Verordening op de heffing en invordering van leges 2020

Geldend van 09-11-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2020

Registratienummer: 0098141444

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, 2e lid en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2020”.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

1.Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of reisdocument als bedoeld in artikel 2 van de Paspoortwet,

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

2.Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de leges, indien zij worden geheven voor de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, worden betaald bij de afgifte van dat stuk of het verstrekken van inlichtingen.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze

verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2019’, alsmede de bijbehorende tarieventabel 2019, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2018, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2020

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 november 2019,

de griffier, de voorzitter,

BIJLAGE 1. bij de Legesverordening 2020

Tarieventabel 2020 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2020

Titel 1 Algemene afmelding Kromkampafmelding Kromkampdienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Hoofdstuk 10 Diversen

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 0 Algemeen

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Vergunningen/ontheffingen op grond van de APV

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1 Algemene dienstverlening

2020

Hoofdstuk 1 Burgerlijke Stand

1.1.1

Het tarief voor het voltrekken van een huwelijk of het laten registreren van een partnerschap op een andere tijd dan voor kosteloze huwelijken bedraagt (exclusief de kosten die de betreffende locatie extra berekent):

1.1.1.1

op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur in de locatie Griffioenpark 1/ Van Harenstraat 37;

€ 280,00

1.1.1.2

op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur in de locatie Mandehof 7

€ 406,00

1.1.1.3

op zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur in de locatie Griffioenpark 1/Van Harenstraat 37

€ 552,00

1.1.1.4

op zaterdag in de locatie Mandehof 7

€ 806,00

1.1.1.5

op tijden en dagen die niet genoemd zijn bij de permanente locaties (als bedoeld in 1.1.1.1 tot en met 1.1.1.4) voor zover bij besluit is toegestaan door burgemeester en wethouders geldt een tarief van

€ 552,00

1.1.1.6

op maandag tot en met zaterdag in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 280,00

1.1.2

Voor het voltrekken van een huwelijk of het laten registreren van een partnerschap in een andere dan de genoemde locaties bedraagt het tarief:

1.1.2.1

op maandag tot en met vrijdag

€ 406,00

1.1.2.2

op zaterdagen

€ 806,00

1.1.3

De onder artikel 1.1.1 en 1.1.2 genoemde bedragen worden eveneens geheven voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien de omzetting plaatsvindt in een andere ruimte dan in een spreekkamer in het Publiekscentrum

1.1.4.1

1.1.4.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek van een reeds beëdigde persoon om eenmalig te worden benoemd als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in onze gemeente, bedraagt het tarief:

Het tarief voor het wijzigen of annuleren van de afgesproken datum en/of tijdstip voor een huwelijksvoltrekking dan wel registratie partnerschap bedraagt:

€ 116,25

€ 46,50

1.1.5

Het tarief bedraagt voor:

1.1.5.1

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 23,35

1.1.5.2

het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige bij een huwelijk, per getuige:

€ 46,50

1.1.5.3

het kalligraferen trouwboekje/partnerschapsboekje:

€ 14,50

1.1.5.4

het kalligraferen kind in trouwboekje/partnerschapsboekje:

€ 9,85

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten (gemeente hanteert steeds het maximum Rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)

1.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort,

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1 (zakenpaspoort)

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.2.6

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen (gemeente hanteert steeds het maximum Rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.3.3

Voor het uitgeven van een zogenaamde Eigen Verklaring worden de door het Centraal Bureau Rijvaardigheid in rekening gebrachte kosten die zijn voorgedrukt op de Eigen Verklaring, verhoogd per uit te geven Eigen Verklaring met:

€ 1,65

1.3.4

Voor het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overgelegd, worden wegens extra administratieve handelingen de ter zake verschuldigde leges verhoogd met

€ 17,45

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 8,15

1.4.2.2

tot het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst:

€ 8,15

1.4.2.3

Indien de gegevens worden gevraagd door een instelling met een wetenschappelijk, sociaal of filantropisch doel, bedragen de leges per verstrekking:

€ 0,95

1.4.2.4

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en /of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200

€ 8,15

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen.

