Regeling vervallen per 01-08-2020

Verordening subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-07-2020

Intitulé

Verordening subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2018

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Verordening subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2018,

gemeente Westvoorne

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

1. Kinderopvang

opvang opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang, het LRK, volgens de vereisten van de wet kinderopvang.

2.Voorschools VVE programma

integraal programma voorschoolse educatie, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters van 2,5 tot 4 jaar wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal emotionele ontwikkeling.

3.Kinderopvangtoeslag (KOT)

de tegemoetkoming van het Rijk via de belastingdienst aan ouders bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang.

4.Peuteropvang

een aanbod voorschoolse opvang van 2 dagdelen van 2,5 uur per week gedurende 40 weken.

5.VVE aanbod

voorschools aanbod van minimaal 10 uren per week, bestaande uit 4 dagdelen gedurende 40 weken voor de VVE doelgroep.

6.VVE doelgroeppeuters

peuters die in aanmerking komen voor een VVE-programma op grond van door het college vastgestelde criteria.

7.Toeslagouder(s)

ouder(s) die wel recht heeft/hebben op de kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid.

8.Niet-toeslagouder(s)

ouder(s) die geen recht heeft/hebben op de kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid.

9.LRK

Landelijk Register Kinderopvang.

10.Ouders

ouder(s) of verzorgers van de peuter.

11.Normtarief

een door de gemeente te bepalen beoogde opbrengst per uur peuteropvang. Het werkelijke uurtarief van de aanbieder kan hier van afwijken.

Artikel 2 Algemene subsidieverordening/deze verordening

1. De Algemene subsidieverordening gemeente Westvoorne is van toepassing op subsidies die op basis van deze verordening worden verleend. 2. Voor zover in de Algemene subsidieverordening afwijkende bepalingen zijn opgenomen ten opzichte van deze verordening, geldt deze verordening.

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

Artikel 3 Subsidie voor deelname peuters aan de peuteropvang

1. Het college kan subsidie verstrekken aan een organisatie voor kinderopvang: a. voor peuteropvang voor een peuter van niet-toeslagouders; b. voor VVE peuteropvang voor een peuter van niet-toeslagouders; c. voor VVE peuteropvang voor een peuter van toeslagouders. Deze subsidie is voor deelname van peuters woonachtig in de gemeente Westvoorne.

Artikel 4 Aanvraag subsidie voor deelname aan de peuteropvang

1.Een organisatie voor kinderopvang kan subsidie aanvragen voor deelname van een peuter vanaf 2,5 jaar aan reguliere peuteropvang op een locatie in Westvoorne bestaande uit 2 dagdelen per week, gedurende 40 weken per jaar. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: a. deelname van maximaal 5 uren per week gedurende maximaal 40 weken per jaar; b. subsidie voor ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van het Rijk; c. ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform de tabel ouderbijdragen van de kinderopvangtoeslag. De kinderopvangorganisatie dient op basis van door ouders ingediende Inkomstenbelastingopgaves de hoogte van de ouderbijdrage vast te stellen. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie; d. voor de hoogte van de subsidiebijdrage gaat de gemeente uit van een jaarlijks vast te stellen normtarief;

  • e.

    de aanvraag van de subsidie betreft het normtarief na aftrek van de gemiddelde ouderbijdrage.

    • 2.

      Het normtarief reguliere peuteropvang wordt jaarlijks door het College vastgesteld. In 2018 is deze vastgesteld op € 8,50 per uur.

Artikel 5 Gegevens voor de subsidieaanvraag voor peuteropvang

1. Jaarlijks dient de organisatie een aanvraag voor subsidie in voor 1 september van het voorgaande jaar, met hierin een overzicht van: a. naam en locatie peuteropvang; b. aantal ouders wel en geen recht op kinderopvang;

  • c.

    deelname aantal uren per week: 5 uur of minder;

  • d.

    maanden in betreffende jaar: maximaal 12 maanden; e. berekening gevraagde subsidie: normtarief minus gemiddelde ouderbijdrage is gevraagde subsidie. 2. Het College kan een format beschikbaar stellen voor de aanvraag van deze gegevens (zie bijlage 1). Ook kan het College een tabel opstellen voor het berekenen van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor ouders zonder recht op toeslag (zie bijlage 2).

