Regeling vervallen per 01-01-2017

Deelsubsidieverordening Cultuur 2013

Geldend van 21-05-2015 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Deelsubsidieverordening Cultuur 2013

De gemeenteraad van Weert;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2012;

Gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en TITEL 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

De navolgende Deelsubsidieverordening Cultuur 2013 vast te stellen.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder een:

  • a.

    instrumentale muziekvereniging: een vereniging die de beoefening van instrumentale muziek in groepsverband als primair doel heeft;

  • b.

    jeugd- of jongerenkoor: een koor dat voor tenminste 75% bestaat uit jeugdleden;

  • c.

    jeugdlid: een lid dat in het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd de leeftijd van maximaal 21 jaar bereikt en dat actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten;

  • d.

    openbaar optreden: een optreden dat al dan niet tegen betaling voor iedereen toegankelijk is en dat van te voren publiekelijk wordt aangekondigd;

  • e.

    operettevereniging: een vereniging die de beoefening van operette in groepsverband als primair doel heeft;

  • f.

    peildatum: 1 augustus in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • g.

    regiofunctie: er wordt gesproken over een regiofunctie indien een vereniging een aanzienlijk aantal leden aantrekt uit de omliggende gemeenten omdat er in deze gemeenten geen aanbod is voor de betreffende activiteit;

  • h.

    schutterij: een cultuurhistorische vereniging die als primair doel heeft de beoefening van instrumentale muziek in groepsverband en de beoefening van schuttersactiviteiten in groepsverband;

  • i.

    seniorlid: een lid dat in het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd 22 jaar of ouder wordt en dat actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten;

  • j.

    toneelvereniging: een vereniging die de beoefening van toneel in groepsverband als primair doel heeft;

  • k.

    vereniging: een bij de Kamer van Koophandel geregistreerde vereniging met volledige rechtsbevoegdheid;

  • l.

    volwassenenkoor: een koor dat voor tenminste 26% bestaat uit seniorleden;

  • m.

    zangvereniging: een vereniging die de beoefening van zang in groepsverband als primair doel heeft.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze deelsubsidieverordening heeft betrekking op subsidies voor het beleidsterrein cultuur.

De Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013 is van toepassing voor zover daarvan in deze deelsubsidieverordening niet wordt afgeweken.

Artikel 3 Doelgroep

Jaarlijkse subsidies kunnen worden verstrekt aan:

  • -

    instrumentale muziekverenigingen

  • -

    zang- en operetteverenigingen en ouderenvereniging “Sint Willibrordus”, mits de activiteit “zang” als doel is opgenomen in de statuten van deze vereniging

  • -

    toneelverenigingen

  • -

    schutterijen

Eenmalige subsidies ten laste van het fonds voor culturele activiteiten kunnen worden verstrekt aan organisaties/rechtspersonen en natuurlijke personen.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • 1.

    het aanbieden van activiteiten op het gebied van zang, muziek en toneel en schuttersactiviteiten:

    • a.

      voor diverse doelgroepen, waarbij in het bijzonder aandacht is voor activiteiten voor jeugd, en;

    • b.

      die toegankelijk zijn voor iedereen ongeacht zijn of haar achtergrond, en;

    • c.

      die staan onder een deskundige begeleiding.

  • 2.

    activiteiten die naar het oordeel van het college bijdragen aan het bevorderen van een goed functionerend verenigingsleven.

  • 3.

    bijzondere (podium)activiteiten die zijn gericht op het uitdragen van historische en hedendaagse culturele waarden voor een breed publiek.

Hoofdstuk 2: Jaarlijkse subsidies

Artikel 5 Eisen om in aanmerking te komen voor subsidie

  • 1. In aanvulling op de eisen uit de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013 gelden de volgende eisen:

    • a.

      De vereniging is aangesloten bij een nationale of provinciale overkoepelende bond. Voor schutterijen is dit de Oud Limburgse Schuttersfederatie;

    • b.

      Van de leden woont minimaal 75% in de gemeente Weert. Indien de vereniging naar het oordeel van burgemeester en wethouders een regiofunctie vervult, geldt een percentage van minimaal 50%;

    • c.

      De vereniging heeft op de peildatum minimaal 15 leden die actief deelnemen aan de activiteiten. Voor toneelverenigingen geldt een aantal van minimaal 10 leden;

    • d.

      De activiteiten, niet zijnde reguliere repetities, bestaan voor minder dan 50% uit het opluisteren van kerkelijke of godsdienstige plechtigheden.

