Verordening participatieadviesraad sociaal domein Waddinxveen 2015

Geldend van 24-12-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening participatieadviesraad sociaal domein Waddinxveen 2015

De raad der gemeente Waddinxveen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

gelet op artikel 2.1.3, derde lid, van de Wmo 2015, artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Wmo-raad en van de Cliëntenraad PSW van 16 september 2015

Overwegende dat

- zij adequaat moet kunnen blijven reageren op de voortschrijdende ontwikkelingen rond de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet en Participatiewet;

- zij via cliënten- en burgerparticipatie het beleid rond Jeugdwet, Wmo en Participatiewet en de uitvoering ervan verder vorm en inhoud dient te geven;

- het uitbreiden naar het Sociale Domein van de Participatiewet en Jeugdwet een wijziging van de eerder vastgestelde “Verordening Wmo-raad 2010” en de “Verordening Cliëntenparticipatie 2010” noodzakelijk maakt

Besluit:

de Verordening participatieadviesraad sociaal domein Waddinxveen 2015 vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. - Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    College: College van burgemeester en wethouders van Waddinxveen

  • ·

    Wethouder(s): de wethouder verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot het sociale domein;

  • ·

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • ·

    Beleid sociale domein: voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente ten aanzien van het sociale domein;

  • ·

    Beleidsfases: inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan,

  • ·

    vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, evaluatie;

  • ·

    Contactambtenaar: de beleidsmedewerker van de gemeente, die deskundig is op het gebied

  • ·

    van het sociaal domein;

  • ·

    Voorzitter: de voorzitter van de participatieadviesraad Waddinxveen;

  • ·

    Secretaris: lid van de participatieadviesraad die op voordracht van de participatieadviesraad hiervoor wordt aangewezen;

  • ·

    Periodiek overleg: officieel overleg tussen wethouder(s) en de participatieadviesraad.

  • ·

    Participatieadviesraad Sociaal Domein: een door het college ingestelde, onafhankelijke adviescommissie ex artikel 84 van de Gemeentewet, verder te noemen participatieadviesraad;

  • ·

    Kamer: groep bestaande uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties, inwoners en kernleden van de participatieadviesraad, die gezamenlijk een taakgebied ter hand nemen;

  • ·

    Taakgebied: één taakgebied omvat een aantal beleidsgebieden met een samenhang.

Artikel 2. - Rechtsvorm

De participatieadviesraad is een commissie ex artikel 84 van de Gemeentewet.

Artikel 3. - Doelstelling

Het doel van de participatieadviesraad is de gemeente goed en tijdig te voorzien van adviezen met betrekking tot het sociaal domein.

De gemeente beoogt hiermee:

  • a.

    bevorderen dat inwoners zich betrokken voelen bij wat er zich voordoet in hun gemeente;

  • b.

    het behartigen van de collectieve belangen van uitkeringsgerechtigden van de gemeente;

  • c.

    bijdragen aan de verdere ontwikkeling van actieve en betrokken gemeenschappen (civil society);

  • d.

    het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van wijken en buurten.

Artikel 4. - Voordracht, benoeming en zittingsduur

  • 1. Werving van de onafhankelijk voorzitter en de leden vindt plaats via een open sollicitatieprocedure.

  • 2. Het college benoemt op voordracht van de participatieadviesraad een onafhankelijk voorzitter en de leden.

  • 3. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van hun benoeming van het college waarin is opgenomen wanneer de zittingsperiode aanvangt en afloopt.

  • 4. Voorzitter en leden die vanaf inwerkingtreding van deze verordening nieuw aantreden dienen woonachtig te zijn in de gemeente Waddinxveen en in de GBA ingeschreven te zijn.

  • 5. Zittingsduur

    • a.

      De zittingsduur is 4 jaar;

    • b.

      een benoeming kan eenmaal verlengd worden voor een periode van vier jaar;

    • c.

      een lid van de participatieadviesraad kan zijn lidmaatschap tussentijds schriftelijk beëindigen;

    • d.

      de participatieadviesraad zorgt ervoor dat bij het aftreden van leden in de vacature wordt voorzien.

