Gebruiksverordening tweede woning

Geldend van 29-01-1998 t/m heden

Intitulé

Gebruiksverordening tweede woning

De raad van de gemeente Westerveld;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 januari 1998;

gelet op de Huisvestingswet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 28 van de wet Arhi;

b e s l u i t :

Artikel I

Vervallen te verklaren de Verordening op het gebruik van gebouwen als recreatie- of vakantieverblijf van de gemeente Diever, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 oktober 1996 en de Verordening regels betreffende recreatiewoningen van de gemeente Dwingeloo, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 16 juni 1994.

Artikel II

Vast te stellen de volgende:

GEBRUIKSVERORDENING TWEEDE WONING

Artikel 1

Het bepaalde in deze verordening is van toepassing op alle woonruimte in de gemeente Westerveld.

Artikel 2

  • 1. Het is de zakelijk gerechtigde van een woonruimte verboden deze woonruimte te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken als tweede of recreatiewoning.

  • 2. Onder het gebruiken, het in gebruik geven of laten gebruiken van een woonruimte als tweede of recreatiewoning wordt in elk geval verstaan het beschikbaar hebben of houden van een tot bewo-ning bestemd en daarvoor geschikt gebouw ten behoeve van zichzelf of een ander, zonder dat hij of die ander zijn hoofdverblijf in dat gebouw heeft en er een redelijke termijn is verstreken, na welke het beschikbaar hebben of houden niet meer geacht kan worden te geschieden met het doel het gebouw te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken als hoofdverblijf.

  • 3. Als criterium voor de vaststelling of iemand zijn hoofdverblijf in een gebouw heeft geldt, dat hij is opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente.

Artikel 3

  • 1. Het verbod, vervat in artikel 2, geldt niet ten aanzien van iemand die een woonruimte als tweede of recreatiewoning in gebruik heeft op het tijdstip van het van kracht worden van deze verorde-ning.

  • 2. Het gestelde in lid 1 heeft een persoonlijk karakter en geldt uitsluitend ten aanzien van degene, die op genoemd tijdstip gerechtigde van de daar bedoelde woonruimte is of, bij overlijden na het in werking treden van deze verordening, diens echtgeno(o)t(e) en diens erfgenamen in de eerste graad, diens pleeg- en stiefkinderen of diens partner met wie de gerechtigde ten tijde van zijn overlijden (en blijkende uit een notarieel vastgelegd samenlevingscontract) een gemeenschappe-lijke huishouding voerde.

  • 3. Voor opvolgende bewoners anders dan bedoeld in lid 2 geldt het verbod, vervat in artikel 2, onverkort.

Artikel 4

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod, vervat in artikel 2, ontheffing verlenen middels verlening van een zogenaamde onttrekkingsvergunning en aan een zodanige ontheffing voorschriften verbinden.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing indien naar hun oordeel de betreffende woon-ruimte, gelet op de kwaliteit, inrichting en ligging niet geschikt is voor permanente bewoning en niet tegen lonende kosten voor permanente bewoning geschikt kan worden gemaakt.

  • 3. De ontheffing heeft een persoonlijk karakter; voor een opvolgende bewoner geldt het verbod onverkort.

Artikel 5

Bij overtreding van het verbod, vervat in artikel 2, 1e lid, kunnen burgemeester en wethouders de woonruimte verzegelen. Deze verzegeling wordt opgeheven op het moment dat de woonruimte in gebruik genomen wordt voor permanente bewoning, of dat de woonruimte door verhuur of verkoop opnieuw voor permanente bewoning wordt bestemd, of indien alsnog een ontheffing wordt verleend.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders worden gemachtigd de nadere regels als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet vast te stellen.

Artikel 7

Hij, die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 4 maanden of een geldboete van de 3e categorie. Het genoemde strafbare feit is een overtreding.

Artikel 8

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2. Met de opsporing van het bij artikel 7 strafbaar gestelde feit zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de Huisvestingswet aangewezen ambtenaren belast de in het 1e lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de minister van Justitie daartoe zijn aangewezen.

  • 3. De in het 1e lid genoemde ambtenaren hebben de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 76, 77 en 78 van de Huisvestingswet.

Artikel 9

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen, betrekking hebbende op belangen, het woonklimaat en/of de leefbaarheid in de gemeente betreffende.

Artikel 10

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Gebruiksverordening tweede woning”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na datum van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Westerveld, gehouden op
22 januari 1998.
de secretaris, de voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Het werkingsgebied is ter voorkoming van rechtsongelijkheid en ongewenste ontwikkelingen in uitgesloten gedeelten van de gemeente bepaald, voor alle woonruimte in de gemeente.

Artikel 2

Het antwoord op de vraag of iemand zijn hoofdverblijf in een woning heeft, wordt gegeven door het persoonsregister van de gemeente. De bewoner zal bij inschrijving moeten aantonen, dat sprake is/zal zijn van een hoofdverblijf.

Artikel 3

Op grond van dit artikel is er een overgangsrecht geschapen voor de zakelijk gerechtigden die op dit moment eigenaar zijn van een tweede woning. Door dit overgangsrecht als een persoonlijk recht te bestempelen wordt op termijn bereikt dat, bij eigendomswisseling van de woning weer permanent bewoond gaat worden. Dit persoonlijk recht geldt ook voor de erfgenamen in 1e graad van degenen die op het moment van het in werking treden van de verordening gerechtigde zijn.

Artikel 4

Uitgangspunt van de regeling is de handhaving van woningen voor permanente bewoning. Om afwijking van deze regel toe te kunnen staan wordt de ontheffingsfiguur de aangewezen rechtsvorm geacht.