  • 2. In aanvulling op de eisen uit de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013 en de eisen uit het eerste lid van dit artikel, gelden voor verenigingen die voor het jaar 2013 en navolgende jaren voor de eerste keer een jaarlijkse subsidie aanvragen de volgende eisen:

    • a.

      De activiteiten kunnen niet worden ondergebracht bij een bestaande vereniging.

    • b.

      De vereniging bestaat minimaal 1 jaar.

Artikel 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. In aanvulling op de subsidieverplichtingen uit de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013gelden de volgende verplichtingen:

    • a.

      Elk lid kan minimaal 40 keer per jaar deelnemen aan een georganiseerde activiteit inverenigingsverband;

    • b.

      De activiteiten voor jeugdleden vinden uitsluitend plaats onder voldoende en deskundige begeleiding. Indien de begeleider jonger is dan 18 jaar, staat deze onder direct toezicht van een deskundige volwassene;

    • c.

      De vereniging verzorgt minimaal 3 keer per jaar een openbaar optreden;

    • d.

      De vereniging verleent maximaal 2 keer per jaar haar medewerking aan een optreden tijdens openbare festiviteiten en uitvoeringen indien het college daarom verzoekt.

Artikel 7 Subsidiegrondslagen instrumentale muziekverenigingen

Instrumentale muziekverenigingen kunnen aanspraak maken op de volgende subsidies:

  • a.

    een vast bedrag van € 250,-;

  • b.

    een bedrag per seniorlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief een instrument bespeelt van € 20,-;

  • c.

    een bedrag per jeugdlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief een instrument bespeelt van € 42,-;

  • d.

    45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde dirigentkosten tot een maximum van € 5.000,-;

  • e.

    45% van de ten laste van de vereniging komende en door het college goedgekeurde opleidingskosten ten behoeve van leden en aspirant-leden, voor zover deze opleidingen worden verzorgd door een plaatselijk centrum voor kunstzinnige vorming;

  • f.

    12,15% van de door het college goedgekeurde kosten van de aanschaf van uniformen en instrumenten. Een provinciale subsidieregeling vormt hierop een voorliggende voorziening. Deze subsidie geldt voor de jaren 2013 t/m 2017 en vervalt met ingang van het jaar 2018.

Artikel 8 Subsidiegrondslagen zang- en operetteverenigingen

Zangverenigingen kunnen aanspraak maken op de volgende subsidies:

  • a.

    een vast bedrag van € 250,-;

  • b.

    een bedrag per seniorlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief deelneemt aan de zangactiviteiten van € 10,-;

  • c.

    een bedrag per jeugdlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief deelneemt aan de zangactiviteiten van € 47,50;

  • d.

    45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde dirigentkosten tot een maximum van € 2.500,- per volwassenenkoor en € 1.500,- per jeugd- of jongerenkoor;

  • e.

    45% van de ten laste van de vereniging komende en door het college goedgekeurde kosten van koorscholing, voor zover deze opleidingen worden verzorgd door een plaatselijk centrum voor kunstzinnige vorming.

Artikel 9 Subsidiegrondslagen toneelverenigingen

Toneelverenigingen kunnen aanspraak maken op de volgende subsidies:

  • a.

    een vast bedrag van € 500,-;

  • b.

    een bedrag per seniorlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief deelneemt aan de toneelactiviteiten van € 12,-;

  • c.

    een bedrag per jeugdlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief deelneemt aan de toneelactiviteiten van € 40,-;

  • d.

    45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde regisseurkosten tot een maximum van € 1.500,-.

Artikel 10 Subsidiegrondslagen schutterijen

Schutterijen kunnen aanspraak maken op de volgende subsidies:

  • 1.

    Voor de instrumentale muziekactiviteiten:

    • a.

      een vast bedrag van € 250,-;

    • b.

      een bedrag per seniorlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief een instrument bespeelt van € 20,-;

    • c.

      een bedrag per jeugdlid dat de vereniging op de peildatum heeft en dat actief een instrument bespeelt van € 42,-;

    • d.

      45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde dirigentkosten tot een maximum van € 2.000,-;

    • e.

      45% van de ten laste van de vereniging komende en door het college goedgekeurde opleidingskosten ten behoeve van leden en aspirant-leden, voor zover deze opleidingen worden verzorgd door een plaatselijk centrum voor kunstzinnige vorming;

    • f.

      12,15% van de door het college goedgekeurde kosten van de aanschaf van uniformen en instrumenten. Een provinciale subsidieregeling vormt hierop een voorliggende voorziening. Deze subsidie geldt voor de jaren 2013 t/m 2017 en vervalt met ingang van het jaar 2018.

  • 2.

    Voor de schuttersactiviteiten:

    • a.

      een vast bedrag van € 730,-;

    • b.

