Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westland 2010 en artikel 151c van de Gemeentewet

De burgemeester van Westland,

gehoord,

• -

  de discussie in de lokale Driehoek waarin gesproken is met de officier van justitie en de bureauchef politie Westland inzake de inzet van tijdelijk cameratoezicht aan de Esdoorn te Naaldwijk, welke tot de conclusie heeft geleid dat inzet gewenst is in het belang van de openbare orde en veiligheid ter plaatse;

overwegende,

• -

  dat de burgemeester een “zero tolerance” beleid voert ten aanzien van overlastgevende jeugdgroepen;

• -

  dat sinds oktober 2013 sprake is van een overlastgevende jeugdgroep aan en in de omgeving van de Esdoorn te Naaldwijk;

• -

  dat er zich rond de jaarwisseling 2013-2014 diverse incidenten hebben voorgedaan, waaronder het gebruik van illegaal vuurwerk en het vernielen van het kantoor van de huismeester van de flat aan de Esdoorn te Naaldwijk;

• -

  dat op 10 april 2014 een incident heeft plaatsgevonden waarbij gedreigd is met een mes;

• -

  dat de burgemeester signalen heeft ontvangen dat bij omwonenden sprake is van angst voor represailles als zij incidenten en overlast melden;

• -

  dat de burgemeester op grond van artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westland 2010 (APV) overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet kan besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats in het kader van de handhaving van de openbare orde;

• -

  dat het cameratoezicht in het hierna te noemen gebied voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht;

• -

  dat de belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers (bescherming van de persoonlijke levenssfeer);

• -

  dat de duur van de aanwijzing en de omvang van het gebied proportioneel zijn in relatie tot het beoogde legitieme doel, te weten de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

• -

  dat de aanwijzing van dit gebied als gebied met cameratoezicht zal bijdragen aan het verhogen van de veiligheid van de betreffende gebied in het bijzonder;

• -

  dat de aanwijzing van dit gebied noodzakelijk is om, via intensivering van de probleemaanpak, het risico van inbreuk op de openbare orde en het verslechteren van het woon- en leefklimaat terug te kunnen dringen tot een aanvaardbaar niveau;

• -

  dat na twee maanden een evaluatie plaatsvindt waaruit moet blijken of het cameratoezicht in genoemd gebied dient te worden voortgezet;

 

gelet op het bepaalde in artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westland 2010 en artikel 151c van de Gemeentewet;

 

 

besluit vast te stellen:

 

Aanwijzingsbesluit ex artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westland 2010 en artikel 151c van de Gemeentewet (Aanwijzingsbesluit Tijdelijk Cameratoezicht Naaldwijk 2014)