Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent de Integrale Koers Sociaal Domein Voorne 2019 – 2023

Geldend van 09-02-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent de Integrale Koers Sociaal Domein Voorne 2019 – 2023

Voorwoord

Samen krachtig! Voor u ligt onze gezamenlijke integrale koers voor het sociaal domein. We zijn trots op onze Voornse gemeenten. We hebben betrokken inwoners en organisaties die bij willen dragen aan een prettige samenleving. Ook tijdens de totstandkoming van deze integrale koers zijn inwoners en verschillende partijen betrokken. Wensen, ideeën en inzichten zijn met elkaar gedeeld. Daar zijn we trots op en dankbaar voor. Het is mooi om te zien hoe betrokken inwoners zijn en om te constateren dat veel inwoners zich op één of andere manier actief inzetten voor de samenleving. Alleen gezamenlijk kunnen we onze ambities waar maken. Iedereen telt mee en moet de mogelijkheid hebben om mee te doen in de samenleving. Samen zijn we krachtig.

Net als de afgelopen jaren werken we als Voornse gemeenten intensief samen in het sociaal domein. We vinden het belangrijk dat onze inwoners toegang hebben tot gelijkwaardige type voorzieningen. Alleen als we samenwerken kunnen we bepaalde voorzieningen voor onze inwoners handhaven en realiseren op Voorne. We kopen zorg en ondersteuning vaak gezamenlijk in en we werken hierbij samen met dezelfde partijen. Samen staan we krachtig om met en voor onze inwoners de beste zorg en ondersteuning te kunnen bieden. Tegelijkertijd willen we voor sommige onderdelen wel de vrijheid behouden om aan te sluiten bij de specifieke behoeften en aandachtspunten in de afzonderlijke gemeenten. Daarom werken we ook met lokale uitvoeringsplannen die per gemeente kunnen verschillen.

In 2014 is ‘De Krachten Gebundeld’ vastgesteld als gemeenschappelijk kader in het sociaal domein. De focus lag de afgelopen jaren op een goede overgang van taken en zorgcontinuïteit. Nu is het tijd nieuwe kansen te benutten en ook nog meer gezamenlijk met onze partners en inwoners de uitdagingen op te pakken. Mede als gevolg van demografische, technologische, sociale en economische veranderingen hebben we voldoende uitdagingen waarbij we samen krachtig moeten staan. Zo hebben we op Voorne te maken met vergrijzing en ontgroening, stijgen van de zorgkosten en streven we naar een inclusieve samenleving waarin plek is voor iedereen en waar we naar elkaar omkijken. We hebben meer aandacht voor zelfredzaamheid, een gezonde leefstijl en talentontwikkeling. Inwoners die dat nodig hebben kunnen rekenen op ondersteuning vanuit de gemeente. Met dit koersdocument gaan wij de komende jaren op pad. Het geeft richting en houdt ons scherp op het gemeenschappelijk belang, zonder het belang van de individuele inwoner te vergeten. We kijken er naar uit om met elkaar en onze inwoners de uitdagingen van de komende jaren vorm te geven.

Wilbert Borgonjen , wethouder gemeente Westvoorne

Bert van Ravenhorst, wethouder gemeente Brielle

Hans van der Velde, wethouder gemeente Hellevoetsluis.

afbeelding binnen de regeling

1 Inleiding

We willen niets liever dan dat onze inwoners op Voorne gezond en gelukkig zijn. Jong en oud moet kunnen meedoen in de samenleving, zich kunnen redden en de mogelijkheid hebben zich te ontwikkelen. Inwoners die dit niet op eigen kracht en/of met behulp van hun omgeving kunnen, helpen we als gemeente om de ondersteuning te krijgen die nodig is. In deze koersnota geven we als Voornse gemeenten richting aan de ontwikkelingen in het sociaal domein. Het is ons gezamenlijk kompas aan de hand waarvan we keuzes maken. Uitgangspunt bij het schrijven van deze koersnota is de woon- en leefomgeving van de inwoner. Juist de onderwerpen die wetten overstijgen vragen om een gezamenlijke visie en aanpak die inwoners centraal stelt.

