Regeling vervallen per 26-09-2012

Fraudeverordening wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Geldend van 26-09-2012 t/m 25-09-2012

Intitulé

FRAUDEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JNOGEREN GEMEENTE WASSENAAR

De Raad van de gemeente Wassenaar;

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid, onder c, van de Wet investeren in jongeren, artikel 35, lid 1, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en artikel 35, lid 1, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 september 2004, raadsvoorstel no. 04082 ;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Fraudeverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Wassenaar

Artikel 1 Beleidsplan hoogwaardig handhaving

Het college van Burgemeester en wethouders draagt zorg voor de vaststelling van een beleidsplan hoogwaardig handhaving.

Artikel 2 Inhoud van het beleidsplan

In het beleidsplan hoogwaardige handhaving wordt ingegaan op de visie van het college op hoogwaardig handhaving en de doelstellingen gericht op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Hierbij wordt ingegaan op instrumenten gericht op het voorkomen van fraude en instrumenten gericht op de aanpak van fraude.

Artikel 3 Het controleplan

In het controleplan staan de instrumenten ter voorkoming van fraude en de instrumenten gericht op de aanpak van fraude nader uitgewerkt in werkinstructies. In het controleplan wordt in ieder geval ingegaan op de volgende instrumenten:

  • a.

    risicosturing;

  • b.

    signaalsturing;

  • c.

    themacontroles.

Artikel 4 De inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 5. Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Fraudeverordening Wwb, Wij, Ioaw en Ioaz gemeente Wassenaar”.

Wassenaar, 20 september 2010

De Raad voornoemd,

de Griffier, de Voorzitter,

Toelichting

Op grond van artikel 8a van de WWB is de raad verplicht per verordening regels te stellen met betrekking tot fraudebestrijding. De tekst van artikel 8a WWB luidt als volgt:

“De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet”.

In deze fraudeverordening wordt bepaald dat het college een beleidsplan opstelt waarin de doelstellingen staan met betrekking tot het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. Het beleidsplan in het kader van het project Hoogwaardig Handhaving is inmiddels in concept opgesteld. De gemeente Wassenaar is in 2003 van start gegaan met dit project. Het doel van Hoogwaardig Handhaving is het verhogen van de nalevingsbereidheid van cliënten en de kans op misbruik van sociale regelingen te minimaliseren. Dit kan worden bereikt door een effectievere en efficiëntere controlesystematiek. Hoogwaardig handhaven kent vier samenhangende beleidslijnen die de kern vormen van het handhavingsbeleid.

Instrumenten ter voorkoming van fraude (preventie):

  • 1.

    het beter en vroegtijdig informeren van klanten over rechten, plichten en handhaving;

  • 2.

    het optimaliseren van de dienstverlening zonder belemmeringen, zodat de kans op spontane naleving wordt vergroot.

Instrumenten gericht op aanpak van fraude (repressie):

  • 3.

    vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen;

  • 4.

    bij constatering van fraude daadwerkelijk sanctioneren (afstemmen van de uitkering).

Ad 1. Vroegtijdig informeren

Uitkeringsgerechtigden moeten duidelijk worden geïnformeerd over hun rechten en plichten zodat iedereen weet wat wel en niet mag. Alleen indien uitkeringsgerechtigden tijdig en volledig zijn geïnformeerd kunnen ze worden aangesproken op hun gedrag.

Ad.2. Optimaliseren van de dienstverlening

Onnodige procedures roepen irritatie op en verminderen daardoor de bereidheid van de cliënt om de wet en regels na te leven. Door organisatorische belemmeringen weg te nemen, wordt de cliënt gestimuleerd om zich aan de regels te houden.

Ad 3. Vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen

Een belangrijk instrument in de fraudebestrijding is ‘controle op maat’. Om controle op maat uit te voeren wordt een aantal methoden beschreven in het z.g. “Controle op maat” plan.

Deze methoden zijn:

a. Risicosturing

Risicosturing houdt in: hoe meer risico, hoe intensiever de controle. Iedereen zal worden gecontroleerd, alleen de een wat meer dan de ander. Op basis van landelijke en lokale gegevens met betrekking tot fraude met bijvoorbeeld zwart werken en samenlevingsfraude zullen bepaalde criteria voor risicogroepen worden opgesteld. Afhankelijk van het risico zal er een bepaalde heronderzoekstermijn worden vastgesteld.

b. Signaalsturing

Tot slot wordt er een systeem van signaalsturing ingevoerd. Gedurende het gehele proces van intake tot beëindiging worden onduidelijkheden (signalen) die tijdens een gesprek, uit het dossier of via een tip naar voren komen afgehandeld aan de hand van het stoplichten model. Hierbij staat groen voor het reguliere controletraject, oranje voor het intensieve controletraject en rood voor het opsporingstraject.

c. Themacontrole

Daarnaast kunnen er themacontroles worden uitgevoerd. Personen die voldoen aan een bepaald criterium (bijvoorbeeld veelvuldig te laat inleveren van het maandelijkse inlichtingenformulier) worden intensief gecontroleerd op grond van een protocol.

Ad 4. Afstemmen van de uitkering

Op het moment dat er fraude wordt gepleegd zal dit niet zonder gevolgen mogen blijven. Het teveel ontvangen bedrag zal worden teruggevorderd en worden geïnd. Ook zal er een maatregel worden opgelegd. Bij een groot fraudebedrag zal er aangifte worden gedaan bij het Openbaar Ministerie. Regels hieromtrent zijn inmiddels vastgelegd in de Afstemmingsverordening WWB.

Bovenstaande vier beleidslijnen vormen het kader waarbinnen de gemeente Wassenaar de komende jaren haar handhavingbeleid in de uitvoering van de WWB inhoud gaat geven. Er ligt een duidelijke relatie met de afstemmingsverordening en met de beleidsregels rond terugvordering en het debiteurenbeleid. In de afstemmingsverordening wordt aangegeven hoe de gemeente omgaat met geconstateerde fraude. Oftewel met hoeveel procent gaat de gemeente de uitkering verlagen en hoe lang deze verlaging van de bijstandsuitkering duurt. In de beleidsregels over terugvordering en het debiteurenbeleid is terug te vinden hoe de gemeente het geconstateerde fraudebedrag van de klant terugvordert.

De uitvoering van Hoogwaardig Handhaving zal in samenwerking met de partners in de keten moeten gebeuren. Het CWI en reïntegratiebedrijven zullen moeten aangeven wanneer cliënten zich niet houden aan hun verplichtingen. Verder speelt het CWI een belangrijke rol tijdens de intake zowel voor wat betreft fraudesignalen als bij directe arbeidsbemiddeling. Uiteraard speelt ook de sociale recherche een belangrijk rol in zowel het intensieve controletraject als in het opsporingstraject.

De aanpak van fraude zal zich niet alleen beperken tot rechtmatigheidsaspecten. Bij twijfel over de woonsituatie zal bijvoorbeeld een huisbezoek een voor de hand liggend instrument zijn om de rechtmatigheid te controleren. Ook de rol van de reïntegratieconsulent wordt in het kader van hoogwaardig handhaving belangrijk. De reïntegratieconsulent zal zowel fraudesignalen moeten herkennen als personen uit risicogroepen intensief moeten bemiddelen.