Regeling vervallen per 24-05-2017

Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek 2010

Geldend van 24-03-2010 t/m 23-05-2017

Intitulé

Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek 2010

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

    • a.

      wet: Wet milieubeheer;

    • b.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • c.

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of-voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • d.

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainerten behoeve van een huishouden;

    • e.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of - plaats, bijvoorbeeld een (ondergrondse) verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • f.

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • g.

      andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieen huishoudelijke afvalstoffen;

    • h.

      gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • i.

      straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

    • j.

      wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

    • k.

      motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

    • l.

      gemeenten: de gemeenten, die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling: Regeling gewest Gooi en Vechtstreek (te weten: Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp, Wijdemeren, inclusief de daarbijbehorende dorpskernen).

    • m.

      acceptatiereglement: de regels omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1 Het dagelijks bestuur wijst de Gewestelijke Afvalstoffen Dienst (GAD) aan als de inzameldienst, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2 Het dagelijks bestuur staat de directeur van de GAD toe om andere inzamelaars aan te wijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieen huishoudelijke afvalstoffen op daartoe aangewezen locaties.

  • 3 Het dagelijks bestuur kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 4 Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1 Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieen huishoudelijkeafvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      (oud) papier en karton;

    • c.

      glas;

    • d.

      textiel;

    • e.

      klein chemisch afval;

    • f.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • g.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • h.

      grof tuinafval;

    • i.

      grof huishoudelijk afval;

    • j.

      huishoudelijk restafval;

    • k.

      kunststof(verpakkingen);

    • l.

      kringloopgoederen;

    • m.

      (auto)banden.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan een omschrijving vaststellen van de categorieen huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Het dagelijks bestuur is bevoegd om van de bepalingen in deze verordening af te wijken teneinde experimenten mogelijk te maken ter versterking van het regionale afvalstoffenbeleid waaronder in elk geval bevordering en scheiden aan de bron en hergebruik van afvalstoffen.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1 De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan aanwijzen via welk inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

  • 3 Het is verboden een inzamelvoorziening te beplakken, te bekladden en/of te beschadigen.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1 Huishoudelijk restafval wordt tenminste eenmaal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur gebieden aanwijzen, waarin huishoudelijk restafval zonder minicontainersysteem eenmaal per week gezamenlijk met het groente-, fruit- en tuinafval wordt ingezameld.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur gebieden aanwijzen, waarin huishoudelijk restafval nabij elk perceel wordt ingezameld.

  • 4 In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur gebieden aanwijzen, waarin huishoudelijk restafval niet bij elk perceel wordt ingezameld.

  • 5 Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste eenmaal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 6 In afwijking van het vijfde lid kan het dagelijks bestuur gebieden aanwijzen, waarin groente-, fruit- en tuinafval zonder minicontainersysteem eenmaal per week gezamenlijk met het huishoudelijk restafval wordt ingezameld.

  • 7 In afwijking van het vijfde lid kan het dagelijks bestuur gebieden aanwijzen, waarin groente-, fruit- en tuinafval nabij elk perceel wordt ingezameld.

  • 8 In afwijking van het vijfde lid kan het dagelijks bestuur gebieden aanwijzen, waarin groente-, fruit- en tuinafval niet bij elk perceel wordt ingezameld.

  • 9 Het dagelijks bestuur kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieen huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van een gemeente nabij elk perceel worden ingezameld.

  • 10 Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in de leden 1 t/m 9 van dit artikel.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2 Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3 Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieen van huishoudelijke afvalstoffen.

     

Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriele regeling een inzamelplicht hebben voor categorieen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1 Het is verboden om de categorieen huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3 Het dagelijks bestuur kan bepaalde gedeelten van een gemeente of bepaalde categorieen van personen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet geldt.

  • 4 Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieen huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriele regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieen huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel

  • 1 Het is voor de gebruiker van een perceel, ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of door de inzameldienst is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.

  • 2 Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieen huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 3 Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4 Het dagelijks bestuur kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht en de omvang van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 5 Indien door de inzameldienst een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het dagelijks bestuur regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6 Indien het inzamelmiddel niet door de inzameldienst is verstrekt kan het dagelijks bestuur eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 7 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en wijzen ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 8 Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

  • 1 Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 4, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2 Het is verboden andere categorieen huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 3 Het dagelijks bestuur kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.

  • 4 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5 Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via

  • 1 Het is verboden andere categorieen huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 3 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4 Het verbod in artikel 10, zevende lid en artikel 11, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een

  • 1 Het is verboden andere categorieen huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieen waarvoor het brengdepot krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 3 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4 Het verbod in artikel 10, zevende lid en artikel 11, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder

  • 1 Het dagelijks bestuur kan categorieen huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 4 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieen huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3 Het dagelijks bestuur kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieen huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4 Het is verboden de in het eerste lid bedoelde huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1 Het dagelijks bestuur stelt de dagen en tijden vast waarop categorieen huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2 Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 16 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het dagelijks bestuur regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars. 

