Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie (Verordening vertrouwenscommissie gemeente West Betuwe 2020)

Geldend van 06-11-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie (Verordening vertrouwenscommissie gemeente West Betuwe 2020)

De raad van de gemeente West Betuwe;

gelezen het voorstel van de griffier nr 2020-139;

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

gelet op het bepaalde in de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, kenmerk 2017-0000479534;

besluit: de volgende verordening vast te stellen:

Verordening op vertrouwenscommissie gemeente West Betuwe 2020

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Gelderland;

  • b.

    commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, belast met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester.

Artikel 2 – Taak en werkwijze commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak:

    • a.

      de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden of

    • b.

      een klankbordgesprekgesprek te houden met de burgemeester.

  • 2. Bij de beoordeling van de kandidaten op geschiktheid voor benoeming in het burgemeestersambt, laat de commissie zich leiden door de profielschets burgemeester gemeente West Betuwe, zoals die is vastgesteld door de raad.

  • 3. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk (geheimhouding) verslag uit aan respectievelijk de raad en de commissaris. In dat verslag wordt een weergave gegeven over de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht en is voorzien van een gemotiveerde concept-aanbeveling van twee personen met vermelding of die al dan niet in unanimiteit tot stand is gekomen.

  • 4. De commissie brengt de in lid 3 bedoelde bevindingen uit op basis van de gegevens die de commissaris haar heeft verstrekt, de mondelinge en/of schriftelijke informatie die door de commissie over de kandidaten is ontvangen, als ook (wanneer dat aan de orde is) de rapportage als voorzien in artikel 10 lid 3 van deze verordening, waarbij de profielschets leidend is.

Artikel 3 – Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de fractievoorzitters van de fracties die zijn vertegenwoordigd in de gemeenteraad en worden door de gemeenteraad hierin formeel benoemd.

  • 2. Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 4 – Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2. De plaatsvervangend griffier kan bij vervulling van de in artikel 2 lid 1 onder a en b genoemde taken als plaatsvervangend secretaris aan de commissie worden toegevoegd.

  • 3. De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4. De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 5 – Adviseur(s)

  • 1. De gemeenteraad kan één of meer adviseurs aan de commissie toevoegen in verband met de vervulling van de in artikel 2 lid 1 onder a genoemde taken.

  • 2. Een adviseur kan worden uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 6 – Geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3. De commissie legt bij de herbenoemingsprocedure en bij klankbordgesprekken in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De (fungerend) voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.

  • 4. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen 11 lid 4, 12 lid 2 en 13 van deze verordening, geen inzage in, of informatie over de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 5. De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 8, 9 lid 2 en 14 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6. De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe het derde lid van dit artikel oproept, niet opheffen.

  • 7. De geheimhoudingsplicht blijft na tijdelijke beëindiging van de werkzaamheden van de commissie van kracht.

  • 8. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris en, indien van toepassing, de adviseur.

Artikel 7 – Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 2 leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste 24 uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, de adviseur en, indien het gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid 1 stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 8 – Contactpersoon bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “persoonlijk en vertrouwelijk” op de envelop en “geheim” boven de ingesloten stukken, gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Ale stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “persoonlijk en vertrouwelijk” op de envelop en “geheim” boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

Artikel 9 – Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1. De Gemeentewet bepaalt in artikel 61 lid 4 dat de commissie zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten verschaft. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, is uitgesloten.

  • 2. De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.

Artikel 10 – Assessment

  • 1. De commissie kan besluiten de kandidaten aan een assessment te laten deelnemen.

  • 2. Het assessment kan alleen worden toegepast op de kandidaten die de commissie voornemens is voor te dragen aan de raad voor benoeming.

  • 3. Indien de commissie de kandidaten laat deelnemen aan een assessment selecteert de commissie het bureau dat het assessment zal uitvoeren en wordt de commissaris hiervan op de hoogte gesteld. Het bureau rapporteert zijn bevindingen aan de commissie.

Artikel 11 – Bijzondere bepalingen over de klankbordgesprekken

  • 1. De commissie (voor deze werkzaamheden ook wel seniorenconvent genoemd) houdt jaarlijks een klankbordgesprek met de burgemeester.

  • 2. Indien de fractievoorzitters dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maken, wordt tussentijds een klankbordgesprek met de burgemeester gehouden.

  • 3. In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt tevens een 100-dagen gesprek plaats.

  • 4. De commissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester. De commissie en de burgemeester stellen in onderling overleg de agenda voor het klankbordgesprek vast. De commissie en de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van toepassing, het verslag van het vorige klankbordgesprek in te zien.

  • 5. Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het functioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken van de burgemeester alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige klankbordgesprek.

  • 6. Drie van de klankbordgesprekken van de commissie worden gevoerd in ieder geval vier weken voorafgaand aan het klankbordgesprek dat de commissaris met de burgemeester heeft.

  • 7. In het laatste klankbordgesprek voor de start van de herbenoemingsprocedure geeft de commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat moment naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

Artikel 12 – Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

  • 1. De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3. Indien over het functioneren van de burgemeester naar aanleiding van het in lid 2 bedoelde verslag nadere afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester en de commissaris.

Artikel 13 – Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke (geheim) verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie, bij benoemingen wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsing van de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd en

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

  • 2. Het verslag wordt in ieder geval van de volgende bijlagen voorzien:

    • a.

      bij benoemingen: de conceptaanbeveling van twee personen.

    • b.

      bij herbenoemingen: het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.

  • 3. Van het klankbordgesprek wordt een verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt. Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de raadsgriffier.

  • 4. Een afschrift van het verslag van het klankbordgesprek wordt toegezonden aan de burgemeester en de commissaris.

Artikel 14 – Archivering

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 15 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in het Archiefbesluit 1995 artikel 9 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van Archiefwet 1995 artikel 15, lid 1 sub a. en c., gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

  • 4. De raadsgriffier draagt bij klankbordgesprekken zorg voor een afdoende vertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgestelde verslag. Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door de raadsgriffier vernietigd.

Artikel 15 – Tijdelijke beëindiging werkzaamheden van de commissie

  • 1. De commissie beëindigt haar werkzaamheden met ingang van de dag volgend op die waarop:

    • a.

      bij benoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

    • b.

      bij klankbordgesprek: het verslag van het klankbordgesprek is vastgesteld.

    • c.

      bij herbenoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 16 – Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 17 – Citering en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening vertrouwenscommissie gemeente West Betuwe 2020”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening vertrouwenscommissie gemeente West Betuwe 2019”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 27 oktober 2020, nummer 2020/139,

de griffier

Hans van der Graaff

de voorzitter,

Servaas Stoop