Overgangsregeling consignatiediensten gemeentewerf

• 1.

  De directie wijst de voor de consignatiedienst in aanmerking komende medewerkers aan op voorstel van de leidinggevende. Bij deze aanwijzing wordt bepaald binnen hoeveel tijd de medewerker na binnenkomst van een (telefonische) melding ter plaatse moet zijn.

• 2.

  De in het eerste lid bedoelde medewerkers zijn verplicht deel te nemen aan de consignatiedienst voor bereikbaarheid en beschikbaarheid buiten vastgestelde werktijden.

• 3.

  Door of namens de leidinggevende wordt in overleg met de betrokken medewerkers een dienstrooster opgesteld. Dit rooster wordt een maand voor ingangsdatum bekend gemaakt.

• 4.

  Onderlinge ruiling is toegestaan in overleg met en na toestemming van de leidinggevende.

• 5.

  De directie kan aan een medewerker op verzoek ontheffing verlenen van deze aanwijzing, wanneer hiervoor naar het oordeel van de directie gegronde redenen aanwezig zijn.

• 6.

  Voor de daadwerkelijke uitvoering van werkzaamheden wordt naast de genoemde consignatievergoeding voor de consignatiedienst een vergoeding toegekend voor overwerk op basis van artikel 3:2:1, vierde en vijfde lid van de CAR/UWO.

• 7.

  De medewerker die volgens het dienstrooster belast is met een consignatiedienst ontvangt bij verhindering geen vergoeding. In deze situatie wordt voorzien door verschuiving in het dienstrooster.

• 8.

  Van de medewerker die zes weken of langer ziek is, wordt de vergoeding tijdelijk stopgezet. De vergoeding wordt weer uitbetaald indien de medewerker weer beter is gemeld en op het rooster is opgenomen.

De vergoeding

• 9.

  De vergoeding bedraagt 16% van het uurloon van de betreffende medewerker voor zover deze uren vallen op zon- en feestdagen en 10% van het uurloon voor alle overige dagen.

• 10.

  Wanneer in verband met reorganisatie of ziekte de consignatiedienst wordt beëindigd, komt de betreffende medewerker in aanmerking voor een afbouwregeling zoals onder punt 11 is uitgewerkt.

• 11.

  Gedurende een periode van drie jaar wordt de gemiddelde vergoeding zoals vermeldt onder punt 9 afgebouwd: in het eerste jaar bedraagt het vergoedingspercentage 75%, in het tweede jaar 50%, in het derde jaar 25% en in de navolgende jaren 0%.

• 12.

  Deze afbouwvergoeding eindigt in ieder geval op het moment dat de betrokkene uit dienst treedt.

Overgangsrecht

• 13.

  Er is een overgangsrecht voor zittende medewerkers (per 1 juli 2012) die minimaal 15 jaar werkzaam (gaan) zijn in de consignatiedienst voor gladheidsbestrijding of storingsdienst. Voornoemde medewerkers mogen de directie verzoeken niet langer deel te nemen aan deze consignatiediensten. Deze medewerkers komen in aanmerking voor een afbouwregeling conform punt 11 van dit artikel.

• 14.

  Medewerkers die bij inwerkingtreding van de nieuwe regeling reeds 55 jaar of ouder zijn, behouden het recht om vrijwillig te stoppen op grond van het bereiken van de leeftijd van 55 jaar conform de huidige afspraken (80 % doorbetaling van gemiddelde vergoeding).

• 15.

  Medewerkers die tot aan de pensioengerechtigde leeftijd consignatiediensten voor gladheidsbestrijding of storingsdienst blijven doen, ontvangen een eenmalige waardering van € 500,- op datum uitdiensttreding.

• 16.

  Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2012 en kan worden aangehaald als de overgangsregeling consignatiediensten gemeentewerf.

• 17.

  De regeling wacht- en storingsdiensten technische dienst en regeling gladheidsbestrijding worden met ingang van 1 juli 2012 ingetrokken.

Aldus overeengekomen in de vergadering van 11 juni 2012

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Namens dezen,

Gemeentesecretaris

R.van Maurik