Samen Krachtig! kan worden gezien als de opvolger van het in 2014 vastgestelde beleidsplan ‘De Krachten gebundeld’1. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van de implementatie van de nieuwe taken die per 2015 zijn overgeheveld (transitie) naar de gemeente. De focus heeft afgelopen jaren met name gelegen op de inrichting van de nieuwe taken en het continueren van zorg en ondersteuning aan inwoners die dat nodig hebben. Uit de evaluatie2 van ons Wmo en jeugdbeleid (periode 2014-2017) blijkt dat de overgang van taken goed is gegaan en dat inwoners over het algemeen goed en snel geholpen worden. Wel wordt gesteld dat de echte ‘transformatie’ nog moet beginnen: de verandering in denken en doen die nodig is om de uitgangspunten en doelen van de decentralisaties te realiseren. Kort gezegd zijn deze uitgangspunten: snellere en effectievere zorg, dichtbij de inwoner, tegen lagere kosten, door te doen wat nodig is. Het doel is dat zo veel mogelijk mensen mee kunnen doen in de samenleving, bij voorkeur op eigen kracht of met hulp van mensen uit de omgeving. Er is daarom meer aandacht nodig voor preventie, het versterken van de samenleving als geheel en het nadrukkelijker centraal stellen van de leefwereld van inwoners. Uit de evaluatie blijkt dan ook dat er nog verbeterpunten zijn in het verbinden van partijen aan elkaar en het versterken van preventie en vroegsignalering. De gemeente kan daarbij nadrukkelijker de rol van verbinder vervullen. Transformatie vraagt innovatie in de zorg, je buiten de gebaande paden durven begeven en lef hebben. Het vraagt niet alleen iets van gemeenten, maar ook van zorgpartners, onderwijs, welzijn en de inwoners. Om die reden hebben we onze partners en inwoners ook gevraagd om mee te denken over deze koersnota en vanuit verschillende perspectieven input te leveren.

Deze koersnota geeft inzicht in onze ambities en wat we op hoofdlijnen gaan doen om onze doelen gedurende de komende vier jaar te realiseren. De uitwerking van onze doelen leggen we in veel gevallen nog niet helemaal vast. De huidige tijd met meer ruimte voor innovatie, meer behoefte aan individuele keuzevrijheid en wijzigende wetgeving vraagt om aanpassingsvermogen. We willen en kunnen ons beleid dus niet op voorhand helemaal invullen. Daarnaast zullen de prioriteiten lokaal verschillen. Hierbij houden we rekening met actuele lokale ontwikkelingen en de behoefte die er speelt in de samenleving. Voor de concrete uitwerking van onze doelen verwijzen wij in dit stuk naar bestaande of soms nieuwe (uitvoerings)plannen, die we graag met lokale partners verbeteren of vorm geven. De monitoring van doelen heeft ook een plek in deze uitvoeringsplannen, evenals de financiën.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 beschrijven we kort de stappen die zijn genomen om tot deze integrale koers te komen. Vervolgens schetsen we in hoofdstuk 3 de belangrijkste ontwikkelingen in het sociaal domein. In hoofdstuk 4 beschrijven we onze missie en uitgangspunten. De hoofdstukken 5 tot en met 7 geven onze inhoudelijke ambities en doelen weer. In hoofdstuk 8 komt het lokale situatie aan de orde. Onze belangrijkste conclusies vindt u terug in het slotwoord. Een begrippenlijst3 is apart als bijlage toegevoegd.

2 Op weg naar een gezamenlijke koers sociaal domein

Het bepalen van de koers voor het sociaal domein doen we niet alleen. Het realiseren van onze doelen kunnen we alleen samen doen: met onze inwoners, partijen in de samenleving en andere belanghebbenden. Daarom hebben we hen ook betrokken bij de totstandkoming van deze integrale koers. In dit hoofdstuk zijn stappen die zijn doorlopen kort beschreven.4567

afbeelding binnen de regeling

3 Ontwikkelingen en trends in het sociaal domein

Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen zijn van invloed op de samenleving. In dit hoofdstuk schetsen we de belangrijkste ontwikkelingen en veranderingen in wetgeving die de context vormen voor onze prioriteiten.

