Regeling vervallen per 27-04-2012

Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005

Geldend van 27-04-2012 t/m 26-04-2012

Intitulé

Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

Overwegende dat volgens artikel 5.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westland 2004 is geregeld dat zonder vergunning van burgemeester en wethouders geen standplaats mag worden ingenomen;

Het is noodzakelijk met het oog op de rechtszekerheid en zorgvuldigheid beleidsregels vast te stellen ten behoeve van het uitgeven van standplaatsen; zulks ter nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 5.2.3 lid 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westland 2004 (hierna APV Westland).

Besluiten:

De volgende beleidsregels vast te stellen:

Artikel 1 Standplaatslocaties, dagen en tijdstippen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders (hierna: het college) wijzen vaste plaatsen aan waarop standplaats ingenomen kan worden.

  • 2.

    Vaste plaatsen, welke voldoen aan artikel 5.2.3 van de APV Westland, worden aangewezen op de hieronder aangegeven locaties, waarbij per locatie het aantal standplaatsen en de dagen waarop een plaats kan worden ingenomen, is aangegeven. Onder een vaste standplaats wordt verstaan een standplaats die structureel gedurende minimaal één dag(deel) en maximaal een jaar wordt ingenomen. Onder structureel innemen van een standplaats verstaat de gemeente, dat een standplaats dagelijks, wekelijks of maandelijks gedurende het hele kalenderjaar wordt ingenomen, overeenkomstig de aanvraag en vergunningverlening.

Kern

Locatie

Aant.

Dag(en)

Periode

Monster

Burgemeester Woutersplein

2

Maandag, woensdag, donderdag,

vrijdag, zaterdag

Gehele jaar

Helmstraat

1

2

Woensdag

Zaterdag

Gehele jaar

Schelppad t.h.v. strandhoofden 16 en 19

1

Gehele week

Tijdens seizoen

Slaperdijk bij Molenslag

1

Gehele week

Tijdens seizoen

Poeldijk

Irenestraat, het parkeerterrein

1

9

1

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag

Vrijdagmiddag

Zaterdag

Gehele jaar

Hoek Rijsenburgerweg en Voorstraat

1

Maandag t/m zaterdag

Gehele jaar

Bedrijventerrein ABC Westland

1

Maandag t/m vrijdag

Gehele jaar

Ter Heijde

Koning Willem III Plein

1

Maandag t/m zaterdag

Gehele jaar

Naaldwijk

Wilhelminaplein

1

Maandag t/m zaterdag

Nov. t/m dec.

Wilhelminaplein

1

1

Vrijdag,

Zaterdag

Gehele jaar

Honselersdijk

Fazantlaan (het terrein bij de Herv. Kerk)

2

2

Vrijdag

Zaterdag

Gehele jaar

Johan van Oldenbarneveldstraat

1

Woensdag

Gehele jaar

Maasdijk

Oranjeplein

1

1

Dinsdag

Woensdag

Gehele jaar

Prinses Marianneplein

2

2

Vrijdag

Zaterdag

Gehele jaar

's-Gravenzande

Zandeveltplein

1

Dinsdag, woensdag, donderdag, zaterdag

Gehele jaar

Gr. Florisplein / P. van Meerdervoortstraat

1

1

Vrijdag

Zaterdag

Gehele jaar

Gr. Florisplein / Pastorielaan

1

Woensdag t/m zaterdag

Gehele jaar

Parkeerterrein t.h.v. gebouw "De Kiem" aan de Koningin Julianaweg

1

1

Woensdag

Zaterdag

Gehele jaar

De meest zuidelijke punt van het parkeerterrein t.h.v. gebouw "De Kiem" aan de Koningin Julianaweg

1

Vrijdag

Gehele jaar

De Strandweg, kruising met provinciale fietspad op de Noorlandsedijk

1

Gehele week

Tijdens seizoen

De Lier

Parkeerterrein Kerklaanbrug, t.o. de RK kerk aan de Kerklaan

1

6

2

Maandag, woensdag, donderdag, zaterdag

Dinsdag

Vrijdag

Gehele jaar

M.A. de Ruyterstraat t.h. v. stomerij 't Westen (nr.28)

1

1

Vrijdag

Op alle werkdagen in juni

Gehele jaar

Juni

Rabobank Hoofdstraat (bij fietsenstalling, nr.78)

1

Zaterdag

Gehele jaar

Heulstraat t.h.v. de slagerij van Adrichem (nr.26)

1

Maandag, donderdag, zaterdag

Gehele jaar

Rankplein

1

Vrijdag, zaterdag

Gehele jaar

Wateringen

Parkeerterrein aan de Kerklaan

1

Donderdag

Gehele jaar

Vliethof, tegenover juwelier Mosterd (nr.15)

1

Maandag t/m zaterdag

Nov. t/m dec.