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 8,15

1.4.5

Indien op verzoek, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van gegevens een of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk handmatig moeten worden doorlopen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande onderdelen, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 23,25

1.4.6

Voor het schriftelijk verstrekken van informatie aan een overheidsorgaan of derde als bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit Basisregistratie personen:

€ 7,50

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

N.v.t.

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Vervallen (Naar aanleiding van de invoering van de AVG).

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 17,45

1.7.2

een afschrift van de gemeenterekening

€ 17,45

1.7.3

een afschrift van de kadernota

€ 8,65

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1

voor een overzicht van Gemeentelijke Publiekrechtelijke Beperkingen, Verklaring van Afwezigheid Publiekrechtelijke Beperkingen, Vervallen Verklaring van de Publiekrechtelijke Beperkingen, per object:

€ 9,30

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan:

1.8.1.1.2

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,80

1.8.1.1.3

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,45

1.8.1.2

tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan, per plan:

€ 8,80

1.8.2

voor een kopie van een brondocument Gemeentelijke Publiekrechtelijke Beperkingen:

1.8.2.1

voor het digitaal verstrekken van gegevens die schriftelijk beschikbaar zijn, per scan:

€ 0,80

1.8.2.2

voor alle andere, geschreven of gedrukte stukken of kopieën daarvan:

voor elke bladzijde of een gedeelte daarvan:

€ 0,80

1.8.3

voor een kadastraal uittreksel met verkoopprijzen, woningwaarde, eigendom, ligging, per perceel/inlichting:

€ 12,00

1.8.4

voor het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 9,30

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de gemeente volgt dat

1.9.2

tot het afgeven van een bewijs tot in leven zijn anders dan een attestatie de vita:

€ 8,15

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10

Voor het door of vanwege de gemeente doen van een nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit het oud of nieuw archief of het statistisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, een en ander voor zover deze diensten niet met name in andere artikelen van deze verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, voor elk daaraan te besteden menskwartier of gedeelte daarvan:

€ 23,25

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

n.v.t

1.11.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid van de Huisvestingswet 2014

n.v.t

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 186,00

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 139,50

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

N.v.t.

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

Vervallen (Verplaatst naar titel 3, hoofdstuk 5).

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Vervallen (Verplaatst naar titel 3, hoofdstuk 6).

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten

€ 90,50

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 362,50

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden, of langer dan 12 maanden maar ten hoogste 4 jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden naar gelang van het aantal maanden of gedeelte van een maand.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 279,00

1.16.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een loterijvergunning door een vereniging of stichting. waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt:

€ 46,50

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

N.v.t.

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

N.v.t.

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) of het afgeven van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het BABW:

€ 46,50

1.19.2

Het verlenen van ontheffingen in het kader van de toepasselijke verkeerswetgeving en/of Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer:

€ 93,00

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief voor het verstrekken van een duplicaat van de WOZ-beschikking bedraagt:

€ 8,15

1.20.2

Het tarief voor het verstrekken van een exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt:

€ 47,20

1.20.3

Het tarief voor het waarmerken van kopieën van origineel getoonde documenten bedraagt:

€ 8,15

1.20.4

Het tarief voor het legaliseren van een handtekening, een foto op een stuk of het ter legalisatie opzenden van één stuk bedraagt:

€ 8,15

1.20.5

Het tarief voor het verstrekken van schriftelijke inlichtingen uit processen verbaal en rapporten, betreffende plaats gehad hebbende verkeersongevallen voor elke opgaaf of inlichting, bedraagt:

€ 9,85

1.20.6

Het tarief bedraagt, voor zover in de verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels niet afzonderlijk genoemd, voor:

