Regeling vervallen per 01-01-2012

Regeling Spaarloon

Geldend van 26-12-2006 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2004

Intitulé

Regeling Spaarloon

De gemeente stelt de Regeling Spaarloon vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

-ambtenaar:

  • a)

    de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 en de werknemer, met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan, als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR;

  • b)

    vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer, overeenkomstig artikel 19:1:1, lid 1 van de CAR/UWO.

-spaarbedrag :

ieder overeenkomstig de bepalingen van deze regeling (en artikel 11, 1e lid, onderdeel h, onder 2E juncto artikel 34a, 5e lid van de Wet op de Loonbelasting) maandelijks op het brutoloon ingehouden en op de bijzondere spaarloonrekening van de ambtenaar gestort bedrag.

-spaarinstelling :

de in overleg met de Ondernemingsraad bepaalde navolgende bankinstelling, te weten:

zie de Overgangsbepaling (fusie) in artikel 7

Artikel 2 Deelname

Deelneming geschiedt door middel van invulling en indiening van een betreffend aanvraagformulier en na acceptatie door Personeel & Organisatie namens het bevoegd gezag.

Artikel 3 Inhouding spaarbedrag

  • 1. Bij de maandelijkse inhouding van het gewenste spaarbedrag wordt rekening gehouden met het maximale spaarbedrag per jaar overeenkomstig de Wet op de Loonbelasting.

  • 2. Het ingehouden spaarbedrag wordt door de gemeente onmiddellijk na inhouding overgemaakt naar de spaarloonrekening van de ambtenaar bij de spaarinstelling.

  • 3. Eenmaal per jaar kan met de ambtenaar een wijziging van het spaarbedrag (ingangsdatum januari) worden overeengekomen.

Artikel 4 Spaartegoed

  • 1. Het tegoed op de spaarloonrekening mag uitsluitend bestaan uit:

    • a)

      spaarloon;

    • b)

      de, op het tegoed, gekweekte rente.

  • 2. De gemeente Westland zal, als werkgever, niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventuele consequenties die uit het beheer van het spaartegoed -door de spaarinstelling gevoerd- kunnen voortvloeien.

  • 3. Het is de ambtenaar niet geoorloofd de op zijn spaarloonrekening uitstaande bedragen geheel of gedeeltelijk over te dragen, in onderpand te geven aan derden, te vervreemden dan wel op enigerlei wijze ten behoeve van derden te bezwaren.

  • 4. Door deelneming aan de Regeling Spaarloon wordt de ambtenaar geacht ermee in te stemmen dat aan de gemeente vertrouwelijke gegevens over zijn spaartegoed worden verstrekt, voor zover deze nodig zijn ter vergelijking en/of uitvoering van de administratie welke de gemeente op grond van de wettelijke bepalingen voert. De gemeente is ten aanzien van deze gegevens tot geheimhouding verplicht.

Artikel 6 Opname

  • 1. De ambtenaar mag over een spaartegoed beschikken:

    • a)

      indien het spaartegoed tenminste vier jaren ononderbroken op de spaarloonrekening heeft gestaan;

    • b)

      bij het einde van de dienstbetrekking (of door de nabestaande/n bij overlijden van de ambtenaar) in welk geval voor de toepassing van de Wet op de Loonbelasting 1964 en Coördinatiewet Sociale Verzekering voor elke volle maand gedurende welke het spaartegoed binnen een termijn van vier jaren is opgenomen een evenredig deel van het spaartegoed zal worden aangemerkt als loon, niet zijnde spaarloon, verstrekt door de gemeente (hierop zal derhalve alsnog inhouding loonheffing plaatsvinden);

    • c)

      indien de op te nemen gelden worden besteed ten behoeve van een of meer van de wettelijk toegestane bestedingsdoeleinden.

  • 2. In de gevallen waarin door de ambtenaar of zijn nabestaande(n) op grond van het in lid 1, sub b en c van dit artikel bepaalde over het spaartegoed wordt beschikt dient ten genoegen van de gemeente respectievelijk de spaarinstelling bewijs te worden geleverd van de van belang zijnde feiten.

  • 3. De ambtenaar heeft, met inachtneming van de op dit punt bij de spaarinstelling gebruikelijke voorwaarden, de vrije beschikking over de rente over zijn spaartegoed.

  • 4. Spaartegoed waarover door de ambtenaar in strijd met deze regeling wordt beschikt (waaronder begrepen beschikking als gevolg van verhaalsuitoefening door derden, het faillissement dan wel wettelijke

    schuldsanering) wordt aangemerkt als loon niet zijnde spaarloon.

  • 5. Indien een bedrag van de spaarloonrekening wordt opgenomen geschiedt dit ten laste van het spaarbedrag dat het laatste is bijgeschreven; is dit niet toereikend, dan van het voorlaatste en zo vervolgens.

Artikel 7 Overgangsbepaling (fusie 1-1-2004)

Indien op het moment van vaststelling van deze regeling nog geen BORW-advies over een nieuwe spaarinstelling is ontvangen dan zal met de huidige spaarinstellingen een (tijdelijke) voortzetting van de lopende spaarrekeningen en contracten worden overeengekomen

Arikel 8 Overige bepalingen

  • 1. Iedere ambtenaar ontvangt een exemplaar van de tekst van deze regeling.

  • 2. De spaarinstelling die het spaartegoed van een ambtenaar beheert is verplicht deze periodiek een opgave te verstrekken van het spaartegoed dat zij op zijn naam beheert.

Artikel 9 Slotbepalingen

Deze regeling treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2004 en kan worden aangehaald als “Regeling Spaarloon”.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland dd. 24 februari 2004
 
de secretaris,          de burgemeester,
G. Buck                   R. Welschen.