  • 6. De voorzitter en de leden van de participatieadviesraad sociaal domein worden geselecteerd op basis van de profielschetsen, door het college vast te stellen.

Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden

Artikel 5 - Taken van het college

  • 1. Het college zal de participatieadviesraad, actief, dan wel op verzoek informeren over de voor deze raad relevante beleidsontwikkelingen en voornemens daartoe;

  • 2. Het college,

    • a.

      zal gevraagde adviezen geheel of gedeeltelijk overnemen of die, mits deugdelijk gemotiveerd, naast zich neerleggen;

    • b.

      zal ongevraagde adviezen geheel of gedeeltelijk bij zijn beleid betrekken dan wel deugdelijk gemotiveerd terzijde leggen;

    • c.

      zorgt ervoor dat de raad tijdig een adviesaanvraag, met de bijbehorende documenten ontvangt. Dat wil zeggen dat het college in principe zes weken voor het verwachte advies die aanvraag aan de participatieadviesraad voorlegt. In uitzonderlijke gevallen treedt zij in overleg met het DB van de participatieadviesraad om te komen tot afspraken over een kortere termijn van advisering, ten einde besluitvorming in het college en de gemeenteraad tijdig te laten plaatsvinden.

    • d.

      Een advies wordt gelijktijdig met het voorstel van het college aan de gemeenteraad verzonden.

  • 3. Overleg

    a.Tenminste twee maal per jaar vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen een delegatie van de participatieadviesraad en de wethouder(s) Sociaal Domein.

Artikel 6 - Taken en bevoegdheden van de participatieadviesraad

  • 1. De taak van de participatieadviesraad bestaat uit:

    • a.

      het college gevraagd en ongevraagd adviseren over de regelingen in het sociaal domein en in de breedste zin van het woord adviseren over vorming, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid, Jeugdwet en beleid inzake de socialezekerheidswetten, die ter uitvoering aan de gemeente zijn toegewezen;

    • b.

      het binnen de afgesproken termijn (zie ook artikel 5, lid 2 c) geven van een gevraagd advies. Indien die termijn niet haalbaar is, zal de adviesraad hierover contact met het college opnemen;

    • c.

      het zich actief oriënteren op ontwikkelingen op het taakveld van de Wmo inclusief leefomgeving en veiligheid, Jeugdwet en werk en inkomen (Participatiewet) binnen de gemeente Waddinxveen;

    • d.

      het signaleren van knelpunten die ervaren worden binnen doelgroepen waar het de uitvoering van de Wmo, Jeugdwet en werk en inkomen betreft;

    • e.

      het zo nodig doen van voorstellen tot wijziging en/of vernieuwing van gemeentelijk beleid en/of regelingen op het gebied van de Wmo, jeugdwet, werk en inkomen en aanverwante regelingen.

    • f.

      een advies dat op verzoek van het college wordt uitgebracht wordt uiterlijk 10 werkdagen voordat het college voornemens is het beleid vast te stellen toegezonden.

    • g.

      Indien van toepassing neemt de participatieadviesraad sociaal domein in het advies tevens de zienswijze van Waddinxveense burgers en organisaties op, inclusief de reden waarom dit al dan niet in het definitieve advies is overgenomen.

  • 2. Uitsluiting

    ·Niet tot de taken van de participatieadviesraad behoren: behandeling van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten of individuele medewerkers van de gemeente betrekking hebben en/of het behartigen van hun belangen.

Artikel 7. - Financiële en inhoudelijke verantwoording

  • 1. Begroting

    ·De participatieadviesraad presenteert uiterlijk 1 september voorafgaande aan het betreffende boekjaar een werkplan met de daarbij behorende begroting.

  • 2. Verantwoording

    ·Na afloop van een kalenderjaar biedt de participatieadviesraad vóór 1 april van het daaropvolgende jaar aan het college een inhoudelijk en financieel jaarverslag aan.