1.20.6.1

geschreven of gedrukte stukken of kopieën daarvan uit registers van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister die zich bevinden in de gemeentelijke archieven:

voor elke bladzijde of een gedeelte daarvan:

€ 0,80

1.20.6.2

voor het digitaal verstrekken van gegevens die schriftelijk beschikbaar zijn, per scan:

€ 0,80

1.20.6.3

voor alle andere, geschreven of gedrukte stukken of kopieën daarvan:

voor elke bladzijde of een gedeelte daarvan:

€ 0,80

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

1.21.1

Het tarief bedraagt voor elke andere vergunning/ontheffing of niet uitdrukkelijk in deze titel genoemd stuk, per stuk

€ 279,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

2020

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.2

bouwkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten, exclusief omzetbelasting, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken (zie bijlage 1, behorend bij deze tarieventabel). Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.3

sloopkosten:

De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2.1

Verzoek om informatie uit een bestemmingsplan of de welstandsnota (bijvoorbeeld vragen over de van toepassing zijnde bestemming op een perceel):

€ 0,00

2.2.2

Schriftelijk of digitaal verzoek om vooroverleg over een project waarvoor een omgevingsvergunning met welstandsadvies en/of wijziging/

uitwerking/herziening van een bestemmingsplan is vereist:

€ 488,25

2.2.2.1

Wanneer de aanvraag op grond van artikel 2.2.2 opnieuw voor advies moet worden voorgelegd aan de welstandcommissie, per advies:

€ 46,50

2.2.3

Schriftelijk of digitaal verzoek aan het college van burgemeester en wethouders om voor een in het vooroverleg (artikel 2.2.2) reeds behandeld project een grondhouding aan te nemen inzake de voor het project benodigde planologische procedure:

€488,25

2.2.4

Schriftelijk of digitaal verzoek aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad om voor een in het vooroverleg (artikel 2.2.2) reeds behandeld project een grondhouding aan te nemen inzake de voor het project benodigde planologische procedure:

€ 651,00

2.2.5.1

Indien binnen een termijn van vier maanden na verzenddatum van de uitkomst van het verzoek om vooroverleg, een aanvraag omgevingsvergunning of een verzoek om wijziging / uitwerking / herziening van een bestemmingsplan wordt ingediend, die inhoudelijk niet afwijkt van het gevraagde in het vooroverleg, wordt van de geheven leges van het vooroverleg in mindering gebracht op de leges verschuldigd voor de aanvraag om omgevingsvergunning

50%

2.2.5.2

Artikel 2.2.5.1 is niet van toepassing op het verkrijgen van een bestuurlijk standpunt als genoemd in artikelen 2.2.3 en 2.2.4.

2.2.5.3

Artikel 2.2.5.1 is niet van toepassing wanneer een aanvraag om vooroverleg wordt ingetrokken of wanneer een aanvraag, op verzoek van de aanvrager, buiten behandeling wordt gelaten.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd zoals hieronder aangegeven.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het tarief minimaal :

€427,95

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 5.000,-- tot en met € 200.000,-- bedragen:

€ 427,95, over de bouwkosten boven de € 5000,-- te vermeerderen met, per € 1.000,-- aan bouwkosten of gedeelte daarvan

€ 33,45

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.000,-- tot en met € 400.000,-- bedragen:

€ 6.950,70, over de bouwkosten boven de € 200.000,-- te vermeerderen met, per € 1.000,-- aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€ 23,85

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 400.000,-- tot en met € 600.000,-- bedragen :

€ 11.720,70, over de bouwkosten boven de € 400.000,-- te vermeerderen met, per € 1.000 aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€20,70

2.3.1.1.4

Indien de bouwkosten meer dan € 600.000,-- bedragen:

€ 15.860,70, over de bouwkosten boven de € 600.000,-- te vermeerderen met, per € 1.000,-- aan bouwkosten of een gedeelte daarvan

€17,90

Welstandstoets

2.3.1.2

De kosten voor de welstandsadvisering zijn opgenomen in de leges voor de omgevingsvergunning

2.3.1.2.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is

€46,50

Bouwkosten

2.3.1.3

Als richtlijn voor het vaststellen van de bouwkosten wordt de Richtlijn bouwkosten en legeskosten gehanteerd, die als bijlage 2 bij de verordening is opgenomen.

