Regeling vervallen per 24-10-2014

Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen

Geldend van 21-12-2006 t/m 23-10-2014

Intitulé

Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen

               AANWIJZINGSBESLUIT BELASTINGSPLICHTIGEN

Het college van Dijkgraaf en Heemraden van Waterschap Zuiderzeeland;

gelet op het bepalende in artikel 85 van de Waterschapswet;

BESLUIT

I.                     met ingang van 1 januari 2005 in te trekken het op 3 januari 2000 vastgestelde Aanwijzingsbesluit                         

                       belastingplichtigen;

II.                   een nieuw Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen vast te stellen dat op 1 januari 2005 in werking treedt.

Verordening

Algemeen

Het Aanwijzingsbesluit belastingplichtigen bevat beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige indien een keuze moet worden gemaakt tussen meer mogelijke belastingplichtigen.

De wettelijke regels brengen soms mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject.

In die gevallen mag het waterschap de aanslag op naam van één van die belastingplichtigen stellen. Waterschap Zuiderzeeland hanteert daarbij een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze volgorde is gebaseerd op de veronderstelde betaalcapaciteit en op een doelmatige en doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen. Van deze richtlijnen kan worden afgeweken indien een belastingplichtige schriftelijk verzoekt de aanslag op zijn of haar naam te stellen.

Voorkeursvolgorde

1.      Met betrekking tot de verontreinigingsheffing voor woonruimten, die wordt geheven van de gebruikers van een woonruimte:

         -     in de gemeenten Almere, Zeewolde, Lelystad, Dronten en Lemsterland:

a.     de oudste meerderjarige bewoner op basis van de gemeentelijke basisadministratie;

b.     degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt;

         -   in de gemeenten Noordoostpolder, Urk en Steenwijkerland:

a       degene die door de gegevens van de waterleidingmaatschappij als betalingsplichtige wordt aangewezen;

b       de oudste meerderjarige bewoner op basis van de gemeentelijke basisadministratie;

c       degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

2.        Met betrekking tot de verontreinigingsheffing voor bedrijfsruimten, die wordt geheven van de gebruikers van een                 

            bedrijfsruimte:

a.     degene die volgens de gegevens van de Kamer van koophandel het belastingobject op zijn naam heeft;

b.     degene die als de meest op de voorgrond tredende gebruiker moet worden beschouwd, dan wel door de               

        waterleidingmaatschappij als gebruiker wordt aangeduid;

c.     degene die verantwoordelijk is voor de lozing van het grootste deel van de afvalstoffen;

d.     degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

3.      Met betrekking tot de ingezetenenomslag, die wordt geheven van de gebruikers van een woonruimte:

         -     in de gemeenten Almere, Zeewolde, Lelystad, Dronten en Lemsterland:

a.    de oudste meerderjarige bewoner op basis van de gemeentelijke basisadministratie;

b.     degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt;

          -     in de gemeenten Noordoostpolder, Urk en Steenwijkerland:

a.    degene die door de gegevens van de waterleidingmaatschappij als betalingsplichtige wordt aangewezen;

b.    de oudste meerderjarige bewoner op basis van degemeentelijke basisadministratie;

c.    degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

4.     Met betrekking tot de omslagheffing gebouwd, die wordt geheven van de zakelijk gerechtigden tot een gebouwd eigendom:

a.     degene die als voornaamste zakelijk gerechtigde is vermeld in de kadastrale situatie, zoals bedoeld in                            

         artikel   3    van de  Kadasterwet;

b.     de oudste zakelijk gerechtigde op basis van de gemeentelijke basisadministratie;

5.      Met betrekking tot de omslagheffing ongebouwd, die wordt geheven van de zakelijk gerechtigden tot een ongebouwd              

         eigendom:

a.     degene die als voornaamste zakelijk gerechtigde is vermeld in de kadastrale registratie, zoals bedoeld in artikel 3      

         van  de Kadasterwet;

b.     de oudste zakelijk gerechtigde op basis van de gemeentelijke basisadministratie;

6.     Met betrekking tot de omslagheffing ongebouwd, die wordt geheven van de pachters van een ongebouwd eigendom:

a.     degene die als eerste vermeld staat op het door de grondkamer goedgekeurd pachtcontract;

b.     de oudste pachter.

Lelystad, 26 oktober 2004

Het college van Dijkgraaf en Heemraden,

ir. J.B. van der Veen