Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelastingen 2015

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelastingen 2015

De raad van de gemeente Weert;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

van 25 november 2014;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen in de openbare vergadering van 22 december 2014 de

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelastingen 2015

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Bij deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    dag: een periode van 24 uren, of een gedeelte daarvan, aanvangende te 00:00 uur;

  • 2.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • 3.

    maand: een kalendermaand;

  • 4.

    jaar: een kalenderjaar;

  • 5.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4. Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

  • 1.

    Voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • 2.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 3.

    het hebben van werken en voorwerpen, waarvan de aanwezigheid ingevolge een wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • 4.

    het hebben onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond van buizen, kabels, draden, welke rechtstreeks aansluiten op buizen, kabels of draden van de gemeente;

  • 5.

    het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond door de gemeente en het hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemd gemeentegrond van voorwerpen, die aan de gemeente in eigendom toebehoren;

  • 6.

    het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;

  • 7.

    het innemen van of het gebruikmaken van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of het gebruikmaken van door of van wege de gemeente geplaatste aanplakborden voor een politiek, godsdienstig, liefdadig of cultureel doel, ofwel ten algemene nutte;

  • 8.

    het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, indien dat gebruik betreft: handelsreclame aan een onroerende zaak (zoals reclameborden, uithangborden, lichtbakken, vlaggen), etalagekasten, stoepen, trappen, kelderingangen, goten, kelderlichten, luchtgaten, zonneschermen, luifels, erkers, feestverlichting en luidsprekers.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6. Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7. Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8. Wijze van heffing

  • 1. De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag moet worden betaald binnen 2 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13. Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

  • 1. De “Verordening precariobelasting 2014”, vastgesteld door de raad der gemeente Weert in de openbare vergadering van 11 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat ze van toepassing blijven op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van precariobelasting in die periode plaatsvindt.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening precariobelasting 2015”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 2014,
de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel precariobelastingen 2015

(behorende bij de Verordening precariobelasting 2015)

Artikel I Tarieven

Deze tarieventabel is van toepassing op het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, en voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen en van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn.

  • 1.

    Algemeen tarief.

    Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, en voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen en van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn, voor zover voor het hebben van deze voorwerpen of dit gebruik in deze tarieventabel niet in een bijzonder tarief is voorzien gelden de volgende tarieven per m2:

    • a.

      voor een dag € 0,30 (2014 : € 0,29)

    • b.

      voor een week € 1,50 (2014 : € 1,45)

    • c.

      voor een maand € 4,50 (2014 : € 4,35)

    • d.

      voor een jaar € 45,00 (2014 : € 43,50)

      met een minimum van € 26,00 (2014 : 25,70)

      Een gedeelte van een dag of vierkante meter wordt voor een gehele dag respectievelijk voor een gehele vierkante meter gerekend.

  • 2.

    Voorwerpen in gefiscaliseerde zones

    Indien het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond plaats vindt op een locatie, die middels het “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren 2015” als gefiscaliseerde zone door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen, gelden de volgende tarieven per m2:

    Indien de parkeerbelasting ingevolgde de “Tarieventabel parkeerbelastingen 2015” tarief ter plaatse € 0,90 per uur bedraagt:

    • a.

      voor een dag € 0,65 (2014 : € 0,58)

    • b.

      voor een week € 3,25 (2014 : € 2,90)

    • c.

      voor een maand € 9,75 (2014 : € 8,70)

    • d.

      voor een jaar € 107,25 (2014 : € 87,00)

      met een minimum van € 26,00 (2014 : 25,70)

      Een gedeelte van een dag of vierkante meter wordt voor een gehele dag respectievelijk voor een gehele vierkante meter gerekend.

      Indien de parkeerbelasting ingevolgde de “Tarieventabel parkeerbelastingen 2015” ter plaatse € 1,30 per uur bedraagt:

    • a.

      voor een dag € 0,85 (2014 : € 0,79)

    • b.

      voor een week € 4,25 (2014 : € 3,95)

    • c.

      voor een maand € 12,75 (2014 : € 11,86)

    • d.

      voor een jaar € 140,25 (2014 : € 118,60)

      met een minimum van € 26,00 (2014 : 25,70)

      Een gedeelte van een dag of vierkante meter wordt voor een gehele dag respectievelijk voor een gehele vierkante meter gerekend.

  • 3.

    Verkoopplaatsen van motorbrandstoffen

    Benzine-, olie-, petroleum-, gas-, lucht- en/of waterpomp c.q. -automaat of andere pompen, met inbegrip van de daarbij behorende en een geheel vormende leidingen, kabels, ketels, verlichting e.d.

    per pomp per jaar € 129,90 (2014 : € 128,30)

  • 4.

