Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren, versie december 2010

Geldend van 16-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren, versie december 2010

RAADSBESLUIT

 

behoort bij raadsvoorstel registratienummer Z.10-5941/D.10-3501

 

 

De raad van de gemeente Weesp;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.16 maart 2010 gelet op artikel 147, eerste lid, van de gemeentewet en artikel 12, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet investeren in jongeren en overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de inhoud van het werkleeraanbod in het kader van de Wet Investeren in Jongeren

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de

 

 

Verordening werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren (WIJ);

  • b.

    de belanghebbende: de persoon in de leeftijd van 16 tot 27 jaar, ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie Weesp, die aanspraak heeft op een werkleeraanbod;

  • c.

    het werkleeraanbod: algemeen geaccepteerde aanbod of een voorziening of ondersteuning gericht op arbeidsinschakeling;

  • d.

    algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;

  • e.

    startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weesp;

  • g.

    raad: de gemeenteraad van Weesp.

Hoofdstuk 2 BELEID

Artikel 2 Algemene opdracht

  • 1 Het college biedt de jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan.

  • 2 Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet.

  • 4 Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken.

  • 5 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, vindt zoveel mogelijk aansluiting plaats bij de Re-integratieverordening 2009. In gevallen waarin ook de Re-integratieverordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

  • 1 Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod en naar het oordeel van het college direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt in beginsel algemeen geaccepteerde arbeid of ondersteuning bij arbeidsinschakeling aan.

  • 2 Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor naar het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

  • 3 Het college biedt een werkleeraanbod aan dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en de in artikel 5 genoemde beleidsregels.

Artikel 4 De voorzieningen

  • 1 Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die beschikbaar, adequaat en toereikend zijn voor het doel dat wordt beoogd.

  • 2 Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van jongeren door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van werkritme, maatschappelijke participatie dan wel op andere wijze vergroten van persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid.

  • 3 Het college vult de voorziening bedoeld in het eerste lid voor de jongere die niet beschikt over een startkwalificatie in met scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert, tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de jongere te boven gaat of onvoldoende bijdraagt aan vergroting van de kans op arbeidsinschakeling van de jongere.

Artikel 5 Beleidsplan

  • 1 Voor de uitvoering van de in artikel 2 beschreven opdracht stelt de raad de kaders vast, waarin de beleidsdoelen en de financieringswijze worden beschreven.

  • 2 Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels op.

  • 3 Deze beleidsregels omvatten in elk geval:

    • a.

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de arbeidsinschakeling van jongeren;

    • b.

      een omschrijving van de beschikbare voorzieningen;

    • c.

      een omschrijving van de beschikbare instrumenten ter ondersteuning van arbeidsinschakeling;

    • d.

      de wijze waarop deze voorzieningen worden ingezet voor de jongeren;

    • e.

      de criteria voor het beleid met betrekking tot het intrekken, herzien, opschorten of uitsluiten van een werkleeraanbod;

  • 4 Bij de beleidsregels wordt het oordeel van de cliëntenraad gevoegd.

  • 5 De beleidsregels vinden zoveel als mogelijk aansluiting bij de beleidsregels die behoren bij de Reïntegratieverordening 2009.

  • 6 Het college brengt jaarlijks verslag uit aan de raad over doeltreffendheid en de effecten van het beleid.

Hoofdstuk 3 FINANCIEN

Artikel 6 Vergoeding

Het college kan aan een jongere die ten behoeve van de uitvoering van een werkleeraanbod noodzakelijke kosten maakt, een vergoeding voor die kosten verstrekken.

Artikel 7 Inkomensvoorziening

  • 1 Afgeleide van het werkleeraanbod is het recht op een inkomensvoorziening zoals vastgesteld in artikel 24 van de wet. Geen recht op inkomensvoorziening geldt voor de jongeren van 16 tot 18 jaar.

  • 2 Een inkomensvoorziening is gegarandeerd als het werkleeraanbod onvoldoende inkomsten genereert, of als sprake is van in de persoon gelegen of niet verwijtbare omstandigheden en een werkleeraanbod niet aan de orde is.

Artikel 8 Subsidie in loonkosten

  • 1 Het college kan subsidie verstrekken aan werkgevers die met een jongere uit Weesp een arbeidsovereenkomst sluiten gericht op arbeidsinschakeling, als tegemoetkoming in de loonkosten en in de kosten van voorbereiding op een beoogd dienstverband met de jongere.

  • 2 Het college bepaalt in de artikel 5 genoemde beleidsregels de duur van de subsidie, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.

Hoofdstuk 4 VOORWAARDEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 9 Verplichtingen van belanghebbende

De jongere die gebruik maakt van een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

Artikel 10 Intrekken of herzien van een werkleeraanbod

Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen en hem dit te verwijten valt.

Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leidt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren, versie december 2010

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 16 december 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2010
De raad voornoemd,
 
mw. M. Walrave, B. Horseling,griffier a.i. voorzitter 

1 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING OP DE VERORDENING WERKLEERAANBOD

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De WIJ richt zich primair op jongeren van 18 tot 27 jaar. De WIJ staat ook open voor een bepaalde groep jongeren van 16 en 17 jaar. De verwachting is dat jongeren in de leeftijdscategorie van 16 tot 18 jaar een minimaal beroep zullen doen op een werkleeraanbod. Immers, jongeren tot 18 jaar vallen onder de kwalificatieplicht op grond waarvan zij een volledig onderwijsprogramma moeten volgen dat gericht is op het halen van een startkwalificatie. De startkwalificatie vormt binnen het werkleeraanbod een ijkpunt omdat deze in grote mate kan bijdragen aan duurzame arbeidsparticipatie.