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 93,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

50%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met dien verstande dat de leges minimaal € 214,00 en maximaal € 2.142,00 bedragen.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 139,50

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief als percentage van de aanlegkosten, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2,00%

met een minimum van € 245,00 en een maximum van € 25.500,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 279,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 279,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.720,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking op basis van de “kruimellijst”):

€ 651,00

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 651,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

n.v.t.

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

n.v.t.

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 651,00

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 279,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 279,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 3.720,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking op basis van de “kruimellijst”)

€ 651,00

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 651,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

n.v.t.

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

n.v.t.

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 651,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning of gebruiksvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo of de brandbeveiligingsverordening, bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het tarief voor bouwwerken dan wel inrichtingen met een bebouwd oppervlak van :

a.minder dan 100 m2

€ 279,00

b.100 m2 tot 500 m2

over het aantal m2 boven de 100 te vermeerderen met

€ 279,00

€ 1,75 per m2

c.500 m2 tot 2.000 m2

€ 979,00

over het aantal m2 boven de 500 te vermeerderen met

€ 0,71 per m2

d. 2.000 m2 tot 5.000 m2

€ 2044,00

over het aantal m2 boven de 2.000 te vermeerderen met

€ 0,26 per m2

e. 5.000 m2 tot 50.000 m2

€ 2.824,00

over het aantal m2 boven de 5.000 te vermeerderen met

€ 0,03 per m2

f.50.000 m2 of meer

€ 4194,00

over het aantal m2 boven de 50.000 te vermeerderen met

€ 0,02 per m2

2.3.5.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van tenaamstelling van een bestaande vergunning

€ 93,00

2.3.5.3

Voor het afgeven van een duplicaat van een geldige vergunning

€ 93,00

2.3.5.4

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het wijzigen, aanvullen of intrekken van voorschriften of beperkingen die aan een vergunning zijn verbonden dan wel het alsnog verbinden van voorschriften of beperkingen aan een vergunning wordt aan leges een bedrag geheven met inachtneming van het gestelde onder 2.3.5.1

2.3.5.5

Indien een aanvraag wordt geweigerd dan wel van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt, is de helft van de berekende legeskosten verschuldigd. Op een daartoe strekkend verzoek van de aanvrager is restitutie van de helft van de betaalde leges mogelijk, mits even bedoeld verzoek om restitutie plaatsvindt uiterlijk binnen twee jaar na datum van afgifte van de vergunning.

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 279,00

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 279,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

n.v.t.

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening, of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het tarief minimaal :

€ 279,00

2.3.7.2

Indien de sloopkosten meer bedragen dan € 10.000,00 wordt het bedrag onder 2.3.7.1. verhoogd, over de sloopkosten boven de € 10.000,--, tot een maximum van € 25.000,00, per € 1.000,00 sloopkosten of een gedeelte daarvan, met:

2,00%

2.3.7.3

Voor het legaliseren van illegale sloop (slopen zonder vergunning) wordt het bedrag vermeld onder de leden 2.3.7.1 en 2.3.7.2 verhoogd met:

€ 279,00

2.3.7.4

Het verschuldigde bedrag op grond van 2.3.7.1 t/m 2.3.7.2 wordt, indien de aanvraag van een omgevingsvergunning betreffende een sloopactiviteit welke krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met

€ 279,00

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 279,00

2.3.9

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 93,00

2.3.10

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van artikel 2.10 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.10.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo;

€ 279,00

2.3.10.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo.

