Beleidsregel kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen 2010

Geldend van 28-10-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen 2010

Aanhef

Het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rivierenland

gelet op:

  • de Algemene mandaatregeling Waterschap Rivierenland 2009 d.d. 23 april 2010 betreffende de bevoegdheid tot het opstellen van beleidsregels;

  • de desbetreffende bepalingen van de Waterschapswet en het algemeen reglement van Waterschap Rivierenland;

Besluit

vast te stellen de beleidsregel, inclusief toelichting, kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen 2010:

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Waterwet: de Waterwet, zoals gepubliceerd in Stb. 2009, 490, en latere wijzigingen;

  • b.

    de Waterschapswet: de Waterschapswet, zoals gepubliceerd in Stb 1999, 331 en latere wijzigingen;

  • c.

    Besluit Bodemkwaliteit (Bbk): het Besluit Bbk, inclusief onderliggende regelgeving als de Regeling bodemkwaliteit, zoals gepubliceerd in Stb. 2007, 469, en latere wijzigingen;

  • d.

    ontvangstplicht: rechthebbenden ten aanzien van gronden, gelegen aan of in een oppervlaktewaterlichaam waarvan het onderhoud geschiedt door of onder toezicht van het waterschap, zijn gehouden op die gronden specie en maaisel te ontvangen, die tot regulier onderhoud van dat oppervlaktewaterlichaam worden verwijderd;

  • e.

    legger: als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet;

  • f.

    aanliggende rechthebbende: de eigenaar of de gebruiker van een kadastraal perceel;

  • g.

    kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie: baggerspecie die onderzocht is en waarvan de kwaliteit is vastgesteld volgens het Besluit Bodemkwaliteit en die op basis van het onderzoek moet worden afgevoerd;

  • h.

    B-watergang: watergang in het beheergebied van het waterschap met B-status volgend uit de legger behorende bij de keur van het waterschap;

  • i.

    uitvoeringskosten: de werkelijke uitvoeringskosten voor baggeren, afvoeren en toepassen, verwerken of storten en de kosten van voorbereiding, ontwerp en toezicht tijdens de uitvoering;

  • j.

    het waterschap: Waterschap Rivierenland.

Artikel 2 Toepassingsbereik beleidsregel

  • 1. De beleidsregel betreft een uitwerking van de onderhoudsplicht op basis van de legger van het waterschap en de ontvangstplicht van baggerspecie als bedoeld in artikel 5.23, tweede lid, van de Waterwet.

  • 2. Deze beleidsregel geldt alleen voor B-watergangen die op grond van de legger in onderhoud bij derden zijn en waar kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie is aangetroffen. De B-watergangen zijn gelegen in het baggergebied dat het betreffende jaar, met inachtneming van artikel 3, derde lid,  gebaggerd wordt door het waterschap.

Artikel 3 Werkwijze en financiën

  • 1. Indien een belanghebbende partij bij het waterschap een verzoek doet om een B-watergang te onderzoeken, zal het waterschap hier gehoor aan geven:

    • a.

      indien kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie wordt aangetoond is deze beleidsregel van toepassing;

    • b.

      indien kwalitatief verspreidbare (schone) baggerspecie wordt aangetoond, brengt het waterschap de kosten voor het onderzoek in rekening bij de aanvrager en dienen de aanliggende rechthebbenden in het kader van de onderhoudsplicht zelf de baggerspecie te verwijderen en op hun perceel te ontvangen vanwege de geldende ontvangstplicht;

  • 2. Het waterschap zal de totale uitvoeringskosten voor zijn rekening nemen, indien kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie is aangetoond in B-watergangen in onderhoud bij particulieren, bedrijven of natuurbeschermingsorganisaties;

  • 3. Het waterschap levert een bijdrage van 30% van de totale uitvoeringskosten, in geval van kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie als bedoeld in het vorige lid, indien de gemeente, provincie, Rijkswaterstaat of NS onderhoudsplichtige van de B-watergang is;

  • 4. Als aantoonbaar is wie de vervuiler van de waterbodem is, zal het waterschap de uitvoeringskosten verhalen op de veroorzaker.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregel komt de "Beleidsregel klasse 3 en 4 baggerspecie in B-watergangen", vastgesteld op 30 juni 2006, te vervallen.

  • 3. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen 2010".

  • Aldus vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland op 29 september 2010.

