Regeling vervallen per 25-03-2022

Beleidsregels Stadspas Weesp 2020 - 2021

Geldend van 05-08-2021 t/m 24-03-2022

Intitulé

Beleidsregels Stadspas Weesp 2020 - 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder

    • a)

      Aanvrager: de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin;

    • b)

      Fiscaal inkomen: het brutoloon of uitkering met daarbij gerekend belaste vergoedingen;

    • c)

      WML: wettelijk minimumloon;

    • d)

      Kind: de minderjarige (tot 18 jaar) die op moment van aanvraag op hetzelfde adres woont als de aanvrager en waarvoor kinderbijslag wordt ontvangen zoals bedoeld in de Algemene Kinderbijslagwet, of zal ontvangen vanaf het eerstvolgende kwartaal of het pleegkind waarvoor een pleegkindvergoeding wordt ontvangen. Onder kind wordt eveneens verstaan het kind dat staat ingeschreven in een instelling voor Jeugdhulp met verblijf en op dat adres is ingeschreven in de basis Registratie Personen (BRP);

    • e)

      Peildatum: 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • f)

      Pensioengerechtigde: degene die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;

    • g)

      Pensioengerechtigde leeftijd: leeftijd, zoals bedoeld in artikel 7a lid 1 Algemene Ouderdomswet (AOW);

    • h)

      Stadspas: pas die recht geeft op korting op of gratis toegang tot onder meer culturele, educatieve, recreatieve en sportieve activiteiten;

    • i)

      Stadspas aanbiedingen: aanbiedingen op onder meer cultureel, educatief, recreatief of sportief gebied die gratis zijn, of waarop korting wordt verstrekt. Voor aanbiedingen aan kinderen wordt rekening gehouden met diverse leeftijdscategorieën. Indien aan een aanbieding bepaalde voorwaarden zijn verbonden, dan zal dit op de website en in de Nieuwsbrief van de Stadspas worden vermeld. Dit kan betekenen dat een aanbieding beperkt beschikbaar is;

    • j)

      Stadspas jaar: de periode van 12 maanden waarin de Stadspas geldig is en loopt van 1 september tot en met 31 augustus;

    • k)

      Refertejaar: het laatste volledige kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag of ambsthalve toekenning;.

    • l)

      Verstrekkingsjaar : het jaar waarop de vergoeding of voorziening betrekking heeft;

    • m)

      Woonadres: het adres in de gemeente Weesp waar de Aanvrager en Kind op de datum van aanvraag staan ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP).

  • 2. Voor zover begrippen niet in lid 1 zijn gedefinieerd worden zij in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2 Toekenning

  • 1. Ingevolge artikel 108 van de Gemeentewet, kent het college de Stadspas en de Stadspasaanbiedingen toe aan de Aanvrager dan wel de bij de gemeente bekende rechthebbende met een minimuminkomen zoals genoemd in artikel 5 tweede lid van deze beleidsregels en bij de aanvrager inwonende minderjarige kinderen tot 18 jaar van de Aanvrager voor zover niet uitgesloten zoals genoemd in artikel 4. Bij uitsluiting van de Aanvrager zoals genoemd in artikel 4 bestaat wel recht voor de inwonende minderjarige kinderen tot 18 jaar van aanvrager.

  • 2. Het college kent de Stadspas toe aan de Pensioengerechtigde met een inkomen hoger dan het minimuminkomen zoals genoemd in artikel 5 tweede lid van deze beleidsregels, die voldoet aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels.

  • 3. Bij verlies wordt eenmaal een duplicaat verstrekt.

Artikel 3 Voorwaarden voor verstrekking

Om in aanmerking te komen dient de Aanvrager:

  • a)

    op de datum van de aanvraag met een kind op hetzelfde Woonadres te staan ingeschreven. Uitzondering vormt het kind dat staat ingeschreven in een instelling voor Jeugdhulp met verblijf;

  • b)

    op de datum van de aanvraag te beschikken over een Burgerservicenummer (BSN);

  • c)

    op de Peildatum, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie, niet over een vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet en

  • d)

    over het refertejaar over een minimuminkomen te beschikken genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels, of op de datum van aanvraag schuldenaar te zijn met een minnelijke schuldregeling of een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, of een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie.

