Regeling vervallen per 01-01-2020

Studiekostenregeling

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Studiekostenregeling

Studiekostenregeling

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker:De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, met uitzondering van ambtenaren bedoeld in van artikel 1:2:1 leden 2 t/m 4 van de UWO.

  • b

    Opleiding:Vorm van onderwijs met een langdurig traject om kennis en vaardigheden bij te brengen. Ook een coachingstraject wordt hiertoe gerekend.

  • c

    Cursus:Vorm van onderwijs met een korte looptijd van enkele dagen of dagdelen, gericht op een specifiek onderwerp.

  • d

    Verslag ontwikkelingsgesprek:Een door de direct leidinggevende en de medewerker vastgelegd en ondertekend geheel aan afspraken over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker.

  • e

    Studiekosten:Cursus– en lesgelden, examen- en diplomagelden en kosten van verplicht voorgeschreven studiemateriaal voor opleidingen, cursussen of studiebijeenkomsten.

Artikel 2 Vergoeding studiekosten

Hierin onderscheiden we een drietal categorieën:

  • 1

    Noodzakelijke opleidingen en cursussen voor het bijhouden van de ontwikkelingen binnen het vakgebied (artikel 15:1:26 UWO) en

  • 2

    Opleidingen en cursussen in het kader van de persoonlijke ontwikkeling (hoofdstuk 17 van de CAR/UWO)

  • 3

    Overige opleidingen en cursussen.

Artikel 2:1 Noodzakelijke opleidingen en cursussen (15:1:26 UWO)

Het gaat hierbij om opleidingen en cursussen die noodzakelijk zijn voor de werknemer om te kunnen voldoen aan de eisen welke aan de functie worden gesteld en waardoor de vakkennis op peil kan worden gehouden die nodig is voor een goede uitoefening van de functie. Het afdelingshoofd bepaalt, na overleg met P & O en direct leidinggevende, of de opleiding of cursus noodzakelijk is.

De faciliteiten voor noodzakelijke opleidingen en cursussen bestaan uit:

  • a

    100% van de studiekosten en 100% van de reiskosten openbaar vervoer 2e klasse. Als openbaar vervoer niet mogelijk is worden de kosten van eigen vervoer vergoed. De hoogte van de vergoeding per km is de door de fiscus vastgestelde maximale onbelaste vergoeding. Het reistraject mag zowel vanaf het werk- als vanaf het woonadres aanvangen*;

  • b

    de tijd die nodig is om de lessen te volgen, met dien verstande dat:

    • -

      indien de lessen binnen het gebruikelijke werkrooster worden gevolgd, die tijd wordt aangemerkt als normale werktijd, tot maximaal het voor de medewerker op die dag gebruikelijke werkrooster.

    • -

      indien de lessen worden gevolgd buiten dat werkrooster, dan maken leidinggevende en medewerker afspraken over compensatie daarvan, een en ander in lijn met het voorgaande.

    • -

      Compensatie mogelijk is tot maximaal 7,2 uren per dag.

Artikel 2:2 Opleidingen en cursussen in het kader van persoonlijke ontwikkeling (hoofdstuk 17 van de CAR/UWO)

Het gaat hierbij om opleidingen en cursussen in het kader van geplande loopbaantrajecten die aansluiten op de doelstellingen, ontwikkelingen en budgettaire ruimte van de organisatie. Het afdelingshoofd bepaalt, na overleg met P & O en direct leidinggevende, of de opleiding gewenst is.

De opleidingsfaciliteiten bestaan uit:

  • a

    vergoeding van de studiekosten en verplicht voorgeschreven studiemateriaal tot een maximum van 75%;

  • b

    vergoeding van maximum 75% van de gemaakte reiskosten van openbaar vervoer 2e klasse. Als openbaar vervoer niet mogelijk is wordt 75% vergoed van de reiskosten van eigen vervoer. Voor de berekening daarvan wordt de door de fiscus vastgestelde maximale onbelaste vergoeding per km als uitgangspunt genomen. Het reistraject mag zowel vanaf het werk- als vanaf het woonadres aanvangen;

  • c

    Van de medewerker wordt in redelijkheid verwacht dat hij/zij eigen tijd in de opleiding investeert. Van de tijd die nodig is om de lessen te volgen wordt maximaal 75% als werktijd aangemerkt.

Klik hier voor het declaratieformulier studiekosten.

Het afdelingshoofd bepaalt, met inachtneming van het vastgestelde maximum, en na overleg met P & O, de uiteindelijke hoogte van het vergoedingspercentage en de mate van inzet van eigen uren. Daarbij wordt het evenwicht gezocht tussen de mate van het belang voor de organisatie en de mate van het individueel belang.

Artikel 2:3 Opleidingen en cursussen niet vallende onder artikel 15:1:26 of hoofdstuk 17 van de CAR/UWO.

Tot overige opleidingen en cursussen behoort:

  • a

    een door de medewerker gewenste opleiding of cursus, welke het organisatiebelang niet direct dient;

  • b

    een door de organisatie aangeboden opleiding of cursus in het kader van loopbaanbegeleiding, als onderdeel van een beëindigingovereenkomst.

