Beleidsregels Bomenverordening 2010

Geldend van 03-11-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Bomenverordening 2010

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

1.1 de definities van artikel 1 van de Bomenverordening 2010 zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregels;

1.2 verordening: Bomenverordening 2010;

1.3 bijdrageregeling: de Bijdrageregeling monumentale bomen;

1.4 cultuurhistorische waarden: de houtopstand is van betekenis in de geschiedenis van zijn omgeving;

1.5 landschappelijke waarden: belang van de houtopstand voor de algemeen maatschappelijk aanvaarde eigentijdse belevingswaarde van natuur- en landschapsschoon;

1.6 natuurwaarden: belang van de houtopstand voor ecologie, natuurbehoud en natuurontwikkeling;

1.7 vergunning: de omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen;

1.8 waarden van stads- en dorpsschoon: het betreft hier beeldbepalende bomen binnen de bebouwde kom.

Hoofdstuk 2 Vergunning verlenen

2.1 Voor gevaarlijke en ernstige zieke bomen wordt in beginsel altijd een vergunning verleend.

2.2 Burgemeester en wethouders betrekken in de overwegingen om de vergunning al dan niet te verlenen de mate van overlast, die de belanghebbenden ondervinden van de houtopstand wegens het belemmeren van licht en lucht, vochtigheid in de woning, het verstopt raken van goten, enz..

    • a.

      Er is sprake van overlast bij sterke verduistering, (niet acuut) gevaar voor de omgeving, aantoonbaar wederkerend en onevenredig (financieel) nadeel, bijvoorbeeld ten gevolge van wortelwerking, vruchtenval, insecten en extra verdroging van tuin en erf. Ook is er sprake van overlast als een boom te groot is geworden voor de standplaats.

    • b.

      In geval van overlast dient de ernst van de overlast beoordeeld te worden in relatie tot de mogelijkheid om de overlast te verhelpen of te verminderen.

      Burgemeester en wethouder houden rekening met beleid op lange termijn. Het is beter bepaalde houtopstanden geleidelijk te vernieuwen en te verjongen, dan opeens voor het onontkoombare feit te staan dat houtopstanden geheel moeten worden "afgeschreven".

2.3Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het vellen van een houtopstand, die als monumentale boom voorkomt op de Lijst monumentale bomen, slechts indien

  • a.

    de houtopstand een direct en ernstig gevaar vormt voor de veiligheid van personen en goederen, bijvoorbeeld wegens het concrete risico van omwaaien met kans op schade en/of letsel of het belemmeren van het uitzicht voor het verkeer, tenzij de gevaarzettende toestand van de houtopstand door middel van het treffen van voorzieningen kan worden weggenomen. Voorafgaand aan een eventuele vergunning moeten de (boomverzorgings) alternatieven voor kap voldoende onderzocht zijn en als onmogelijk of zeer onwenselijk zijn aangemerkt.

  • b.

    grote maatschappelijke belangen de velling nodig maken en aan die grote maatschappelijke belangen niet anderszins tegemoet kan worden gekomen. Indien bouw of aanleg ter plaatse van een monumentale boom de reden tot de kapaanvraag is, moet allereerst duidelijk zijn dat met de realisatie van bouw of aanleg een groot maatschappelijk belang is gemoeid.

    Voorafgaand aan een eventuele vergunning moet de alternatieven voor (her)inrichting of aanpassing van de plannen voldoende onderzocht zijn en als onmogelijk of zeer onwenselijk zijn aangemerkt.

Hoofdstuk 3 Vergunning weigeren of (onder voorwaarden) verlenen

3.1 Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning weigeren of onder voorschriften verlenen als de belangen van verlening niet op wegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand.

3.2 Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning eveneens weigeren of onder voorschriften verlenen op basis van een of meer van de volgende waarden: natuurwaarden, landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden, waarden van stads- en dorpsschoon, dendrologische waarde en waarden voor recreatie en leefbaarheid.