Paragraaf 4 INZAMELING VAN ANDERE CATEGORIEEN VAN AFVALSTOFFEN

Artikel 17 Inzameling van andere categorieen afvalstoffen door de inzameldienst

Het dagelijks bestuur kan andere categorieen van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van andere categorieen afvalstoffen aan de

  • 1  

    Het is verboden andere categorieen van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2 Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 17 aangewezen categorieen afvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daaraan gestelde verplichtingen.

  • 3 Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 17 aangewezen categorieen van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4 Het is verboden de krachtens artikel 17 aangewezen andere categorieen van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

     

Paragraaf 5 ZWERFAFVAL

Artikel 19 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1 Het is verboden buiten een daarvoor door het dagelijks bestuur bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te verbranden, te verwerken, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige be'i'nvloeding van het milieu.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3 3. Het verbod is niet van toepassing:

    • a.

      op het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen;

    • b.

      op het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg;

    • d.

      op het verbranden van kerstbomen, voorzover dit plaatsvindt tijdens en in het kader van een evenement, waarvoor door de burgemeester van de betrokken gemeente vergunning is verleend.

  • 4 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 20 Achterlaten van andere afvalstoffen dan straatafval

Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 21 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1 Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en/of te verspreiden.

  • 2 Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 22 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1 Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2 Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel bij de andere werkzaamheden bedoeld in lid 1 van dit artikel, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beTnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beeindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beeindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 23 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1 Het is verboden afvalstoffen op een voor net publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 3 Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriele regeling een inzamelplicht hebben voor categorieen van huishoudelijke afvalstoffen.

     

Paragraaf 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1 a, onder 3°, Wet op de economische delicten:Artikel OnderwerpArtikel 4 Inzamelmiddelen en - voorzieningenArtikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzingArtikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderenArtikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voorde gebruiker van een perceelArtikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorzieningten behoeve van een groep percelenArtikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen opwijkniveauArtikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot oplokaal of regionaal niveauArtikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddelArtikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbiedenArtikel 18 Ter inzameling aanbieden van andere categorieen afvalstoffen aan de inzameldienstArtikel 19 Voorkomen van diffuse milieuverontreinigingArtikel 20 Achterlaten van andere afvalstoffen dan straatafvalArtikel 21 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 22 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamhedenArtikel 23 Verbod opslag van afvalstoffen 

Artikel 25 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van net bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen ambtenaren.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking zes weken na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2 De Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 27 Overgangsbepaling

  • 1 Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2 Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3 Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

  • 6 Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.

  • 7 De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek 2010Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van het gewest Gooi en Vechtstreek, gehoudenop 26 november 2009 

Ondertekening

de secretaris, de voorzitter,
E.J. Bodar. E.C. Bakker. 

1 OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING

AlgemeenArtikel 10.23 van de Wet milieubeheer verplicht de gemeenten* een verordening vast testellen over het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen.De tekst van de voorliggende Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek isontleend aan de model-afvalstoffenverordening van de VNG en waar nodig aangepast aan deregionale situatie.Paragraaf 1 'Algemene bepalingen' bevat de begripsomschrijvingen. In paragraaf 2 zijn alleregels samengebracht die betrekking hebben op de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.Geregeld wordt wie er mogen inzamelen en welke structuur er in de regio is opgezet.Deze paragraaf bevat dus geen regels voor het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen doorde burger. De regels voor de aanbieding van (huishoudelijke) afvalstoffen zijn opgenomen inparagraaf 3. Paragraaf 4 handelt over de inzameling van andere categorieen van afvalstoffen(dan huishoudelijke). Paragraaf 5 gaat over zwerfafval. Paragraaf 6 gaat over overigeonderwerpen die de verordening aangaan. De verordening eindigt met paragraaf 7 overslotbepalingen.Voor het toezicht en de handhaving van de afvalstoffenverordening zijn door het gewesttoezicht- en handhavingsambtenaren aangewezen. Deze ambtenaren hebben de beschikkingover opsporingsbevoegdheid.* N.B. Daar waar in de wet gemeente(n) staat, hanteren wij in de verordening en verder in detoelichting het gewest.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING OP DE AFVALSTOFFENVERORDENING