    Buizen en kabels

    Buizen, riolen, kokers, kabels, draden en dergelijke voorwerpen,

    per strekkende meter per jaar € 0,95 (2014 : € 0,94)

    Een gedeelte van een strekkende meter wordt voor een gehele strekkende meter gerekend.

  • 5.

    Rijwielrekken

    • a.

      een rijwielrek

      per rijwielrek, per jaar € 9,00 (2014 : € 8,90)

    • b.

      een rijwielblok of -klem,

      per rijwielblok of -klem, per jaar € 2,15 (2014 : € 2,10)

  • 6.

    Bouwmaterialen

    steigers, bouwmaterialen, schuttingen en/of andere soortgelijke getimmerten, per m2 ingenomen oppervlakte grond:

    • a.

      voor een dag € 0,30 (2014 : € 0,29)

    • b.

      voor een week € 1,50 (2014 : € 1,45)

    • c.

      voor een maand € 4,50 (2014 : € 4,35)

    • d.

      voor een jaar € 49,50 (2014 : € 43,50)

      met een minimum van € 26,00 (2014 : 25,70)

      Een gedeelte van een dag of vierkante meter wordt voor een gehele dag respectievelijk voor een gehele vierkante meter gerekend.

  • 7.

    Bouwwagens

    directieketen, -wagens en/of schaftwagens e.d. ten behoeve van bouw en/of sloopwerkzaamheden, per m2 ingenomen oppervlakte grond:

    • a.

      voor een dag € 0,30 (2014 : € 0,29)

    • b.

      voor een week € 1,50 (2014 : € 1,45)

    • c.

      voor een maand € 4,50 (2014 : € 4,35)

    • d.

      voor een jaar € 49,50 (2014 : € 43,50)

      met een minimum van € 26,00 (2014 : 25,70)

      Een gedeelte van een dag of vierkante meter wordt voor een gehele dag respectievelijk voor een gehele vierkante meter gerekend.

  • 8.

    Reclameborden

    Reclameborden (sandwich-,driehoeksborden) geen handelsreclame

    per stuk voor maximaal 14 dagen: € 2,65 (2014 : € 2,60)

    met een minimum van € 13,50 (2014 : € 13,30)

  • 9.

    Terrassen

    Terras bij een horeca-inrichting, waarvoor een vergunning is verleend per jaar per m2 ingenomen oppervlakte grond:

    binnen het revitaliseringsgebied: € 32,50 (2014 : € 32,05)

    buiten het revitaliseringsgebied: € 16,25 (2014 : € 16,10)

    Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor een gehele vierkante meter gerekend.

  • 10.

    Standplaatsen o.g.v. Standplaatsenverordening

    • A.

      Vaste standplaatsen

      • 1.

        Basistarief ambulante handel per m2 per uur: € 1,22 (2014 : € 1,20)

      • 2.

        Centrum en wijken: 1 X basistarief per m2 per uur;

      • 3.

        Kerkdorpen ½ X basistarief per m2 per uur;

        Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor een gehele vierkante meter gerekend.

        Betaling moet ineens en bij vooruitbetaling worden voldaan.

    • B.

      Tijdelijke standplaatsen

      Per dag van 8 uur:

      • 1.

        Basistarief ambulante handel per m2: € 1,22 (2014 : € 1,20)

      • 2.

        1½ X basistarief per m2 per dag, voor het innemen van een tijdelijke standplaats voor puur commerciële doeleinden;

      • 3.

        kosteloos voor het innemen van een tijdelijke standplaats voor puur ideële doeleinden;

      • 4.

        ½ X basistarief per m2 per dag, voor het innemen van een tijdelijke standplaats om andere doeleinden.

        Een gedeelte van een vierkante meter wordt voor een gehele vierkante meter gerekend.

        Betaling voor het gehele vergunningstijdvak moet ineens en bij vooruitbetaling worden voldaan.

  • 11.

    Uitstallingen o.g.v. de Algemene plaatselijke verordening

    • 1.

      Voor het revitaliseringsgebied,

      Maaspoort en Stationsplein per m2 per jaar: € 57,40 (2014 : € 56,70)

    • 2.

      Voor het overige gebied per m2 per jaar: € 13,20 (2014 : € 13,00)

  • 12.

    Standplaatsen jaarmarkt

    Per m1 per dag: € 12,50 (2014 : € 12,35)

    Een gedeelte van een strekkende meter wordt voor een gehele meter gerekend. Betaling moet ineens en bij vooruitbetaling worden voldaan.

Artikel II Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

  • 1.

    De ‘Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2014 vastgesteld door de raad op van 11 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze tarieventabel ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken tarieventabel gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.

  • 5.

    Deze tarieventabel wordt aangehaald als ‘Tarieventabel precariobelasting 2015’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2014,

De griffier,