Beleidsregel met betrekking tot het wijzigen van beschermingszones in de Legger wateren van Waterschap Rivierenland

Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel met betrekking tot het wijzigen van beschermingszones in de Legger wateren van Waterschap Rivierenland

De legger bepaalt ten aanzien van “A-watergangen” niet alleen waar de watergang zelf (kernzone) is gelegen maar wijst naast de watergang ook beschermingszones aan. Op deze zones, ook wel onderhoudsstroken genoemd, heeft het waterschap op grond van de Keur te allen tijde toegangrechten om de watergang te onderhouden of in stand te houden. De zones worden gebruikt voor het berijden met onderhoudsmaterieel, maar ook om maaisel of eventueel baggerspecie te bergen. Omdat deze zones bijna altijd op andermans eigendom zijn gelegen, geeft dit voor de betrokken eigenaar een gebruiksbeperking. Op grond van de Keur is het nl. binnen die zones verboden om zonder ontheffing allerlei werken of werkzaamheden te verrichten.

Het waterschap ontvangt van die particuliere eigenaren soms het verzoek om de legger zodanig te wijzigen dat die zone wordt weggenomen of op een smallere maat wordt bepaald. In principe is dat niet mogelijk, enerzijds omdat het waterschap nu eenmaal verantwoordelijk is voor het watersysteem, anderzijds omdat de lasten van onderhoud over eigenaren kunnen worden verdeeld indien er aan beide zijden van de watergang zo’n zone ligt. In bepaalde gevallen zou medewerking aan een dergelijk verzoek wel mogelijk kunnen zijn.

Toelichting:

Toetsingscriteria.

Voor het beoordelen van verzoeken om leggerwijziging als bovenbedoeld gelden de volgende toetsingscriteria:

1. Er mogen tengevolge van de gevraagde wijziging geen algemeen waterhuishoudkundige belangen worden geschaad.

2. De bovenbreedte van de watergang (van insteek tot insteek) mag niet breder zijn dan zes meter, zodat te allen tijde machinaal onderhoud vanaf één zijde mogelijk is.

3. Aan de andere zijde van de watergang dan de zijde waarvoor de wijziging wordt gevraagd, moet een bestaande, obstakelvrije en doorgaande onderhoudsroute aanwezig zijn.

4. Op de andere zijde van de watergang dan de zijde waarvoor de wijziging wordt gevraagd, moet er op kosten van de aanvrager een zakelijk recht van overpad worden gevestigd ten gunste van het waterschap.

Bijlage

Kompas Sliedrecht, 21-12-2006