Artikel 8. - Samenstelling participatieadviesraad

  • 1. De participatieadviesraad,

    • a.

      bestaat in beginsel uit een oneven aantal leden, inclusief de voorzitter maximaal 9 leden;

    • b.

      wordt ondersteund door een eigen secretariaat.

  • 2. De voorzitter,

    • a.

      is een onafhankelijk voorzitter die streeft naar consensus binnen de participatieadviesraad.

  • 3. Uitsluiting:

    • a.

      leden van het college, de gemeenteraad (inclusief fractievertegenwoordigers), gemeente ambtenaren,

    • b.

      een ondersteuner en/of betaalde notulist, die wordt ingehuurd door de participatieadviesraad, kunnen geen lid zijn van de participatieadviesraad.

Artikel 9. - Facilitering

De gemeente faciliteert de participatieadviesraad bij zijn taakuitvoering, via onder andere:

  • a.

    het gevraagd en ongevraagd doen toekomen van voldoende en relevante beleids- en andere op de taakvelden toegesneden informatie. Dit gebeurt op een dusdanig tijdstip, dat, indien van toepassing, die informatie betrokken kan worden bij de advisering;

  • b.

    er wordt bestuurlijk contact onderhouden tussen de Participatieadviesraad en het college;

  • c.

    het toewijzen van een ter zake kundige contactambtenaar als

    • -

      intermediair tussen college, gemeentelijke afdelingen en de participatieadviesraad;

    • -

      een gesprekspartner voor de participatieadviesraad, er wordt bestuurlijk contact onderhouden tussen de participatieadviesraad en het college;

  • d.

    het, voor zover mogelijk, ter beschikking stellen van ruimte en vergaderfaciliteiten voor vergaderingen van de participatieadviesraad;

  • e.

    het onder de volgende voorwaarden toekennen van een jaarlijks vast te stellen werkbudget;

    -de participatieadviesraad stelt binnen dat budget een begroting op ter dekking van de kosten voor onder andere: een vaste onkosten vergoeding van de leden; secretariële ondersteuning; opbouw en onderhoud website, deskundigheidsbevordering; professionele ondersteuning; lidmaatschappen, huur vergaderaccommodaties etc.

Artikel 10. - Huishoudelijk reglement

Onverminderd de bevoegdheid van het college om ter zake voorschriften te geven voor de verordening, regelt de participatieadviesraad zelf de wijze van werken, evenwel met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

De participatieadviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat aan het college ter informatie wordt voorgelegd. In het huishoudelijk reglement wordt ten minste bepaald:

  • a.

    de instelling van een dagelijks bestuur, dat naast de voorzitter tenminste bestaat uit een vicevoorzitter, secretaris en penningmeester;

  • b.

    de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur;

  • c.

    het werken met kamers en de verdeling van taakgebieden;

  • d.

    de vergaderorde.

De kamers zullen:

  • a.

    hun externe netwerken betrekken bij hun taken voor de participatieadviesraad;

  • b.

    zoveel mogelijk aansluiting vinden, co creatie/coproductie, bij / met de gemeentelijke organisatie.

Artikel 11 - Periodiek overleg

  • 1. De wethouders die het sociaal domein in hun portefeuille hebben, wonen twee maal per jaar (een deel van) de algemene vergadering met alle leden van de participatieadviesraad bij. Daarnaast vindt er twee maal per jaar overleg plaats met de wethouder(s) en een vertegenwoordiging van de participatieadviesraad, waaronder in ieder geval de voorzitter. De voorzitter van de participatieadviesraad zit deze overleggen voor.

  • 2. De voorzitter van de participatieadviesraad overlegt minimaal vier keer per jaar met een vertegenwoordiger van de gemeente die betrokken is bij de uitvoering van (een van) de drie wetten. De voorzitter van de participatieadviesraad zit deze overleggen voor.

Artikel 12 - Geheimhouding

  • 1. De leden van de participatieadviesraad houden zich in voorkomende gevallen aan een opgelegde c.q. afgesproken embargoperiode.

  • 2. De leden van de participatieadviesraad dragen zorg voor de bescherming van de privacy van inwoners en cliënten die zich op enigerlei wijze tot een van de raden wenden.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 13 - Intrekken oude verordening

De Verordening Wmo-raad Waddinxveen 2010 en de Verordening cliëntenparticipatie Waddinxveen 2010 worden ingetrokken.

