenomen grondplaats of welke verkoopgelegenheid ook, met:

    • a.

      een lengte van 4 meter of minder voor:

      • 1.

        een dagplaats: € 4,45 per dag;

      • 2.

        een vaste plaats: € 46,10 per kwartaal;

    • b.

      een lengte van meer dan 4 meter voor:

      • 1.

        een dagplaats: € 4,45 per dag

        vermeerderd met € 1,05 voor elke meter of gedeelte daarvan boven de lengte van 4 meter;

      • 2.

        een vaste plaats: € 46,10 per kwartaal, vermeerderd met € 11,50 voor elke meter lengte of gedeelte daarvan boven 4 meter.

  • 2.

    De lengte van een kraam, ingenomen grondplaats of welke verkoopgelegenheid ook, als bedoeld in het eerste lid, wordt gemeten langs de zijde waaraan de verkoop van de goederen of waren plaatsvindt.

  • 3.

    Het recht, bedoeld in artikel 2, met betrekking tot de jaarlijkse groenmarkt bedraagt voor iedere kraam, voor iedere ingenomen grondplaats of welke verkoopgelegenheid ook, € 2,25 per m2.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten als bedoeld:

    • a.

      in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 1 en onderdeel b, punt 1, zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de standplaats;

    • b.

      in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 en onderdeel b, punt 2, zijn verschuldigd bij de aanvang van het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

  • 2.

    Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van een kwartaal wordt voor dat kwartaal het recht, vermeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, berekend over zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend;

  • 3.

    Indien de belastingplicht eindigt in de loop van een kwartaal bestaat aanspraak op ontheffing van het in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, vermelde recht voor zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:

  • a.

    wordt uitgereikt, op het moment van uitreiken van die kennisgeving;

  • b.

    wordt toegezonden, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening marktgelden 2008’ van 8 november 2007 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan;

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Marktgelden 2009".

Aldus vastgesteld in zijn openbare raadsvergadering van 6 november 2008.

DE GEMEENTERAAD VAN WAALWIJK

de griffier, de voorzitter,

G.H. Kocken drs. A.M.P. Kleijngeld