Regeling vervallen per 01-01-2021

Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014

Geldend van 15-01-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014

Het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Waterland,

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het vastgestelde Zorg en Welzijn-beleid van de gemeente Waterland en de landelijk vastgestelde speerpunten van Zorg en Welzijn-beleid;

gelet op de Algemene subsidieverordening Waterland 2014,

besluit

vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteitenprogramma: het door de organisatie opgestelde programma van activiteiten met bijbehorende kostenraming waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Waterland 2014;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • d.

    incidentele subsidie: een subsidie te verlenen voor een eenmalige activiteit

  • e.

    periodieke subsidie: genormeerde, niet eenmalige, subsidie voor kosten die jaarlijks terugkeren;

  • f.

    stimuleringssubsidie: een subsidie voor vernieuwende activiteiten, voor kleine bouwwerken in de openbare ruimte of voor straatmeubilair in de openbare ruimte;

  • g.

    voorziening: een klein bouwwerk of straatmeubilair dat voldoet aan de vereisten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • h.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    Z&W: Zorg en Welzijn.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten op de volgende terreinen:

    • a.

      kunst en cultuur;

    • b.

      sport;

    • c.

      sociaal-cultureel werk;

    • d.

      bibliotheekwerk;

    • e.

      peuteropvang;

    • f.

      dierenwelzijn;

    • g.

      jaarlijks door de gemeenteraad van de gemeente Waterland in de begroting te benoemen terreinen.

  • 2. Subsidie kan ook worden verstrekt voor projecten die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en waarbij de activiteiten bestaan uit het toevoegen van een voorziening in de openbare ruimte.

  • 3. De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan of aansluiten op het vastgesteldebeleid.

  • 4. Deze regeling is niet van toepassing op de bijdrage aan ouders/opvoeders voor de kosten van peuteropvang.

Artikel 3 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

    • b.

      de subsidieaanvrager zelf in de kosten van de activiteit(en) kan voorzien uit eigen middelen en/of middelen van derden;

    • c.

      de dienst/het product waarvoor subsidie wordt aangevraagd al “afdoende” door andere organisaties wordt aangeboden;

    • d.

      de dienst/het product ook op een commerciële markt en/of door commerciële organisaties wordt aangeboden.

  • 2. Subsidieaanvragen die betrekking hebben op het bieden van zorg of steun worden niet gehonoreerd indien de aanvrager niet kan aantonen dat hij een protocol Meldcode huiselijk geweld heeft opgesteld en deze in zijn werkwijzen heeft verankerd.

Artikel 4 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Onverminderd het gestelde in artikel 3, eerste lid sub b komen kosten niet voor subsidiëring in aanmerking als zij niet direct betrekking hebben op het project of de activiteiten die in de subsidieaanvraag worden vermeld.

  • 2. Ingeval in de subsidieaanvraag opgenomen activiteiten of kosten niet of gedeeltelijk subsidiabel zijn, wordt dit in de subsidieverleningsbeschikking nadrukkelijk vermeld.

Hoofdstuk 2: Incidentele subsidies

Artikel 5 Incidentele subsidies

De incidentele subsidies kunnen verstrekt worden voor:

  • a.

    een evenement in de gemeente Waterland;

  • b.

    een culturele expositie in de gemeente Waterland.

Artikel 6 Doelgroep

Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

Artikel 7 Procedurebepalingen

  • 1. Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet uiterlijk dertien weken vóór aanvang van de activiteit worden ingediend.

  • 2. Als de aanvraag niet tijdig of onvolledig wordt ingediend is de gemeente niet gehouden om een beslissing te nemen vóór het plaatsvinden van de activiteit.

  • 3. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de wet de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4. Een organisatie kan maximaal eenmaal per jaar in aanmerking komen voor een incidentele subsidie.

  • 5. Binnen zes weken na ontvangst van de benodigde informatie voor de vaststelling van de subsidie wordt de subsidie definitief vastgesteld.

Artikel 8 Berekening van de subsidie

  • 1. Voor incidentele subsidies geldt een maximum van € 2.500,-- per aanvraag.

  • 2. De gemeente verleent een bijdrage in het subsidiabele exploitatietekort.

  • 3. Subsidieverlening vindt plaats voor het geheel van de activiteiten waarbij rekening gehouden wordt met kosten die verband houden met de organisatie, gebruik van materialen, aanschaf van duurzame goederen, inventaris en huisvesting.

  • 4. Kosten die verband houden met consumpties, versnaperingen, attenties, prijzengeld en andere gelijksoortige kosten komen niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 5. Kosten die gemaakt worden uit een oogpunt van winstbejag zoals het verhuren van barvoorzieningen, het drukken van loten en andere gelijksoortige kosten komen eveneens niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 6. Voor incidentele subsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 7. Voor incidentele subsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

Artikel 9 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Het jaarlijkse budget voor incidentele subsidies wordt voor de aanvang van het jaar waarvoor het beschikbaar is, bekend gemaakt.