Artikel 14 - Bekendmaking en evaluatie

  • 1. Zowel de gemeente als de participatieadviesraad maken het bestaan van de participatieadviesraad algemeen bekend. Daarnaast zorgt de gemeente voor bekendmaking van de verordening.

  • 2. Evaluatie: De participatieadviesraad evalueert periodiek tezamen met de gemeente de samenwerking. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe namens de gemeente en de participatieadviesraad door het college een voorstel ingediend bij de gemeenteraad; De participatieadviesraad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter en de leden te vervangen, met dien verstande, dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de participatieadviesraad.

  • 3. In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college in en na overleg met het DB van de participatieadviesraad.

Artikel 15 - Inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt één dag na bekendmaking in werking.

Artikel 16 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatieadviesraad sociaal domein Waddinxveen 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 december 2015
De griffier, De burgemeester,
(mr. F.W. van der Dussen) (Drs. H.P.L. Cremers)

Bijlage Toelichting op de Verordening participatieadviesraad sociaal domein Waddinxveen 2015

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2.1.3, derde lid, van de Wmo 2015, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 47 van de Participatiewet.

Artikel 2.1.3, derde lid, van de Wmo 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet (waarin artikel 2.1.3, derde lid, van de Wmo van overeenkomstige toepassing wordt verklaard) dragen de gemeenteraad op bij verordening te bepalen op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten. Daarbij wordt in ieder geval geregeld op welke wijze zij:

  • 1.

    in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;

  • 2.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • 3.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • 4.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • 5.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • 6.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

 

Artikel 47 van de Participatiewet bevat een vergelijkbare bepaling, zij het dat de doelgroep personen betreft als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers.

Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • 1.

    die algemene bijstand ontvangen;

  • 2.

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • 3.

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • 4.

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • 5.

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • 6.

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • 7.

    personen zonder uitkering;

  • 8.

    en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

 

Kamers en taakgebieden

 

In de participatieadviesraad (Par) zullen cliëntenparticipatie en burgerparticipatie op de volgende terreinen verenigd worden: Jeugdwet(passend onderwijs), Wmo(zorg), Participatie (werk en inkomen), mantelzorgers/vrijwilligers, ouderen.

De taakgebieden per kamer zijn gebaseerd op de bovengenoemde terreinen. De verdeling kan op basis van ervaringen tussentijds en in overleg met het college door de participatieadviesraad worden aangepast.

 

De kamer per taakgebied:

- wordt aangestuurd door een voorzitter en vicevoorzitter, zij worden benoemd door het college als lid van de participatieadviesraad;

- de leden van de kamer ondersteunen de leden van de participatieadviesraad bij het voorbereiden van gevraagde en ongevraagde adviezen voor het college;

- de verschillende belangenorganisaties in Waddinxveen, zoals daar zijn Platform Gehandicapten Waddinxveen, Platform Sociaal Waddinxveen, Diaconaal Platform, Seniorenraad, VG-belang, Zorgvragers Organisatie Midden-Holland, Wijkplatforms, zijn nauw betrokken door:

  • 1.

    voordracht van leden voor de kamers

  • 2.

    inbreng van specifieke deskundigheid met betrekking tot de taakgebieden;

- luistert en kijkt naar wat er in de gemeente gebeurt op het gebied van de Wmo/ Jeugdwet en Participatie wet;

- voedt de participatieadviesraad met informatie en ideeën, zodat deze snel en kundig kan participeren in de beleidsontwikkeling;

- heeft contact met de achterban en netwerk (inwoners van Waddinxveen);

Kamer: Zorg en welzijn

De kamer Zorg en Welzijn, heeft als taakgebied:

• Wmo

• verlenen voorzieningen;

• ondersteuning ouderen/mensen met een beperking;

• maatschappelijke opvang;

• OGGZ;

• verslavingszorg;

• welzijnsactiviteiten;

• ondersteuning en respijtzorg;

• zorgbereidheid en zorgbeschikbaarheid;

• preventief beleid;

• zorg gerelateerd wonen;

• Mantelzorg

 

Kamer: Leefbaarheid en Veiligheid

De kamer Leefbaarheid en Veiligheid, heeft als taakgebied

• versterken van maatschappelijke verbanden;

• bevorderen leefbaarheid en veiligheid;

• toegankelijkheid en infrastructuur;

• bevorderen maatschappelijke participatie;

• leefomgeving.