Voor de onder 1 a. genoemde opleidingen en cursussen kan het afdelingshoofd, na instemming van de gemeentesecretaris, slechts in hoge uitzonderingsgevallen besluiten een tegemoetkoming te verlenen in de kosten.

Voor de onder 1 b. genoemde opleidingen en cursussen bepaalt het afdelingshoofd in elke individuele situatie (na overleg met direct leidinggevende en P & O) de mate van vergoeding van studiekosten en/of reiskosten en de mate van inzet van eigen uren. Daarbij wordt de mate van het belang voor de organisatie en de mate van het individueel belang zorgvuldig afgewogen.

Artikel 3 Opleidingsbudget

De in deze Regeling opgenomen studiefaciliteiten worden slechts toegekend wanneer het opleidingsbudget dat toelaat.

Artikel 4 Terugbetaling

Met betrekking tot de opleidingen als bedoeld in de artikelen 2:1 en 2:2 en 2:3 onder 1a. geldt de volgende terugbetalingsverplichting:

  • a

    Bij vrijwillig vertrek uit de organisatie betaalt de medewerker (een deel van) de studiekostenvergoeding terug:

    • bij vertrek tijdens de studieperiode: 100 %

    • bij vertrek binnen één jaar na afloop van de studieperiode: 75 %

    • bij vertrek tussen één en anderhalf jaar na afloop van de studieperiode: 50 %

  • b

    Indien er sprake is van indiensttreding bij een rechtsopvolger of bij een samenwerkingsorganisatie waaraan de gemeente Westerveld deelneemt, geldt geen terugbetalingsverplichting

Met betrekking tot de opleidingen als bedoeld in artikel 2:3 onder b. geldt dat wanneer binnen 2 jaar na beëindiging van de overeengekomen opleiding het dienstverband nog niet is beëindigd, de medewerker 50% van de vergoede kosten terugbetaalt.

Voor alle opleidingen dat de medewerker verplicht is tot terugbetaling van 50% van de ontvangen vergoeding, indien hij/zij:

  • a

    zonder geldige reden afwezig is bij de voor de opleiding geldende examens of;

  • b

    de opleiding voortijdig beëindigt zonder het behalen van een diploma tenzij het voorzetten van de opleiding redelijkerwijs niet kan worden verlangd of;

  • c

    aantoonbaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij/zij niet in staat is de studie binnen de reguliere termijn te volbrengen.

Intrekking en terugbetaling van de vergoeding is niet van toepassing als de medewerker aannemelijk maakt dat de onvoldoende studieresultaten het gevolg zijn van feiten of omstandigheden welke buiten eigen schuld of toedoen zijn ontstaan.

Artikel 5 Afspraken en resultaten

Keuze en aanmelding voor een opleiding vindt plaats nadat de medewerker zich gericht heeft georiënteerd op geschikte studiemogelijkheden, en na overleg tussen leidinggevende en personeelsadviseur, en nadat de budgetverantwoordelijke het formulier Verklaring Studiefaciliteiten heeft ingediend bij P & O.In dit formulier worden alle afspraken met betrekking tot de toegekende studiefaciliteiten vastgelegd en voor akkoord getekend door de medewerker en het afdelingshoofd.

Klik hier voor het declaratieformulier studiekostenregeling.

In het verslag van het ontwikkelingsgesprek tussen leidinggevende en medewerker wordt opleiding, het beoogde doel van die opleiding, de voortgang in de te behalen resultaten e.d. vastgelegd).

De medewerker neemt, voor zover mogelijk, deel aan alle lessen, toetsen en examens.

De medewerker verstrekt een kopie van het resultaat in de vorm van een certificaat of diploma aan de leidinggevende.

Artikel 6 Termijn studiefaciliteiten

  • a

    De studiefaciliteiten worden verleend voor de termijn gelijk aan de normaal te achten duur van de studie.

  • b

    Deze termijn kan worden verlengd met maximaal één jaar.

  • c

    De termijn studiefaciliteiten is in elk geval verstreken op de datum waarop het dienstverband met de medewerker eindigt.

Artikel 7 Bijzondere voorziening

De in deze Regeling opgenomen faciliteiten kunnen ook worden ingezet als vorm van bewust belonen.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In bijzondere situaties waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het afdelingshoofd, na overleg met de gemeentesecretaris, besluiten van deze regeling af te wijken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Studiekostenregeling gemeente Westerveld 2012”.Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 10 Overgangsbepaling

Reeds toegekende studiekostenvergoedingen op grond van het Beleid studiefaciliteiten 2008 blijven onverkort gehandhaafd.

Artikel 2:1

Artikel 2:1 betreft een opleiding of cursus welke:

  • -

    in het arbeidsvoorwaardengesprek met de medewerker als voorwaarde is gesteld voor zijn/haar aanstelling in de functie;

  • -

    door functieaanpassing noodzakelijk is geworden voor de medewerker om aan de aangepaste functie-eisen te kunnen voldoen;

  • -

    door beleidsontwikkelingen of wettelijke aanpassingen voor de medewerker noodzakelijk is geworden om de bestaande functie naar behoren te kunnen uitoefenen.


Noot
*

Indien ook gebruik wordt gemaakt van de fiscale verrekening van reiskosten woon- werkverkeer, zal de medewerker de gedeclareerde studiereizen vanaf het woonadres hierop in mindering moeten brengen.