Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017

Geldend van 14-01-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en op de artikelen 6, 7, 8 en 15 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Westerveld 2015;

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Westerveld 2017.

Artikel 1. Begripsbepaling

  • a. Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning Westerveld 2015;

  • b. PGB: persoonsgebonden budget;

  • c. Dienst: maatwerkvoorziening in de vorm van ondersteuning basis, ondersteuning plus en ondersteuning begeleiding individueel en - begeleiding groep (definities: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerveld 2016);

  • d. V oorziening: een maatwerkwerkvoorziening in de vorm van ondersteuning materieel (definities: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerveld 2016);

  • e. PGB-gerechtigde : een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem en/of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen;

  • f. Professionele organisatie: een organisatie die ingeschreven staat bij de kamer van koophandel en waarbij de zorgverlener daadwerkelijk in dienst is; er is dus geen sprake van een ZZP, alpha-hulp of vergelijkbare constructie.

Artikel 2. Hoogte PGB

  • 1.

    De hoogte van een PGB:

    • a.

      is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en

    • b.

      bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura.

    • c.

      de hoogte voor het verantwoordingsvrije bedrag is 1,5% van het bruto jaarbudget, met een minimum van € 75,00 en een maximum van € 250,00 per jaar wat niet verantwoord hoeft te worden.

  • 2.

    De hoogte van een PGB voor:

    • a.

      een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;

    • b.

      ondersteuning door een niet daartoe opgeleid persoon bedraagt:

      Basis

      € 19,50

      Basis + A

      € 40,15

      Basis + A +nA

      € 40,15 + (n x € 8,05 )

      Basis + A+ B

      € 61,80

      Basis + A + nA + B

      € 61,80 + (n x € 8,05 )

    • c.

      ondersteuning door een daartoe opgeleid persoon of waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist wordt per uur bepaald op basis van het laagste tarief per uur voor huishoudelijke hulp in natura door een daartoe bij een door de gemeente gecontracteerde instelling en bedraagt:

      Basis

      € 30,00

      Basis + A

      € 57,15

      Basis + A+ nA

      € 57,15 + (n x € 11,45)

      Basis + A + B

      € 85,85

      Basis + A + nA + B

      € 85,85 + (n x € 11,45 )

    • d.
      • 1.

        individuele begeleiding door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, bedraagt maximaal € 17,65 per uur

      • 2.

        individuele begeleiding door een daartoe opgeleid persoon of waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist bedraagt € 30,94 per uur

      • 3.

        individuele begeleiding plus (professional bij een door de gemeente gecontracteerde instelling) € 55,25 per uur

    • e.
      • 1.

        begeleiding groep zijnde dagbesteding bedraagt € 39,05 per dagdeel

      • 2.

        begeleiding groep door professionals bij een door de gemeente gecontracteerde instelling € 52,60

    • f.

      kortdurend verblijf- en respijtzorg inclusief de noodzakelijke zorg bedraagt maximaal € 165,00 per 24 uur.

    • g.

      vervoer van en naar begeleiding groep zijnde dagbesteding bedraagt:

      • -

        voor vervoer € 6,40 per dag van de betreffende instelling;

      • -

        voor rolstoelvervoer € 16,90 per dag van de betreffende instelling.

    • h.

      een autoaanpassing wordt bepaald op basis van het programma van eisen voor de aanpassing en de laagste kostprijs voor een vergelijkbare aanpassing in natura gebaseerd op minstens twee goedgekeurde offertes voor de goedkoopst adequate autoaanpassingen;

    • i.

      voor een sportrolstoel bedraagt € 3.000,00 en is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf, reparatie en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

    • j.

      het bezoekbaar maken van een woning wordt bepaald op basis van:

      • 1.

        de omvang van de aanpassing;

      • 2.

        het programma van eisen voor de aanpassing;

      • 3.

        de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende aannemer, en

      • 4.

        de laagste kostprijs voor het bezoekbaar maken van een woning opgenomen door een erkende aannemer, niet zijnde de uitvoerend aannemer.

    • k.

      Een cliënt aan wie een PGB wordt verstrekt, kan diensten en andere maatregelen onder de volgende voorwaarden betreffende het tarief, betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk:

      • a.

        dat deze persoon een lager tarief wordt betaald voor zijn diensten dan het ingevolge het in het tweede lid vastgestelde tarief, en

      • b.

        dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het PGB worden betaald.

Artikel 3. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of PGB’s

De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Voor respijtzorg, verhuiskostenvergoeding, collectief vervoer en rolstoelen is geen eigen bijdrage verschuldigd.

Artikel 4. Bedragen vervoersvoorzieningen

De bedragen voor een vervoersvoorziening zijn:

  • a.

    autokostenvergoeding maximaal € 760,00 per jaar;

  • b.

    taxikostenvergoeding maximaal € 2.904,00 per jaar;

  • c.

    rolstoeltaxikostenvergoeding maximaal € 3.559,00 per jaar.

Artikel 5. Verhuiskosten

Aanvrager dient de verhuizing in eigen beheer uit te voeren. Het bedrag voor de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt:

  • a.

    voor een één of tweepersoonshuishouden: € 2.080,00;

  • b.

    voor elk gezinslid meer: € 261,00.

Dit bedrag geldt voor verhuizingen op verzoek van aanvragers, maar ook voor verhuizingen op verzoek van gemeente.

Artikel 6. No show

  • 1.

    De kosten (no show tarief) die door de adviesinstantie bij de gemeente in rekening worden gebracht, voor het zonder bericht wegblijven van een cliënt op een afspraak, worden in rekening gebracht bij de desbetreffende cliënt.

  • 2.

    Indien de cliënt een geldige reden heeft voor het wegblijven op een afspraak wordt het ‘no show tarief’ niet in rekening gebracht bij de cliënt.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit indien de onverkorte toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 8. Indexering

  • 1.

    De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door het college worden aangepast conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid wordt het klanttarief van de aanvullend openbaar vervoerritten aangepast aan de prijsontwikkeling overeenkomstig de Openbaar Vervoertarieven.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning Westerveld 2017.

  • 3.

    Het besluit maatschappelijke ondersteuning Westerveld juli 2016 wordt ingetrokken bij inwerkingtreding van dit nieuwe besluit.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 13 december 2016
secretaris, burgemeester,
N.L.J.J. Dusink H. Jager