Regeling vervallen per 23-12-2015

Beleidsregel voor de heffing van forensenbelasting

Geldend van 28-12-2011 t/m 22-12-2015

Intitulé

Beleidsregel voor de heffing van forensenbelasting

De ambtenaar, belast met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, als bedoeld in artikel 231, 2e lid, onder b van de Gemeentewet; 

Gelet op het bepaalde in artikel 1:3, lid 1, onder 4 van de Algemene wet Bestuursrecht; 

B E S L U I  T : 

Vast te stellen de volgende beleidsregel voor de heffing van forensenbelasting:

Gemeubileerde woning

Een stacaravan wordt aangemerkt als gemeubileerde woning wanneer de stacaravan op zich zelf beschouwd zowel bestemd als geschikt is om enigszinsduurzaam, zij het niet in alle jaargetijden, voor menselijke bewoning te dienen.

Aan welstand en andere persoonlijke omstandigheden wordt daarbij geen betekenis toegekend.

Een stacaravan wordt in voldoende mate bestemd en geschikt geacht om enigszins duurzaam voor menselijke bewoning te dienen wanneer deze minimaal over de volgende voorzieningen beschikt:

  • -

    (chemisch) toilet

  • -

    aansluiting op waterleiding of watertank

  • -

    electriciteit

  • -

    aansluiting op riolering of septictank

Voorzieningen die buiten de stacaravan aanwezig zijn, doch uitsluitend bij die stacaravan te gebruiken zijn, zijn mede bepalend voor het begrip gemeubileerde woning.

Brandverzekerde waarde

Bij de uitvoering van de geldende “Verordening Forensenbelasting” wordt bij het bepalen van de brandverzekerde waarde van een object uitgegaan van de hoogte van de brandverzekerde waarde van het object op 1 januari van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

De geldende heffingsmaatstaf voor een object wordt 5 jaarlijks beoordeeld aan de hand van de door belastingplichtige verstrekte verzekeringspolis en op basis van “Indexcijfers Gebouwen”zoals deze worden verstrekt door het Verbond van Verzekeraars.

Tijdvak voor vastgestelde waarde naar aanleiding van brandverzekerde waarde

In de situaties als genoemd in artikel 4, lid 1, van de Verordening forensenbelasting vangt het tijdvak per belastingplichtig object aan op 1 januari 2012 en eindigt op 31 december 2016. Het daarop volgende tijdvak vangt aan op 1 januari 2017 en eindigt op 31 december 2021, enzovoorts. Indien de brandverzekerde waarde als gevolg van een (ver) bouw of sloop mutatie aan het object heeft plaatsgevonden in het tijdvak van 5 jaar, dan zal deze wijziging worden doorgevoerd in het daarop volgende belastingjaar binnen dit tijdvak van 5 jaar.

Tijdvak voor vastgestelde waarde indien de brandverzekerde waarde niet bekend is

In de situaties als genoemd in artikel 4, lid 2, van de Verordening forensenbelasting wordt de geschatte herbouwwaarde vastgesteld op:

  • a.

    dat deel van de actuele WOZ-waarde van het object dat betrekking heeft op de woning;

  • b.

    wanneer er geen WOZ-waarde voor het object is vastgesteld stelt de heffingsambtenaar voor het object een herbouwwaarde vast. Dit gebeurt overeenkomstig de vergelijkingsmethode als bedoeld in de wet WOZ en nader uitgewerkt in de Waarderingsinstructie welke door de Waarderingskamer is vastgesteld in het kader van de uitvoering van de waardebepaling in het kader van de Wet WOZ. Een dergelijke waardebepaling vindt jaarlijks plaats.

Diever, 22 november 2011.

de heffingsambtenaar van de gemeente Westerveld,

M.Renses