€ 279,00

2.3.11

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (Natura 2000-activiteiten)

2.3.11.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 837,00

2.3.12

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 837,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet geluidhinder

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een project waarvoor ook een hogere grenswaarde moet worden toegekend als bedoeld in de Wet geluidhinder bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 651,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 279,00

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 279,00

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 279,00

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling rapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 186,00

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 372,00

2.3.16.3

voor de beoordeling van een akoestisch rapport:

€ 279,00

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

€ 837,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit de legesverordening van het andere bestuursorgaan, dan wel blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

5%

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, schriftelijk intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

50%

2.5.1.2

Indien de aanvrager schriftelijk verzoekt om het buiten verdere behandeling laten van de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten voordat met de bouwtechnische toetsing is begonnen zijn geen leges verschuldigd. De teruggaaf bedraagt:

De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

100%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling laten van een niet-ontvankelijk e aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten .

2.5.2.1

Indien de gemeente een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 in behandeling heeft genomen en de aanvraag wordt buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4.5 Algemene wet bestuursrecht omdat de aanvrager niet tijdig de aanvullende gegevens heeft aangeleverd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

80%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag teruggaaf

Teruggave van leges wordt niet gegeven voor een bedrag lager dan

€ 156,00

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van het onderdeel 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op verzoek van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits dit verzoek is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, berekend op basis van de leges die van toepassing zijn in het kalenderjaar waarin het intrekkingsverzoek binnenkomt.

De leges berekend overeenkomstig lid 2.3.3 blijft volledig verschuldigd.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning ten behoeve van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 186,00

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.720,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.790,00

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.790,00

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

2.9

Vervallen

Hoofdstuk 10 Diversen

2.10

Het tarief bedraagt voor vergunningen voor het aansluiten van gebouwde eigendommen op de gemeentelijke rioleringswerken voor elk aan te sluiten eigendom.

€ 93,00

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

2.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 279,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

2020

Hoofdstuk 0 Algemeen

3.0.1

Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan vier weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft wordt het standaard tarief verhoogd met:

50%

3.0.2

Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend nadat reeds de activiteit heeft plaatsgevonden of nog plaatsvindt (legalisatie) wordt het standaard tarief verhoogd met:

100%

3.0.3

Het tarief voor het wijzigen van een vergunning of ontheffing bedraagt:

€ 46,50

3.0.4

Indien de gemeente een verleende vergunning of ontheffing intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning of ontheffing en van de vergunning of ontheffing geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

3.0.5

Indien de aanvrager de aanvraag intrekt voordat de vergunning of ontheffing is verleend, bedraagt de korting op de verschuldigde leges:

50%

3.0.6

Bij weigering van de vergunning of ontheffing worden geen leges gerestitueerd.

3.0.7

Vervallen

3.0.8

Het tarief voor een meerjarige vergunning of ontheffing bedraagt: het standaardtarief voor de vergunning of ontheffing voor één jaar met daarbovenop een tariefsverhoging per jaar van:

€ 93,00

3.0.9

Het tarief voor een meerjarige vergunning of ontheffing voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk bedraagt: het standaardtarief voor de vergunning of ontheffing voor één jaar met daarbovenop een tariefverhoging per jaar van:

€ 46,50

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 372,00

3.1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 279,00

3.1.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk

€ 93,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 186,00

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30a van de Drank- en Horecawet

€ 186,00

Hoofdstuk 2 Vergunningen/ontheffingen op grond van de APV

3.2.1

Samenscholing en ongeregeldheden (artikel 2:1 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:1 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.2

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen (artikel 2:6 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing vanhet verbod als bedoeld in artikel 2:6 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.3

Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan (artikel 2:10 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:10 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing voor een terras of uitstalling bedraagt:

€ 279,00

3.2.3.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing voor het plaatsen van een laadpaal voor het opladen van elektrische voertuigen aan de openbare weg bedraagt:

€ 46,50

3.2.4

Vergunning voor aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg. (artikel 2:11 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 APV bedraagt:

