Regeling vervallen per 10-02-2011

Verordening Handhaving Wet werk en bijstand en Wet Investeren in Jongeren 2010

Geldend van 10-02-2011 t/m 09-02-2011

Intitulé

Verordening Handhaving Wet werk en bijstand en Wet Investeren in Jongeren 2010

 

De raad van de gemeente Weesp,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 2010;

 

gelet op de artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand, artikel 12 lid 1 onder c van de Wet Investeren in Jongeren en artikel 147 lid 1 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat de gemeenteraad op grond van het bepaalde in artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand en artikel 12 lid 1 onder c van de Wet Investeren in Jongeren verplicht is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten, alsmede bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING HANDHAVING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN 2010

 

en deze toe te voegen aan het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidcontrole. 

Artikel 1 Begrippen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      a. Handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd.

    • b.

      b. Fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders dan waarop men op grond van juiste en/of volledige informatie recht zou hebben.

    • c.

      c. Misbruik: het (verwijtbaar) ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften.

    • d.

      d. Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met (of buiten) de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan.

    • e.

      e. Fraudepreventie: het voorkomen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

    • f.

      f. Frauderepressie: het reageren op geconstateerde fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

    • g.

      g. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weesp.

    • h.

      h. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Weesp

  • 2 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader wordenomschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de WetInvesteren In Jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Het Handhavingplan voor beleid en uitvoering.

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen periodiek voor een periode van minimaal 2 jaar een Handhavingplan vast met betrekking tot het handhavingbeleid en de handhavinguitvoering voor het voorkomen en bestrijden van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet Werk en Bijstand en de Wet Investeren in Jongeren

  • 2 Het in het eerste lid genoemde plan bevat in ieder geval:

    • a.

      de gemeentelijke visie op handhaving;

    • b.

      de aanpak van de fraudepreventie;

    • c.

      de aanpak van de frauderepressie, inclusief terug- en invordering, afstemming en het

    • d.

      doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie;

    • e.

      concrete doelstellingen voor fraudepreventie en frauderepressie.

  • 3 De uitvoering van de handhaving berust bij het college. Het college doet jaarlijks verslag van de resultaten aan de raad.

Artikel 3 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2 Bij de inwerkingtreding van deze verordening komt de verordening ‘Handhaving Wet Werk en Bijstand’, vastgesteld in de vergadering van 31 maart 2005, te vervallen.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren in Jongeren 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 januari 2011,
De raad voornoemd,
 
mw. M. Walrave                                                    B. Horseling,griffier                                                                     voorzitter