Paragraaf1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 BegripsomschrijvingenIn dit artikel zijn alleen die begripsomschrijvingen opgenomen die specifiek zijn voor dezeverordening. Voor andere relevante begrippen (zoals afvalstoffen, nuttige toepassing e.d.)wordt aangesloten bij de omschrijvingen van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer.Het begrip 'inzamelen' is opgenomen om uitdrukkelijk vast te leggen dat er sprake is van eenbrede omschrijving. Hiervoor is gekozen om recht te doen aan het feit dat inzamelstructurensteeds meer bestaan uit zowel haal- als brengvoorzieningen op verschillende niveaus.Bovendien maakt een bredere omschrijving van het begrip inzamelen de veelheid van termen('aan te bieden of over te dragen1, 'achterlaten', etc.) overbodig. Wei is een ondergrensaangebracht: voordat sprake kan zijn van inzamelen, dienen de afvalstoffen ter inzameling teworden aangeboden. Voor de omschrijving van het begrip 'ter inzameling aanbieden' geldtdezelfde brede invulling met betrekking tot haal- en brengvoorzieningen, nu van de kant vandegene die zich van afval wenst te ontdoen.De omschrijving 'gebruiker van een perceel' sluit aan bij de begripsomschrijving in de VNGmodelverordeningreinigingsheffingen. Deze is opgenomen om te kunnen bepalen dat alleendiegenen die in het gewest betalen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen,gebruik mogen maken van de inzamelstructuur (zie toelichting bij artikel 8).Het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook 'grof huishoudelijk afval'. Onder grofhuisafval worden verstaan 'huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om opdezelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te wordenaangeboden'.Bij het begrip 'straatafval' gaat het om afval 'dat onderweg ontstaat', buiten een perceel, datniet als zwerfvuil op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor de burger(in dit geval ook toeristen) de mogelijkheid wordt geboden om zich ter plekke ervan teontdoen (voorzover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval isuitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoeopgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.Een huishoudelijke afvalstof, ontstaan op of binnen een perceel, moet worden aangebodenvolgens de bepalingen uit paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijkeafvalstoffen (regels voor de burgers over de aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen).De Wet milieubeheer voorziet niet in een definitie van het begrip 'zwerfafvaF. Dit heeft temaken met het feit dat het begrip in de praktijk weinig problemen oplevert, terwijl eenjuridisch sluitende definitie moeilijk te geven is. In het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP) iswel een definitie opgenomen:"Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten opplaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensenop zulke plaatsen terecht is gekomen. Dit afval bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaalvan consumpties (blikjes, flesjes, wikkels, patatbakjes), sigarettenpeuken, kauwgomresten enallerhande gebruiksgoederen als kranten, folders en tissues."Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmandwordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt.Onder zwerfafval wordt ook niet verstaan 'illegale dumping' van afval. In tegenstelling tot bijzwerfafval, gaat het bij illegale dumping niet om een of enkele restanten van consumptie,maar om grotere hoeveelheden afval (bijvoorbeeld met een volume van ten minste en plastictas). Bovendien gaat het niet om afval dat uit nalatigheid of gemakzucht wordt achtergelatenof weggegooid. De ontdoener kiest er namelijk zeer bewust voor om het afval niet via dedaarvoor geeigende manier af te voeren, maar om het onbeheerd achter te laten in deopenbare ruimte. Het kan zowel huishoudelijk als bedrijfsafval zijn. Veel voorkomendillegaal gedumpt afval is huisvuil, tuinafval, fietswrakken, accu's, meubilair en autobanden.Ook het bijplaatsen van afval bij inzamelvoorzieningen valt onder illegale dumping.Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffenIn paragraaf 2 zijn alle bepalingen samengebracht die betrekking hebben op de inzamelingvan huishoudelijke afvalstoffen. Geregeld wordt wie er mogen inzamelen en welke structuuris opgezet ter inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen. Deze paragraaf bevat dus geenregels voor het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen door de burger. De regels voor deaanbieding van (huishoudelijke) afvalstoffen zijn opgenomen in paragraaf 3.

 

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaarsEerste lid: De aanwijzing van de inzameldienstDe gewestraad is op basis van artikel 10.24, eerste lid, onder a, Wet milieubeheer (Wm),verplicht bij of krachtens de verordening de inzameldienst aan te wijzen voor de inzamelingvan huishoudelijke afvalstoffen. Hier is ervoor gekozen om de Gewestelijke AfvalstoffenDienst (GAD) in de verordening aan te wijzen, zodat geen apart uitvoeringsbesluit hoeft teworden genomen.Tweede lid: De aanwijzing van andere inzamelaarsDe brede grondslag van de afvalstoffenverordening ten aanzien van huishoudelijk afval isvastgelegd in artikel 10.24, tweede lid, Wm. Op basis hiervan kunnen regels worden gesteldvoor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Zoals de Memorie van Toelichting stelt,gaat het hierbij vooral om de inzameling van bestanddelen van het huishoudelijk afval dooranderen dan de inzameldienst. De regels daarvoor zullen door de GAD worden opgesteld.Tweede lid: Detaillisten/reparatiebedrijvenDe aanwijzing op grond van het tweede lid van dit artikel kan ook worden gebruikt omdetaillisten die bijvoorbeeld batterijen van particulieren inzamelen, op hun verzoek aan temerken als inzamelpunt. In het kader van de aanwijzing als inzamelpunt kunnen nadereafspraken worden gemaakt met de inzamelende persoon of instantie over bijvoorbeeld dewijze van inzameling, opslag en de afgifte aan de gemeente, monitoring, etc.Indien detaillisten en/of reparatiebedrijven in een AMvB, of ministeriele regeling zijnaangewezen als inzamelende instantie is de gemeente niet bevoegd daarover nadere regels testellen. Dit betekent dat detaillisten en/of reparatiebedrijven geen aanwijzing van degemeente nodig hebben om huishoudelijke apparaten in te nemen. Dit geldt bijvoorbeeld voorde Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur.Derde lid: Voorschriften en beperkingenDe tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 1.4 model-AP V: Voorschriften en beperkingen.Deze voorschriften en beperkingen worden vervolgens nader gespecificeerd in hetuitvoeringsbesluit. De voorschriften en beperkingen kunnen voortvloeien uit hetafValbeleidsplan.Belang van de bescherming van het milieuDe gewestraad stelt op grond van artikel 10.23, eerste lid, Wm in het belang van debescherming van het milieu een afvalstoffenverordening vast. De voorschriften ofbeperkingen die krachtens de afvalstoffenverordening aan de inzameling kunnen wordenverbonden, beogen dus het belang van het milieu te beschermen.De memorie van toelichting zegt over artikel 10.23, eerste lid, Wm nog het volgende: "Degemeenten zijn gehouden om een afvalstoffenverordening vast te stellen. De regels wordenvastgesteld in het belang van het milieu. Dat is ruimer dan de doelmatige verwijdering vanafvalstoffen. Ook regels die beogen de milieuaspecten van handelingen met afvalstoffen tebeperken, zijn daardoor mogelijk. Men denke aan een verbod om ter voorkoming van(geluids-)overlast afvalstoffen in te zamelen voor zeven uur 's ochtends. "Vierde lid: lex silencio positivoHet gaat hier om de aanwijzing van inzamelaars van diverse soorten afval. Een lex silenciopositivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, met name debescherming van het milieu en de volksgezondheid. Daarnaast is een deugdelijk en goedgeordende afvoer van huis- en ander afval meer in het algemeen van groot maatschappelijkbelang. Tenslotte zou een aanwijzing van rechtswege botsen met de belangen van andereinzamelaars. Paragraaf 4.1.3.3. Awb wordt niet van toepassing verklaard.