€ 279,00

3.2.5

Evenementen (artikel 2:25 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenementenvergunning bedraagt:

€ 279,00

3.2.5.1

Indien bij de aanvraag advies wordt opgevraagd bij de Veiligheidsregio (vh GHOR) wordt het tarief verhoogd met:

€ 186,00

3.2.5.2

Het tarief voor een evenementenvergunning voor één evenement gecombineerd met andere legesplichtige activiteiten bedraagt in zijn totaliteit:

€ 558,00

3.2.5.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een evenementenvergunning voor één evenement voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt:

€ 46,50

3.2.5.4

Het tarief voor een evenementenvergunning voor één evenement gecombineerd met andere legesplichtige activiteiten bedraagt in zijn totaliteit voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijkverkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk:

€ 93,00

3.2.6

Exploitatie openbare inrichting (artikel 2:28 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2:28 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.7

Sluitingstijd (artikel 2:29 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 2:29 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.8

Speelgelegenheden (artikel 2:39 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2:39 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.8a

Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren (artikel 2:60 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 2:60 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.9

Bezitten en bezigen van carbid (artikel 2:73a Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2:73a Apv bedraagt:

€ 46,50

3.2.10

(Overige) geluidhinder (artikel 4:6 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.11

Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen (artikel 4:18 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.12

Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke (artikel 5:2 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5:2 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.13

Kampeermiddelen en dergelijke (artikel 5:6 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 5:6 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.14

Parkeren van reclamevoertuigen en grote voertuigen (artikel 5:7 en 5:8 Apv )

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod genoemd in artikel 5:7 lid 1 en 5:8 lid 1 en 2 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.15

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (artikel 5:11 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 5:11 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.16.1

Inzameling van geld of goed (artikel 5:13 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor vergunning als bedoeld in artikel 5:13 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.16.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 5:13 Apv voor een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt:

€ 46,50

3.2.17

Ventverbod (artikel 5:15 Apv)

Vervallen

3.2.18

Vrijheid van meningsuiting (artikel 5:16 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod in artikel 5:16 lid 2 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.19.1

Standplaatsen (artikel 5:18 Apv

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 5:18 Apv voor een standplaats bedraagt:

·voor één dag per kalenderjaar:

·voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar:

·vanaf 20 dagen per kalenderjaar:

€ 93,00

€ 186,00

€ 279,00

3.2.19.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 Apv dooreen vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet- commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, voor een standplaats bedraagt:

·voor één dag per kalenderjaar:

·voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar:

·vanaf 20 dagen per kalenderjaar:

€ 23,25

€ 46,50

€ 93,00

3.2.19.3

Een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen onder de benaming van staangeld (op locaties als bedoeld in artikel 5:18, van de Algemene plaatselijke verordening).

3.2.19.4

Het staangeld wordt geheven van de vergunninghouder krachtens artikel 5:18 Algemene plaatselijke verordening.

3.2.19.5

Het tarief voor innemen van een standplaats op gemeentegrond bedraagt:

-voor één dag per kalenderjaar

-voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar

-vanaf 20 dagen per kalenderjaar

€ 93,00

€ 186,00

€ 279,00

3.2.19.6

Het tarief voor het innemen van een standplaats op gemeentegrond door een vereniging of stichting, waarbij blijkens de statuten of handelingen in het maatschappelijk verkeer sprake is van een niet-commerciële activiteit en/of realisering van een ideële doelstelling zonder winstoogmerk, bedraagt:

-voor één dag per kalenderjaar

-voor twee dagen tot 20 dagen per kalenderjaar

-vanaf 20 dagen per kalenderjaar

€ 23,25

€ 46,50

€ 46,50

3.2.19.7

De kosten van elektriciteit uit de gemeentelijke stroomkasten en de netwerkkosten worden op privaatrechtelijke basis afzonderlijk en tegen kostprijs in rekening gebracht.

