Regeling vervallen per 21-07-2015

Reglement van orde voor de vaste commissies

Geldend van 02-08-2010 t/m 20-07-2015

Intitulé

Reglement van orde voor de vaste commissies

Vaste adviescommissie

Artikel 1

  • 1. De volgende vaste commissies uit het algemeen bestuur brengen gevraagd en ongevraagd advies uit aan het dagelijks bestuur:

    • -

      Commissie Algemene Beleids- en bestuurlijke zaken: deze commissie adviseert over strategisch beleid en algemene bestuurlijke en juridische zaken;

    • -

      Commissie Integraal Waterbeheer: deze commissie adviseert over tactische en operationele zaken uit watersysteem en waterketen;

    • -

      Commissie Financiën, Bedrijfsvoering en Handhaving: deze commissie adviseert over financiële zaken, de bedrijfsvoering en de handhaving.

  • 2. Het algemeen bestuur kan op voordracht van het dagelijks bestuur, besluiten om naast de in lid 1 van dit artikel genoemde vaste commissies nog andere vaste commissies in te stellen.

  • 3. Fractie: Voor de toepassing van dit reglement wordt onder "fractie" verstaan: de leden van een vaste commissie die hetzij de categorie "Ongebouwd", hetzij de categorie "Natuurterreinen", hetzij de categorie Bedrijven" dan wel een belangengroepering binnen de categorie "ingezetenen" vertegenwoordigen.

Adviezen

Artikel 2

  • 1. Het dagelijks bestuur vraagt aan de commissie of de commissies wiens aandachtsgebied het betreft, advies over zaken, waarvan het voornemens is een besluit aan het algemeen bestuur te vragen. Daarnaast vraagt het dagelijks bestuur de commissie(s) in voorkomende gevallen om advies in de voorfase van de besluitvorming, bij voorbeeld over de strategische kaders waarbinnen voorstellen voor het algemeen bestuur moeten worden uitgewerkt en bij het maken van scenario-keuzes.  

  • 2. Indien de adviesvraag betrekking heeft op meerdere aandachtsgebieden, bepaalt het dagelijks bestuur aan welke commissie(s) de adviesvraag wordt voorgelegd.  

  • 3. Het dagelijks bestuur kan ook advies vragen over andere zaken, dan genoemd in het eerste lid van dit artikel.  

  • 4. Het dagelijks bestuur vermeldt tegelijk met de voorstellen aan het algemeen bestuur de door de vaste commissies uitgebrachte adviezen en de reactie daarop van het dagelijks bestuur. 

  • 5. Een commissielid kan de voorzitter verzoeken om een commissie over een bepaald onderwerp ongevraagd advies uit te laten brengen. Indien de voorzitter met dit verzoek instemt, bepaalt hij in welke commissievergadering het desbetreffende onderwerp wordt geagendeerd. Indien een meerderheid van de commissieleden het verzoek ondersteunt, wordt het onderwerp in elk geval geagendeerd. De voorzitter bepaalt dan in welke commissievergadering dit gebeurt.

Samenstelling, benoeming en ontslag

Artikel 3  

  • 1. De leden van de vaste commissies worden telkens voor de duur van één zittingsperiode van het algemeen bestuur door het algemeen bestuur benoemd.

  • 2. Elke fractie heeft in iedere vaste commissie als genoemd in artikel 1 van dit reglement, voor zover beschikbaar, ten minste één gekozen c.q. benoemd fractielid, niet zijnde een lid van het dagelijks bestuur.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, kan een belangengroepering uit de categorie Ingezetenen, die - exclusief de in het dagelijks bestuur gekozen leden - uit minder dan drie in het algemeen bestuur gekozen leden bestaat, op basis van haar kiesmandaat, extra commissieleden voordragen uit de personen van de geregistreerde kandidatenlijst voor de verkiezingen, zodat de belangengroepering in elk van de drie vaste commissies vertegenwoordigd is.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, kan een belangengroepering uit de categorie ingezetenen, die - exclusief de in het dagelijks bestuur gekozen leden - uit méér dan drie in het algemeen bestuur gekozen leden bestaat, extra commissieleden voordragen voor een vaste commissie, indien blijkt dat die leden nog niet voorkomen op de voordracht voor c.q. nog geen lid zijn van een vaste commissie als bedoeld in artikel 1 van deze verordening. Voordracht van extra leden geschiedt zo veel mogelijk gespreid over de drie vaste commissies.

  • 5. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, kan de categorie “Ongebouwd”, “Natuurterreinen”of “Bedrijven”, die - exclusief de in het dagelijks bestuur gekozen leden - uit minder dan drie in het algemeen bestuur benoemde leden bestaat, naar eigen keuze, een commissielid voor meer dan één vaste commissie voordragen, dan wel via respectievelijk de ZLTO, het Bosschap, de Kamer van Koophandel Brabant laten voordragen, zodat de categorie in elk van de drie vaste commissies vertegenwoordigd is.

  • 6. De fractievoorzitters stemmen de voordracht van commissieleden voor de drie vaste commissies in goed overleg af en delen het resultaat daarvan mede aan de watergraaf. Het algemeen bestuur beslist over de benoeming van de voorgedragen kandidaten.

  • 7. De artikelen 31 en 33 Waterschapswet zijn van overeenkomstige toepassing op de commissieleden als bedoeld in leden 3 en 5 van dit artikel, indien zij niet zelf in het algemeen bestuur zijn gekozen of benoemd.