 

Artikel 3 Afzonderlijke inzamelingEerste lid: Landelijk afvalbeheersplanArtikel 10.14 Wm bepaalt dat bestuursorganen, bij de uitoefening van hun bevoegdheid metbetrekking tot afvalstoffen, rekening dienen te houden met het geldende afvalbeheersplan.Hieruit volgt dat bij het vaststellen of wijzigen van de afvalstoffenverordening rekening dientte worden gehouden met het LAP. In de opsomming in het eerste lid van dit artikel is daaromaangesloten bij het Landelijk afvalbeheersplan (LAP).Het LAP benoemt in hoofdstuk 14 van deel 1 Beleidskader de volgende door de consument tescheiden afvalstoffen: groente-, fruit- en tuinafval, papier en karton, glas, textiel, elektrischeen elektronische apparatuur, klein chemisch afval, en componenten van grof huishoudelijkafval. Als gevolg van de raamovereenkomst verpakkingen zal in het LAP-2 een zorgplichtvoor gemeenten voor de inzameling van kunststofverpakkingen worden opgenomen. Dezeverordening houdt rekening met deze wijziging van het LAP.Eerste lid: Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur en Besluit BeheerBatterijenTen slotte verplichten de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur en hetBesluit Beheer Batterijen gemeenten tot de gescheiden inzameling van elektrische enelektronische apparatuur respectievelijk batterijen, afkomstig van huishoudens.Eerste lid: Aanvulling lijst met andere categorieenDe lijst genoemd in artikel 3 kan naar behoefte met andere categorieen worden uitgebreid. Degrondslag hiervoor is te vinden in artikel 10.21, derde lid, Wm, waarin gesteld wordt dat degewestraad kan besluiten tot het afzonderlijk inzamelen van andere bestanddelen vanhuishoudelijke afvalstoffen. Zo zijn in de verordening de categorieen (auto)banden enkringloopgoederen op de lijst geplaatst.Eerste lid: Afstemming met artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbiedenIn artikel 9 is een verbod opgenomen om opgesomde categorieen anders dan afzonderlijk terinzameling aan te bieden.Eerste lid, sub a: GFT-afvalArtikel 10.21 tweede lid, Wm verplicht gemeenten in ieder geval tot de afzonderlijkeinzameling van groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval). Het Landelijk afvalbeheersplan(LAP) gaat er in ieder geval van uit dat GFT-afval apart wordt ingezameld. Ook hetministerie van VROM houdt vast aan een verplichte GFT-inzameling.Desondanks is afwijking van deze verplichting mogelijk in het belang van een doelmatigbeheer van huishoudelijke afvalstoffen, bijvoorbeeld om redenen van de GFT-kwaliteit,kostenniveau of de milieuhygiene. Op grond van artikel 10.26, eerste lid, onder c, Wm kan bijverordening worden bepaald dat in een deel van het grondgebied geen huishoudelijkeafvalstoffen worden ingezameld.Eerste lid, subf: Uitspraak Raad van State over textielTextiel is een afvalstof in de zin van artikel 1.1, eerste lid, Wm. Dit blijkt uit een uitspraak(voorlopige voorziening) van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS28 januari 2003, 200206958/1).Het Intergemeentelijk Orgaan Rivierenland (IOR) had een inzamelvergunning voor textielverleend aan een charitatieve instelling. Het bestuur van het IOR besloot uit oogpunt vandoelmatigheid de inzameling van textiel zelf ter hand te nemen en de samenwerking met decharitatieve instelling te beeindigen. In een voorlopige voorziening bij de Raad van Statewerd door de instelling betoogd dat er geen sprake was van een afvalstof, omdat het textielmet het oogmerk op hergebruik werd ingeleverd en ingezameld.De Raad van State oordeelde echter anders. Het ingezamelde textiel (draagbare en nietdraagbarekleding, lakens, dekens, grote lappen stof en gordijnen) is aan te merken als eenhuishoudelijke afvalstof, omdat de aangeboden kleding kennelijk ongesorteerd wordtaangeboden en daarom nog een sorteerbewerking moet ondergaan. Een deel van deingezamelde textiel kan namelijk gebruikt worden overeenkomstig de oorspronkelijkebestemming, een deel is slechts geschikt voor een ander gebruik en een deel is onbruikbaar.De Raad van State verwijst ook naar een uitspraak van het Hof van Justitie, waarin werdgeoordeeld dat het toepassingsgebied van het begrip afvalstof afhangt van de term "zichontdoen van". In de genoemde feiten ligt volgens de Raad van State een aanwijzing beslotendat de huishoudens zich van het textiel hebben willen ontdoen, voornemens zijn zich daarvante ontdoen of zich daarvan moeten ontdoen. De inzameling is daarom primair eenverantwoordelijkheid van de lokale gemeente.De genoemde uitspraak betreft een voorlopige voorziening. De Afdeling Bestuursrechtspraakvan de Raad van State heeft de voorgestelde lijn echter voortgezet in latere uitspraken; ziebijvoorbeeld ABRS 17 december 2003, JM 2004/41, 200302669/1 en ABRS 24 februari2006, LJN: AV2954, 200600642/1.Voor de afvalstoffenverordening heeft de uitspraak van de Raad van State de volgendeconsequentie. Het is niet aannemelijk dat een burger zijn textiel gesorteerd kan aanbieden.Immers deze kan niet weten voor welke bestemming hij bijvoorbeeld lappen of klerenaanbiedt (hergebruik, poetslap of onbruikbaar). Een sorteerbewerking lijkt hierdoor altijdnoodzakelijk. Gesteld kan worden dat de gemeente op grond van artikel 10.21 Wm eenzorgplicht heeft voor de inzameling van textiel. Dat betekent overigens niet dat de gemeentedeze inzameling zelf ter hand moet nemen. De GAD kan op grond van artikel 2, tweede lid,van deze afvalstoffenverordening besluiten andere inzamelaars dan de inzameldienst aan tewijzen die met de inzameling van textiel zijn belast.