 

HOOFDSTUK 2 OPDRACHT AAN HET COLLEGE

 

Artikel 2. Algemene opdracht

Het artikel vermeldt kort de algemene taken die het college van de gemeenteraad heeft gekregen ten aanzien van het werkleeraanbod. Dit behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 3. Aanspraak op ondersteuning

Het recht op een inkomensvoorziening is vervangen door het recht op een werkleeraanbod, zodra de jongere die tot de doelgroep behoort hier om vraagt en hij niet van rechtswege van dit aanbod is uitgesloten. Zodra de jongere verzoekt om een leerwerkaanbod neemt het college binnen een termijn van 8 weken een besluit en doet een aanbod.

 

Artikel 4. De voorzieningen

Primair is de voorziening gericht op arbeidsinschakeling of het behalen van een startkwalificatie. Bij het vaststellen van het werkleeraanbod is een goede afstemming nodig op omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere. De jongere dient ook in de gelegenheid te zijn de wensen over het aanbod schriftelijk of mondeling kenbaar te maken. Dit betekent niet dat het college verplicht is de wensen van de jongere ook op te volgen. Op een besluit van het college heeft de jongere het recht bezwaar en beroep aan te tekenen.

 

Artikel 5. Beleidsregels

Dit artikel betreft het meest inhoudelijk gedeelte van de verordening. Dit artikel vormt een opsomming van de aspecten rondom het aanbod waarover het college beleid moet vaststellen. Het gaat om nadere invulling van het beleid waarbij o.a. de doelgroep wordt vastgesteld, op welke wijze invulling wordt gegeven aan zorgtaken, welke voorzieningen worden getroffen ten behoeve van arbeidsmarktinschakeling en ondersteuning hier naartoe, hoe deze worden ingezet en de invulling van het beleid inzake intrekken , herzien, opschorten of uitsluiten van een werkleeraanbod. Deze beleidsregels vinden zoveel als mogelijk aansluiting bij de beleidsregels die behoren bij de Re-integratieverordening 2009.

 HOOFDSTUK 3 FINANCIEN

Artikel 6. Vergoeding

Kosten die voor de jongeren verbonden zijn aan het uitvoeren van het werkleeraanbod kunnen worden vergoed op grond van dit artikel. Gedacht kan worden aan kosten van kinderopvang, voor zover de voorliggende voorziening (Wet Kinderopvang) hierin niet voorziet. Ook noodzakelijke reiskosten, verplichte kleding of schoeisel komen voor vergoeding in aanmerking, mits de kosten aantoonbaar en noodzakelijk zijn en er geen andere voorzieningen zijn. De kosten worden ten laste gebracht van het participatiebudget.

Artikel 7. Inkomensvoorziening

Een inkomensvoorziening is een afgeleide van het werkleeraanbod. Aanvaard de jongere het werkleeraanbod en is het inkomen ontoereikend, dan bestaat in beginsel recht op een inkomensvoorziening. Anders dan bij het recht op een werkleeraanbod wordt het recht op een inkomensvoorziening getoetst op het inkomen en vermogen van beide partners samen. De inkomensvoorziening in de WIJ kent net als bij de Wet Werk en Bijstand het systeem van normen, toeslagen, kortingen en voorschotten tijdens de behandeling van de aanvraag.

 

Artikel 8. Subsidie in loonkosten

De subsidie in loonkosten of eventueel bijkomende kosten wordt aangemerkt als een voorziening.De wijze waarop het college subsidie verstrekt aan de werkgevers wordt opgenomen in de beleidsregels als bedoeld in artikel 5 van deze verordening. Hier vindt aansluiting plaats bij artikel 15 van de Re-integratieverordening 2009.

 

HOOFDSTUK 4 VOORWAARDEN EN VERPLICHTINGEN

 

Artikel 9. Verplichtingen van belanghebbende

In de WIJ is vastgelegd welke verplichtingen verbonden zijn aan het recht op een werkleeraanbod. Daarnaast dient de jongere de verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de verordening of die aan een voorziening zijn verbonden.

 

Artikel 10. Intrekken of herzien van een werkleeraanbod

Het niet voldoen aan verplichtingen kan leiden tot het intrekken of herzien van een werkleeraanbod. Als tot intrekking van het aanbod wordt overgegaan heeft dit gelijktijdig consequenties voor de inkomensvoorziening. Een intrekking van het aanbod leidt tot beëindiging van de inkomensvoorziening.Als echter op grond van een wijziging in de omstandigheden van de jongere op het terrein van krachten en bekwaamheden (niet verwijtbare reden) het werkleeraanbod niet kan worden uitgevoerd, dan is het van belang het aanbod niet in te trekken, maar te herzien in een gewijzigd aanbod, zo nodig meer gericht op zorg en activering. In dit geval blijft de inkomensvoorziening bestaan.

 

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 11. Hardheidsclausule

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 12. Citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 13. Inwerkintreding

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 14. Overgangsrecht

Uiterlijk 1 juli 2010 zijn alle jongeren die onder de doelgroep vallen en op dat moment nog algemene bijstand ontvangen, omgezet naar de Wet Investeren in Jongeren.