Regeling vervallen per 18-07-2019

Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang.

Geldend van 21-12-2017 t/m 17-07-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

gelezen het voorstel van 7 november 2017;

Overwegende dat:

  • -

    Door de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang in samenwerking met de VNG een handreiking landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang  is ontwikkeld. Deze handreiking bevat duidelijke spelregels ten aanzien van de regiobinding en de wijze van overdracht tussen regio's. De gemeenten hebben middels een convenant uitgesproken deze beleidsregels te gaan gebruiken.

  • -

    Deze beleidsregels een nadere uitwerking van het Besluit beschermd wonen en opvang 2017 voor zover het landelijke toegankelijkheid en regiobinding van de maatschappelijke opvang betreft.

besluit vast te stellen de Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang.

Artikel 1 Aanmelding en onderzoek

  • 1.1 Elke centrumgemeente zorgt er voor dat iedere dak- en thuisloze zich kan aanmelden voor maatschappelijke opvang.

  • 1.2 Elke centrumgemeente draagt er zorg voor dat na de aanmelding nagegaan wordt of iemand tot de doelgroep behoort en er zo spoedig mogelijk een onderzoek wordt uitgevoerd om te bepalen in welke centrumgemeente of regio de maatschappelijke opvang van de cliënt het beste kan plaatsvinden. Dat is in eerste instantie de centrumgemeente of regio waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn of waar de cliënt aantoonbare binding heeft. Indien over beide zaken geen duidelijkheid ontstaat, is de centrumgemeente van aanmelding de aangewezen centrumgemeente die de cliënt toelaat tot de maatschappelijke opvang. De centrumgemeente waarbij de voorwaarden optimaal zijn of aantoonbare binding is, is de aangewezen centrumgemeente die de cliënt toelaat tot de maatschappelijke opvang.

  • 1.3 Om vast te stellen waar een cliënt het beste maatschappelijke opvang kan krijgen, worden de volgende beoordelingscriteria aanbevolen, die toegepast worden bij de centrumgemeente van aanmelding: Centrumgemeente A. Dit in overleg met zowel de cliënt als de eventueel beoogde centrumgemeente B waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn. Om dit te kunnen bepalen, wordt gekeken naar de volgende feiten en omstandigheden:

    • De aanwezigheid van een positief netwerk (familie en vrienden);

    • Voorwaarden voor een succesvol traject zoals bijvoorbeeld: actieve schuldhulpverlening, bestaande relatie met GGZ, CJG, MO e.a. in de betreffende regio;

    • Gegronde redenen om tegemoet te komen aan de wens van de cliënt om in een bepaalde gemeente/regio te worden opgevangen. Deze redenen moeten voor alle betrokken partijen aanvaardbaar zijn;

    • Bekendheid bij de politie in de betreffende regio;

    • De cliënt heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar zijn of haar hoofdverblijf in de centrumgemeente of regio gehad. Dit moet blijken uit inschrijving in de basisregistratie personen of het bekend en geregistreerd zijn bij zorginstellingen;

    • Als contra-indicatie om een cliënt te plaatsen in een bepaalde regio gelden redenen om de cliënt uit zijn oude sociale netwerk te halen, of agressie tegen medewerkers van betrokken partijen in de betreffende regio.

    • Dit onderzoek naar beste plaatsing wordt in principe binnen twee weken afgerond.

Artikel 2 Overdracht van cliënten

  • 2.1 Als uit het onderzoek bij de centrumgemeenten van aanmelding (centrumgemeente A) volgt dat de maatschappelijke opvang het beste in een andere centrumgemeente B kan plaatsvinden, neemt de aangewezen contactpersoon van de centrumgemeente A contact op met de aangewezen contactpersoon van de andere centrumgemeente B voor het organiseren van een (warme) overdracht van de cliënt. Gedurende de periode dat de cliënt in afwachting is van overdracht, zal de centrumgemeente A zo nodig onderdak en ondersteuning bieden. Centrumgemeente A zorgt ervoor dat centrumgemeente B op de hoogte wordt gebracht en wordt betrokken bij het bepalen van het resultaat van het onderzoek zoals beschreven onder punt 3.

  • 2.2 De overdracht van een cliënt vindt plaats onder regie van de centrumgemeenten en hierbij worden in elk geval afspraken gemaakt over:

    • de datum van overdracht

    • overbruggingsopvang in regio A indien er in regio B nog geen plaats is

    • de instelling die de cliënt opneemt

    • de wijze van vervoer en eventuele reisbegeleiding

    • de overdracht van de persoonlijke gegevens

  • 2.3 De financiering van overdracht ligt bij centrumgemeente A en de financiering van

    tijdelijke overbruggingsopvang ligt bij de ontvangende centrumgemeente B

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

  • 3.1 Als na onderzoek zoals onder artikel 1.3 aangegeven, in goed overleg blijkt dat de cliënt in centrumgemeente B het best kan worden opgevangen in de maatschappelijke opvang, dan is centrumgemeente B vervolgens verantwoordelijk om de cliënt opvang te bieden.

  • 3.2 Besluiten worden ondersteund door formele beschikkingen waar van toepassing, doorcentrumgemeente A en of door centrumgemeente B.

  • 3.3 Indien de contactpersoon van de centrumgemeenten A en B niet tot een akkoord kunnen komen leggen zij dit voor aan de door de VNG en FO ingestelde geschillencommissie, waarvan het besluit vervolgens bindend is.

Artikel 4 Vertrouwenspersoon

De cliënt mag zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. De gemeente draagt zorg voor goede en voldoende voorlichting over de rechten en plichten, zowel mondeling als schriftelijk.

Artikel 5 Evaluatie

De handreiking wordt in 2016 geëvalueerd. In de loop van 2015 en 2016 zal VWS zorgdragen voor het monitoren van afspraken met betrekking tot toegang en overdracht. In verband hiermee registreert elke centrumgemeente de volgende gegevens:

  • Aantal aangemelde cliënten (ook cliënten die duidelijk tot de eigen regio behoren),

  • Datum van aanmelding

  • Aantal cliënten zonder binding in de eigen regio die tijdelijk opvang wordt geboden,

  • Aantal cliënten waarbij na onderzoek blijkt dat er geen enkele voorkeursregio blijkt en die vervolgens in de eigen regio zijn opgenomen,

  • Datum overdracht naar een andere regio van een centrumgemeente,

  • Naar welke centrumgemeente is overgedragen

  • Naar welke instelling is overgedragen

  • Op grond van welke argumenten

  • Of de overdracht goed is verlopen

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als de ’Beleidsregels landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang 2017’ en treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 november 2017
Burgemeester en wethouders van Weert
de secretaris,
G. Brinkman
de burgemeester
A.A.M.M. Heijmans