 

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningenEerste lidIn dit artikel worden de niveaus van inzameling aangegeven. Hiermee wordt recht gedaan aande vervaging van het onderscheid tussen huis-aan-huis inzameling en inzameling via brengvoorzieningenop verschillende niveaus (groep percelen, wijk, lokaal of regionaal niveau).Tweede lidHet dagelijks bestuur kan voor iedere gebruiker van een perceel per categorie huishoudelijkeafvalstoffen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of-voorziening wordt ingezameld. Deinzamelmiddelen kunnen door de inzameldienst worden verstrekt of geplaatst, of moetendoor de burger zelf worden aangeschaft. Wanneer het inzamelmiddel niet door de gemeentewordt verstrekt, kan worden vereist dat het inzamelmiddel aan bepaalde normen voldoet.Voor bepaalde categorieen huishoudelijke afvalstoffen (bijvoorbeeld asbest) kunnenspecifieke eisen aan het inzamelmiddel worden gesteld.Derde lidIn de algemene plaatselijke verordeningen van de gemeenten staat het artikel 2:42Plakken en kladden. In dat artikel is het verboden om een openbare plaats of dat gedeeltevan een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. Medeom reden dat een deel van de inzamelvoorzieningen vallen onder de categorie roerende zakenis het van belang om het hier in de verordening onder te brengen. Met dit artikel kunnen detoezicht- en handhavingsambtenaren adequaat optreden tegen het beplakken, bekladden en/ofbeschadigen van een inzamelvoorziening.

 

Artikel 5 Frequentie van inzamelenIn het eerste lid van artikel 5 is vastgelegd met welke frequentie de huishoudelijke afvalstoffenbij elk perceel worden ingezameld. Volgens de wet moet dit wekelijks gebeuren en kan degewestraad met het oog op doelmatige verwijdering bij verordeningen afwijken van dezefrequentie. Dit is gebeurd door in het eerste lid een frequentie van eenmaal per twee wekenvast te leggen. Het tweede lid is gebruikt om een afwijking van de inzamelfrequentie in eendeel van regio vast te leggen. Het gaat hierbij om wijken waar huishoudelijk restafval gezamenlijkmet groente-, fruit- en tuinafval nog in huisvuilzakken wordt ingezameld.Het derde lid regelt het niet bij elk perceel inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen in eendeel van de regio. Het vierde lid regelt het niet bij elk perceel inzamelen van huishoudelijkeafvalstoffen in een deel van de regio. De leden 5 tot en met 8 regelen hetzelfde als de leden 1tot en met 4, maar dan voor groente-, fruit- en tuinafVal. Het dagelijks bestuur kan op basisvan het negende lid de frequentie van inzameling nabij elk perceel bepalen van anderecategorieen huishoudelijke afvalstoffen dan restafVal en groente-, fruit- en tuinafVal. Ditartikel heeft alleen betrekking op de categorieen huishoudelijke afValstoffen die afzonderlijknabij elk perceel worden ingezameld en is beperkt tot het regelen van de frequentie vaninzamelen. De dagen en tijden waarop huishoudelijke afValstoffen ter inzameling kunnenworden aangeboden, kunnen worden geregeld op basis van artikel 15.