3.2.19.8

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangelden

3.2.19.9

Indien een periode niet volledig wordt uitgediend, zal geen restitutie plaatsvinden.

3.2.20

Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen (artikel 5:25 Apv)

Vervallen

3.2.21

Beperking verkeer natuurgebieden (artikel 5.33 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5:33 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.22.1

Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken (artikel 5:34 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.22.2

In afwijking van het bepaalde in 3.2.22.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen voor een ontheffing voor het ontsteken van een paasvuur:

€ 46,50

3.2.23

Verboden plaatsen (artikel 5:36 Apv)

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 5:36 Apv bedraagt:

€ 279,00

3.2.24.1

Aanstellingsbesluit verkeersregelaars

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanstellingsbesluit verkeersregelaars als bedoeld in artikel 56 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en artikel 9 van de Regeling verkeersregelaars bedraagt:

€ 0,00

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

3.3.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning in verband met het exploiteren van een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3:4 Algemene plaatselijke verordening bedraagt:

€ 1.395,00

3.3.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging, aanvulling of intrekking van voorschriften of beperkingen die aan een exploitatievergunning zijn verbonden dan wel het verbinden van nieuwe voorschriften of beperkingen aan een reeds verleende exploitatievergunning bedraagt:

€ 930,00

Hoofdstuk 4 Huisvestingwet 2014

3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 bedraagt:

€ 279,00

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

3.5.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op een markt als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2009 dan wel de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2017, bedraagt:

€ 279,00

3.5.2

Een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen onder de benaming van marktgeld (op locaties die zijn aangewezen voor het houden van een warenmarkt).

3.5.3

Het marktgeld wordt geheven van de vergunninghouder genoemd in artikel 1, aanhef, sub g van de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2009 dan wel artikel 1, aanhef, sub j van de Marktverordening gemeente Weststellingwerf 2017.

3.5.4.1

Het tarief voor het innemen van een standplaats of een mobiele verkoopinrichting op de wekelijkse warenmarkt, de voorjaarsmarkt of de najaarsmarkt is per dag per strekkende meter frontbreedte, voor kramen met een maximale diepte van 4 meter (de standaardmaat), een bedrag van:

€ 1,25

3.5.4.2

Daarbij geldt per dag een minimum van:

€ 6,00

3.5.5

De kosten van elektriciteit uit de gemeentelijke stroomkasten en de netwerkkosten worden op privaatrechtelijke basis afzonderlijk en tegen kostprijs in rekening gebracht.

3.5.6

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden.

3.5.7

Indien een periode niet volledig wordt uitgediend, zal geen restitutie plaatsvinden.

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.6.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet en/of de Verordening winkeltijden 2014

€ 1116,00

3.6.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 139,50

3.6.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

€ 139,50

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing bedraagt:

€ 279,00

BIJLAGE 2. bij de Legesverordening 2020 (Richtlijn bouwkosten en legeskosten).

RICHTLIJN BOUWKOSTEN EN LEGESKOSTEN

overeenkomstig NEN 2699 (excl. BTW)

