Regeling vervallen per 01-01-2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland

De raad van de gemeente Westland;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011, betreffende de vaststelling van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland;

Gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Gelet op het positieve advies van de raadcommissie […] van […];

Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;

Besluit:

Vast te stellen de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland

Leeswijzer

De aanpassing van deze verordening vloeit voort uit de wetswijziging per 1 januari 2012. Door het intrekken van de Wet investeren in jongeren is er niet langer een grondslag voor twee aparte toeslagenverordeningen (één voor jongeren tot 27 jaar en één voor personen in de leeftijd van 27 tot 65 jaar).

Als gevolg van de wetswijziging is de term “gehuwdennorm” vervangen door de term “gezinsnorm”.  

Daarnaast bevat deze verordening een herformulering van de huidige verordeningen. In inhoudelijk opzicht bevat deze verordening geen wijzigingen.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      gezinsnorm: de norm als bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j van de Wet op de huurtoeslag. Onder woning wordt mede verstaan een woonwagen of een woonschip.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

HOOFDSTUK 2. CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

ARTIKEL 2. TOESLAGEN

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt 20% van de gezinsnorm voor de belanghebbende in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt 10% van de gezinsnorm voor de belanghebbende in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

HOOFDSTUK 3. CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE BIJSTANDSNORM OF DE TOESLAG

ARTIKEL 3. VERLAGING GEZIN

De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gezinsnorm voor degenen die een woning delen met één of meer anderen.

ARTIKEL 4. VERLAGING WOONSITUATIE

  • 1. De verlaging bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gezinsnorm indien een woning wordt bewoond waaraan geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

    • b.

      10% van de gezinsnorm indien geen woning bewoond wordt.

  • 2. De verlaging als bedoeld in lid 1 vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

ARTIKEL 5. VERLAGING SCHOOLVERLATERS

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 20% van de gezinsnorm.

  • 2. De verlaging als bedoeld in lid 1 vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

  • 3. De verlaging wordt niet toegepast indien er tot het gezin tevens één of meerdere meerderjarigen behoren op wie de verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet niet van toepassing is.

ARTIKEL 6. VERLAGING TOESLAG ALLEENSTAANDEN VAN 21 EN 22 JAAR

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gezinsnorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

    • b.

      10% van de gezinsnorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, bedraagt de verlaging 10% van de gezinsnorm indien de hoogte van toeslag, op grond van artikel 2, tweede lid, van toepassing is.

  • 3. De verlaging als genoemd in dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van de belanghebbende op wie artikel 5 van toepassing is.

ARTIKEL 7. ANTI-CUMULATIE

De toepassing van de artikelen 2 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet ten minste bedraagt:

  • a.

    35% van de gezinsnorm voor een alleenstaande;

  • b.

    55% van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;

  • c.

    65% van de gezinsnorm voor een gezin.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

ARITKEL 8. ONVOORZIENE GEVALLEN

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

ARTIKEL 9. INWERKINGTREDING

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening toeslagen en verlagingen bijstandsnorm Westland 2004, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 30 juni 2004 en vervalt tevens de Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren Westland, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 24 november 2009.

ARTIKEL 9. CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 gemeente Westland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2011,
De griffier, de voorzitter,
N.Broekema J. van der Tak