 

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzingEerste lidHet gewest is belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.Daarmee is het recht ontstaan om te bepalen dat het verboden is aan anderen dan de inzameldienstom huishoudelijke afValstoffen in te zamelen, tenzij zij zijn aangewezen door dedirecteur van de GAD (zie artikel 2 lid 2). Op basis van artikel 2 lid 3 van deze verordeningkan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen wordenverbonden in het belang van de bescherming van het milieu.Tweede lidIn dit kader is de brede omschrijving die in artikel 1 is gegeven van het begrip inzamelen vanbelang. Ook het innemen van huishoudelijke afValstoffen in de winkel valt hieronder. Indiende inzameldienst deze serviceverlening op prijs stelt, kunnen de betreffende winkels op grondvan artikel 2, tweede lid, door de directeur van de GAD worden aangewezen als inzamelendepersoon of instantie (zie de toelichting bij artikel 2).Derde lidHet derde lid is nodig omdat het inzamelverbod behoudens aanwijzing niet mag gelden voorpersonen of instanties die bij AMvB of ministeriele regeling in het kader vanproducentenverantwoordelijkheid een inzamelplicht hebben gekregen.

 

Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudeliike afvalstoffen

 

Artikel 7 Verbod op ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aananderenBurgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de krachtens in het eerste lid van artikel2 aangewezen inzameldienst, andere inzamelaars die zijn aangewezen krachtens het tweedelid van artikel 2 en personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheidbij AMvB of ministeriele regeling een inzamelplicht hebben (zie de toelichting bijartikel 2 en artikel 6). In dit geval mag de burger zijn huishoudelijke afValstoffen, zoalselektrische en elektronische apparatuur, ook aan deze personen of instanties aanbieden.

 

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen dooranderen dan de gebruikers van percelenDit artikel bepaalt dat alleen diegenen die binnen een gemeente in het gewest Gooi en VechtstreekafValstoffenhefflng betalen, huishoudelijke afvalstoffen mogen aanbieden aan deinzameldienst. Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden vanafvalstoffen door inwoners van andere gemeenten/regio's (afvaltoerisme) of door bedrijvenvan binnen en buiten de eigen regio, die op deze manier de kosten van de verwijdering vanhun afvalstoffen willen ontlopen. Overigens is het natuurlijk niet de bedoeling om teverbieden dat degene die de heffing betaalt zijn afvalstoffen door iemand anders laataanbieden namens hem.RecreatiewoningenGeldt er een zorgplicht voor de gemeente voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffenbij recreatiewoningen? Er zijn twee situaties mogelijk.In de eerste plaats kan een recreatiewoning deel uitmaken van een inrichting in de zin van deWet milieubeheer. Er is sprake van een inrichting zodra er een technische, organisatorische offunctionele samenhang is. Dit is bijvoorbeeld zo wanneer het gaat om een recreatiepark of alser voor de recreatiewoningen veel gezamenlijk is geregeld. 3ij recreatiewoningen die vaakworden verhuurd is gauw sprake van een organisatorische samenhang. Indien er gezamenlijketechnische voorzieningen zijn (bijvoorbeeld gastanks of warmwatervoorzieningen) is er ookal gauw sprake van een inrichting. Vrijkomend afval moet dan worden gezien alsbedrijfsafval. De verantwoordelijkheid voor de verwijdering van bedrijfsafval ligt in dat gevalbij de houder van de inrichting. De regels die hiervoor gelden, staan in het Activiteitenbesluit.Maken de recreatiewoningen geen onderdeel uit van een inrichting in de zin van de Wetmilieubeheer, dan is het vrijkomende afval huishoudelijk afval. Van belang is vervolgens devraag of er op het perceel geregeld huishoudelijke afvalstoffen vrijkomen. Artikel 10.21,eerste lid, Wm verklaart de zorgplicht van de gemeente namelijk van toepassing indien er opeen perceel geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. Daartegenover staat dat degemeente in dat geval ook een afvalstoffenheffing kan heffen. Omgekeerd geldt ookhetzelfde. Ontstaan er op een perceel niet geregeld huishoudelijke afvalstoffen, dan geldt dezorgplicht van de gemeente niet en kan eveneens geen afvalstoffenheffing worden geheven.In sommige gevallen kan de inzameling van huishoudelijk afval niet doelmatig zijn,bijvoorbeeld wanneer de recreatiewoningen vrijwel onbereikbaar zijn. In dat geval kan deraad op grond van artikel 10.26, eerste lid, onder b en c, Wm beslissen dat op een deel van hetgrondgebied niet of met een andere regelmaat wordt ingezameld (zie ook artikel 10.26,tweede en derde lid, Wm en artikel 10.27 Wm).