Toelichting beleidsregel kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen

Achtergrond

Het beleid van het waterschap is er op gericht om binnen 15 jaar verontreinigde baggerspecie uit het gebied te verwijderen. Enkele beleidsijnen zijn hiertoe uitgezet. Onder andere is na een besluit van het  algemeen bestuur in september 2005 versneld gebaggerd om de achterstand in baggeronderhoud in te lopen. Tevens zijn derden gestimuleerd om verontreinigde baggerspecie te verwijderen. De kosten voor het verwijderen, afvoeren en storten of zo mogelijk verwerken van verontreinigde baggerspecie liggen vele malen hoger dan voor het op de kant zetten van baggerspecie. De Unie van Waterschappen (UvW) heeft al in 1995 in een advies aan de waterschappen aangegeven dat in voorkomende gevallen niet van derden mag worden verwacht dat zij verontreinigde baggerspecie afvoeren en storten, maar dat de waterschappen deze taak dan op zich moeten nemen.

Artikelsgewijs

Artikel 2 Toepassingsbereik

De beleidsregel betreft een uitwerking van de onderhoudsplicht op basis van de legger van het waterschap en de ontvangstplicht van  baggerspecie als bedoeld in artikel 5.23, tweede lid van de Waterwet. De beleidsregel heeft alleen betrekking op B-watergangen waar kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie is aangetroffen gelegen in het baggergebied dat het betreffende jaar gebaggerd wordt door het waterschap. De beleidsregel is aldus gekoppeld aan het winterbaggerwerk. Een B-watergang wordt door het waterschap gebaggerd, mits alle aanliggende rechthebbenden hiertoe schriftelijk toestemming verlenen aan het waterschap in verband met de voorbereiding van de uitvoeringsfase. Het waterschap voert daarmee het onderhoud voor derden uit.

Artikel 3 Werkwijze en financiën

In grote lijnen is het genoemde advies van de UvW gevolgd. Het Bbk stelt toepassingen van grond en baggerspecie door particulieren en binnen één vestigingslo­catie van een landbouw­be­drijf vrij van onderzoeks- en meldingsplicht. Hierdoor kan verspreiding van de baggerspecie op het eigen perceel plaatsvinden zonder waterbodem­on­derzoek. Onderhoudsplichtigen kunnen WSRL vragen een B-watergang te onderzoeken. Als schone baggerspecie wordt aangetoond, wordt geen verdere actie ondernomen door WSRL. Aanliggende rechthebbenden, die tevens hiervoor onderhoudsplichtig zijn, kunnen deze specie zo op de kant zetten. Als kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie wordt aangetoond, wordt deze watergang verder in beschouwing genomen conform deze beleidsregel.

Financiële bijdrage uitvoeringskosten

In principe zijn alle kosten voor het baggeren van B-watergangen voor de onderhoudsplichtige, ongeacht de kwaliteit. Op basis van deze beleidsregel, echter, worden de onderhoudsplichtigen hierin tegemoetgekomen. Het waterschap baggert, conform het Unie-advies, waarbij:

  • voor het baggeren van B-watergangen met kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie aan particulieren, bedrijven en natuurbeschermings-organisaties geen bijdrage wordt gevraagd. Het waterschap neemt dan dus de totale uitvoeringskosten voor eigen rekening;

  • het waterschap neemt 30 % van de totale uitvoeringskosten voor eigen rekening indien kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie wordt aangetoond in B-watergangen onderhoud bij gemeenten, Rijkswaterstaat, provincies en NS.

  • als aantoonbaar is wie de vervuiler van de waterbodem is, zal het waterschap de uitvoeringskosten verhalen op de vervuiler.

Grotere organisaties als gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat en NS zijn grote gesprekspartners en voeren zelfstandig baggerwerken uit. Door het uitvoeringsplan kunnen zij vroegtijdig baggeren op de begroting plaatsen waardoor zij mee kunnen liften met het waterschap. Het waterschap komt deze partijen tegemoet door een bijdrage te geven van 30% van de totale uitvoeringskosten.

Als uitvoeringskosten, in de zin van deze beleidsregel, worden uitsluitend in aanmerking genomen:

  • a.

    de werkelijke uitvoeringskosten (aanneemsom inclusief kosten voor meer- en minderwerken) voor baggeren, afvoeren en toepassen, verwerken of storten;

  • b.

    de kosten van voorbereiding, ontwerp en toezicht tijdens de uitvoering met een maximum percentage van 15% van de aanneemsom (inclusief kosten meer- en minderwerk) voor zover deze kosten het gevolg zijn van uitbesteding;

  • c.

    de kosten van voorbereiding, ontwerp en toezicht tijdens de uitvoering met een maximum percentage van 2% van de aanneemsom (inclusief kosten meer- en minderwerk) indien de aanvrager hiervoor zelf zorg draagt.