Ontwikkelingen in de samenleving

Aantal inwoners 65 jaar en ouder

2010

2020

2030

2040

Brielle

2535

3900

5000

5400

Hellevoetsluis

5336

8600

11200

12300

Westvoorne

2860

3800

4600

4600

Een belangrijke demografische ontwikkeling is de veranderende bevolkingssamenstelling. Het aantal ouderen in het hele land en ook op Voorne neemt de komende jaren sterk toe terwijl het aantal jongeren afneemt. In 2040 zal ongeveer 30% van al onze inwoners 65 jaar of ouder zijn. In de tabel is de toename van het aantal mensen van 65 jaar en ouder weergegeven.8 Van de inwoners die 65 jaar of ouder is, zal in 2040 naar verwachting een derde 80 jaar of ouder zijn. Daarvan is naar verwachting een groot deel alleenstaand, wat het risico op eenzaamheid vergroot.9 Het aantal mensen met ouderdomsziekten neemt komende jaren fors toe. Naar verwachting verdubbelt het aantal mensen met dementie tussen 2015 en 2040 wat een grote impact heeft op het leven en de omgeving van een inwoner.10 De veranderende bevolkingssamenstelling en technologische ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de arbeidsmarkt. Met name voor beroepen in de ICT, ingenieurs en (gespecialiseerd) verpleegkundigen is er momenteel al sprake van krapte.11 We staan als Voorne voor de uitdaging om een gunstig economisch klimaat te blijven. Het is van belang om kansen te creëren voor inwoners om mee te kunnen blijven doen op de arbeidsmarkt en te zorgen voor goede afstemming van onderwijs en arbeidsmarkt.

De extramuralisering van de zorg, sluiting van verzorgingshuizen en de financiële scheiding van wonen en zorg brengen vraagstukken met zich mee rondom vervoer, wonen en (crisis)zorg. Doordat inwoners langer zelfstandig wonen zal meer zorg en ondersteuning dichtbij of aan huis worden verleend. We zullen dan meer gebruik maken van nieuwe technologieën zoals zorgdomotica. Mede als gevolg van de vergrijzing zien we dat de verzorgingsstaat van de afgelopen decennia niet meer houdbaar is. De nadruk lag overwegend op ‘zorg’. Dit in combinatie met de stijgende welvaart en een toenemende mate van individualisering in de samenleving, maakte dat meer mensen een beroep deden op ondersteuning vanuit de overheid. Naar verwachting stijgen de zorguitgaven per jaar gemiddeld met 2,9 procent, wat een verdubbeling betekent tussen 2015 en 2040. Een derde van deze stijging komt door de vergrijzing, de rest wordt verklaard door een veranderd zorggebruik als gevolg van medische technologie en stijging van de welvaart.12 Voor het gedeelte van de zorg waar gemeenten voor verantwoordelijk zijn, is met de overheveling van taken een bezuiniging vanuit een rijk toepast.

Om de zorg kwalitatief goed en betaalbaar te houden vraagt dat van inwoners om meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en eigen leefomgeving en eerst zelf en met het eigen netwerk naar oplossingen te zoeken. We realiseren ons echter ook dat er een grens is aan de zelfredzaamheid en dat niet iedereen over een netwerk beschikt. Daarnaast blijkt de weg naar toegang tot zorg en ondersteuning voor veel inwoners lastig13. Het vraagt om een handreiking aan inwoners met in beginsel goede informatievoorziening, toegankelijke algemene voorzieningen en aandacht voor elkaar. We streven naar een samenleving waarin mensen op elkaar kunnen rekenen. We staan voor de uitdaging een meer inclusieve samenleving14 te zijn. Een samenleving waarin plek is voor iedereen, waar we verschillen respecteren en waar iedereen naar vermogen kan meedoen. We constateren namelijk ook dat een groep inwoners moeite heeft om mee te doen, aansluiting te vinden en een betekenisvol leven op te bouwen. De toenemende mate van digitalisering in de samenleving kan voor sommige inwoners lastig zijn. Tegelijkertijd is het met name voor de jongere generatie belangrijk om de digitale dienstverlening in te zetten. Om digitale inclusie te realiseren is het van belang om digitale dienstverlening voor iedereen toegankelijk te maken. Hierbij is het uiteraard van belang om dit volgens de richtlijnen van de AVG15 te doen. Tot slot constateren we dat we afgelopen jaren te maken hebben gekregen met een toenemendevraag aan ondersteuning voor jeugdigen. Met name de vraag naar specialistische jeugdhulp neemt toe waardoor er wachttijden ontstaan en het beschikbare budget niet toereikend is. Samen met onze ketenpartners zetten we ons in om onze jeugdigen eerder (en preventiever) te helpen.