3.3 Burgemeester en wethouders vullen ter voorbereiding van de besluitvorming een beoordelingsformulier in.

3.4 Ingeval van noodkap, in de bezwaarfase en in situaties waarin op het moment van voorbereiding van de besluitvorming al bekend is dat er bezwaren bestaan tegen het verlenen van een kapvergunning, vullen burgemeester en wethouders een uitgebreid door het college vastgesteld, beoordelingsformulier in (bijlage 1 bij deze beleidsregels).

Hoofdstuk 4 Natuurwaarden

4.1Een houtopstand kan grote ecologische betekenis hebben vanwege het belang in het plaatselijke ecosysteem, als deze

    • -

      een schuil-/broedplaats biedt aan beschermde fauna en zgn rode lijstsoorten zoals vleermuizen, marterachtigen, bijzondere insecten en vlinders en jaarrond beschermde en rode lijstvogelsoorten zoals boomvalk, groene specht, ransuil en steenuil;

    • -

      fourageergelegenheid biedt aan beschermde fauna;

    • -

      huisvesting biedt aan beschermde flora en rode lijstsoorten, zoals de maretak of zeldzame mossen.

4.2De houtopstand heeft natuurwaarde als onderdeel van bijvoorbeeld een bos, gemeentelijke en/of landelijke verbindingszone, EHS, Natura 2000, stedelijke groenstructuur zoals vermeld in de structuurvisie of groenbeleidsplan, als aan die natuurwaarde afbreuk wordt gedaan wanneer de houtopstand wordt gekapt.

Hoofdstuk 5: Landschapswaarden

Een houtopstand is van landschappelijke betekenis als door de velling van de houtopstand de waarde van een mooi, bijzonder of karakteristiek landschap aanzienlijk daalt, de herkenbaarheid verminderd of een karakteristiek landschapselement verloren gaat.

Hoofdstuk 6: Cultuurhistorische waarden

Een houtopstand is cultuurhistorisch waardevol als deze een rol van betekenis speelt in de geschiedenis van zijn omgeving, bijvoorbeeld

  • -

    bomen die herinneren aan historische ontwikkelingen, gebruiken en/of gebeurtenissen,

  • -

    bomen die een bepaald punt markeren of

  • -

    gedenkbomen.

Hoofdstuk 7: De houtopstand is bepalend voor straat- of stadsbeeld

Een houtopstand is bepalend voor straat of stadsbeeld als:

  • -

    de houtopstand onderdeel is van een beschermd stads-/dorpsgezicht;

  • -

    de houtopstand onderdeel is van een rijksmonument;

  • -

    de houtopstand een onderdeel is van een gemeentelijk monument;

  • -

    de houtopstand een bijzondere waarde voor zijn omgeving vertegenwoordigt als gevolg van hoogte, dikte, vorm, leeftijd, soort etc. en deze waarde kan niet overgenomen worden door een andere houtopstand in de buurt;

  • -

    de houtopstand is van bijzondere betekenis in zijn omgeving, bijvoorbeeld een fraaie treurwilg op een begraafplaats;

  • -

    de houtopstand op die plaats esthetisch waardevol is.Een boom is esthetisch waardevol als deze een bijzondere vorm heeft aangenomen(bijvoorbeeld meerstammig, zware gesteltakken) of een bijzondere of intensieve beheers-vorm heeft (bijvoorbeeld knot- of leiboom, hakhout).

Hoofdstuk 8: De houtopstand is van dendrologische betekenis (bijzondere soort)

Een boom is dendrologisch waardevol als de soort in Nederland of in Wageningen en omgeving zeldzaam of zeer zeldzaam is.

In het boek ‘Nederlandse dendrologie’ van dr. B.K. Boom wordt dit per variëteit aangegeven. Het is denkbaar dat er boomsoorten zijn die in Nederland algemeen voorkomen, maar in Wageningen wel zeldzaam en van dendrologische betekenis zijn.

Ook algemene bomen van bijzondere ouderdom of omvang of bijzondere herkomst of zaadgaarden die genetisch waardevol zijn, worden als dendrologisch waardevol in de zin van de Bomenverordening 2010 beschouwd.