 

Kamer: Jeugd, opvoeding en onderwijs

De kamer Jeugd, Opvoeding en onderwijs heeft als taakgebied:

• Wet Jeugd

• ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien;

• jeugdpreventiebeleid;

• vrijetijdsbesteding en opvang jeugd;

• onderwijs, voor zover de gemeentelijke bevoegdheid

•Jeugdwet.

 

Kamer: Werk en inkomen

De kamer Werk en Inkomen heeft als taakgebied:

 • Cliëntenvertegenwoordiging Sociale Zaken;

• Participatiewet

• Minima beleid en Bijstand

• schuldhulpverlening

• informatievoorziening en advies.

 

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

 

Artikel 4 - Voordracht, benoeming en zittingsduur

Het college benoemt de voorzitter en de leden van de participatieadviesraad. De benoeming van de leden kan gemandateerd worden aan de verantwoordelijk wethouders.

 

Artikel 5 - Taken van het college

In dit artikel wordt bepaald welke taken het college heeft ten aanzien van de burger- en cliëntenparticipatie en welke termijnen daarvoor staan.

Om een advies te formulieren dat wezenlijk van invloed kan zijn op het te nemen besluit dient een adviesaanvraag tijdig bij de participatieadviesraad te worden ingediend.

 

De termijn wordt bepaald aan de hand van de tijd die minimaal nodig is voor de participatieadviesraad om dit advies vorm te geven waarbij tevens een zienswijze gevraagd kan worden aan de organisaties uit het netwerk van de participatieadviesraad. Tevens wordt rekening gehouden met tijd die nodig is om inwoners van Waddinxveen de mogelijkheid te bieden om tijdens een vergadering van de participatieadviesraad hun zienswijze te geven. Daarnaast is tijd nodig voor het ambtelijk apparaat om het advies te verwerken in het beleidsvoorstel aan het college en een antwoord aan de participatieadviesraad sociaal domein te formuleren. Een collegeadvies wordt een week voor behandeling in het college ingediend. Dit alles bij elkaar opgeteld betekent dat, dat de adviesaanvraag uiterlijk 6 weken voor de datum waarop het college voornemens is het beleid vast te stellen moet worden toegezonden aan de participatieadviesraad.

 

Het kan zijn dat in het voortraject van de vorming van een collegeadvies de participatieadviesraad al zover is meegenomen in de voorbereidingen, dat de termijn van 6 weken verkort kan worden. Het kan echter ook zijn dat voor adviesvorming een uitgebreide raadpleging van meerdere partijen nodig is die meer tijd vergt. In dergelijke situaties kunnen tussen de participatieadviesraad en de gemeente vroegtijdig afspraken worden gemaakt over een aangepaste termijn.

De inwoners van Waddinxveen en maatschappelijke organisaties worden op deze wijze op de hoogte gesteld van de adviesvraag betreffende het voorgenomen beleid en kunnen via de vergaderingen van de participatieadviesraad hun input leveren ten behoeve van de adviesvorming.

 

De participatieadviesraad ontvangt binnen 4 weken na het collegebesluit een reactie op haar advies. Mocht de reactie van het college de termijn van 4 weken overschrijden na het ingediende advies van de participatieadviesraad, dan wordt de raad hiervan tijdig op de hoogte gesteld en geïnformeerd over de uiterste datum waarop zij alsnog een reactie op het advies kunnen verwachten.

 

Artikel 6 - Taken en bevoegdheden participatieadviesraad

Behalve de taken en bevoegdheden van de participatieadviesraad wordt in dit artikel ook de inspraak van burgers en Waddinxveense organisaties geregeld.

