Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening 2008

Geldend van 01-07-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening 2008

De raad van de gemeente Waalwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Waalwijk van 15 april 2008, nr. ……, inzake verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw;

gelet op de artikel 7, tiende lid, van de Wet sociale werkvoorziening;

overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van Persoonsgebonden budgetten.

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. De begripsomschrijvingen in de Wet sociale werkvoorziening en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk;

    • b.

      de wet: de Wet sociale werkvoorziening;

    • c.

      periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten.

Artikel 2 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten, uurtarief jobcoach en overige kosten begeleidingsorganisatie

  • 1. Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende kalenderjaar.

  • 2. Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van het maximale uurtarief van de jobcoach en de overige kosten van de begeleidingsorganisatie.

Artikel 3 Invulling voorwaarden adequate werkplek

  • 1.

    Het college verstrekt op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de sw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld.

  • 2.

    De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      Zijn onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Indien de onderneming toebehoort aan een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is inschrijving niet verplicht;

    • b.

      De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de sw-geïndiceerde, als passend aan te merken;

    • c.

      De duur van het dienstverband bedraagt tenminste zes maanden, met een mogelijkheid tot verlenging;

    • d.

      De salariëring is gebaseerd op de voor het bedrijf of de betreffende branche geldende CAO of arbeidsvoorwarden;

    • e.

      De werkplek en werkomstandigheden voldoen aan arbonormen;

    • f.

      De onderneming van de werkgever voert geen maatschappelijke onaanvaardbare activiteiten uit;

    • g.

      De onderneming van de werkgever overlegt een ingevulde en door hem ondertekende eigen verklaring uitsluitingsgronden, waarvan het model door het college wordt vastgesteld;

  • 3.

    De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      De begeleidingsorganisatie staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Indien de onderneming toebehoort aan een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is inschrijving niet verplicht;

    • b.

      de begeleidingsorganisatie vervult haar taken met inachtneming van de stand van de wetenschap en die van de arbeids- en organisatiekunde;

    • c.

      de begeleidingsorganisatie beschikt over voldoende opgeleide deskundigen die de arbeidsinpassing met inbegrip van de begeleiding op de werkplek verzorgen en borgt daarbij de continuïteit van de coaching;

    • d.

      de prijsstelling is transparant en in principemarktconform;

    • e.

      de begeleidingsorganisatie voldoet aan de certificeringseisen die gelden in de re-integratiebranche;

    • f.

      de begeleidingsorganisatie zorgt voor een adequaat individueel begeleidingsplan, alsmede een adequate individuele rapportage en rapportagefrequentie;

    • g.

      de begeleidingsorganisatie overlegt een ingevulde en door haar ondertekende eigen verklaring uitsluitingsgronden, waarvan het model door het college wordt vastgesteld.

Artikel 4 De wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan de werkgever

  • 1. Het college stelt op voorstel van de Wsw-geïndiceerde de hoogte van de subsidie aan de werkgever vast.

  • 2. Ingeval een voorgestelde loonkostensubsidie niet hoger is dan 60% van het bruto loon van de Wsw-geïndiceerde, wordt de loonkostensubsidie door het college op dat bedrag vastgesteld. Het bedrag aan subsidie wordt berekend over het bruto maandloon. De werkgeverslasten worden vergoed tot maximaal 35% van deze lasten, inclusief de vakantietoeslag. De subsidie wordt verstrekt voor een arbeidsduur van maximaal 40 uur per week.

  • 3. Indien bij toepassing van het vorige lid het college gerede twijfel heeft aan de juiste hoogte van de loonkostensubsidie vindt, in afwijking van het vorige lid, een loonwaardeonderzoek plaats, op basis waarvan de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld.

  • 4. In ieder geval vindt een loonwaardeonderzoek plaats als de voorgestelde hoogte voor een loonkostensubsidie hoger is dan het percentage genoemd in lid 2.

  • 5. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 10 van deze verordening vindt één maal per 24 maandeneen loonwaardebepaling plaats in geval er sprake is van een dienstverband voor onbepaalde tijd.

  • 6. De periodieke subsidie aan de werkgever kan niet meer bedragen dan de voor de Wsw-geïndiceerde beschikbare rijkssubsidie minus de som van de vastgestelde uitvoeringskosten, de vastgestelde vergoeding voor de begeleidingsorganisatie (incl. BTW) en te verstrekken vergoedingen op grond van artikel 7 van deze verordening.

Artikel 5 Herziening van de loonkostensubsidie

    • 1.

      Op verzoek van de werkgever kan een loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is. De werknemer wordt van dit verzoek op de hoogte gesteld.

    • 2.

      De loonkostensubsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier gerede aanleiding toe is.

    • 3.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 6 van de Wet sociale werkvoorziening wordt de verstrekking van de subsidie beëindigd, indien de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en de Wsw-geïndiceerde, die de PGB-aanvrage heeft ingediend, wordt beëindigd dan wel de begeleiding op de werkplek niet meer adequaat wordt verzorgd.

Artikel 6 De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie

De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de omvang van het aantal uren begeleiding wordt door partijen in onderling overleg vastgesteld. Tussentijdse aanpassingen hierin zijn mogelijk indien partijen dit vooraf overeenkomen.

Artikel 7 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht als uit de indicatiestelling van het CWI blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn, en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen.

  • 2.

    Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college.

  • 3.

    Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal zes maanden.

  • 4.

    Aanpassingen worden tot maximaal € 1.000,- vergoed.

  • 5.

    Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

  • 6.

    Aan dit artikel kan ook toepassing worden gegeven door middel van het in bruikleen beschikbaar stellen van hulpmiddelen aan de werkgever

Artikel 8 Indienen van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een PGB wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde en gemotiveerde aanvraag, die door de Wsw-geïndiceerde, de werkgever en de begeleidingsorganisatie is ondertekend.

  • 2. Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 9 subsidieverlening en subsidievaststelling

  • 1. Voor aanvang van de activiteiten wordt een beschikking omtrent de subsidieverlening afgegeven door het college.

  • 2. In de beschikking tot subsidieverlening wordt de wijze van het betalen van voorschotten vermeld.

  • 3. Het college stelt de periodieke subsidie binnen vier weken na afloop van het kalenderjaar vast op basis van de per kwartaal van de werkgever ontvangen salarisstroken.

Artikel 10 Betaling, verrekening en terugvordering

  • 1. Het subsidiebedrag wordt, onder verrekening van de betaalde voorschotten binnen een maand na de subsidievaststelling betaald.

  • 2. Indien de werkgever in gebreke blijft in de verstrekking van de salarisstroken, wordt de betaling van voorschotten stopgezet.

  • 3. Indien niet is voldaan aan de verplichtingen gesteld in deze verordening of de beschikking kan het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 11 Verplichtingen van de werkgever

  • 1. De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

  • 2. De werkgever bewaart alle bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen tenminste vijf jaren na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking aan het college voor controledoeleinden.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan artikel 3, lid 3 onder d en artikel 7, lid 4 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van een adquate begeleiding door een begeleidingsorganisatie en een passende aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

Artikel 14 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening gemeente Waalwijk.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juni 2008.

De Raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,
G.H Kocken drs. A.M.P. Kleijngeld