Artikel 4 Uitsluitingsbepalingen

  • 1. Niet in aanmerking komt de Aanvrager die:

    • a)

      onderwijs volgt in de zin van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering;

    • b)

      onderwijs volgt in de zin van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 2. Bij verhuizing buiten de gemeente Weesp vervalt het recht op de Stadspas.

Artikel 5 Inkomensbepalingen

  • 1. Voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden op de Peildatum de volgende doelgroepen onderscheiden:

    • a)

      de alleenstaande;

    • b)

      de alleenstaande ouder met een kind jonger dan 18 jaar;

    • c)

      de gehuwden.

  • 2. Onder een minimuminkomen wordt verstaan:

    • a)

      een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan, of gelijk is aan, 120% van het bruto WML voor gehuwden of daaraan gelijkgestelden of;

    • b)

      een afgeleid percentage van het WML voor alleenstaanden of alleenstaande ouders dat elk half jaar door de directeur Inkomen wordt vastgesteld;

    • c)

      voor personen met de pensioengerechtigde leeftijd 120% van de AOW norm, of

    • d)

      een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 120% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of een schuldregeling bij een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie.

  • 3. In het Refertejaar zijn 2 toetsinkomens van toepassing:

    • a)

      voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 5, het tweede lid onder a of c.

    • b)

      voor huishoudens met de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel 5, tweede lid onder b of c.

    Voor gezinnen waarvan de ene partner op datum aanvraag de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, maar de andere nog niet, zal het hoogste toetsinkomen worden toegepast.

  • 4. Indien door wijziging in de gezinssituatie ten aanzien van de Aanvrager in de loop van het refertejaar twee of meer minimuminkomensniveaus van toepassing zijn, stelt het college naar evenredigheid een individueel minimuminkomensniveau vast.

  • 5. Indien over een Refertejaar of een deel daarvan, een inkomenstoets in het kader van een gemeentelijke regeling heeft plaatsgevonden en daarbij is vastgesteld dat het inkomen niet hoger is dan het relevante toetsbedrag, kan het college besluiten dat het inkomen over (dat deel van) de referteperiode niet opnieuw wordt getoetst.

  • 6. Het inkomensniveau in het jaar voorafgaand aan het refertejaar is van toepassing indien de gegevens over het refertejaar redelijkerwijs niet beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor het vermogensniveau op de peildatum.

Artikel 6 Ambtshalve verstrekking en aanvraagprocedure

  • 1. De Stadspas wordt ambtshalve verstrekt aan personen of huishoudens die:

    • a)

      over het Refertejaar een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen en aan de overige voorwaarden voldoen, of

    • b)

      in het Verstrekkingsjaar een Stadspas of andere voorziening in het kader van het minimabeleid hebben ontvangen en aan de overige voorwaarden voldoen.

    • c)

      op het moment van verstrekking de Pensioengerechtigde leeftijd hebben en aan de overige voorwaarden voldoen;

    • d)

      in het kader van een minnelijke schuldregeling bekend zijn bij de Kredietbank Nederland/Gemeentelijke Kredietbank, toegelaten zijn tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of toegelaten zijn tot een schuldregeling bij een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie.

  • 2. De Stadspas wordt op aanvraag verstrekt aan de overige personen/huishoudens die tot de doelgroep behoren.

    • a)

      De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de aanvraagperiode gedaan door indiening van een door het college voorgeschreven formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Weesp. Tevens kan een aanvraag digitaal worden ingediend.

    • b)

      De aanvraag wordt door de alleenstaande, de alleenstaande ouder dan wel de gehuwden gezamenlijk gedaan, afhankelijk van de omstandigheden van de persoon of het gezin op de aanvraagdatum.

    • c)

      Een aanvraag moet zijn ingediend uiterlijk 2 maanden voor het eind van het lopende Stadspasjaar. Een aanvraag die later is ingediend wordt afgehandeld als aanvraag voor het volgende Stadspasjaar.

    • d)

      Bij toekenning ontvangt de rechthebbende een Stadspas.

Artikel 7 Inlichtingenverplichting

Belanghebbenden aan wie een Stadspas is toegekend, zijn verplicht het college in te lichten indien zij niet meer voldoen aan één van de voorwaarden.

Artikel 8 Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de regeling.

Artikel 9: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 september 2020.

Ondertekening