 

De participatieadviesraad zorgt voor een effectieve en efficiënte handels- en werkwijze. De wijze waarop dit gebeurt wordt nader uitgewerkt in het huishoudelijk reglement.

Uitgangspunt van de advisering is dat er sprake is van een gewogen maatschappelijk draagvlak binnen de beleidsterreinen op het gebied van het sociaal domein.

Voor de adviesvorming worden de (belangen-)organisaties in de Waddinxveense samenleving gevraagd naar hun zienswijze en de signalen vanuit de samenleving.

 

De leden van de participatieadviesraad hebben enerzijds oog voor beleid en bestuur en vervullen anderzijds een brugfunctie naar de Waddinxveense samenleving.

 

Behalve organisaties uit het netwerk kunnen ook andere organisaties reageren en hun zienswijze geven. Evenals de inwoners van Waddinxveen worden zij via berichtgeving op de gemeentepagina op de hoogte gesteld van deze adviesaanvraag en kunnen zij reageren tijdens de openbare vergadering van de participatieadviesraad.

 

Rond de participatieadviesraad wordt een 'netwerk’ samengesteld van representatieve Waddinxveense maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk of politieke doelstelling die sociaal maatschappelijke betrokken zijn en deskundig op (een deel van) het sociaal domein. Leden van dit netwerk kunnen door de participatieadviesraad om hun zienswijze worden gevraagd ten behoeve van een te vormen advies op beleidsvoornemens van het college die van invloed zijn op de doelgroep en de dienstverlening van deze organisaties. Het is daarbij van belang dat de te geven zienswijze gevormd wordt vanuit cliënt- of burgerperspectief en niet ingezet wordt om strategische doelen van de eigen organisatie te behalen.

 

Binnen dit netwerk hebben de volgende organisaties zitting:

  • 1.

    Organisaties voor individuele belangenbehartiging (statutair vastgelegd);

  • 2.

    Organisaties voor collectieve belangenbehartiging (statutair vastgelegd);

  • 3.

    Organisaties met een (dienstverlenings-)aanbod voor inwoners van Waddinxveen waarmee uitvoering gegeven wordt of tegemoet gekomen wordt aan een of meerdere wetten binnen het sociaal domein;

  • 4.

    Organisaties die toegerust en uitgerust zijn met de opgebouwde expertise, ervaringsdeskundigheid en/of praktijkdeskundigheid betreffende een specifieke groep Waddinxveense gebruikers van een of meerdere wetten binnen het sociaal domein, waaronder:

    • 1.

      Organisaties die intensief betrokken zijn bij kwetsbare mensen en mensen met een complexe sociale problematiek;

    • 2.

      Organisaties die betrokken zijn bij de Waddinxveense samenleving en een representatieve achterban hebben binnen het sociaal domein.

 

Wanneer de adviesaanvragen regionaal beleid betreffen worden ook organisaties vanuit de regio betrokken.

 

Artikel 7 - Financiële en inhoudelijke verantwoording

Het college stelt een budget vast voor de participatieadviesraad .

 

Artikel 10 - Huishoudelijk reglement

Met betrekking tot de inrichting van de vergaderingen wordt in het huishoudelijk reglement tevens beschreven op welke wijze de openbaarheid van vergaderingen geregeld wordt zodat Waddinxveense burgers en organisaties in de gelegenheid zijn hun zienswijze te geven op een te vormen advies. Verder wordt opgenomen hoe de adviesvorming gebeurt bij adviezen waar een embargoperiode voor afgesproken is en de wijze waarop, indien van toepassing, de bescherming van de privacy in gewaarborgd van burgers en cliënten die zich tot de participatieadviesraad wenden.

Tevens worden de afspraken opgenomen over de begroting en de in- en externe communicatie. 

 

Artikel 13 - Intrekken oude verordeningen

De Verordening Wmo-raad Waddinxveen 2010 en de verordening clientenparticipatie Waddinxveen 2010 welke door de gemeenteraad van Waddinxveen zijn vastgesteld dienen te worden ingetrokken.