(Vanaf de

laatste vrijdag in oktober)

Kwintsheul

Hoek Kerkstraat / Raaphorst

1

Donderdag, vrijdag, zaterdag

Gehele jaar

  • 3.

    Aanvragen voor incidentele standplaatsen worden individueel beoordeeld en vergund op basis van de APV Westland. Onder een incidentele standplaats wordt in het algemeen verstaan: een standplaats die eenmalig gedurende één dag(deel) en maximaal zes aaneensluitende dagen ingenomen wordt. Daaronder vallen ook die standplaatsen die gedurende maximaal een maand worden ingenomen en verband houden met een speciale georganiseerde activiteit of een bepaalde periode van het jaar, bijvoorbeeld kerst.

  • 4.

    Indien op één standplaats in een kern een vergunninghouder staat die een bepaald soort waren verkoopt, kan op een andere standplaats in dezelfde kern binnen een straal van 300 meter op hetzelfde moment geen vergunning worden verleend ten behoeve van de verkoop van dezelfde waren;

  • 5.

    Een standplaatsvergunning kan worden verleend tussen 08:00 en 18:00 uur en, indien van toepassing, op koopvonden tot 21:00 uur op de daarvoor aangewezen locaties zoals aangegeven in artikel 1 lid 2.

  • 6.

    Behoudens het gestelde in artikel 1, lid 2 , kan het college voor incidentele gebeurtenissen één of meerdere extra incidentele standplaatsen aanwijzen.

  • 7.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats zijn leges verschuldigd, welke zijn opgenomen in de tarieventabel bij de legesverordening 2006, artikel 15.9.

  • 8.

    Het Wilhelminaplein en directe omgeving in Naaldwijk is aangeduid als historische omgeving. Het uiterlijk aanzien van het Wilhelminaplein en directe omgeving dient te worden beschermd. Een tweetal verkoopwagens, zie artikel 1 lid 2, mag nog wel worden geplaatst op het Wilhelminaplein. Indien de vergunning voor deze standplaatsen wordt ingetrokken of beëindigd, zullen voor deze standplaatsen geen nieuwe vergunningen worden verleend.

Artikel 2 Toewijzing van de standplaatsen

  • 1. Vergunning tot het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, lid 1 van deze beleidsregel, wordt verleend aan een natuurlijk persoon die als zelfstandig ondernemer het verkopen van waren, het aanbieden van diensten of andere activiteiten in het verlengde hiervan, zulks ter beoordeling van het college, via een standplaats heeft dan wel wenst te hebben en als zodanig is ingeschreven in het Handelsregister en rechthebbende is op het perceel.

  • 2. Om rechthebbende op een perceel te zijn, dient men een huurovereenkomst met de gemeente Westland overeen te zijn gekomen of anderszins toestemming te hebben verkregen van de eigenaar van het perceel waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • 3. Kosten verbonden aan het innemen van een standplaats worden afgeleid van datgene wat daartoe staat vermeld in de huurovereenkomst. Indien niet tot een huurovereenkomst gekomen kan worden, zal de Verordening Precariobelasting (gereed medio 2006) van kracht zijn. In deze verordening zijn tarieven opgenomen voor het daadwerkelijk innemen van een standplaats indien niet tot een huurovereenkomst gekomen kan worden.

  • 4. De vergunninghouder dient de standplaats persoonlijk in te nemen. De standplaats mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. In geval van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte, vakantie, bedrijfsbeëindiging, bedrijfsoverdracht) kan het college van dit voorschrift ontheffing verlenen.

  • 5. vergunning tot het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, lid 1 van deze beleidsregels geschiedt op basis van moment van vergunningaanvraag. De aanvrager die het eerst op een locatie aanspraak maakt heeft als eerste het recht op de aangevraagde dagen cq. dagdelen.

  • 6. Bij ongewijzigde omstandigheden, als de vergunninghouder in overeenstemming met de vergunningvoorschriften heeft gehandeld, kan een standplaats telkens voor één jaar worden verlengd, mits de vergunninghouder hiertoe wel jaarlijks schriftelijk een aanvraag indient; waarbij voor jaarplaatsen geldt: vóór 15 november van het voorafgaande jaar en voor incidentele plaatsen geldt: uiterlijk twee maanden voor de gewenste periode.