Hoofdstuk 9: Waarden voor recreatie en leefbaarheid

De houtopstand die op openbaar toegankelijk terrein staat wordt algemeen gewaardeerd uit recreatief oogpunt of uit oogpunt van leefbaarheid. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de schaduwwerking van de boom of de functie van klimboom voor de jeugd.

Hoofdstuk 10: Herplant

10.1 Een boom vertegenwoordigt vele waarden (ecologisch, cultuurhistorisch, landschappelijk etc.) om deze te handhaven is in geval van verlening van een vergunning, herplant gerechtvaardigd. De herplant is er altijd op gericht de situatie te herstellen. Herplant kan en mag echter niet willekeurig opgelegd worden.

10.2 In de volgende situaties kan worden afgezien van het opleggen van een herplant:

    • a.

      Door de kap wordt het natuurlijk evenwicht ter plaatse niet verstoord;

    • b.

      In de omgeving is voldoende jonge aanplant aanwezig;

    • c.

      De kapvergunning wordt verleend om zogenaamde groeibomen een kans te geven.

10.3 Voor elke met vergunning te kappen monumentale boom wordt een herplant opgelegd van eenzelfde aantal bomen met een omtrek van 40-50 cm.

10.4 In het buitengebied en Wageningen Hoog wordt voor elke met vergunning te kappen boom een herplantplicht opgelegd van eenzelfde aantal bomen met een omtrek van 25-30 cm.

10.5 In alle overige gevallen wordt voor elke met vergunning te kappen boom een herplantplicht opgelegd van eenzelfde aantal bomen met een omtrek van 20-25 cm.

10.6 In geval van een niet geslaagde herplant of uitval binnen vijf jaar na de aanplant, dient opnieuw te worden herplant.

10.7 In geval van illegale kap van een houtopstand wordt voor elke gekapte boom een herplant van twee bomen opgelegd, met een omtrek overeenkomstig het bepaalde in het derde, vierde en vijfde lid van dit artikel.

10.8 In geval van illegale kap van een monumentale boom wordt altijd een financiële compensatie opgelegd, overeenkomstig hoofdstuk 11.4 van deze beleidsregels, omdat een herplant van een vergelijkbare boom niet mogelijk is.

10.9 Wanneer in een vergunning een herplantplicht wordt opgelegd, dan wordt in die vergunning de locatie hiervoor bepaald.

Hoofdstuk 11: Financiële compensatie in plaats van herplant

Wanneer ter plaatse van een te kappen boom herplant niet mogelijk is, dan kan de herplantplicht worden vervangen door het storten van een financiële bijdrage (op het product wijk- en buurtbeheer, subproduct bomen).

11.1 Financiële compensatie is mogelijk in situaties als bedoeld in artikel 9 lid 3, artikel 11 lid 2 en artikel 11, lid 3 van de verordening.

11.2 De financiële compensatie voor een met vergunning gekapte boom bedraagt € 200,- per boom;

11.3 De financiële compensatie voor een met vergunning gekapte monumentale boom bedraagt € 500,- per boom;

11.4 De financiële compensatie voor een zonder vergunning gekapte boom is gelijk aan de boomwaarde, die wordt berekend overeenkomstig het rekenkundig model volgens de laatst bekende richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen.

11.5 De middelen worden aangewend voor herplant, instandhouding of kwaliteitsverbetering van (monumentale) houtopstand.

11.6 De ten behoeve van herplant ontvangen middelen worden zo dicht mogelijk in de omgeving van de te compenseren houtopstand besteed.

11.7 De besluitvorming over de besteding van de middelen vindt zoveel mogelijk plaats per project tegelijkertijd met het verlenen van de vergunning.

11.8 De besteding vindt zo veel mogelijk binnen een jaar na storting plaats.

Hoofdstuk 12: Noodkap

12.1 De toestemming voor noodkap wordt uitsluitende gegeven indien een vergunningaanvraag en een –verleningstraject niet kan worden afgewacht om reden dat er onmiddellijk gevaar dreigt voor mensen, dieren of zaken.

