Regeling vervallen per 08-05-2012

Beleidsregels WWB Werkendam, reiskosten bij reïntegratieactiviteiten

Geldend van 01-04-2007 t/m 07-05-2012

Intitulé

Beleidsregels WWB Werkendam, reiskosten bij reïntegratieactiviteiten

BELEIDSREGELS WET WERK EN BIJSTAND WERKENDAM Reiskostenvergoeding reïntegratieactiviteiten

 

De verstrekking van reiskostenvergoedingen vindt plaats op grond van art. 18 van de Reïntegratieverordening WWB en art. 10 van het Uitvoeringsbesluit reïntegratieverordening WWB.

   

Artikel 10             -              Reiskosten

  • 1.

    Aan personen die in verband met het volgen van een reïntegratietraject moeten reizen, wordt een vergoeding verstrekt.

  • 2.

    Personen die in verband met het volgen van een reïntegratietraject vanwege medische redenen gebruik moeten maken van de deeltaxi, ontvangen een vergoeding van de werkelijke kosten.

  • 3.

    Niet voor reiskostenvergoeding komen in aanmerking personen die op grond van hun reïntegratietraject gesubsidieerd werk verrichten.

Toelichting Artikel 10

Reiskosten worden verstrekt aan mensen die ten behoeve van hun traject moeten reizen. De hoogte en de voorwaarden rond het verstrekken van reiskosten regelt het college in afzonderlijke beleidsregels.

Indien iemand vanwege sociale- of medische redenen niet met openbaar vervoer of eigen vervoer kan reizen, worden de kosten van de deeltaxi vergoed.

Mensen die werken, inclusief werknemers met gesubsidieerd werk, kunnen voor hun reiskosten een beroep doen op de voorzieningen van hun werkgever.

 

 1.         Doelgroep

Alle klanten met wie een trajectplan reïntegratie is ondertekend en die in verband met de daarin vastgelegde afspraken reiskosten maken, komen in aanmerking voor een reiskostenvergoeding.

 

 

2.         Kosten die in aanmerking komen voor een vergoeding

Alle reiskosten vanaf de woning van de klant naar het adres waar de training, scholing, stage, coaching, kinderopvang, (deeltijd)werkzaamheden etc. plaatsvinden, komen voor vergoeding in aanmerking, met uitzondering van het gestelde in punt 3c.

Geen vergoeding wordt verstrekt voor gesprekken met consulenten van Buro Altena op de gemeentehuizen in Werkendam of Woudrichem en gesprekken met consulenten van Buro Altena c.q. het CWI op het kantoor van het CWI.

 

 

3.         Hoogte van de vergoeding

  • a.

    De vergoeding is onafhankelijk van het vervoermiddel dat de klant gebruikt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen eigen vervoer of gebruik van openbaar vervoer. In alle gevallen ontvangt de klant een vergoeding van € 0,20 per km. De consulent u/a stelt met behulp van de routeplanner de afstand vast en baseert daarop het bedrag van de reiskostenvergoeding.

  • b.

    Indien de klant met openbaar vervoer reist en de kosten hiervan hoger zijn dan € 0,20 per km, ontvangt de klant de werkelijke kosten van openbaar vervoer. De consulent u/a maakt hiervan een korte rapportage.

  • c.

    Indien de activiteit als genoemd in punt 2 uitsluitend plaatsvindt in de woonplaats van de klant, wordt geen vergoeding verstrekt.

  • d.

    De betaling vindt plaats nadat de klant een declaratie heeft ingediend. In het geval de klant de reiskosten niet kan voorschieten, kan de consulent u/a de reiskosten als voorschot verstrekken.

  • e.

    De reiskostenvergoeding komt ten laste van het Werkdeel WWB.

4.         Wijze van vergoeding indien openbaar vervoer redelijkerwijs niet mogelijk is en de klant niet beschikt over eigen vervoer

Uitgangspunt is dat de klant primair zelf verantwoordelijk is voor het vinden van een oplossing.

Indien de klant niet beschikt over eigen vervoer en indien openbaar vervoer redelijkerwijs

niet mogelijk is, zoekt de consulent u/a in overleg met de klant naar een passende oplossing

voor het vervoersprobleem, met gebruikmaking van art. 12 van de Richtlijnen

Tegemoetkoming Bijzondere Kosten.

 

Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    Een maximale reistijd van globaal een uur (enkele reis) van de woning van de klant naar de plaats van de activiteit wordt als redelijk aangemerkt.

  • -

    Indien de afstand van de woning van de klant naar het adres waar de activiteiten plaatsvinden minder is dan 15 km, wordt een fiets aangemerkt als een passend vervoermiddel.

  • -

    Indien de afstand van de woning van de klant naar het adres waar -de activiteiten plaatsvinden verder is dan 15 km en minder dan 35 km, wordt een bromfiets/scooter aangemerkt als een passend vervoermiddel.

 

Onder het vinden van een passende oplossing wordt achtereenvolgens volstaan:

  • a.

    Via een af te sluiten persoonlijke lening bij GKB Breda kan een fiets of bromfiets/scooter worden aangeschaft;

  • b.

    Indien op grond van de financiële situatie van de klant een GKB lening niet mogelijk is,  kan een renteloze lening worden verstrekt op grond van de regeling TBK voor de aanschaf van een fiets of bromfiets/scooter;

  • c.

    Indien de individuele bijzondere omstandigheden van de klant daar aanleiding toe geven, kan in afwijking van punt a. en b. een bedrag om niet worden verstrekt voor de aanschaf van een fiets of bromfiets/scooter.

5.     Vergoeding deeltaxi indien om sociaal-/medische redenen openbaar vervoer en/of eigen vervoer niet mogelijk is

Indien de klant wegens sociale- of medische redenen geen gebruik kan maken van openbaar vervoer en/of eigen vervoer, kan een vergoeding verstrekt worden voor vervoer per deeltaxi. In dat geval ontvangt de klant een vergoeding op basis van het op de klant van toepassing zijnde tarief voor de deeltaxi.

Deze beleidsregels treden in werking op 1 april 2007.

Werkendam, 27 februari 2007

 

Vastgesteld op 27 februari 2007.

Het college van burgemeester en wethouders

 

 

de secretaris                                                           de burgemeester

drs. H.A. Koenen                                                     drs. H.A.G. Hellegers