Regeling vervallen per 13-12-2018

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Geldend van 16-04-1998 t/m 12-12-2018

Intitulé

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

De raad van de gemeente Weert;

gezien het advies van de commissie straatnaamgeving;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Weert;

gelet op artikel 108 en 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegenof paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen en alle wateren die, al dan niet met enigebeperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmededaarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar onderdeel van uitmaken;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of andermateriaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met degrond is verbonden, het zij direct of indirect steun vindt in of op de grond enbedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • c.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel ofgedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • d.

    complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken(industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes enzovoort);

  • e.

    afgebakend terrein: een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en datafzonderlijk wordt gebruikt;

  • f.

    ligplaats: een deel van het openbare water dat door burgemeester en wethoudersis aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark;

  • g.

    standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waaropvoorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven,van andere instellingen of van gemeente kunnen worden aangesloten;

  • h.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • i.

    nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet mettoevoeging van een letter of een cijfercombinatie;

  • j.

    object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats ofstandplaats;

  • k.

    rechthebbende: ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk rechtzodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk rechtbevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening isvoorgeschreven, zomede de beheerder;

  • l.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieveaard.

HOOFDSTUK 2. Het benoemen van openbare ruimte en het nummeren vanbouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen en van ligplaatsen of standplaatsen

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders verdelen de gemeente, al dan niet op basis vanbouwblokken, in wijken of buurten en duiden deze aan met nummers, zo nodig aangevuld met letters of namen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2. Aan een object dat een nummer heeft gekregen moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3. Het wordt toegestaan dat een huisnummer in afwijkende vorm wordt aangebracht. Burgemeester en wethouders kunnen ter zake nader regels stellen.

Artikel 4

  • 1. De door burgemeester en wethouders aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan delen van de openbare ruimte, aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan ligplaatsen of standplaatsen namen of nummer toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 3. Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn onroerende zaak nummer toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

HOOFDSTUK 3. Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 5.

  • 1. Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen, huisnummerverzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht is de rechthebbende verplicht tot te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanbrengen van het nummer op het object, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, tenzij besloten wordt dat de rechthebbende hiervoor zorg draagt.

  • 2. De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid genoemde nummer binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders aan te brengen.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooiing aangebracht.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

HOOFDSTUK 4. Uitvoeringsvoorschriften

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vaststellen voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, nadere registratieve voorschriften vaststellen.

HOOFDSTUK 5. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Strafbepalingen

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan debepalingen in de artikelen 5 en 6, eerste en tweede lid, wordt gestraft met eengeldboete van de eerste categorie.

  • 2. De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de inartikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemdeopsporingsambtenaren,opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor denaleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreftdie in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 juli 1996.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. Namen en nummers, die op grond van de in artikel 10 genoemde regels envoorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten datde op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriftenaangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moetenworden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtensdeze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigingen van een naam of nummer, bedoeld in het eerste en tweede lid,zullen de nadelige gevolgen voor de rechthebbende tot een minimum wordenbeperkt en zo nodig worden gecompenseerd op de wijze bepaald in de NotaStraatnaamgeving.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening straatnaamgeving en huisnummering”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 juni 1996 en opnieuw vastgesteld voor de nieuwe gemeente Weert in de openbare raadsvergadering van 8 januari 1998,
De secretaris,
De voorzitter,