Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2014

Geldend van 06-01-2015 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2014

Leeswijzer Verordening langdurigheidstoeslag 2014

De huidige Verordening langdurigheidstoeslag dient aangepast te worden. Het betreft een technische aanpassing. Alleen die delen die aangepast moeten, worden gewijzigd. Voor het overige is de verordening ongewijzigd. Deze wijziging heeft géén gevolgen voor de uitvoerende medewerkers noch de cliënten. De langdurigheidstoeslag werd al uitgevoerd volgens de manier die in deze aangepaste verordening wordt voorgeschreven. De verordening wordt aangepast op de uitvoeringspraktijk. In de uitvoering hoeven geen aanpassingen plaats te vinden. Dat betekent dat deze aanpassing strikt administratief is.

De wijzigingen betreffen artikel 3, eerste lid en artikel 1 onder d.

Artikel 3, eerste lid

In deze verordening is een formule opgenomen die direct leidt tot een administratieve financiële fout. Deze verordening moet met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 worden vastgesteld om de administratieve financiële fout te herstellen.

In de formule wordt een verkeerde term gebruikt. Er wordt verwezen naar “bijstandsnorm” terwijl bedoeld wordt de “norm”.

De bijstandsnorm verwijst naar artikel 5 onder c. Dit verwijst naar de norm inclusief de toeslag. De formule bestaat echter uit de norm voor een alleenstaande exclusief de toeslag. Deze norm is opgenomen in artikel 21 aanhef en onder a.

Door de verwijzing naar de bijstandsnorm in plaats van de norm zouden op grond van de verordening veel lagere bedragen aan langdurigheidstoeslag verstrekt moeten worden dan de bedoeling is geweest.

In de werkinstructie langdurigheidstoeslag voor de uitvoerende medewerkers is de formule gebruikt met de norm, in plaats van de bijstandsnorm. Daardoor zijn wel de juiste, bedoelde, bedragen verstrekt. Deze verordening wordt nu in overeenstemming gebracht met de bedoeling, namelijk de hoogte van de langdurigheidstoeslag berekend over verschil van de norm aan artikel 21 aanhef en onder a, en de norm zoals bedoeld onder artikel 22 aanhef en onder a.

Artikel 1 onder d

Per 1 juli 2013 is artikel 36 van de Wet werk en bijstand gewijzigd. Vanaf die datum is het niet langer mogelijk om de langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht toe te kennen. De verordening hoefde hier niet op aangepast te worden, omdat dit rechtstreeks voortvloeit uit de wet. Nu de verordening echter opnieuw vastgesteld moet worden, moet deze wijziging wel verwerkt worden. Het betreft artikel 1, lid 1 onder d, de Peildatum.

De raad van de gemeente Westland;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van betreffende de vaststelling van de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2014;

Gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

  • -

    artikel 147 van de Gemeentewet;

 

Overwegende:

  • -

    dat het noodzakelijk is het verstrekken van een langdurigheidstoeslag bij verordening te regelen;

 

Besluit:

Vast te stellen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014

De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Gemeente Westland 2014.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede "een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan", moet worden gelezen "de referteperiode". Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;

    • d.

      peildatum: datum waarop een persoon een aanvraag om langdurigheidstoeslag heeft ingediend en aan de voorwaarden voldoet;

    • e.

      referteperiode: de periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

    • f.

      wet: de Wet werk en bijstand;

    • g.

      WSF 2000: de Wet studiefinanciering 2000;

    • h.

      WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1. Er is sprake van "langdurig een laag inkomen" in de zin van artikel 36, eerste lid van de wet als de belanghebbende gedurende de referteperiode is aangewezen op een inkomen dat gemiddeld per maand niet hoger is dan 101 procent van de voor hem geldende bijstandsnorm.

  • 2. Ten aanzien van perioden waarin geen inkomen is genoten wordt een belanghebbende voor de toepassing van het eerste lid tenminste geacht een inkomen te hebben genoten ter hoogte van 100 procent van de bijstandsnorm.

  • 3. Ten aanzien van perioden waarin bij gehuwden één echtgenoot is uitgesloten van het recht op bijstand worden zij voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100 procent van de gehuwdennorm, waarbij voor "bijstandsnorm" gelezen moet worden "gehuwdennorm”.

  • 4. Niet voor een langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 3. Hoogte van de toeslag

  • 1. De hoogte van de langdurigheidstoeslag voor een alleenstaande bedraagt het verschil tussen de van toepassing zijnde norm, zoals genoemd in artikel 21, aanhef en onder a, zonder verhoging, en de bijstandsnorm zoals genoemd in artikel 22, aanhef en onder a, van de wet.

  • 2. De hoogte van een langdurigheidstoeslag voor een alleenstaande ouder wordt als volgt berekend: (bedrag zoals berekend in lid 1 / 70) x 90.

  • 3. De hoogte van een langdurigheidstoeslag voor gehuwden wordt als volgt berekend: (bedrag zoals berekend in lid 1 / 70) x 100.

  • 4. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op 1 januari in het jaar van de peildatum bepalend.

  • 5. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt een rechthebbende partner in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel 4. Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2014.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westland 2012, zoals door de raad vastgesteld op 27 november 2012, ingetrokken.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Westland 2014.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 16 december 2014,

de griffier, de voorzitter,

N.Broekema J. van der Tak