12.2 In afwijking van de reguliere kapvergunning procedure kan in geval van noodkap rechtstreeks contact worden opgenomen met de medewerker Loket van het team Vergunningen.

12.3 Als dat voor de beoordeling van het verzoek om noodkap noodzakelijk is, wordt de eigenaar van de boom gevraagd om een deskundigenrapport te overleggen.

12.4 Een verzoek tot noodkap kap gaat vergezeld van foto’s, waaruit de noodzaak om onmiddellijk te kappen blijkt. Zonodig worden foto’s tijdens of na het kappen gemaakt, bijvoorbeeld van een holle boom.

12.5 In geval van noodkap wordt het uitgebreide beoordelingsformulier aanvraag Wabo-vergunning ingevuld (bijlage 1).

Hoofdstuk 13: Aanvullende voorschriften

In situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college van burgemeester en wethouders met in acht neming van de redelijkheid en de billijkheid.

Hoofdstuk 14: Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Bomenverordening 2010.

Hoofdstuk 15: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie in De Stad Wageningen.

Bijlage 1 Uitgebreid beoordelingsformulier aanvraag Wabo-vergunning om een houtopstand te vellen of te doen vellen

Datum aanvraag : …………………

Naam aanvrager : …………………

Beoordeeld door : …………………

Locatie : …………………

Aangevraagde bo(o)m(en) soort : …………………

Diameter

(Indien het een aanvraag betreft voor meerdere, met elkaar verweven bomen kan 1 formulier

gebruikt worden, anders per boom een apart formulier invullen)

A.Belang van de aanvrager:

1. Reden van de aanvraag : …………………

2. Verhouding boom / beschikbare groeiplaats

  • a.

    huidige grootte van de boom : klein/ gemiddeld/ groot

  • b.

    huidige ruimte bovengronds : voldoende/ onvoldoende

  • c.

    toekomstige ruimte bovengronds : voldoende/ onvoldoende

  • d.

    huidige ruimte ondergronds : voldoende/ onvoldoende

  • e.

    toekomstige ruimte ondergronds : voldoende/ onvoldoende

3. Groeistoornissen (ziekte, groeiplaatsproblemen etc.) : wel / niet van toepassing

  • a.

    aard : ………………….

  • b.

    mate : gering/ matig/ ernstig/ dode boom

4. Mate van schaduwwerking : gering/ matig/ ernstig/ n.v.t.

Specificatie / toelichting : …………………

5. Mate van blad-/ vruchtval (soortafhankelijk) : gering/ matig/ ernstig/ mastjaar/n.v.t.

6. Mate van overige overlast : gering/ matig/ ernstig/ n.v.t.

Specificatie /toelichting :…………………

7. Mate van gevaarzetting/ risico (zie ook B8) : gering/ matig/ ernstig/ n.v.t.

Specificatie en (vermoedelijke) oorzaak : ………………….

8. Mate van economisch nadeel/schade ( aan wegdek, huis e.d.) : gering/matig/ernstig/n.v.t./eenmalig/ wederkerend/onophoudelijk

Specificatie / toelichting : ………………..

9. Is er sprake van een gemeentelijke bomenbeheerplan? : ja / nee

Verwijzing beheerplan (titel, jaartal, bladzijde) : …………………

10. Samenloop met andere procedures : ja / nee / omgevingsvergunning

Zo ja, a. welke : bouw-/ aanleg-/ uitritvergunning/

Anders : ………………………

  • b.

    planaanpassing mogelijk? : ja / nee

  • c.

    bouw -/ aanleg-/ uitritvergunning al verleend? : ja/ nee

indien ja, nummer(s): ……………….

11. Overige belangen : ……………….

B. Belang van het boombehoud:

A: Staat de boom op de Lijst van monumentale bomen : ja / nee

B: Is de boom geplant in het kader van een eerdere herplantplicht? : ja / nee

Toelichting/ verwijzing naar het eerdere besluit:……………………………....