Artikel 5

Wanneer niet afdoende is aangetoond dat er sprake is van permanente bewoning danwel indien geen ontheffing kan worden overgelegd, kunnen burgemeester en wethouders, behalve het opleggen van een boete, de woonruimte (doen) verzegelen. Deze verzegeling wordt opgeheven als de woonruimte wordt verkocht of verhuurd aan iemand die de woonruimte wel als permanent hoofdverblijf gaat gebruiken, de eigenaar/gebruiker er alsnog permanent gaat wonen, of indien er alsnog een ontheffing wordt verleend.

Artikel 6

In artikel 35 van de Huisvestingswet is bepaald dat de gemeenteraad regels stelt met betrekking tot onder andere de gegevens die de aanvrager moet verstrekken met het oog op de beoordeling van de aanvraag.

Blijkens dit artikel in de verordening worden burgemeester en wethouders gemachtigd deze nadere regels vast te stellen.

Artikel 7

Hier is aansluiting gezocht bij de strafbepalingen in andere zogenoemde strafverordeningen. Een en ander laat uiteraard onverlet de eerder genoemde mogelijkheid van verzegeling.

Artikel 8

Verwezen wordt naar verschillende bepalingen in de Huisvestingswet. Voor de volledigheid worden deze hierna vermeld.

De tekst van artikel 75 van de Huisvestingswet luidt:

1.       met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast de door het gemeentebestuur aan te wijzen ambtenaren.

2.       Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn tevens belast:

a. de inspecteur-generaal van de volkshuisvesting, bedoeld in artikel 94 van de Woningwet;

b. de inspecteurs van de volkshuisvesting, bedoeld in artikel 94 van de Woningwet, en aan dezen toegevoegde ambtenaren.

3.       Een krachtens het 1e lid vastgesteld besluit wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.

De tekst van artikel 76 van de Huisvestingswet luidt:

1.       De bij of krachtens artikel 75 aangewezen ambtenaren zijn bevoegd inzage te verlangen en afschrift te nemen van alle stukken waarvan de inzage redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

2.       Zij zijn bevoegd vervoermiddelen aan te houden, die als woonruimte kunnen dienen of waarmee zodanige woonruimte wordt vervoerd, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

De tekst van artikel 77 van de Huisvestingswet luidt:

1.       De bij of krachtens artikel 75 aangewezen ambtenaren zijn bevoegd alle plaatsen te betreden, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. Zo nodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm.

2.       Zij zijn bevoegd zich door personen, die daartoe door hen zijn aangewezen, te doen vergezellen, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

3.       Met betrekking tot het binnentreden van woonruimten zijn de artikelen 120 tot en met 122 van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing.

De tekst van artikel 78 van de Huisvestingswet luidt:

“Een ieder is verplicht aan de bij of krachtens artikel 75 aangewezen ambtenaren desgevraagd alle medewerking te verlenen en inlichtingen te verstrekken, die zij redelijkerwijs bij de hun op grond van deze wet opgedragen taak behoeven”.

Artikel 9

Wanneer zich in het kader van de toepassing van de verordening situaties voordoen waarin de veror-dening niet voorziet, dan nemen burgemeester en wethouders een beslissing die gebaseerd is op de doelstellingen van deze verordeningen. Met deze bepalingen wordt beoogd om eventuele mazen in de verordening bij voorbaat reeds te herstellen.

 

  

Tweede woningen gemeente Diever (Gebruiksverordening tweede woning):

  • -          Pastoorszandweg 4 te Geeuwenbrug;

  • -          Huzzeweg 4 te Diever;

  • -          De Broeken 2 te Wittelte;

  • -          Ten Darperweg 5 te Wapse;

  • -          De Kamp 1 te Wapse;

  • -          Soerte 5 te Wapse.

 

 

Tweede woningen gemeente Dwingeloo:

  • -          Bosrand 3 te Dwingeloo;

  • -          Boterveen 12;

  • -          J.L. Dinklahof 2;

  • -          Eemster 68;

  • -          Enthingeweg 10;

  • -          Holtien 4;

  • -          Honingvlaken 2;

  • -          Juliana Bernhardweg 5;

  • -          Juliana Bernhardweg 7;

  • -          Koekoeksweg 20;

  • -          Leggeloo 6;

  • -          Leggeloo 59;

  • -          Leggeloo 61;

  • -          Lhee 6;

  • -          Lhee 46;

  • -          Lhee 67;

  • -          Lheebroek 34;

  • -          Schietveld 2;

  • -          Spieregerweg 1;

  • -          Vlakendijk 1;

  • -          Vlakendijk 2;

  • -          Westeinde 57 (Oldengaerde).

 

 

Tweede woningen gemeente Havelte

Darp

Busselterweg 4

Busselterweg 15

Havelte

Eursingerlaan 7

Uffelte

Schapelsteeg 7

Schapelsteeg 9

Schapelsteeg 10

Smeenholtenpad 2

Weg achter de Es 4

Weg achter de Es 7

Westeinde 10

Winkelsteeg 2

Wapserveen

Midden 140

Lege Doakenweg 7

 

 

Tweede woningen gemeente Vledder

  • -          Landarbeid 1;

  • -          Hooiweg 3;

  • -          Vaartweg 24;

  • -          De Eese 2;

  • -          De Eese 4;

  • -          Dwarsweg 30;

  • -          De Eese 3;

  • -          Dwarsweg 18;

  • -          Vledderhof 4;

  • -          Middenweg 5;

  • -          Werkhorstlaan 1;

  • -          Werkhorstlaan 5;

  • -          Boergrup 3;

  • -          Boergrup 21;

  • -          Boergrup 5;

  • -          M.A. van Naamen van Eemneslaan 12;

  • -          Hooiweg 1;

  • -          Hooiweg 2.