Dilemma’s in een veranderend sociaal domein

De genoemde ontwikkelingen en de uitgangspunten van de decentralisaties brengen dilemma’s met zich mee. Zo wordt er een steeds groter beroep gedaan op de eigen kracht van inwoners, terwijl er aan deze eigen kracht ook grenzen zitten, evenals aan de belastbaarheid van mantelzorgers. We willen betere zorg en ondersteuning tegen lagere kosten, maar deze kosten gaan doorgaans voor de baten uit. We willen lokaal maatwerk enerzijds en is er een wens naar zekerheid en eenduidigheid anderzijds. We willen meer loslaten en ruimte geven voor innovatie, maar hebben ook de neiging om de regelgeving voorop te stellen. Iedereen heeft de wens om integraal te werken, maar het eigen onderwerp of organisatie blijft van nature nog vaak het vertrekpunt. Voor deze dilemma’s bestaan geen eenvoudige oplossingen, het vraagt om het constant reflecteren op hoe we onze rol vervullen en de verhoudingen tussen gemeente en de samenleving. Het is zoeken naar een nieuw evenwicht, met meer gedeeld eigenaarschap en vertrouwen.

Nieuwe taken en verwachte wijzigingen in de wetgeving

In 2015 kwam een aantal grote taken naar de gemeente op het gebied van jeugd, Wmo en participatie. Ook recenter en in de nabije toekomst zijn er taken die van de rijksoverheid naar de gemeente gaan. Een aantal belangrijke recente of geplande veranderingen lichten we kort toe:

  • Sinds oktober 2018 is de gemeente verantwoordelijk voor de sluitende aanpak voor personen met verward gedrag. Hiertoe is in 2018 op Voorne een gezamenlijk actieplan opgesteld.

  • Momenteel ontvangt de gemeente Nissewaard als centrumgemeente voor de Zuid-Hollandse Eilanden de gelden van het Rijk voor de taken van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en beschermd wonen. De gelden voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen worden naar verwachting per 1 januari 2021 verdeeld over alle gemeenten. In het regionaal plan (2019) is afgesproken om de centrumgemeente constructie, ook na eventuele overheveling van middelen, te handhaven. Het uitgangspunt is een ‘normalisering’. Zorg moet waar mogelijk in de thuissituatie worden ingezet.

  • Per 1 januari 2020 vervalt de Wet bijzonder opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en wordt vervangen door twee nieuwe wetten. Ten eerste wordt de Wet verplichte GGZ (Wvggz) ingevoerd om meer mogelijkheden te bieden om ambulant hulp te bieden aan mensen die verplicht zorg ontvangen. Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden. Ten tweede treedt per 1 januari 2020 de Wet zorg en dwan¬¬g in werking. De wet regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) die onvrijwillige zorg krijgen.

  • Beoogd is dat de gemeente per 1 juli 2021 verantwoordelijk wordt voor de regie op de inburgering van nieuwkomers.. Met elke inburgeraar wordt een individueel plan gemaakt met als doel dat ze meteen aan het werk gaan en de taal leren.

  • Naar verwachting treedt de Omgevingswet per 2021 in werking. Daarmee worden regels voor de inrichting van de ruimte (wonen, infrastructuur, milieu etc.) meer op elkaar afgestemd en krijgt ook de invloed van de leefomgeving van inwoners een belangrijke rol.

