Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Waterland 2010

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Waterland 2010

De raad van de gemeente Waterland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en artikel 255 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen;

BESLUIT:

De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Waterland 2010 vast te stellen.

Artikel 1 Belastingen

Kwijtschelding kan worden verleend voor de volgende belastingen:

  • a.

    de aanslag afvalstoffenheffing;

  • c.

    de aanslag rioolrechten;

  • d.

    de aanslag hondenbelasting.

Artikel 2 Aanvraag

  • 1. Wanneer door een natuurlijk persoon een verzoek om kwijtschelding wordt ingediend, dient daarvoor een door de gemeente vastgesteld formulier te worden gebruikt.

  • 2. Kwijtschelding hoeft slechts eenmaal te worden aangevraagd en is dan van toepassing op alle in artikel 1 genoemde belastingen. Voor de jaren daarop volgend hoeven deze personen, indien er geen wijzigingen in hun inkomens- en/of vermogenssituatie zijn opgetreden, geen nieuwe aanvraag in te dienen. Toetsing voor de daaropvolgende jaren geschiedt vervolgens door het Inlichtingenbureau via bestandsvergelijkingen. Onder een wijziging van inkomen wordt niet verstaan een trendmatige algemene verhoging van het inkomen.

  • 3. De in het tweede lid genoemde personen zijn verplicht om iedere wijziging van inkomen en/of vermogen in het belastingjaar waarin zonder verzoek kwijtschelding wordt verleend, onmiddellijk door te geven aan burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland. Daarna moeten zij voor het eerstvolgende belastingjaar een nieuwe aanvraag voor Kwijtschelding indienen. Onder een wijziging van inkomen wordt niet verstaan een trendmatige algemene verhoging van het inkomen.

  • 4. Indien bij een nieuwe aanvraag blijkt dat de in het tweede lid genoemde personen niet hebben voldaan aan de in lid 4 genoemde verplichting, zal over het jaar of jaren waarin een hoger inkomen is ontvangen en/of een vermogen geconstateerd dat hoger is dan de te hanteren normen ingevolge deze verordening, de kwijtschelding geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken en zullen de belastingen alsnog worden ingevorderd. De belastingen zullen worden verhoogd met de aan de wijziging verbonden administratieve kosten.

Artikel 2a Aanvraag van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent (zelfstandige)

  • 1. Wanneer door een zelfstandige een verzoek om kwijtschelding wordt ingediend, dient daarvoor een door de gemeente vastgesteld formulier te worden gebruikt.

  • 2. Kwijtschelding kan worden gevraagd voor de in artikel 1 genoemde belastingen. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep.

  • 3. Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent van de

    bijstandsnorm als genoemd in de Participatiewet.

  • 4. In afwijking van het derde lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 3 Normen

  • 1. Bij de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek worden de criteria en de berekeningsmethode van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 gehanteerd.

  • 2. Bij de berekening van het kwijtscheldingsbedrag van het desbetreffende jaar wordt rekening gehouden met de aanslag waarvoor kwijtschelding is gevraagd en de nog op te leggen aanslagen van het desbetreffende jaar waarvoor kwijtschelding mogelijk is.

  • 3. Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent van de bijstandsnorm als genoemd in de Participatiewet.

  • 4. In afwijking van het derde lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 4 Nadere regels

Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 4a Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 6 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Waterland 2010.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na publicatie in “Ons Streekblad” met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2010.

De Verordening kwijtschelding Waterland 2006 wordt ingetrokken op het moment dat de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Waterland 2010 in werking treedt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland, gehouden op 20 mei 2010.
De raad voornoemd,
De griffier,
drs. E.G.H. Dijk
De voorzitter,
mr. E.F. Jongmans