inhoudsberekening volgens NEN 2580

legesberekening

eenheid

richtprijs

WONINGEN

2020

Geschakelde woningen, projectmatig

m3

€ 210

Geschakelde woningen

m3

€ 240

Halfvrijstaande woningen, projectmatig

m3

€ 275

Halfvrijstaande woningen

m3

€ 310

Vrijstaande woningen

m3

€ 320

Systeembouw woningen

m3

€ 195

Gestapeld, appartementen

m3

€ 355

BIJGEBOUWEN BIJ WONINGEN

Uitbreiding

woonruimte

m3

€ 325

Uitbreiding

bergruimte

m3

€ 130

Serre

woonruimte

m2

€ 400

Serre

geen woonruimte

m2

€ 350

Verandering intern

woonruimte

m3

€ 135

Garage / berging

hout

m3

€ 120

Garage / berging

halfsteens plat of kap

m3

€ 130

Garage / berging

spouw plat of kap

m3

€ 155

Kelder

prefab

m3

€ 300

Dakopbouw

breedte

m1

€ 1.200

Carport

open constructie

m2

€ 155

Tuinhuisje

prefab

m2

€ 165

Houten schutting/pergola

per lengte

m1

€ 65

Tuinmuur hout/metselwerk

per lengte

m1

€ 150

AGRARISCHE BOUWWERKEN

Bovengronds

mestsilo

m3

€ 50

Ondergronds

mestsilo

m3

€ 65

Kelder

los/onder gebouw

m3

€ 145

Werktuigenberging drie zijden gesloten

staalplaat

m3

€ 15

Werktuigenberging drie zijden gesloten

metselwerk

m3

€ 30

Werktuigenberging vier zijden gesloten

staalplaat

m3

€ 20

Werktuigenberging vier zijden gesloten

metselwerk

m3

€ 35

Stal voor melkkoeien

groen label

plaats

€ 4.300

Stal voor rundvee

groen label

plaats

€ 595

Stal voor kraamzeugen

groen label

plaats

€ 2.250

Stal voor vleesvarkens

groen label

plaats

€ 420

Stal voor dragende zeugen

groen label

plaats

€ 950

Stal voor biggen

groen label

plaats

€ 225

Stal voor kippen

groen label

plaats

€ 12

Kassen

enkel glas

m2

€ 30

Kassen

isolerend glas

m2

€ 50

Folietunnel

m2

€ 20

KANTOREN

Kantoren nieuwbouw tot 4 lagen

m3

€ 345

Kantoren nieuwbouw vanaf 4 lagen

m3

€ 365

Kantoren verbouw

casco gehandhaafd

m3

€ 175

Kantoor bij bedrijfsgebouw

m3

€ 155

WINKELGEBOUWEN

Winkelruimte eenlaags

m3

€ 180

Winkelruimte gestapeld

m3

€ 225

Winkelruimte verbouw

casco gehandhaafd

m3

€ 175

SCHOOLGEBOUWEN

Schoolgebouw

m3

€ 250

Semi permanente voorziening

m3

€ 180

ZIEKENHUIZEN VERPLEEGHUIZEN

Ziekenhuis

m2/bvo

m2

€ 950

Zorginstelling

m2/bvo

m2

€ 550

Geestelijke/gehandicapten gezondheidszorg

m2/bvo

m2

€ 450

BEDRIJFSGEBOUWEN

Romneyloods

m3

€ 20

Hal plaatstaal damwand

<500m3

m3

€ 65

Hal plaatstaal damwand

>500m3

m3

€ 55

Hal plaatstaal geïsoleerd

<500m3

m3

€ 75

Hal plaatstaal geïsoleerd

>500m3

m3

€ 45

Hal metselwerk geïsoleerd

m3

€ 90

Semi permanente unit

m3

€ 230

THEATER- BIOSCOOPGEBOUWEN

Theatergebouw

m3

€ 375

Bioscoopgebouw

m3

€ 325

HOTEL- LOGIESGEBOUWEN

Hotelgebouw

m3

€ 350

Logiesgebouw

m3

€ 300

Multifunctioneel centrum

m3

€ 300

PARKEERGARAGES

Ondergronds

plaats

€ 30.000

Half verdiept met gevel

plaats

€ 20.000

Half verdiept zonder gevel

plaats

€ 15.000

Bovengronds met gevel

plaats

€ 12.500

Bovengronds zonder gevel

plaats

€ 8.500

SPORT- KLEEDGEBOUWEN

Gym zaal

m3

€ 240

Sporthal

m3

€ 225

Kleedgebouw (sportvereniging)

m3

€ 265

Semi permanente voorziening

m3

€ 180

Toiletgebouw (camping)

m3

€ 125

BRONNEN: nen, woz, taxatie reed business