Regeling vervallen per 01-01-2022

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2021

De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2021 van het college van burgemeester en wethouders van 29 september 2020 gelezen en stelt, gelet op artikel 225 van de Gemeentewet, de volgende verordening vast:

“Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons en computers, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Waarvoor betaal je de belasting? Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning of ontheffing voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning of ontheffing aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Wie betaalt de belasting? Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

    1˚ indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

    2˚indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de ontheffing of vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Hoe belasten we en wat kost het? Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Vanaf wanneer moet je belasting betalen? Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning of ontheffing wordt verleend.

Artikel 6 Hoe brengen we de belasting in rekening? Wijze van heffing en termijn van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door middel van het bij aanvang van het parkeren werpen van geld in parkeerapparatuur, door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur of het met behulp van een mobiele telefoon, computer of ander communicatie-middel inloggen op de centrale computer van een belparkeerprovider. Indien de parkeerapparatuur is voorzien van een automatische slagboom moet de belasting worden betaald op het tijdstip waarop het parkeren eindigt. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven. Het college van burgemeester en wethouders geeft omtrent een en ander nadere regels.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning of ontheffing wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onder a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren, tenzij sprake is van parkeerapparatuur voorzien van een automatische slagboom, in welk geval de belasting moet worden voldaan bij beëindiging van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning/ontheffing wordt verleend.

  • 3.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Wielklem

  • 1.

    Om zeker te stellen dat een opgelegde naheffingsaanslag wordt betaald, kan aan het motorvoertuig een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3.

    Wanneer na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 10 Kosten

  • 1.

    Voor een naheffingsaanslag voor de belasting als bedoeld in art. 2, onderdeel a, alsmede voor het aanbrengen, respectievelijk het verwijderen van de wielklem en voor het overbrengen en bewaren worden kosten in rekening gebracht.

  • 2.

    De hoogte van de kosten voor een naheffingsaanslag zijn vermeld in onderdeel 5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 3.

    Het bedrag van de voor de wielklem en voor het overbrengen en bewaren in rekening te brengen kosten, wordt in een voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Meer bepalingen Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting. Dit zijn besluiten van het college waarin deze verordening verder wordt uitgewerkt. Wanneer deze besluiten zijn genomen zijn ze terug te vinden op de websites wetten.overheid.nl en www.waalwijk.nl.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Parkeerbelastingen 2020" van 7 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2021 hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2021".

Aldus vastgesteld op 13 november in de openbare raadsvergadering van 12 november 2020.

Ondertekening

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

de griffier, de voorzitter

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld

Tarieventabel parkeerbelastingen 2021

1. Tarief parkeerapparatuur

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen 2021 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:

Zone

Gebied

Tarief

Tijdseenheid

Dagkaart

2

Taxandriaweg e.o.

€ 0,10

€ 0,10

Per uur (1e uur)

Per 7,5 minuten (na 1e uur)

€ 4,80

3

Unnaplein e.o.

€ 0,10

€ 0,10

Per uur (1e uur)

Per 4 minuten (na 1e uur)

€ 7,00

4

De Els e.o.

€ 0,10

€ 0,10

Per uur (1e uur)

Per 4 minuten (na 1e uur)

€ 7,00

5

Kern I

€ 0,10

€ 0,10

Per uur (1e uur)

Per 4 minuten (na 1e uur)

€ 7,00

6

Kern II

€ 0,10

€ 0,10

Per uur (1e uur)

Per 4 minuten (na 1e uur)

€ 7,00

 

  • 2.

    Tarief ontheffingen per jaar

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening parkeerbelastingen 2021 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:

 

Zone

Gebied

Dagen

Groep 1

Groep 2

Groep 3

Groep 4

2

Taxandriaweg e.o.

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 235,08

€ 14,04

3

Unnaplein e.o.

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 513,00

€ 14,04

4

De Els e.o.

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 556,20

€ 14,04

5

Kern I

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 726,24

€ 14,04

6

Kern II

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 641,64

€ 14,04

 

  • 3.

    Tarief vergunningen per jaar

Het tarief voor het parkeren in een vergunninghouderszone als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening parkeerbelastingen 2021 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:

 

Zone

Gebied

Dagen

Groep 1

Groep 2

Groep 3

Groep 4

-

Hooisteeg-Oost

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 235,08

n.v.t.

-

Grotestraat

Ma t/m Zo

€ 106,56

€ 428,40

€ 235,08

n.v.t.

 

Heulstraat

Ma t/m Zo

n.v.t.

n.v.t.

€ 156,12

n.v.t.

-

Overige locaties

Ma t/m Zo

€ 14,04

€ 14,04

€ 14,04

n.v.t.

 

Waarbij geldt dat:

Groep 1 betreft

Bewoners van het gebied met parkeerregulering zonder parkeergelegenheid op eigen terrein

Groep 2 betreft

Bewoners van het gebied met parkeerregulering met parkeergelegenheid op eigen terrein

Groep 3 betreft

Ondernemers en werknemers

Groep 4 betreft

Eerstelijns gezondheidszorg (huisarts, thuiszorg, verloskundigen e.d.)*

 

* Een ontheffing groep 4 kan worden gebruikt voor het parkeren ten behoeve van het verlenen van gezondheidszorg in de directe omgeving van een verblijfplaats van een persoon die vanwege diens gezondheidstoestand niet in staat is deze zorg elders te ontvangen. Deze ontheffing kan tevens worden gebruikt als dagkaart in die gebieden waar uitsluitend met gebruikmaking van een parkeervergunning mag worden geparkeerd.

 

  • 4.

    Tarief bezoekerskaarten/dagkaarten

Het tarief voor het parkeren met een bezoekers- of dagkaart in een vergunninghouderszone als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening parkeerbelastingen 2021 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:

 

Zone

Gebied

Soort

Kosten

Per

Geldigheid

-

Hooisteeg-Oost, Grotestraat

Bezoekerskaart

€ 26,95

10 stuks

2,5 uur per kaart

-

Overige locaties

Dagkaart

€ 13,99

20 stuks

1 kalenderdag

 

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening parkeerbelastingen 2021 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:

 

Zone

Gebied

Soort

Kosten

Per

Geldigheid

2

Taxandriaweg e.o.

Bezoekerskaart

€ 26,95

10 stuks

2,5 uur per kaart

3

Unnaplein e.o.

Bezoekerskaart

€ 26,95

10 stuks

2,5 uur per kaart

4

De Els e.o.

Bezoekerskaart

€ 26,95

10 stuks

2,5 uur per kaart

5

Kern I

Bezoekerskaart

€ 26,95

10 stuks

2,5 uur per kaart

6

Kern II

Bezoekerskaart

€ 26,95

10 stuks

2,5 uur per kaart

 

  • 5.

    Tarief naheffingsaanslag

De kosten voor de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen 2021 bedragen € 65,30.

(2020: € 64,50)

 

  • 6.

    Betaaltijden

    Maandag tot en met donderdag: 09.00 - 18.00 uur

    Vrijdag: 09.00 - 21.00 uur

    Zaterdag: 09.00 - 18.00 uur

    Extra koopavonden: 18.00 - 21.00 uur

 

Bijlage bij tarieventabel parkeerbelastingen 2021: kaart parkeerzones

afbeelding binnen de regeling

Deze kaart behoort bij het raadsbesluit van 12 november 2020 tot vaststelling van de Verordening parkeerbelastingen 2021

De griffier,

G.H. Kocken