Niet tot de uitvoeringskosten, in de zin van deze beleidsregel, worden onder meer gerekend:

  • a.

    de kosten voor de vergoeding voor schade;

  • b.

    beheer- en onderhoudskosten van het uitgevoerde project;

  • c.

    legeskosten;

  • d.

    de kosten in verband met de nutsaansluitingen;

  • e.

    de kosten in verband met de Construction-All Risks-verzekering;

  • f.

    de door de aanvrager verrekenbare BTW.

Verdere uitgangspunten bij de uitvoering van deze beleidsregel zijn:

  • in het geval in een baggergebied meer kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen wordt aangetoond dan voorzien, behoudt het waterschap zich het recht voor om de uitgaven voor het baggeren van B-watergangen te heroverwegen. Particulieren, bedrijven en natuurbeschermingsorganisaties krijgen in dat geval voorrang boven gemeenten, NS, Rijkswaterstaat en provincies;

  • het waterschap zal bij het baggeren van A-watergangen, wel enkele meters baggeren ter plaatse waar de B-watergang uitmondt in de A-watergang ter voorkoming van inspoeling van bagger uit de B-watergang in deze A-watergang.

Schriftelijke instemming

Voor alle situaties geldt dat, indien het waterschap een B-watergang baggert, alle aanliggende rechthebbenden schriftelijk toestemming moeten verlenen, aangezien het waterschap geen wettelijke basis heeft om de baggerplicht voor de onderhoudsplichtige over te nemen en diens terrein daarvoor te betreden, zonder toestemming van de betreffende rechthebbende. Hiertoe stuurt het waterschap een brief met uitleg van de situatie en hoe het waterschap met deze baggerspecie wil omgaan. Tevens bevat deze brief het verzoek tot het verkrijgen van schriftelijke toestemming binnen een uiterste schriftelijke reactietermijn van 4 weken. Alleen B-watergangen waarvoor alle rechthebbenden tijdig positief hebben gereageerd worden door het waterschap meegenomen in dat baggerwerk in verband met de voorbereiding van de uitvoeringsfase.

Toepassingsgebieden

Er zijn drie situaties denkbaar wanneer kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in een B-watergang wordt aangetroffen:

  • a.

    B-watergang volledig in onderhoud bij particulieren, natuurbeschermingsorganisaties en/of Bedrijven;

  • b.

    B-watergang volledig in onderhoud bij gemeente, Rijkswaterstaat, provincie en/of NS;

  • c.

    B-watergang in onderhoud bij gemeente enerzijds en anderzijds bij particulieren, natuurbeschermingsorganisaties en/of bedrijven.

Ad 1: B- watergang volledig in onderhoud bij particulieren, natuurbeschermingsorganisaties en/of bedrijven

In deze situatie neemt het waterschap de baggertaak en de daarbij komende inspanningen en kosten voor 100 % voor zijn rekening.

Ad 2: B-watergang volledig in onderhoud bij gemeente, Rijkswaterstaat, provincie en/of NS

In deze situatie levert het waterschap een van tevoren overeengekomen financiële bijdrage (middels overeenkomst) van 30 % van de totale uitvoeringskosten. Hierbij bestaat de mogelijkheid dat het waterschap een trekkersrol vervult in een gezamenlijk project of dat het waterschap de watergang meeneemt in een eigen bestek en het deel van de kosten dat voor rekening van de andere partij is, bij die partij in rekening brengt.

Ad 3: B-watergang in onderhoud bij gemeente enerzijds en anderzijds bij particulieren, natuurbeschermingsorganisaties en/of bedrijven

In deze situatie neemt de gemeente idealiter in overleg met het waterschap de taak van de particulier over, waarmee in feite situatie 2 ontstaat. Vaak betreft het bij deze situatie wegsloten, waar de gemeente de grootste belanghebbende is voor een goede afwatering van de weg.

In navolgend schema is weergegeven hoe het proces verloopt.

[red. opmerking: schema is als bijlage opgenomen, zie onder "bijlagen"]

* Indien van toepassing onderzoekskosten voor rekening van aanvrager

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

Beleidsregels zijn bij besluit vastgestelde algemene regels. Deze regels worden bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud daarvan in een vanwege het waterschapsbestuur uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op andere geschikte wijze. Indien alleen van de zakelijke inhoud wordt kennisgegeven, wordt het besluit tegelijkertijd ter inzage gelegd. In de kennisgeving wordt vermeld waar en wanneer het besluit ter inzage ligt (artikel 3:42 Awb).

Schema Beleidsregel kwalitatief niet-verspreidbare baggerspecie in B-watergangen 2010 (17 KB)

Kopie advertentie Kontakt Alblasserwaard 28-10-2010 (week 43, 2010) (450 KB)