Regeling vervallen per 15-02-2023

Legesverordening waterschap Brabantse Delta

Geldend van 22-12-2009 t/m 14-02-2023

Intitulé

Legesverordening waterschap Brabantse Delta

Aanhef

Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 20 oktober 2009, registratienummer 09I003202

gelet op artikel 110 en 115 van de Waterschapswet;

Artikelen

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor het genot door of vanwege het waterschap verstrekte diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst danwel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke nota. Het gevorderde bedrag wordt door toezending van de schriftelijke nota aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 5 Betalingstermijn

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de nota als bedoeld in artikel 4.

Atikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 8 Minimum belastingbedrag

Belastingaanslagen van minder dan € 60,- worden niet geheven.

Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van het waterschap kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is de datum waarop het bij koninklijke boodschap van 28 september 2006 ingediende voorstel van wet, houdende regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet, kamerstuknummer 30 818) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt.

Artikel 11 Overgangsbepaling

De 'Legesverordening waterschap Brabantse Delta' van 5 april 2006, laatstelijk gewijzigd bij besluit van het algemeen bestuur van 8 april 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2010 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 9 december 2009.

De dijkgraaf De secretaris-directeur

J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom

Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2010

Hoofdstuk I Watervergunning ingevolge de Keur

1.1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

1.1.1. een watervergunning voor het leggen van kabels en leidingen, daaronder begrepen transportleidingen voor gas, olie, (riool)water in of nabij waterkeringen, per waterkering: € 60,-

1.1.2. een watervergunning voor het leggen van kabels en leidingen, daaronder begrepen transportleidingen voor gas, olie, (riool)water door of langs oppervlaktewaterlichamen, per oppervlaktewaterlichaam: € 60,-

1.1.3. een watervergunning voor de aanleg van bouwwerken en kunstwerken in, op en nabij oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen, indien de bouwkosten:

  • minder bedragen dan € 50.000,-, 8‰ van die bouwkosten met een minimum van € 60,-

  • € 50.000,- bedragen of meer, € 400,- vermeerderd met 6‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000,- te boven gaan.

1.1.4. een watervergunning voor handelingen in het watersysteem ingevolge hoofdstuk 4 van de Keur waterschap Brabantse Delta, voor zover niet nader bepaald in deze tabel: per handeling € 60,-

1.2. Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk of kunstwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Hoofdstuk II Overige leges watervergunning

2.1. De in hoofdstuk I genoemde bedragen worden verhoogd met:

2.1.1. het bedrag van de kosten van de openbare bekendmakingen voor het bedrag van de werkelijke kosten, met een maximum van € 200,-.

2.1.2. het bedrag van de, voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag, aan de aanvrager medegedeelde externe advieskosten, blijkend uit oftewel een begroting die terzake door of vanwege het dagelijks bestuur is opgesteld, dan wel blijkend uit de opgaaf die de externe adviseur aan het dagelijks bestuur heeft gedaan.

Hoofdstuk III Teruggaaf

3.1. Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een watervergunning vóór het verlenen van de watervergunning wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de geheven leges.

3.2. Indien de gevraagde watervergunning niet wordt verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de geheven leges.

3.3. Voor de geheven leges op grond van hoofdstuk II wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk IV Diversen

4.1. Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

4.1.1. een fotokopie van een kaart of tekening (anders dan A-4 formaat): € 2,- per kaart of tekening

4.1.2. kopieën van overige stukken: € 0,15 per kopie

4.1.3. een exemplaar van de begroting met toelichting: € 15,- per exemplaar

4.1.4. een exemplaar van de jaarrekening met toelichting: € 15,- per exemplaar

4.1.5. een exemplaar van het beheersplan: € 15,- per exemplaar

4.1.6. een exemplaar van de Keur: € 15,- per exemplaar.

4.2. het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het archief van het waterschap berustende stukken door een ambtenaar van het waterschap: € 10,- per uur. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van een schatting van de hoeveelheid tijd die met de nasporing gemoeid zal zijn.

Algemene toelichting op de verordening

Toelichting op de legesverordening 2010

Deze toelichting bestaat uit twee delen, namelijk:

  • a.

    Artikelsgewijze toelichting

  • b.

