Regeling vervallen per 01-01-2020

Subsidieverordening peuteropvang gemeente Westervoort 2017

Geldend van 18-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Subsidieverordening peuteropvang gemeente Westervoort 2017

De raad van de gemeente Westervoort;

gelezen het voorstel van B&W van 18 oktober 2016;

besluit vast te stellen:

Subsidieverordening peuteropvang gemeente Westervoort 2017

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    College

    College van burgemeester en wethouders van gemeente Westervoort.

  • 2.

    LRKP

    Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.

  • 3.

    Subsidie

    Een gemeentelijke bijdrage die aan een subsidieontvanger - geregistreerd in het LRKP - wordt verstrekt

  • 4.

    Peuteropvang

    In het LRKP geregistreerde kinderopvang voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Er is sprake van een combinatie van twee soorten opvang: gesubsidieerde opvang (niet-toeslagouders) en niet gesubsidieerde opvang (toeslagouders). De opvang is gericht op: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren, doorverwijzen en/of ondersteunen.

  • 5.

    Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

    Een aanbod voorschoolse educatie in de peuteropvang, dat bedoeld is voor vve-peuters. WE is gericht op voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en/of onderwijsachterstanden. WE wordt vanaf 2,5 jaar aangeboden.

  • 6.

    WE-programma

    Een erkend voorschools programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters van 2,5 tot 4 jaar wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal emotionele ontwikkeling. Het programma dient opgenomen te zijn in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

  • 7.

    Kinderopvangtoeslag

    De tegemoetkoming van de rijksoverheid aan ouders, bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor de in het LRKP geregistreerde kinderopvang.

  • 8.

    Toeslaqouder(s)

    Ouder(s) die recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid.

  • 9.

    Niet-toeslaqouder(s)

    Ouder(s) die geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieverordening

Voor de volgende beleidsterreinen kan met ingang van 1 januari 2017 subsidie worden verstrekt:

  • a)

    Peuteropvang en

  • b)

    Voor- en Vroegschoolse Educatie.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college stelt jaarlijks het door hem noodzakelijk geachte subsidieplafond vast.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de verdeling van het beschikbare bedrag.

HOOFDSTUK 3 AANVRAAG SUBSIDIE

Artikel 5 De aanvraag

  • 1. Bij een eerste subsidieaanvraag van een subsidieontvanger moeten de volgende documenten worden meegestuurd:

    • a.

      een uittrekstel Handelsregister Kamer van Koophandel;

    • b.

      verklaring omtrent het gedrag van de rechtspersonen en/of natuurlijke personen;

    • c.

      de statuten of het reglement en

    • d.

      de laatste jaarrekening en jaarverslag.

    Bij volgende subsidieaanvragen kan worden volstaan met meesturen van de laatste jaarrekening en jaarverslag van de subsidieontvanger (d.).

  • 2. Een aanvraag voor subsidie dient voor 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar van uitvoering te worden ingediend.

  • 3. Het college neemt voor 1 januari van het uitvoeringsjaar een besluit over de subsidieaanvraag.

HOOFDSTUK 4 VERLENING SUBSIDIE

Artikel 6 Verlening subsidie

  • 1. Het college geeft bij het besluit tot subsidieverlening aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie dient plaats te vinden.

  • 2. Het college geeft tevens in het besluit de hoogte en de termijnen van de voorschotten aan.

HOOFDSTUK 5 WEIGERING SUBSIDIE

Artikel 7 Weigering subsidie

Subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25 en in artikel 4:35 van de wet geregelde gevallen, worden geweigerd indien:

  • 1.

    de activiteiten van de subsidieontvanger niet gericht zijn op de gemeente Westervoort of niet aantoonbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Westervoort;

  • 2.

    er gegronde reden is om aan te nemen dat de gelden niet of niet in voldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar is gesteld;

  • 3.

    de subsidieontvanger doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • 4.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • 5.

    verwacht mag worden dat de met de subsidiëring beoogde doeleinden niet zullen worden bereikt;

  • 6.

    de financiële middelen van de aanvrager, met inbegrip van de subsidie onvoldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren;

  • 7.

    er reeds subsidie is verstrekt aan de betreffende aanvrager voor dezelfde activiteit.

Naast deze 7 weigeringsgronden, wordt de subsidie ook geweigerd als niet aan de vereisten van vigerende wetgeving van kinderopvang wordt voldaan,

HOOFDSTUK 6 VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 8 Verantwoording subsidie

  • 1. De subsidie dient uiterlijk 1 april in het jaar na afloop van het uitvoeringsjaar te worden verantwoord.

  • 2. Het college kan bepalen welke gegevens en documenten hiervoor dienen te worden verstrekt.

Artikel 9 Vaststelling subsidie

Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt op 1 januari 2017 in werking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: 'Subsidieverordening peuteropvang gemeente Westervoort 2017'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad voornoemd d.d. 12 december 2016
de griffier,
mevr. drs. D.E. van der Kamp
de voorzitter
drs. A.J. van Hout