Regeling vervallen per 01-07-2012

Regeling onregelmatigheidstoelage gemeente Weststellingwerf (erratum)

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-06-2012

Intitulé

Regeling onregelmatigheidstoelage gemeente Weststellingwerf (erratum)

Nummer: 2009-2805\1 InternBurgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf,overwegende dat de gemeenteraad van Weststellingwerf aan het college de bevoegdheid heeft overgedragen tot het vaststellen van specifieke arbeidsvoorwaardelijke regelingen voor het gemeentepersoneel, voortvloeiend uit de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);gelet op het raadsbesluit van 20 december 1999, nummer 199/140b, bekendgemaakt in Aanpakken en Stellingwerf op 22 maart 2000; overwegende de wenselijkheid van een bijstelling van de geldende specifieke arbeidsvoorwaardelijke regelingen voor het gemeentelijke personeel wat betreft de redactie en de lay-out; gelet op de artikelen 3:3 en 3:3:1 Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO), in samenhang met artikel 4:2 “Bezoldigingsregeling gemeente Weststellingwerf 2000 (erratum)”.b e s l u i t e n :ter vervanging van de vigerende “Verordening onregelmatigheidstoelage”, vast te stellen de navolgende “Regeling onregelmatigheidstoelage gemeente Weststellingwerf (erratum)”.

Artikel 1

De functionaris voor wiens betrekking bij rooster wisselende werktijden zijn vastgesteld, anders dan tussen 08.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag, ontvangt een toelage die in deze regeling nader wordt geregeld.

Artikel 2

  • 1. De in artikel 1 bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de functionaris geldende salaris en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 0.800 uur en tussen 18.00 uur en 22.00 uur;

    • b.

      40% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40%voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      65% voor de uren op zondag en op feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid van de uitwerkingsovereenkomst.

  • 2. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen voor of op 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd op of na 19.00 uur.

Artikel 3

  • 1. Onder uurloon wordt verstaan, bij een werkweek van 36 uur: 1/156-deel van het maandsalaris.

  • 2. De in artikel 2 genoemde percentages worden berekend over een bedrag, dat ten hoogste gelijk is aan 1/156 deel van het bedrag genoemd onder regel 21 van bijlag II, salaristabel gemeenteambtenaren, behorende bij de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

  • 3. Ingeval sprake is van een niet-volledige werktijd, wordt de noemer van bovenstaande breuk in evenredigheid met de verlaging van het salaris verminderd.

  • 4. Onder salaris wordt verstaan de begripsomschrijving zoals die is gegeven in de “Bezoldigingsregeling gemeente Weststellingwerf 2000 (erratum)”.

Artikel 4

  • 1. Indien de functionaris volgens rooster op zaterdag of zondag arbeid verricht, wordt hem ingevolge artikel 4:2:2 van de Uitwerkingsovereenkomst voor elke zaterdag of zondag waarop hij die arbeid heeft verricht, een andere vrije dag toegekend.

  • 2. Voorts wordt, ingevolge artikel 6:2:1, vierde lid, van de Uitwerkingsovereenkomst, de aan de functionaris bij algemene regelen toekomende vakantie vermeerderd met 14,4 uren.

Artikel 5

De onregelmatigheidstoelage als bedoeld in artikel 1, wordt tijdens afwezigheid in verband met ziekte, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:15:3 van de Uitwerkingsovereenkomst, doorbetaald.

Artikel 6

Functionarissen met een hoger salaris dan het bedrag corresponderende met regel 54 van Bijlag II behorende bij de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, komen niet voor een onregelmatigheidstoeslag in aanmerking.

Artikel 7

  • 1. Aan de functionaris wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beeindigen of verminderen van de toelage als bedoeld in artikel1, behoudens het bepaalde in artikel 6, een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende toelage toegekend mits hij direct voorafgaande aan het tijdstip van beëindiging of vermindering ervan, deze toelage gedurende tenminste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2. De aflopende toelage wordt als volgt berekend:een percentage van het verschil tussen:

    • a.

      enerzijds het salaris, verhoogd met het gemiddelde van de in artikel 1 bedoelde toelage van de afgelopen twaalf maanden;

    • b.

      anders het salaris, verhoogd met de eventueel nog te genieten gemiddelde toelage als bedoeld in artikel 1 over een periode van drie maanden, na de in het eerste lid bedoelde beëindiging of vermindering.

  • 3. De toelage bedraagt gedurende het eerste jaar 75%, gedurende het tweede jaar 50% en gedurende het derde jaar 25% van het in het tweede lid bedoelde verschil.

  • 4. Indien de uitkomst van het in het tweede lid bedoelde verschil minder bedraagt dan 3% van het in het tweede lid onder a. genoemde, blijft dit artikel buiten toepassing.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt aan de functionaris van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 1, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, mits hij eerstgenoemde toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 6. De in het eerste lid aflopende toelage gaat, wanneer de functionaris de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 1 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 7. Voor de toepassing van de vorige leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan, een onderbreking van langer dan twee maanden.

Artikel 8

In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag een regeling treffen die het bepaalde in de vorige artikelen aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 9

  • 1. Deze regeling treedt in de plaats van de vigerende “Verordening onregelmatigheidstoelage”, kenmerk 1999/124.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: “Regeling onregelmatigheidstoelage gemeente Weststellingwerf (erratum)”.

Ondertekening

Wolvega, 1 januari 2010.Burgemeester en wethouders voornoemd,de secretaris,                    de burgemeester,