    Toelichting op de tarieventabel

I. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Belastbaar feit

Op grond van artikel 115 van de Waterschapswet kan het waterschap leges heffen voor verleende diensten. Voorbeelden van verleende diensten zijn het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een watervergunning of het verstrekken van een exemplaar van de begroting. In de bijbehorende tarieventabel zijn de diensten opgenomen waarvoor leges worden geheven.

Artikel 2 Belastingplicht

Uitgangspunt is dat de aanvrager van de dienst belastingplichtig is. De aanvrager zal in de meeste gevallen immers ook belanghebbende bij de dienst zijn. Er zijn echter situaties denkbaar waarin de aanvrager niet tevens als belanghebbende kan worden aangemerkt. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een derde in opdracht en ten behoeve van een ander een dienst aanvraagt (bijvoorbeeld een commercieel adviesbureau of ingenieursbureau vraagt ten behoeve van een klant een watervergunning aan om werken in waterschapsgrond te mogen aanleggen). In deze gevallen is niet de aanvrager, maar degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd, belastingplichtig. Door het opnemen van het woord ‘danwel' in de bepaling, wordt voorkomen dat met betrekking tot dezelfde dienst zowel de aanvrager als de belanghebbende bij de aanvraag belastingplichtig zijn.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarieven

Ingevolge hetgeen bepaald is in artikel 111 Waterschapswet dient de belastingverordening onder andere de heffingsmaatstaf te vermelden. Aan dit vereiste is invulling gegeven in de bij de verordening behorende tarieventabel. In gevallen waarin het waterschap in het kader van een aanvraag externe advisering inwint, bestaat de behoefte deze advieskosten direct bij de aanvrager in rekening te brengen. Dit kan bereikt worden door middel van de zogenaamde ‘begrotingsconstructie', waarbij het waterschap de kosten van de externe dienstverlening begroot en aan belanghebbende mededeelt. Deze werkwijze is bevestigd in de jurisprudentie. De externe advieskosten worden bovenop de normaal verschuldigde leges aan de aanvrager in rekening gebracht.

Artikel 4 Wijze van heffing

In de belastingverordening moet worden aangegeven welke wijze van heffing wordt gehanteerd. De leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke nota.

Artikel 5 Betalingstermijn

De leges moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de legesnota. Deze betalingstermijn gold ook in de hiervoor geldende legesverordening van het waterschap Brabantse Delta.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Teruggaaf

Deze bepaling ziet op het terugbetalen van een deel van de leges, indien een aanvraag wordt ingetrokken of een watervergunning niet wordt verleend. In de tarieventabel is opgenomen welk percentage van de leges in die situatie wordt terugbetaald. Als recht op teruggave van een deel van de leges bestaat, gebeurt dit automatisch door het waterschap. Hiervoor is geen afzonderlijk verzoek van de belastingplichtige nodig.

Artikel 8 Minimum belastingbedrag

In dit artikel is uit efficiëncy-overwegingen een drempel opgenomen van € 60,-. Belastingbedragen van minder dan € 60,- worden niet geheven.

Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur

De bevoegdheid tot het stellen van nadere regels vloeit rechtstreeks voort uit artikel 125a van de Waterschapswet.

Artikel 10 Inwerkingtreding

In dit artikel wordt geregeld wanneer de verordening in werking treedt, namelijk met ingang van de derde dag van de bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is gekoppeld aan de datum van inwerkingtreding van de Waterwet. Deze is voorzien op 22 december 2009.

Artikel 11 Overgangsbepaling

In dit artikel wordt geregeld dat met ingang van de datum van de heffing (voorzien op 22 december 2009) de ‘oude' legesverordening wordt ingetrokken. Als belastbare feiten zich voor die datum hebben voorgedaan (bijvoorbeeld op 15 december is een vergunningsaanvraag ingediend), dan blijft de ‘oude' legesverordening van toepassing.

Artikel 12 Citeertitel

De citeertitel van deze legesverordening is: ‘Legesverordening waterschap Brabantse Delta 2010'.