  • 7. Besluiten op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening, zoals een bestemmingsplan, vormen een zelfstandige weigeringsgrond. Bij het innemen van een standplaats zal derhalve worden gelet op de voorschriften uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan.

  • 8. Verkoop door bedrijven van eigen geteelde en onbewerkte producten, tot een maximum van 10% van de totale eigen productie, mogen voor verkoop worden aangeboden op het eigen terrein. Deze verkoop wordt niet beschouwd als standplaatsenverkoop. Hiervoor is geen standplaatsvergunning benodigd.

Artikel 3 Gebruik van de standplaats

  • 1. De vergunninghouder mag geen goederen uitstallen, verkopen of afleveren dan wel diensten aanbieden op een andere plaats en buiten de aangegeven tijden, dan waarvoor hem vergunning is verleend.

  • 2. De vergunninghouder mag op zijn of haar standplaats reclameborden plaatsen, mits hierdoor de verkeersveiligheid niet in gevaar komt en/of doorgang van het verkeer niet gehinderd wordt of anderszins overlast wordt veroorzaakt, zulks ter beoordeling van het college.

  • 3. Het is de vergunninghouder verboden zich met een voertuig op de niet voor voertuigen bestemde delen van de weg te bevinden of daar een voertuig aanwezig te hebben, behoudens ten behoeve van het laden en lossen van goederen.

  • 4. Indien gebruik gemaakt wordt van verwarmings-, kook-, en baktoestellen om de aangeboden goederen te vervaardigen, dan dienen deze te voldoen aan de wettelijke vereisten, zoals gesteld in de Wet milieubeheer en dienen de brandbeveiligingsvoorschriften te worden nageleefd.

  • 5. De standplaats kan niet worden ingenomen indien de betreffende locatie wordt aangewend voor bijzondere evenementen, zulks ter beoordeling van het college.

  • 6. Indien lid 5 van dit artikel van toepassing is, meldt het college dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee weken voor dat evenement aan de vergunninghouder. Er bestaat geen recht op restitutie van rechten of andere vergoeding van kosten of gederfde inkomsten.

Artikel 4 Het aanzien, de hygiëne en de reiniging van de standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht om de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de standplaats schoon te houden, zulks ter beoordeling van het college; in dit kader dient de vergunninghouder ervoor te zorgen dat er voldoende afvalbakken bij de standplaats aanwezig zijn.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de standplaats direct na het beëindigen van de activiteiten schoon wordt gemaakt, zulks ter beoordeling van het college, en alle afval meeneemt.

  • 3. Indien de vergunninghouder handelt in strijd met het tweede lid van dit artikel, heeft het college het recht op kosten van de vergunninghouder schoonmaakwerkzaamheden op en rond de standplaats uit te laten voeren, op kosten van de vergunninghouder. De vergunninghouder dient de door de gemeente gemaakte kosten binnen 30 dagen na ontvangst van de rekening te betalen.

Artikel 5 Beëindiging standplaats / intrekking standplaatsvergunning

  • 1. Het innemen van de standplaats wordt beëindigd, nadat de termijn waarvoor de vergunning is verleend, is verstreken c.q. de vergunning niet wordt verlengd.

  • 2. Indien de vergunninghouder in strijd handelt met hetgeen in deze beleidsregels is verwoord en/of in strijd handelt met de voorschriften van de standplaatsvergunning kan het college met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht, de vergunning intrekken;

  • 3. Intrekken van de vergunning is ook mogelijk, indien onregelmatig of langere termijn achtereen, anders dan door overmacht, geen standplaats is ingenomen (waarbij een tijdsduur van minder dan de helft van de tijd waarvoor de vergunning is verleend als maatstaf wordt gezien), tenzij de vergunning is afgegeven ten behoeve van een tijdelijke plaats zoals bedoeld in artikel 1 lid 3, en de in de vergunning genoemde periode is verlopen;

  • 4. De vergunninghouder kan te allen tijde het innemen van een standplaats beëindigen, door dit schriftelijk aan het college kenbaar te maken;

  • 5. De standplaatsvergunning vervalt bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de rechthebbende onder algemene titel binnen drie maanden aangeeft dat de standplaatsvergunning dient te worden overgeschreven op diens naam; overigens mits voldaan wordt aan de gebruikelijke eisen die aan een vergunninghouder worden gesteld;

  • 6. De vergunning worden ingetrokken in het belang van de openbare orde, verkeersveiligheid, het beperken van overlast en bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving zulks ter beoordeling van het college, en met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6 Overige bepalingen

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005".

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 20-12-2005
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris - G. Buck
de burgemeester - J. van der Tak