Artikel 6 Subsidie voor deelname peuters aan VVE peuteraanbod in de peuteropvang

1. Een organisatie voor kinderopvang kan subsidie aanvragen voor deelname van een peuter vanaf 2,5 jaar aan het VVE aanbod op een locatie in Westvoorne bestaande uit 4 dagdelen per week, gedurende 40 weken per jaar. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: a. deelname van 10 uren per week gedurende 40 weken per jaar; b. ouders betalen een ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie (zie artikel 7); c. de aanvraag van de subsidie betreft het normtarief VVE na aftrek de gemiddelde ouderbijdrage. 2. Het normtarief VVE peuteropvang wordt jaarlijks door het College vastgesteld. In 2018 is deze vastgesteld op € 10,00 per uur.

Artikel 7 Hoogte ouderbijdrage voor deelname aan VVE peuteraanbod

1. Voor ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van het Rijk is het volgende van toepassing: a. ouders betalen voor de eerste twee dagdelen een ouderbijdrage per uur conform de inkomensafhankelijke tabel ouderbijdragen voor de kinderopvangtoeslag. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door het Rijk. De kinderopvangorganisatie dient op basis van door ouders ingediende Inkomstenbelastingopgaves de hoogte van de ouderbijdrage vast te stellen. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie; b. de ouders betalen voor het derde en vierde dagdeel het laagste tarief per uur van de inkomensafhankelijke tabel ouderbijdragen voor de kinderopvangtoeslag. Deze is in 2018

€ 0,45 per uur. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie; 2. Voor ouders die wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van het Rijk is het volgende van toepassing: a. ouders betalen voor de eerste twee dagdelen het fiscaal maximum van de kinderopvangtoeslag. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door het Rijk. In 2018 bedraagt deze

€ 7,45. De ouders vragen via de belastingdienst een tegemoetkoming aan; b. de ouders betalen voor het derde en vierde dagdeel het laagste tarief per uur van de inkomensafhankelijke tabel ouderbijdragen voor kinderopvangtoeslag. Deze is in 2018 € 0,45 per uur. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie.

Artikel 8 Gegevens voor de subsidieaanvraag VVE aanbod

1. De organisatie dient een aanvraag voor subsidie in voor 1 september van het voorgaande jaar, met een overzicht van de volgende gegevens: a. naam en locatie VVE-peuteropvang; b. aantal ouders wel en geen recht op kinderopvang;

  • c.

    deelname aantal uren per week: 10 uur per week;

  • d.

    maanden in betreffende jaar: maximaal 12 maanden; e. berekening geraamde subsidie: normtarief minus gemiddelde ouderbijdrage is gevraagde subsidie. 2. Het College kan een format beschikbaar stellen voor de aanvraag van deze gegevens (zie bijlage 1). Ook kan het College een tabel opstellen voor het correct berekenen van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor VVE-ouders zonder recht op toeslag (zie bijlage 3).

Artikel 9 Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplaats

1. Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplaats dient de kinderopvangorganisatie vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit gebeurt door de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag (zie bijlage 4) in combinatie met een inkomensverklaring van beide ouders. 2. De kinderopvangorganisatie houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op subsidie is gedaan, en van de bevindingen van deze toetsing (steekproefsgewijze controle).

Artikel 10 Voorwaarden voor uitvoering VVE

1.Voor de VVE-peuteropvang dienen organisaties te voldoen aan de wettelijke vereisten en criteria van de Wet OKE, de WPO, de Wet kinderopvang, het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie en het gemeentelijke beleid voor de voorschoolse educatie. Hoofdstuk 3 De subsidieverlening, -betaling en -vaststelling

Artikel 11 De subsidieverlening

1.Conform de Algemene subsidieverordening 2018 beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag van subsidie uiterlijk na 6 weken na vaststelling van de begroting van het jaar waarover de aanvraag is ingediend.