Toelichting Tarieventabel

II Toelichting op de tarieventabel

Hoofdstuk I Watervergunning ingevolge de Keur

In hoofdstuk 4 van de Keur worden handelingen in het watersysteem aangegeven waarvoor een watervergunning nodig is. In artikel 1.1.4. van de tarieventabel wordt aangegeven dat voor een watervergunning voor handelingen in het watersysteem ingevolge hoofdstuk 4 van de Keur, voor zover niet nader bepaald is in de tarieventabel, een bedrag van € 60,- per handeling wordt geheven. Ter illustratie het volgende voorbeeld. Als een aanvraag wordt ingediend voor het verkrijgen van een watervergunning voor het aanbrengen van beplanting ingevolge artikel 4.1., onderdeel b, van de Keur, het beweiden met schapen ingevolge artikel 4.3.1., onderdeel c, van de Keur en seismisch onderzoek te verrichten ingevolge artikel 4.4., onderdeel a, van de Keur, dan betekent dit dat er sprake is van 3 handelingen. De leges voor deze aanvraag bedragen dan ingevolge dit hoofdstuk € 180,-.

Als een aanvraag wordt ingediend voor het verkrijgen van een watervergunning voor een directe lozing van stoffen op oppervlaktewater (voormalige Wvo-vergunning) ingevolge artikel 6.2 van de Waterwet en het beweiden met schapen ingevolge artikel 4.3.1., onderdeel c, van de Keur, dan wordt alleen voor het onderdeel van de watervergunning voor het beweiden met schapen leges in rekening gebracht. Er worden immers alleen leges geheven voor het in behandeling nemen van een watervergunning voor handelingen in het watersysteem ingevolge hoofdstuk 4 van de Keur.

Met de woorden ‘voor zover niet nader bepaald is in de tarieventabel’, wordt aangeduid dat als er in de tarieventabel een specifieke legesbepaling is voor een handeling, dan die specifieke legesbepaling geldt. Voor bijvoorbeeld het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een watervergunning voor het leggen van kabels en leidingen, zijn specifieke legesbepalingen opgenomen in de artikelen 1.1.1 en 1.1.2. en geldt dus de algemene bepaling van 1.1.4. niet.

Met de term ‘het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van’ wordt bereikt dat de materiële belastingschuld niet pas ontstaat op het moment dat de aangevraagde watervergunning daadwerkelijk wordt verleend, maar reeds ontstaat bij het in behandeling nemen van de betreffende aanvraag.

Hoofdstuk II Overige kosten watervergunning

In artikel 2.1.1. wordt geregeld dat als het waterschap in het kader van de aanvraag van de watervergunning kosten voor openbare bekendmaking(en) maakt, deze werkelijke kosten van de bekendmaking(en) kunnen worden doorberekend aan de aanvrager. Hierbij geldt een maximum legesbedrag van € 200,-. Publicatie vindt plaats met inachtneming van de wettelijke voorschriften. Publicatie vindt niet bij alle aanvragen plaats. Bijvoorbeeld bij eenvoudige aanvragen en een beperkte kring van belanghebbenden zal in de regel geen publicatie plaatsvinden.

In gevallen waarin het waterschap in het kader van een aanvraag externe advisering inwint, bestaat de behoefte deze advieskosten bij de aanvrager in rekening te brengen. Dit kan op grond van artikel 2.1.2. van de tarieventabel. Hierbij wordt gewerkt met een zogenaamde ‘begrotingsconstructie’, waarbij het waterschap de kosten van de externe dienstverlening begroot en aan belanghebbende mededeelt. Deze werkwijze is bevestigd in de jurisprudentie. De publicatiekosten en de externe advieskosten worden bovenop de verschuldigde leges ingevolge hoofdstuk I van de tarieventabel aan de aanvrager in rekening gebracht.

Hoofdstuk III Teruggaaf

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een watervergunning vóór het verlenen van de watervergunning wordt ingetrokken of de gevraagde watervergunning wordt niet verleend, bestaat recht op teruggaaf van 50% van de geheven leges.

Voor geheven leges inzake publicatie- en advieskosten (hoofdstuk II van de tarieventabel) wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk IV Diversen

In dit hoofdstuk zijn tarieven opgenomen voor het verstrekken van verschillende bestuursstukken (bijvoorbeeld een exemplaar van de begroting of de Keur), maken van kopieën of het laten doen van nasporingen in het archief van het waterschap.