Regeling vervallen per 01-08-2019

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2017

Geldend van 14-11-2017 t/m 31-07-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2017

De Raad van de gemeente Westerveld,

gelet op artikel 95 eerste en tweede lid, 96 eerste en tweede lid, 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid van het Rechtspositiebesluit wethouders en de artikelen 2, 4, 7a vierde lid, 13 tweede lid, 14 eerste lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

gezien het advies van het presidium

Besluit vast te stellen

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten

  • 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 2. De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

Artikel 3 Scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij het presidium.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Het presidium beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid, op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 4 Computer en internetverbinding

1.Raads- en commissieleden ontvangen voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap een vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding en voor de computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raads- of commissielidmaatschap.

De vergoeding bedraagt:

  • a.

    € 20,85 bruto per maand of

  • b.

    eenmalig € 1.000,- bruto per zittingsperiode.

    • 2.

      Een raads- of commissielid die gedurende een gedeelte van een zittingsperiode raads- of commissielid is geweest, ontvangt de vergoeding als bedoeld in het eerste lid, onder b, naar evenredigheid van het aantal maanden dat hij of zij in die zittingsperiode raads- of commissielid is geweest.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 6 Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8 Dienstauto

Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

Wethouders ontvangen voor de duur van hun wethouderschap € 20,85 per maand ter tegemoetkoming van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding en voor de computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het wethouderschap.

Artikel 10 Communicatieapparatuur

  • 1. De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 11 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 12 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 13 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 14 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeentetoegezonden factuur, of

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen, of

    • 2.

      Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

    • 3.

      Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maandenna factuurdatum of betaling door:

  • a.

    raads- en commissieleden ingediend bij de griffier, of een daartoe aangewezen ambtenaar;

  • b.

    wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014, vastgesteld op 6 mei 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Westerveld 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 oktober 2017.

de griffier, de voorzitter.

R.J. van der Veen H. Jager