Gemeenschappelijke regeling Samenwerking op het gebied van het laboratorium tussen het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Waterschap Rivierenland

Artikel 1 Gemeenschappelijk orgaan.

• 1. Er is een gemeenschappelijk orgaan, zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

• 2. Doel van het gemeenschappelijk orgaan is het realiseren en uitvoeren van samenwerking op het gebied van het laboratorium en het daartoe bieden van een bestuurlijk platform.

• 3. Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd te Tiel ter plaatse van het laboratorium van Rivierenland.

• 4. De algemene besturen van HDSR en Rivierenland dragen als deelnemer aan de gemeenschappelijke regeling voor het gemeenschappelijk orgaan elk één lid van hun dagelijks bestuur voor, en één plaatsvervangend lid.

• 5. HDSR en Rivierenland steunen elkanders voordracht.

• 6. HDSR en Rivierenland dragen er zorg voor dat vacatures in het gemeenschappelijk orgaan zo spoedig mogelijk worden opgevuld.   

Artikel 2 Taken en bevoegdheden.

• Het gemeenschappelijk orgaan heeft de volgende taken en bevoegdheden:

• a. Het voeren van overleg inzake de samenwerking bij laboratoriumactiviteiten tussen HDSR en Rivierenland enerzijds en potentiële kandidaten anderzijds voor uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling en het bevorderen van die samenwerking in de ruimste zin van het woord.

• b. Het zorgdragen voor de coördinatie en de doelmatige uitvoering van laboratoriumactiviteiten voor zover die strekken tot de uitvoering van het waterkwaliteitsbeheer.

Artikel 3 Werkwijze gemeenschappelijk orgaan.

• 1. Het gemeenschappelijk orgaan overlegt zo vaak als tenminste één deelnemer voor een goede taakuitoefening nodig acht, maar in ieder geval twee keer per jaar, naar tijd en plaats door Rivierenland te bepalen.

• 2. In het overleg, zoals bedoeld in het vorige lid, komen in ieder geval aan de orde:

  • •

    het verslag van de vorige vergadering;

  • •

    het jaarplan;

  • •

    de begroting;

  • •

    de rekening;

  • •

    de klachtenafhandeling;

  • •

    wijzigingen of opzegging van de overeenkomst “Uitvoering analyses Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Waterschap Rivierenland”

• 3. Het verslag van de vorige vergadering wordt binnen veertien dagen na de datum van die vergadering ter kennis gebracht van de dagelijkse besturen van HDSR en Rivierenland.

• 4. Het lid van het gemeenschappelijk orgaan namens Rivierenland fungeert als voorzitter van het overleg, zoals bedoeld in het eerste lid.

• 5. Een ambtenaar van Rivierenland zal optreden als secretaris van het overleg, zoals bedoeld in het eerste lid, en verantwoordelijk zijn voor de verslaglegging van het overleg en de verspreiding van het verslag.

• 6. De secretaris, zoals bedoeld in het vorige lid, draagt er bovendien zorg voor, dat de uitnodiging van het overleg met datum, plaats en aanvangstijd, als mede een agenda en de te behandelen stukken, tenminste tien werkdagen voor het overleg worden verspreid. 

• 7. Het gemeenschappelijk orgaan verstrekt zo spoedig mogelijk op een daartoe gedaan verzoek inlichtingen aan leden van de algemene besturen van HDSR en Rivierenland.

• 8. Gedurende de looptijd van deze gemeenschappelijke regeling informeert het gemeenschappelijk orgaan de algemene besturen van HDSR en Rivierenland vóór 1 juli van elk kalenderjaar over de uitvoering van de regeling. Bovendien is het gemeenschappelijk orgaan over zijn beleid verantwoording verschuldigd aan de algemene besturen van HDSR en Rivierenland. 

• 9. De algemene besturen van HDSR en Rivierenland kunnen een door hen aangewezen lid van het gemeenschappelijk orgaan ontslag verlenen, als het lid het vertrouwen van het betreffende algemeen bestuur niet meer geniet.  