  • 8. De vaste commissies kunnen door het algemeen bestuur worden uitgebreid met (agenda)leden met adviesrecht voor zover het gaat om aangelegenheden met een interregionaal of internationaal belang of effect. Het (agenda)lid kan zich tijdelijk laten vervangen door een plaatsvervanger en stelt de secretaris van de commissie daarvan tijdig op de hoogte.

  • 9. Plaatsvervanging van afwezige commissieleden van een fractie geschiedt uitsluitend door leden van de desbetreffende fractie.

  • 10. In voorkomende gevallen heeft iedere fractie enkelvoudig stemrecht.

  • 11. Iedere vaste commissie heeft een voorzitter die door het dagelijks bestuur uit zijn midden wordt aangewezen.

  • 12. De voorzitter van een vaste commissie wordt bij afwezigheid vervangen door een door het dagelijks bestuur uit zijn midden aangewezen lid.

  • 13. Een door de secretarisdirecteur aangewezen ambtenaar treedt op als secretaris van een vaste commissie.

  • 14. De secretarisdirecteur en door hem aan te wijzen ambtenaren treden op als ambtelijk adviseur van een vaste commissie.

  • 15. De watergraaf kan desgewenst vaste commissies, de voorzitters ervan gehoord, in gecombineerde vergadering bijeenroepen. Hij bepaalt daarbij wie als voorzitter zal optreden. De bepalingen van dit reglement zijn op deze gecombineerde vergadering van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3a

  • De commissieleden die niet zelf in het algemeen bestuur zijn verkozen of benoemd genieten een presentiegeld waarvan de hoogte door het dagelijks bestuur wordt vastgesteld. 

Openbaarheid

Artikel 4

  • 1. De vergaderingen of gedeelten van vergaderingen van de vaste commissies zijn, met uitzondering van de situaties zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, openbaar. 

  • 2. Indien de voorzitter van de vaste commissie of één derde deel van de aanwezige leden het nodig vindt, worden de deuren van het vergaderlokaal gesloten waarna de vergadering beslist of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

  • 3. Tijdens sluiting van de deuren van een vergaderlokaal c.q. de beraadslaging met gesloten deuren mogen uitsluitend de volgende personen aanwezig zijn: de voorzitter van de vaste commissie, de leden van de vaste commissie c.q. hun plaatsvervanger, overige leden van het algemeen bestuur alsmede de - naar het oordeel van de voorzitter benodigde - ambtelijke adviseurs/ondersteuning.

  • 4. Over hetgeen in een besloten vergadering is besproken of besloten, worden geen mededelingen gedaan in het openbaar.

  • 5. Indien de commissie het voorstel van de voorzitter om over een onderwerp te beraadslagen met gesloten deuren niet overneemt is de voorzitter bevoegd het onderwerp tot nader orde aan te houden.

  • 6. De aankondiging van een vergadering gebeurt op dezelfde wijze als de aankondiging van de openbare vergadering van het algemeen bestuur.

Gelegenheid tot spreken

Artikel 5

  • 1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord te voeren, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

  • 2. Het woord kan worden gevoerd over alle geagendeerde en alle niet-geagendeerde onderwerpen, tenzij er sprake is van

  • a. een besluit van het bestuur waartegen een (bestuurs)rechtelijke procedure open staat of heeft opengestaan;

  • b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c. een onderwerp waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

  • d. niet-geagendeerde onderwerpen waarover al in een vorige vergadering van het algemeen bestuur of in een commissievergadering het woord gevoerd kon worden of het woord is gevoerd.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient uiterlijk 48 uur voor het begin van de vergadering schriftelijk of elektronisch bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt waarover men het woord wil voeren. Dit kunnen ook niet-geagendeerde onderwerpen zijn.

    De verzoeker vermeldt in zijn verzoek zijn naam, adres en telefoonnummer.

  • 4. Indien verzocht is het woord te mogen voeren, schorst de voorzitter onmiddellijk na de opening de vergadering en stelt de toehoorders, in de volgorde waarin zij hun verzoek hebben ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Voor ieder van de toehoorders die in de gelegenheid zijn gesteld het woord te voeren, geldt een spreektijd van maximaal vijf minuten. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn.

  • 6. De toehoorder voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de commissie doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de toehoorder.

  • 7. Nadat van de gelegenheid het woord te voeren is gebruik gemaakt, heropent de voorzitter de vergadering.

Wijze en besluitvorming

Artikel 6

  • 1. De voorzitter roept een vaste commissie zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk één week voor de vergadering, in vergadering bijeen met aanduiding van de datum, het tijdstip, de plaats en het onderwerp waarover aan het dagelijks bestuur advies wordt uitgebracht.

  • 2. Op verzoek van tenminste twee leden van het dagelijks bestuur of een meerderheid van de commissie roept de voorzitter een vaste commissie bijeen.

  • 3. De secretaris maakt notulen van de commissievergadering. De vaststelling van de notulen vindt in de regel plaats aan het begin van de vergadering die volgt op de  vergadering waarop de notulen betrekking hebben. De notulen worden na vaststelling door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 4. In een vergadering, waarin niet meer dan de helft van de leden aanwezig is, kunnen geen besluiten worden genomen over een door de commissie uit te brengen (gemeenschappelijk) advies.

  • 5. Alle besluiten over het door de commissie uit te brengen advies worden genomen bij een meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 6. In gevallen, betrekking hebbende op de orde in de vergaderingen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 7

  • 1. Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van Orde voor de vaste commissies 2009.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op datum bekendmaking en werkt terug tot 24 februari  2009.

  • 3. Op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Reglement voor de vaste commissies 2005.