Artikel 12 De subsidiebetaling

1.Bevoorschotting van de subsidie voor 80% van de aanvraag vindt plaats in drie periodieke voorschotten (april, augustus en december). Op basis van de subsidievaststelling (artikel 12) vindt een afrekening plaats.

Artikel 13 De subsidievaststelling

1. De organisatie die subsidie heeft ontvangen levert uiterlijk op 1 mei van het erop volgende jaar een verantwoording in met een eindrapportage (inhoudelijk en financieel verslag).

  • 2.

    In de eindrapportage is in ieder geval opgenomen de naam van de peuter, de geboortedatum en de woonplaats van de peuter, in hoeverre VVE van toepassing is en in hoeverre de ouder(s) al dan niet KOT-gerechtigd is/zijn.

  • 3.

    Het college stelt op basis van de ingediende verantwoording de subsidie vast: a. voor de subsidie genoemd in artikel 4 op basis van de aantallen peuters van ouders zonder recht op toeslag, gerealiseerde uren en werkelijke ouderbijdragen; b. voor de subsidie genoemd in artikel 6 op basis van de aantallen peuters met een VVE-indicatie, gerealiseerde uren en de werkelijke ouderbijdragen. 3. Het College stelt de subsidie vast binnen een termijn van 13 weken.

  • 4.

    Het College kan een format beschikbaar stellen voor de gevraagde eindrapportage.

Hoofdstuk 4. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Subsidieverordening peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Westvoorne 2018".

Artikel 15 Aanvullende beleidsregels en hardheidsclausule

1. Het collegetreft de nodige maatregelen of neemt de nodige besluiten in gevallen waarin deze verordening niet voorzien.2. Het college kan aanvullende beleidsregels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze subsidieverordening.

3.Het college kan van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van de verordening afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen. 4. Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze subsidieverordening treedt in werking op 1 januari 2018. In de algemene subsidieverordening 2018 is geen subsidie opgenomen voor peuterspeelzaalwerk. Voorliggende verordening vervangt dit. Ook eerdere afspraken over VVE-subsidies vervallen per 1-1-2018 met de harmonisatie en vaststelling van deze subsidieverordening.

Bijlage 1

Aanvullende beleidsregel rondom peuters uit Tinte bij de verordening subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2018 gemeente Westvoorne

In het kader van het belang van toegankelijkheid van peuteropvang is in het kader van de samenwerking tussen de gemeenten op Voorne met de gemeente Brielle overeengekomen dat:

Afnemers van peuteropvang met al dan niet voorschoolse educatie, woonachtig in de kern Tinte, aanspraak kunnen maken op de subsidie voor peuteropvang en de subsidie voor voorschoolse educatie indien gebruik gemaakt wordt van de peuteropvang behorende bij de brede school Zuurland te Brielle.

De betreffende peuteropvangorganisatie vraagt bij de gemeente Brielle subsidie aan conform de Brielse subsidieregels onder vermelding van het feit dat deze afnemer aanspraak maakt op deze aanvullende beleidsregel van de gemeente Westvoorne. De gemeente Brielle verifieert of de afnemer voldoet aan de criteria beschreven in deze aanvullende beleidsregel. De gemeente Westvoorne vergoedt de subsidie voor de specifiek in deze beleidsregel genoemde peuters uit Tinte aan de gemeente Brielle.

Indien er sprake is van een wachtlijst voor deelname aan peuteropvang, al dan niet met voorschoolse educatie bij de peuteropvangaanbieder behorende bij de brede school Zuurland te Brielle, kan een plek niet gegarandeerd worden. In overleg tussen de aanbieder, de gemeente Westvoorne en de gemeente Brielle wordt getracht een passende oplossing te bieden.