      12,15% van de door het college goedgekeurde kosten van de aanschaf van uniformen en schietbenodigdheden. Een provinciale subsidieregeling vormt hierop een voorliggende voorziening. Deze subsidie geldt voor de jaren 2013 t/m 2017 en vervalt met ingang van het jaar 2018.

Hoofdstuk 3: Fonds voor culturele activiteiten

Eenmalige subsidie

Artikel 11 Doelgroep

Voor een subsidie voor een activiteit zoals omschreven in artikel 12, komen in aanmerking, alle organisaties/rechtspersonen en natuurlijke personen die voldoen aan de gestelde eisen in artikel 13.

Artikel 12 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De volgende activiteiten komen in aanmerking voor subsidie:

(Een programma van) bijzondere (podium)activiteiten, gericht op het uitdragen van historische en hedendaagse culturele waarden voor een breed publiek, alsmede experimentele, incidentele of nieuwe activiteiten die van groot belang worden geacht voor de cultuur.

Artikel 13 Eisen om in aanmerking te komen voor subsidie

In aanvulling op de eisen uit de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013 gelden de volgende eisen:

  • 1.

    De aanvrager heeft aantoonbaar kennis van, of affiniteit met, historische en hedendaagse culturele waarden;

  • 2.

    Indien de aanvrager een rechtspersoon is, is deze statutair en feitelijk gevestigd in de gemeente Weert. Het college kan hiervan afwijken indien een activiteit naar hun oordeel een voorbeeldfunctie heeft en hierdoor van belang is voor de ontwikkeling van culturele activiteiten in de gemeente Weert;

  • 3.

    Indien subsidie wordt aangevraagd voor een programma van activiteiten, ligt er maximaal een periode van 6 weken tussen de eerste en de laatste activiteit.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. In aanvulling op de subsidieverplichtingen uit de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013 gelden de volgende verplichtingen:

    • a.

      De activiteit(en) of het programma van activiteiten wordt uitgevoerd in de gemeente Weert;

    • b.

      De activiteit(en) of het programma van activiteiten streeft een naar aard zo groot mogelijk publiek na.

Artikel 15 Subsidiegrondslag

De subsidie waarop de aanvrager aanspraak kan maken wordt als volgt bepaald:

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal het tekort van de door het college goedgekeurde begroting van de activiteit of het programma van activiteiten tot een maximum van € 5.000,-. Voor de beoordeling van de begroting stelt het college beleidsregels vast;

  • 2.

    Als het tekort na de uitvoering van de activiteit lager is dan het tekort in de door het college goedgekeurde begroting, dan wordt de subsidie neerwaarts, gecorrigeerd, tot maximaal het gerealiseerde tekort;

  • 3.

    Vervallen.

Artikel 16 Subsidieprocedure

In afwijking van de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013 geldt dat:

Indien de activiteit(en) of het programma van activiteiten start in het kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend, beslist het college op de aanvraag om subsidie nadat de raad de begroting en het subsidieplafond voor deze regeling voor het betreffende kalenderjaar heeft vastgesteld.

HOOFDSTUK 4: Overgangsbepalingen

Artikel 17 Harheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1 en 2, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Deelsubsidieverordening Cultuur 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Weert in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2012. Laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 30 oktober 2013.
De griffier,
de burgemeester,

Toelichting Deelsubsidieverordening Cultuur 2013

Behorend bij de Deelsubsidieverordening Cultuur 2013, vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2012.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel zijn enkele begrippen omschreven ter verduidelijking van het gestelde in deze deelsubsidieverordening en om interpretatieverschillen te voorkomen.

Artikel 2 Reikwijdte

De Deels ubsidieverordening Cultuur 2013 is een specifieke subsidieregeling voor het beleidsterrein cultuur, waarin regels kunnen worden gesteld die aanvullend zijn aan, of afwijkend zijn van de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013. Daarnaast moeten de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht in acht worden genomen. De Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013is van toepassing indien er in de Deels ubsidieverordening Cultuur 2013 niet van wordt afgeweken. De hoofdregel is dus dat specifieke regels gaan voor de algemene regels.

Artikel 3 Doelgroep

Jaarlijkse subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instrumentale muziekverenigingen, zangverenigingen, ouderenvereniging “Sint Willibrordus”, toneelverenigingen en schutterijen. Deze organisaties dienen de rechtspersoon vereniging te hebben.