 

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbiedenWat betreft de handhaving van de bepalingen rond de afzonderlijke aanbieding zal deinspanning met name zijn gericht op het tegengaan van activiteiten die de gescheideninzameling daadwerkelijk frustreren (bijvoorbeeld het veroorzaken van vervuiling van degescheiden ingezamelde fracties) en waarbij het milieubelang in het geding is (bijvoorbeeldhet niet op de juiste wijze aanbieden van klein chemisch afval of asbest). De inzet zaldoorgaans meer zijn gericht op preventieve handhaving dan op repressieve handhaving.Indien de plicht tot afzonderlijke aanbieding (in een bepaald deel van een gemeente of bijbepaalde categorieen van personen) niet handhaafbaar is en als gevolg daarvan niet zoumoeten worden opgelegd, kan gebruik gemaakt worden van het derde lid van artikel 9.Vierde lidHet vierde lid is nodig, omdat het verbod op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffenaan een ander dan de inzameldienst of andere inzamelaars niet mag gelden voor hetaanbieden van afval aan personen of instanties die bij AMvB of ministeriele regeling in hetkader van producentenverantwoordelijkheid een inzamelplicht hebben gekregen.

 

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddelvoor de gebruiker van een perceelBij inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel kan worden gedacht aan vasteinzamelmiddelen, zoals minicontainers, afvalemmers, en dergelijke, maar ook aanhuisvuilzakken. De inzamelmiddelen kunnen al dan niet door de inzameldienst wordenverstrekt.Artikel 10 verplicht de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 4 een inzamelmiddelis aangewezen, om hun afval via dat inzamelmiddel aan te bieden en biedt de basis tothet stellen van allerhande regels die relevant zijn voor de bedoelde inzamelmiddelen.Het dagelijks bestuur kan regels vaststellen, die betrekking hebben op:de plaats van aanbieden, de wijzen van aanbieden, het maximale gewicht en het maximaalaantal inzamelmiddelen per keer, gebruik en reiniging van het verstrekte inzamelmiddel, deeisen aan het inzamelmiddel enzovoort.

 

Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via eeninzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelenArtikel 11 betreft inzamelvoorzieningen nabij de percelen (verzamelcontainers).Regels die door het dagelijks bestuur kunnen worden gesteld omtrent de wijzen vanaanbieding zijn bijvoorbeeld:De afvalstoffen dienen in een goed gesloten zak in de verzamelcontainer te wordengedeponeerd;Het is verboden afvalstoffen naast de verzamelcontainer te plaatsen, enzovoort.

 

Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen viainzamelvoorzieningen op wijkniveauBij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glasbakken,textielbakken, en dergelijke. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen.De voorzieningen op wijkniveau kunnen ook mobiel of niet permanent aanwezig zijn.Een voorbeeld van een dergelijke mobiele voorziening is het afvalinformatiepunt. Dit is eenmobiele voorziening die gedurende een bepaalde periode in de wijk aanwezig is. Het gebruikvan de wijkvoorzieningen is niet beperkt tot de gebruikers van een bepaalde groep percelen.Volgens de model PMV kan het gewest in het belang van de doelmatige verwijdering vankca, glas, oud papier en karton en textiel bepalen dat dit afval dient te worden gebracht naareen door het gewest aangewezen plaats.

 

Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepotop lokaal ofregionaal niveauMet de term "brengdepots" wordt gedoeld op bemande voorzieningen op lokaal ofregionaalniveau waar meerdere afvalcomponenten heen kunnen worden gebracht.

 

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke ajvalstoffen zonderinzamelmiddelDe mogelijkheid om huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden zonder inzamelmiddel of-voorziening (bij het perceel of op een ander inzamelniveau) is vooral van belang voor grofhuisvuil of grof tuinafval. Ten aanzien van die componenten kan bepaald worden dat dezebijvoorbeeld gebundeld dienen te worden aangeboden. Ook kan worden gedacht aan deinzameling van oud papier en karton, gebundeld of in kartonnen dozen.

 

Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbiedenBij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van het dagelijks bestuur eenonderscheid worden gemaakt naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbijgehanteerde inzamelmiddelen en -voorzieningen. Voor de inzameling via een inzamelroutebij de percelen kan worden gedacht aan regels, in de trant van:Plaatsing op de weg mag niet geschieden voor.. uur op de vastgestelde inzameldag of de dagvoorafgaande aan de vastgestelde inzameldag;Bij vaste inzamelmiddelen: Het inzamelmiddel dient zo spoedig mogelijk na lediging, dochuiterlijk voor .. uur op de vastgestelde inzameldag, van de weg te zijn verwijderd;Met betrekking tot verzamel- en wijkcontainers kan worden bepaald dat de burger zijnafvalstoffen niet mag aanbieden tussen .. en .. uur;Op basis van dit artikel kunnen voorts de openingstijden van brengdepots worden vastgelegd.

