Verordening winkeltijden gemeente Westerveld 2016

Geldend van 19-12-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening winkeltijden gemeente Westerveld 2016

De raad van de gemeente Westerveld,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;

gelet op artikel 2 en 3 van de Winkeltijdenwet

gelet op artikel 149 en 156 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de Verordening winkeltijden gemeente Westerveld 2016

winkeltijdenverordening

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • d.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

f: detailhandel: leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument niet zijnde de perifere detailhandel;

g: perifere detailhandel: detailhandel voor niet frequente doelgerichte aankopen, die vanwege hun aard en omvang over het algemeen niet in de traditionele winkelcentra (binnenstad, buurt- en wijkcentra) gevestigd kunnen worden.

Artikel 2. Vrijstelling voor zon- en feestdagen

1.Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid 1, onder a. van de wet geldt niet:

op de zondag en op de feestdagen van 11.00 uur tot 18.00 uur.

2..De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a. en b. van de wet gelden niet voor detailhandelwinkels die op een camping of vakantiepark zijn gevestigd; de zogenaamde “campingwinkel”:

op de zondag en op de feestdagen van 08.00 uur tot 20.00 uur.

3..Het verbod genoemd in artikel 2, tweede lid, van de wet, voor zover deze betrekking heeft

op de zondag en de feestdagen tussen 9.00 en 11.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur geldt niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

4.Het college kan per dorpskern een vrijstelling van het verboden bedoeld in artikel 2, eerste lid 1, onder a. en b. van de wet aanwijzen indien een festiviteit of evenement in de dorpskern bij de openstelling van detailhandel is gebaad en de vrijstelling onder lid 2 te beperkt is.

Artikel 3. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen voor de verboden genoemd in artikel 2, lid 1 van de wet, voor zover niet is voorzien in artikel 2, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, evenementen, veilingen en beurzen, bijzondere verkopen.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

Artikel 4. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben

op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren,

    alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten,

    middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde

    videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere

    goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere

    beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur

    aangeboden assortiment.

Artikel 5. Openstelling anders dan voor verkoop

1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking

hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden

    van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

  • b.

    winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden

    verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren

    van fietsen en bromfietsen.

    • 2.

      De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van

      goederen.

Artikel 6. Culturele evenementen

1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking

hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf

een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur

na afloop daarvan.

2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking

hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 7. Begraafplaatsen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 8. Bejaardenoorden

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 9. Kermis

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben

op de zondag en de feestdagen en voor zover niet is voorzien in artikel 2, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 10. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 11. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffingintrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 12. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 13. Intrekking

  • 1. De Winkeltijdenverordening 2013 wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de Winkeltijdenverordening 2013 verleende ontheffing geldt als ontheffing krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om ontheffingen die zijn ingediend onder de Winkeltijdenverordening 2013 maar waarop nog niet is beschikt bij de het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening winkeltijden gemeente Westerveld 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2015.

de raadsgriffier, de voorzitter,

A.Middelkamp H. Jager