  • 2. De behandeling van de aanvragen vindt plaats op volgorde van binnenkomst.

Artikel 10 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

  • 2. Incidentele subsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

  • 3. Van de bij het eerste lid genoemde wijze van vaststellen kan worden afgeweken als de vorm van de activiteiten en/of de subsidieverlening zich hier redelijkerwijze niet voor lenen. In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in dat geval duidelijk omschreven op welke wijze de subsidie wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 2A: Stimuleringssubsidies

Artikel 11 Stimuleringssubsidies

De stimuleringssubsidies kunnen verstrekt worden voor:

  • a.

    een vernieuwende activiteit of voorziening;

  • b.

    een startende activiteit voor een nieuwe organisatie of voorziening;

  • c.

    een activiteit gericht op samenwerking en versterking van het integraal voorzieningenaanbod op kernniveau;

  • d.

    een activiteit die gericht is op de maatschappelijke participatie en integratie van kwetsbare inwoners;

  • e.

    een activiteit die gericht is op het optimaliseren van het gebruik en de toegankelijkheid van maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen in de openbare ruimte.

  • f.

    een activiteit die gericht is op het stimuleren van vrijwilligerswerk en de waardering voor de vrijwillige inzet ten behoeve van de lokale gemeenschap;

  • g.

    een activiteit die bijdraagt aan het vergroten van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van onze inwoners;

  • h.

    een activiteit die bijdraagt aan het vergroten van het cultureel-historisch bewustzijn over de kernen in de gemeente Waterland.

Artikel 12 Doelgroep

  • 1. Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

  • 2. Het college kan, in afwijking van het eerste lid, besluiten subsidie te verstrekken aan natuurlijke personen die ingezetene zijn van de gemeente Waterland.

Artikel 13 Procedurebepalingen

  • 1.

    Een aanvraag voor een stimuleringssubsidie moet uiterlijk op 1 april of op 1 oktober vóór aanvang van de activiteit worden ingediend.

  • 2.

    Als de aanvraag niet tijdig of onvolledig wordt ingediend is de gemeente niet gehouden om een beslissing te nemen vóór het plaatsvinden van de activiteit.

  • 3.

    Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de wet de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 4.

    Een organisatie kan maximaal eenmaal per jaar in aanmerking komen voor een stimuleringssubsidie.

  • 5.

    Na afsluiting van de activiteit of een afgerond deel van het geheel van activiteiten, verstrekt de aanvrager binnen twee maanden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden inzage in het verloop van de activiteit onder overlegging van een exploitatieoverzicht met de nodige bewijsstukken inzake de inkomsten en uitgaven die hebben plaatsgevonden en een evaluatieverslag over de uitvoering en de resultaten, getoetst aan de beoogde doelstellingen.

  • 6.

    Binnen zes weken na ontvangst van de benodigde informatie voor de vaststelling van de subsidie wordt de subsidie definitief vastgesteld.

Artikel 14 Berekening van de subsidie

  • 1. Voor stimuleringssubsidies geldt een maximum van € 2.500,-- per aanvraag.

  • 2. De gemeente verleent een bijdrage in het subsidiabele exploitatietekort.

  • 3. Subsidieverlening vindt plaats voor het geheel van de activiteiten waarbij rekening gehouden wordt met kosten die verband houden met de organisatie, gebruik van materialen, aanschaf van duurzame goederen, inventaris en huisvesting.

  • 4. Kosten die verband houden met consumpties, versnaperingen, attenties, prijzengeld en andere gelijksoortige kosten komen niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 5. Kosten die gemaakt worden uit een oogpunt van winstbejag zoals het verhuren van barvoorzieningen, het drukken van loten en andere gelijksoortige kosten komen eveneens niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 6. Voor stimuleringssubsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 7. Voor stimuleringssubsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

Artikel 15 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Het jaarlijkse budget voor incidentele subsidies wordt voor de aanvang van het jaar waarvoor het beschikbaar is, bekend gemaakt.

  • 2. Het budget voor de eerste indieningsdatum van de stimuleringssubsidies bedraagt maximaal de helft van het subsidieplafond.

  • 3. Het budget voor de tweede indieningsdatum van de stimuleringssubsidies bedraagt minimaal de helft van het subsidieplafond en wordt bij onderbesteding van de eerste tranche verhoogd met het overgebleven budget.