Artikel 5 Archief. 

• 1. Rivierenland draagt zorg voor de archiefbescheiden van het gemeenschappelijk orgaan conform de daartoe geldende bepalingen van de Archiefwet.

• 2. De secretaris, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid, is belast met het beheer van de archiefbescheiden.

• 3. De archiefbescheiden worden, ook na de opheffing van de gemeenschappelijke regeling, bewaard in het archief van Rivierenland. 

Artikel 6 Wijzigen, toetreden en opzeggen van de gemeenschappelijke regeling.

• 1. De betreffende bestuursorganen van HDSR en Rivierenland dienen met een wijziging van de gemeenschappelijke regeling in te stemmen.

• 2. Toetreding van andere overheden als deelnemer aan de gemeenschappelijke regeling is mogelijk met schriftelijke instemming van de algemene besturen van HDSR en Rivierenland en treedt in werking op de dag volgend op de dag van opname in de registers, zoals bedoeld in artikel 27, eerste en tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

• 3. Opzegging van de gemeenschappelijke regeling vindt plaats bij aangetekende brief en met inachtneming van een opzegtermijn van een jaar, tenzij HDSR en Rivierenland schriftelijk anders overeenkomen.

• 4. Voorafgaand aan de opzegging overlegt het gemeenschappelijk orgaan over het voornemen tot opzegging.

• 5. Bij tussentijdse beëindiging van de gemeenschappelijke regeling zullen HDSR en Rivierenland in alle redelijkheid rekening houden met hun wederzijdse belangen.

• 6. De bepalingen in dit artikel ten aanzien van wijzigen, toetreden en opzeggen van de gemeenschappelijke regeling zijn van overeenkomstige toepassing op de andere overheden, zoals bedoeld in het tweede lid.

Artikel 7 Overeenkomsten.

• 1. Ter uitwerking en uitvoering van de gemeenschappelijke regeling is de uitvoering van de werkzaamheden ondergebracht bij het laboratorium van Rivierenland, waarbij de directe leiding bij de uitvoering van de werkzaamheden binnen de gemeenschappelijke regeling berust bij de door HDSR en Rivierenland elk aan te wijzen laboratoriumcoördinatoren, onverlet latende de bevoegdheden van de ambtelijke diensten van HDSR en Rivierenland.

• 2. De nadere afspraken omtrent de aan de uitvoering van deze gemeenschappelijke regeling verbonden werkzaamheden zijn opgenomen in een afzonderlijke overeenkomst als bijlage, getiteld “Uitvoering analyses binnen de Gemeenschappelijke regeling inzake samenwerking op het gebied van het laboratorium tussen het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Waterschap Rivierenland”, die geacht wordt integraal onderdeel uit te maken van de gemeenschappelijke regeling en afspraken bevat omtrent onder meer de dagelijkse uitvoering, financiële verrekeningen en looptijd van de nadere afspraken.

• 3. De in de bijlage opgenomen uitwerking van de gemeenschappelijke regeling mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling dan wel de bedoelingen van de gemeenschappelijke regeling doorkruisen.

• 4. De bepalingen in dit artikel ten aanzien van de in de bijlage op te nemen afspraken zijn naar analogie van toepassing op de overeenkomsten met andere overheden, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid.

Artikel 8 Looptijd en begroting.

• 1. De gemeenschappelijke regeling treedt in werking per 1 januari 2003 en geldt voor onbepaalde tijd.

• 2. Het gemeenschappelijk orgaan zal ter uitvoering van het bepaalde in artikel 50f, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen de begroting voor het jaar 2003 zo spoedig mogelijk na 1 januari 2003 vaststellen.

Artikel 9 Slotbepalingen.

• 1. Rivierenland draagt zorg voor de toezending van de gemeenschappelijke regeling, alsmede de toezending van besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging of opheffing van de gemeenschappelijke regeling aan Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland.

• 2. De gemeenschappelijke regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling inzake samenwerking op het gebied van het laboratorium tussen het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Waterschap Rivierenland”.