C: Vellen van de boom is in strijd met het vigerende bestemmingsplan : ja / nee

Specificatie/toelichting : ………………………………………………..

Aankruisen wat van toepassing is:

O de boom is onvervangbaar in het kader van het behoud van het karakter van de omgeving: zonder de boom is de omgeving niet meer compleet. Hier spelen de begrippen “landschapswaarde” en “cultuurhistorische waarde” een rol;

O de boom is onderdeel van gemeentelijke en/of landelijke verbindingszone, EHS, Natura 2000 en/of stedelijke groenstructuur zoals vermeld in de structuurvisie of groenbeleidsplan;

O de boom is van belang voor recreatie en leefbaarheid;

O de verschijning van de boom is bepalend voor straat- of stadsbeeld;

O de boom is dendrologisch van grote waarde, vanwege soort en variëteit in combinatie met leeftijd, grootte en zeldzaamheid;

O de boom is van Wagenings belang: typerend voor de Wageningse situatie of zeldzaam in de Wageningse situatie;

O de boom biedt schuilgelegenheid/broedplaats/foerageerplaats voor beschermde fauna

O de boom is van belang voor huisvesting beschermde flora

O de boom is cultuurhistorisch waardevol;

O herdenkingsboom; geplant ter gelegenheid van een belangrijke gebeurtenis (bijvoorbeeld geboorte van een prins of prinses, een huwelijk, een jubileum); deze bomen zijn vaak ook geadopteerd, bijvoorbeeld door een school;

O markeringsboom; geplant ter markering, zoals grensbomen in het agrarisch gebied, of bakenbomen langs de rivieren; heeft te maken met de nederzettingsgeschiedenis;

O boom heeft een bijzondere groei- of snoeivorm, bijvoorbeeld kunstsnoeivorm of oude doorgegroeide hakhoutstoven, op een bijzondere manier twee of meerstammig.

O

O

C. Conditie van de boom

1. Conditie : slecht / matig / redelijk/ goed

2. Stabiliteit/ breukvastheid

  • a.

    wortelstelsel : slecht / matig / redelijk/ goed

  • b.

    stam : slecht / matig / redelijk/ goed

  • c.

    kroon : slecht / matig / redelijk/ goed

  • d.

    onlosmakelijk deel van het geheel : ja / nee

(bijv. een groep dicht op elkaar staande bomen met in elkaar verstrengeld)

3. Levensverwachting : < 5 jaar / 5-15 jaar/ > 15 jaar

4. Boomwaarde indien van toepassing : ………………………. Euro

5. Is eventueel overlast of gevaar op een andere wijze tegen te gaan dan door kap?

: ja / nee,

Toelichting : ………………………

6. Overige belangen : ………………………

D. Herplant

1. Herplantplicht volgens artikel 11 van de : ja / nee

Bomenverordening 2010

2. Mogelijkheid herplant ter plaatse : ja / nee, zie punt D4

3. Omschrijving herplant

  • a.

    soort en aantal : …………………………………………………….

  • b.

    handelsmaat : ………………….………………………………….

  • c.

    locatie : ……………………

  • 4.

    Financiële herplantverplichting : ja / nee

Hoogte bedrag : …………………………….euro

E. Eindafweging

Belang aanvrager : gering / matig / redelijk / groot

Belang boombehoud : gering / matig / redelijk / groot

Conditie boom : slecht / matig / redelijk / goed

F. Besluit

1.Verlenen

a) onder standaardvoorwaarden

b) onder bijzondere voorwaarden, namelijk;………………………………………….…....

……………………………………………..…………………………………………………………………………………………....

c) gedeeltelijk verlenen, namelijk;…………...……………………………………………………………….……..

……………………………………………………………………………………………………………………………………………..

d) noodkap, namelijk; ……………………...………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

2.Weigeren op grond van de volgende waarden en belangen:

Bijlage 2 Criteria voor noodkap

afbeelding binnen de regeling