Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor de Schulpwei

Geldend van 01-01-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor de Schulpwei

De Raad der gemeente Wassenaar;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 februari 1993,

raadsvoorstel no. 18;

gelet op de artikelen 269 en volgende van de gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting voor de Schulpwei (Katwijkseweg).

Artikel 1. Aard der belasting

  • 1. In deze gemeente wordt ter verkrijging van een billijke bijdrage in de kosten van aanleg van een riolering aan de Schulpwei (Katwijkseweg), een directe belasting geheven wegens gebouwde onroerende zaken, die door deze aanleg zijn gebaat.

  • 2. De te belasten gebouwde onroerende zaken zijn die welke zijn gelegen binnen het gebate gebied, waarvan de begrenzing op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart (nummer G 954) is aangegeven.

Artikel 2. Heffingsduur

De belasting wordt geheven gedurende de belastingjaren 1994 tot en met 2023.

Artikel 3. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 4. Belastingplicht

Belastingplichtig is degene, die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot heeft van de onroerende zaak, bedoeld in artikel 1 en die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was.

Artikel 5. Heffingsmaatstaf

  • 1. De belasting wordt berekend naar de ten tijde van de vaststelling van de belastingverordening aan de Noord-Oostzijde langs de grond gemeten kadastrale perceelslengte van de in artikel 1 bedoelde onroerende zaken.

  • 2. Bij de in het vorige lid bedoelde berekening worden onderdelen niet groter dan een halve meter verwaarloosd en onderdelen groter dan een halve meter voor één meter gerekend.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt het aantal in de heffing te betrekken strekkende meters voor de op het kadastrale perceel sectie B 7068 gelegen onroerende zaak bepaald op 12.

Artikel 6. Tarief

De belasting bedraagt per jaar voor iedere strekkende meter van de in artikel 5 bedoelde lengte € 9,52.

Artikel 7. Heffing ineens

  • 1. Op een bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoeld ambtenaar in te dienen schriftelijk verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting met betrekking tot nog niet aangevangen belastingjaren ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van die nog niet aangevangen belastingjaren.

  • 2. De contante waarde, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rente van acht en drie vierde procent 's jaars.

Artikel 8. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8a. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, van de Invorderingsweg 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingsweg 1990 met een belastingsaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijd wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Vrijstelling

Van de belasting zijn vrijgesteld de onroerende zaken, waarvoor reeds hetzij krachtens de bepalingen van de bouwverordening, hetzij op andere wijze dan door belastingheffing een bijdrage in de kosten van aanleg van de in artikel 1 genoemde voorziening aan de gemeente is betaald.

Artikel 10 [Vervallen]

Artikel 11 [Vervallen]

Artikel 12 [Vervallen]

Artikel 13 [Vervallen]

Artikel 13a. Nadere regels door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor de heffing en invordering van de baatbelasting.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1994.

  • 2. Zij kan worden aangehaald onder de titel "Verordening baatbelasting Schulpwei".

Ondertekening

Wassenaar, 22 februari 1993

De Raad voornoemd,

De Secretaris
de Voorzitter

Bijlage

afbeelding binnen de regeling