  • 4. Bij de verdeling van de subsidie wordt prioriteit toegekend aan activiteiten:

    • a.

      die bijdragen aan meerdere doelstellingen zoals hierboven onder artikel 11 is aangegeven;

    • b.

      waarbij meerdere lokale organisaties betrokken zijn.

Artikel 16 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

  • 2. Stimuleringssubsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

  • 3. Van de bij het eerste lid genoemde wijze van vaststellen kan worden afgeweken als de vorm van de activiteiten en/of de subsidieverlening zich hier redelijkerwijze niet voor lenen. In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in dat geval duidelijk omschreven op welke wijze de subsidie wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Periodieke subsidies

Artikel 17 Jaarlijkse subsidies

  • 1. De periodieke subsidies worden per kalenderjaar verleend.

  • 2. Het college kan, in afwijking van het eerste lid, besluiten tot subsidieverlening per boekjaar.

Artikel 18 Doelgroep

Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

Artikel 19 Procedurebepalingen

  • 1. Subsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

  • 2. Ten aanzien van subsidieverleningen waaraan een uitvoeringsovereenkomst wordt gekoppeld besluit het college over de subsidieverlening.

Artikel 20 Berekening van de subsidie

  • 1. Voor subsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 2. Voor subsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

  • 3. Ten aanzien van de subsidie voor peuteropvang worden de normbedragen voor dagdelen peuteropvang en maximale subsidiebedragen voor huisvestingskosten bij gemeentebegroting bepaald.

  • 4. Voor subsidies kan periodiek een indexering plaatsvinden met gebruikmaking van de CPB-index bruto overheidsinvesteringen met als peildatum de maand maart van het voorafgaande jaar.

  • 5. Voor subsidies genoemd in het eerste lid en subsidies genoemd in het tweede lid waarbij vrijwilligers voor de uitvoering zorgen, wordt onder periodiek als bedoeld in het vierde lid verstaan: een periode van minimaal 5 jaar.

  • 6. Voor subsidies genoemd in het tweede lid waarop het vijfde lid niet van toepassing is en voor subsidies genoemd in het derde lid wordt onder periodiek als bedoeld in het vierde lid verstaan: een periode van een jaar.

Artikel 21 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet geheel of gedeeltelijk worden geweigerd op grond van artikel 9 van de Algemene subsidieverordening of artikel 3 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikt de afdeling Z&W de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. De volgorde op deze lijst wordt in aflopend gewicht bepaald door onderstaande criteria. Daarbij wordt afgewogen de mate waarin:

    • a.

      het activiteiten betreft die behoren tot de uitvoering van een wettelijke taak;

    • b.

      de activiteiten aansluiten bij speerpunten van beleid;

    • c.

      de activiteiten aansluiten bij vastgesteld gemeentelijk Z&W-beleid;

    • d.

      de subsidieaanvraag duidelijke concrete beschrijvingen van de activiteiten en bijbehorende marktconforme tarieven bevat;

    • e.

      het te subsidiëren aanbod aan producten/diensten overeenkomt met de lokale vraag;

    • f.

      de resultaten en het (maatschappelijk) effect van de uit te voeren activiteiten meetbaar/zichtbaar zijn (te maken).

  • 3. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 4. Het college stelt jaarlijks de prioriteitenlijst voor het volgende jaar vast.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de in de gemeentebegroting opgenomen posten waarvoor artikel 4:23 derde lid sub c van de wet als grondslag dient.

  • 6. Dit artikel is niet van toepassing op aanvragen waarvoor artikel 4.23, derde lid sub d van de wet als grondslag dient.

Artikel 22 Voorschot

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 2500,-- kan een voorschot worden verleend van 80-100 %.

  • 2. Het voorschot kan worden verleend volgens een in de subsidiebeschikking vermeld betaalritme.

Artikel 23 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

  • 2. Van de bij het eerste lid genoemde wijze van vaststellen kan worden afgeweken als de vorm van de activiteiten en/of de subsidieverlening zich hier redelijkerwijze niet voor lenen. In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in dat geval duidelijk omschreven op welke wijze de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 24 Bepaling vergoedingsplicht bij vermogensvorming

  • 1. In de gevallen waarin bij de subsidieverlening afdeling 4.2.8 alsmede artikel 4:41 van de wet van toepassing zijn verklaard, gelden ten aanzien van de berekening van de vergoedingsplicht de volgende uitgangspunten:

    • a.

      bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de reële waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt;

    • b.

      in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen;

    • c.

      indien het onroerende zaken betreft, vindt de waardebepaling plaats door een onafhankelijke deskundige die wordt aangewezen door de gemeente.

  • 2. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde worden voortgezet en activa en passiva met toestemming van het college tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 25 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. De regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 16 september 2014.
D.Broere
algemeen directeur/gemeentesecretaris
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon
burgemeester