 

Artikel 16 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijkeafvalstoffenDit artikel biedt de grondslag voor een door het dagelijks bestuur vast te stellen calamiteitenregeling.Een dergelijke (eventueel tijdelijke) regeling zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn ingeval van stakingen, etc. Ook kan worden gedacht aan een regeling voor het aanbieden vanhuishoudelijke afvalstoffen bij wegopbrekingen.

 

Paragraaf 4 Inzameling van andere categorieen van afvalstoffen

 

Artikel 17 Inzameling andere categorieen afvalstoffen door de inzameldienstDe inzameldienst kan naast huishoudelijke afValstoffen bijvoorbeeld ook bedrijfsafvalstoffen(of een bepaalde categorie van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Gedacht kan worden aan afvaluit de kantoren/winkels/dienstensector, of bouw- en sloopafval (voorzover dit niet wordtgerekend tot het huishoudelijk afval). Het gewest heeft op dit punt geen zorgplicht en kan nietbepalen wie er al dan niet mogen inzamelen, zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen hetgeval is.

 

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van andere categorieen afvalstoffen aan de inzameldienstAlleen die bedrijven die betalen voor de inzamelvoorzieningen mogen, voorzover artikel 17daartoe de mogelijkheid biedt, hun afvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Hetdagelijks bestuur kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijzewaarop de afvalstoffen ter inzameling dienen te worden aangeboden.

 

Paragraaf 5 Zwerfafval

 

Artikel 19 Voorkomen van diffuse milieuverontreinigingDit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt het gewest een instrumentte geven om illegale dumpingen, voorzover er geen hogere wet- of regelgeving vantoepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan (gebaseerd op artikel 10.25 Wm).Zie voor illegale dumpingen ook de toelichting op artikel 1.Uiteraard zal in een aantal gevallen het brengen van stoffen op of in de bodem zodanigkunnen gebeuren dat een hogere wet, zoals de Wet bodembescherming of het BesluitBodemkwaliteit van toepassing is.Met opzet worden in het eerste lid ook de termen "stof en "voorwerp" gebruikt en niet alleende term "afvalstof', omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpenafvalstoffen zijn.

 

Artikel 20 Achterlaten van andere afvalstoffen dan straatafvalZ\Q de toelichting bij artikel 1.

 

Artikel 21 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffenHet eerste lid van dit artikel heeft betrekking op wat wel de "morgenster"-problematiek wordtgenoemd. Het beoogt paal en perk te stellen aan het doorzoeken en verwijderen van terinzameling aangeboden afvalstoffen voordat de medewerkers van de inzameldienst ter plaatsezijn. Vaak immers heeft dit doorzoeken tot gevolg dat het huisvuil over de hele straatverspreid ligt en de inzameldienst zijn werk niet meer kan verrichten.Met het tweede lid wordt beoogd om zwerfafval bij ter inzameling gereed staandeafvalstoffen te voorkomen of te beperken. (Artikel 10.25 Wm ligt hieraan ten grondslag).

 

Artikel 22 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen ofoverige werkzaamhedenDe grondslag voor dit artikel is opgenomen in artikel 10.25 Wm. Het eerste lid beoogt hetontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen ofvoorwerpen te voorkomen. Het tweede lid heeft de vorm van een verplichting tot het reinigenof laten reinigen van de weg bij het ontstaan van zwerfafval. De opname van dit tweede lidheeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van deweg (bestuursdwang).

 

Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

 

Artikel 23 Verbod opslag van afvalstoffenDit artikel heeft geen betrekking op autowrakken, omdat dit geregeld wordt in de APV's vande gewestgemeenten.

 

Paragraaf 7 Slotbepalingen

 

Artikel 24 StrafbepalingIn dit artikel worden de bepalingen opgesomd die als strafbaar feit worden aangeduid omstrafrechtelijk gehandhaafd te kunnen worden.De strafbaarstelling van artikel 10.23 Wm over de gewestelijke afvalstoffenverordening isgeregeld in de Wet op de economische delicten (Wed). Aangezien niet alle bepalingen in deafvalstoffenverordening zich voor strafrechtelijke handhaving lenen, is de strafbaarstellinggeclausuleerd.Artikel la, aanhef, onder 3° Wed luidt: "Economische delicten zijn eveneens: overtredingenvan voorschriften, gesteld bij of krachtens: .. .de Wet milieubeheer, 10.23 - voorzoveraangeduid als strafbare feiten- en ..." In de afvalstoffenverordening moet daarom wordenaangegeven welke overtredingen (lees: de overtreding van welke artikelen) een strafbaar feitopleveren. Uitsluitend indien dat het geval is, vormt de overtreding een economisch delict inde zin van artikel la, onder 3° Wed.

 

Artikel 25 ToezichthoudersAanwijzing van de toezichthouder in de Afvalstoffenverordening is noodzakelijk, indien eentoezichthouder tevens opsporingsbevoegdheden dient te krijgen. Alleen voor de aanwijzingvan toezichthouders is een bepaling opgenomen in de afvalstoffenverordening.Opsporingsambtenaren worden namelijk aangewezen in de artikelen 141 en 142 Wetboek vanStrafvordering.