Regeling vervallen per 01-03-2016

Verordening subsidiëring activiteiten van derden Waterschap Rivierenland 2010

Geldend van 01-01-2012 t/m 29-02-2016

Intitulé

Verordening subsidiëring activiteiten van derden Waterschap Rivierenland 2010

Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;

gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 01-12-2009;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en artikel 59 van de Waterschapswet;

gelet op artikel 1.4 van de Algemene subsidieverordening Waterschap Rivierenland;

BESLUIT vast te stellen:

Verordening subsidiëring activiteiten van derden Waterschap Rivierenland 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur: college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;

  • b.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Waterschap Rivierenland

Artikel 2 Bevoegdheid dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur is bevoegd tot verstrekking van subsidies als bedoeld in deze verordening.

Artikel 3 Activiteiten

De subsidie kan worden verleend voor activiteiten die, naar het oordeel van het dagelijks bestuur:

  • a.

    de bekendheid met en/of draagvlak voor de taken van Waterschap Rivierenland bevorderen;

  • b.

    ten minste gedeeltelijk gerealiseerd worden binnen of in het belang zijn voor het beheersgebied van het waterschap en

  • c.

    passen binnen het beleid van het waterschap.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Voor de verstrekking van subsidies is jaarlijks € 10.000,-- beschikbaar.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal € 2.000,-- per subsidieontvanger.

Artikel 5 Subsidieontvanger

  • 1. Subsidieverlening vindt plaats aan rechtspersonen die activiteiten, als bedoeld in artikel 3, ontplooien. Rechtspersonen met een op het maken van winst gerichte doelstelling, komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2. Subsidie kan niet worden verleend aan rechtspersonen, waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met de fundamentele rechtsbeginselen.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan bepalen dat subsidie wordt verleend aan natuurlijke personen. 

Artikel 6 Aanvraag om subsidie

  • 1. In aanvulling op artikel 2.1, eerste lid van de Algemene subsidieverordening wordt een aanvraag voor een subsidie ingediend tenminste dertien weken voordat met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt, tenzij het dagelijks bestuur een andere termijn heeft aangegeven.

  • 2. Artikel 2.1, tweede lid van de Algemene subsidieverordening is niet van toepassing.

  • 3. Bij de aanvraag om subsidie verstrekt de subsidieaanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten en de daarmee beoogde doelstellingen;

    • b.

      Een begroting van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voorzien van een toelichting.

Artikel 7 Beslissing op de aanvraag om subsidie

In afwijking van artikel 1.6 van de Algemene subsidieverordening stelt het dagelijks bestuur de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 8 Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1. De Verordening subsidiëring activiteiten van derden Waterschap Rivierenland 2003 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2010.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening subsidiëring activiteiten van derden Waterschap Rivierenland 2010.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1. De onmiddellijk voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening geldende besluiten die op grond van de verordening genoemd in artikel 8, eerste lid zijn genomen, blijven van kracht voor zover het dagelijks bestuur niet anders beslist.

  • 2. Een aanvraag om subsidie op grond van de verordening, genoemd in artikel 8, eerste lid, ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening, wordt behandeld op grond van het op dat moment geldende recht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland op 12 februari 2010.
de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans
de dijkgraaf, ir. G.N. Kok

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland, 07-12-2011

Toelichting

Algemene toelichting

Met het verlenen van subsidies kan Waterschap Rivierenland belangrijke ontwikkelingen bevorderen of benadrukken die verband houden met de taken van het waterschap. Subsidies kunnen bijdragen aan het realiseren van bepaalde doelstellingen, bijvoorbeeld het stimuleren van duurzaam omgaan met water.

Een subsidie is de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten. Uitgangspunt is een verwachte meerwaarde voor de samenleving. Doelstelling is het mogelijk maken of het instandhouden van bepaalde activiteiten en/of voorzieningen die voor het waterschap van belang zijn. Uiteraard worden subsidies gegeven onder bepaalde voorwaarden.

De voorwaarden waaronder het waterschap een subsidie vaststelt ter stimulering van bepaalde activiteiten van derden, zijn in deze verordening opgenomen.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 3

Het wel of niet toekennen van subsidies behoort tot de beleidsvrijheid van het dagelijks bestuur. Activiteiten, die de bekendheid van en/of draagvlak voor de taakstelling van het waterschap bevorderen, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Voorbeelden zijn:

• activiteiten die het maatschappelijk draagvlak voor het waterschap vergroten;

• activiteiten die kennis over of interesse voor watersysteembeheer en dijkbeheer bevorderen.

• activiteiten die kennis over of interesse voor cultuurhistorische aspecten van waterbeheer van (rechtsvoorgangers van) Waterschap Rivierenland bevorderen.

• activiteiten die milieuvriendelijk gedrag stimuleren of van belang zijn voor herstel, behoud en/of bescherming van het (water)milieu, waterkeringen en zuiveringstechnische werken;

• activiteiten die een bijdrage leveren aan het verbeteren van het milieubesef op het terrein van het beheer van oppervlaktewater, waterkeringen en zuiveringstechnische werken;

• activiteiten die zijn gericht op bewustwording en mentaliteitsverandering van de bevolking over water- en milieuproblematiek en waterkeringszorg;

Artikel 4

In deze subsidieregeling is sprake van een subsidieplafond. Met ingang van 1 januari 2012 zal jaarlijks het bedrag van € 10.000,-- het maximum zijn dat aan subsidies wordt verstrekt. Om op jaarbasis diverse initiatieven te kunnen ondersteunen is een grens aan elke subsidievaststelling verbonden van maximaal 20% van het subsidiebudget, te weten € 2.000,--.

Artikel 5

Natuurlijke personen komen in principe niet in voor een subsidie in aanmerking. In uitzonderingsgevallen kan het dagelijks bestuur bepalen dat wel een subsidie wordt toegekend.

Artikel 6

De termijn van dertien weken die genoemd wordt, komt overeen met de in artikel 4:60 Awb geldende termijn voor boekjaarsubsidies.

Op grond van artikel 4:37, eerste lid onder c Awb heeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om aan de subsidie-ontvanger verplichtingen op te leggen over de gegevens die bij de aanvraag om subsidievaststelling overhandigd moeten worden. In het derde lid van artikel 6 wordt vermeld welke gegevens in ieder geval bij de aanvraag verstrekt moeten worden.

Artikel 7

In deze verordening is bepaald dat er op de subsidieaanvraag een beschikking tot vaststelling van de subsidie volgt (via een eentraps-systeem). Dit wijkt af van de twee stappen (namelijk subsidieverlening- en vaststelling) die zijn voorgeschreven in de Algemene subsidieverordening.

Het eentraps-systeem van subsidievaststelling sluit beter aan bij de hoogte van het te verstrekken subsidiebedrag, de doelgroep en het doel dat met de subsidieverstrekking wordt nagestreefd.