De ouderenvereniging “Sint Willibrordus” is apart met naam vermeld binnen de doelgroep. Dit komt omdat deze vereniging geen zangvereniging is conform de definitie van artikel 1 van deze deelsubsidieverordening. Dit omdat deze vereniging meerdere activiteiten aanbiedt, waaronder de activiteit zang. Eenmalige subsidies ten laste van het Fonds voor culturele activiteiten kan worden verstrekt aan alle organisaties/rechtspersonen en natuurlijke personen. Wel dient de aanvrager te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in de Algemene S ubsidieverordening Welzijn en evenementen 2013.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De gemeente Weert verstrekt subsidie voor de uitvoering van bepaalde activiteiten. Deze activiteiten zijn afgeleid van vastgestelde gemeentelijke beleidsdoelstellingen.

Artikel 5 Eisen om in aanmerking te komen voor subsidie

De eisen zorgen voor een verdere specificatie van de doelgroep die in aanmerking komt voor de subsidie. De gemeente kiest ervoor om alleen subsidie te verstrekken aan verenigingen die voldoen aan de gestelde eisen. Als niet aan de eisen wordt voldaan, vindt er geen subsidieverlening plaats.

Artikel 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Het opleggen van verplichtingen aan subsidieontvanger draagt ertoe bij dat het doel van de subsidie wordt bereikt. Als blijkt dat de subsidieontvanger in het jaar waarvoor de subsidie is verleend, niet heeft voldaan aan deze verplichtingen, heeft de gemeente de mogelijkheid om de subsidie lager vast te stellen, de subsidieverlening in te trekken en eventuele subsidiebetalingen terug te vorderen.

Optredens vermeld in lid 1d van dit artikel tellen mee in het aantal van totaal 3 optredens zoals vermeld in lid 1c van dit artikel.

Artikel 7 Subsidiegrondslagen instrumentale muziekverenigingen

In dit artikel zijn de subsidies (bedragen of berekeningsmethode) opgenomen waarop instrumentale muziekverenigingen aanspraak kunnen maken als zij voldoen aan de gestelde eisen en de verplichtingen.

Voor de subsidie als vermeld bij lid f geldt dat als er een provinciale subsidieregeling is waarop de vereniging aanspraak kan maken, de vereniging hiervoor een aanvraag doet. Een toegekende provinciale subsidie wordt in mindering gebracht op de gemeentelijke subsidie die op grond van lid f wordt verstrekt.

Artikel 8 Subsidiegrondslagen zang- en operetteverenigingen

In dit artikel zijn de subsidies (bedragen of berekeningsmethode) opgenomen waarop zang- en operetteverenigingen aanspraak kunnen maken als zij voldoen aan de gestelde eisen en de verplichtingen.

Artikel 9 Subsidiegrondslagen toneelverenigingen

In dit artikel zijn de subsidies (bedragen of berekeningsmethode) opgenomen waarop toneelverenigingen aanspraak kunnen maken als zij voldoen aan de gestelde eisen en de verplichtingen.

Artikel 10 Subsidiegrondslagen schutterijen

In dit artikel zijn de subsidies (bedragen of berekeningsmethode) opgenomen waarop schutterijen aanspraak kunnen maken als zij voldoen aan de gestelde eisen en de verplichtingen.

Voor de subsidie als vermeld bij lid 1f en 2b geldt dat als er een provinciale subsidieregeling is waarop de vereniging aanspraak kan maken, de vereniging hiervoor een aanvraag doet. Een toegekende provinciale subsidie wordt in mindering gebracht op de gemeentelijke subsidie die op grond van lid f wordt verstrekt.

Artikel 11 Doelgroep

Zie de toelichting bij artikel 3.

Artikel 12 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Zie de toelichting bij artikel 4.

Artikel 13 Eisen om voor subsidie in aanmerking te komen

Zie de toelichting bij artikel 5.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Zie de toelichting bij artikel 6.

Artikel 15 Subsidiegrondslag

In dit artikel zijn de subsidies (bedragen of berekeningsmethode) opgenomen waarop aanvragers aanspraak kunnen maken als zij voldoen aan de gestelde eisen en de verplichtingen.

Artikel 16 Subsidieprocedure

Het college kan pas besluiten over het verstrekken van subsidie als de gemeenteraad de benodigde middelen en de subsidieplafonds voor het betreffende kalenderjaar heeft vastgesteld.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Ingeval er wordt afgeweken van de verordening dient de afwijkende besluitvorming altijd binnen de doelstelling van de verordening te passen. De hardheidsclausule dient enkel toegepast te worden in uitzonderlijke gevallen.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze deelsubsidieverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en is van toepassing op alle te subsidiëren activiteiten die plaats vinden in het jaar 2013 en verder.

Artikel 19 Citeertitel

Geen nadere toelichting.