  • Naar verwachting komt er per 2020 een belangrijke wijziging in de regeling voor Wajongers zodat zij er niet op achteruit gaan als ze gaan werken of studeren.

4 Missie en uitgangspunten

Onze missie voor het sociaal domein is:

Alle inwoners doen mee aan de samenleving en zijn zo gezond,gelukkig, veilig en zelfstandig mogelijk.

We geloven in de kracht van onze inwoners. We vertrouwen er op dat zij, met de draagkracht die ze hebben, de regie over hun eigen leven kunnen voeren. Wanneer er problemen zijn kunnen familie, vrienden of bekenden in eerste instantie helpen om een oplossing te vinden. Als gemeente ondersteunen en motiveren we onze inwoners daarbij, onder andere door het bieden van algemene voorzieningen en laagdrempelige en preventieve ondersteuning. Ook vertrouwen we op de kracht van de samenleving als geheel. Door naar elkaar om te kijken en elkaar waar mogelijk te helpen, zorgen we gezamenlijk voor een samenleving waarin iedereen naar vermogen mee kan doen en zich thuis voelt. Als gemeente ondersteunen we onze inwoners die extra zorg of ondersteuning nodig hebben. We hebben extra aandacht voor onze meest kwetsbare inwoners. We zoeken samen naar hoe we kunnen aansluiten bij de behoefte van de inwoner en bieden waar mogelijk maatwerk.

Onze missie is uitgesplitst in drie pijlers en vormen de basis voor de koersnota.

afbeelding binnen de regeling

Wisselende rollen van de gemeente in een veranderd sociaal domein

De samenleving verandert en ook de rol van de gemeente verandert. Waar vroeger de nadruk meer lag op het uitvoeren van de wettelijke taak is de rol van de gemeente tegenwoordig dynamischer. Er moet geschakeld worden tussen de verschillende rollen die de gemeente heeft. Soms is de gemeente zelf uitvoerder en soms is de gemeente opdrachtgever of treedt de gemeente op als partner. Om aan te kunnen sluiten bij de behoefte en leefwereld van inwoners willen we ook meer ruimte voor de ideeën van inwoners zelf. Als gemeente hebben we dan juist een meer ondersteunende of faciliterende rol en zullen onze maatschappelijke partners een grotere rol vervullen. De verschillende opgaven in het sociaal domein vragen om een verschillende rolinvulling van de gemeente. In onderstaand figuur is per pijler weergegeven welke rol de gemeente overwegend heeft. In grote lijnen is ons uitgangspunt: we stimuleren en faciliteren onze inwoners en partners waar dat kan en voeren het samen met partners of zelfstandig uit waar dat nodig is.

afbeelding binnen de regeling

Onze uitgangspunten

Bij het werken aan onze missie hebben we bij de start van het proces een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn leidend in de wijze waarop we onze doelen willen realiseren. Gedurende het opstellen van deze integrale koers hebben we de uitgangspunten aangescherpt en nader invulling gegeven. Daarnaast hebben we op basis van input van partners en inwoners twee voorwaarden toegevoegd als basis voor de doorontwikkeling. We lichten de uitgangspunten en voorwaarden kort toe. De uitgangspunten hebben betrekking op alle drie de pijlers. Een aantal komt echter met extra toelichting terug bij een van de pijlers.

Uitgangspunten

afbeelding binnen de regeling

De inwoner centraal: we sluiten aan bij de leefwereld van inwoners en geven hen een stem.

We geloven erin dat het beste resultaat behaald wordt als de inwoner zelf inbreng heeft bij de gekozen oplossing en dit ook aansluit bij de leefsituatie en draagkracht van de inwoner. Dat betekent dat we samen met de inwoner kijken naar wat hij zelf of met hulp van de omgeving kan oplossen. Bij het ontwikkelen van beleid geven we inwoners een stem. We zien het als opgave om de dialoog met de samenleving beter vorm te geven.

afbeelding binnen de regeling

We staan dichtbij de inwoners en organiseren ondersteuning zo lokaal mogelijk

Om aan te sluiten bij de leefwereld van inwoners is het belangrijk om in de buurt aanwezig te zijn en te weten wat er speelt. We moeten onze buurten kennen, hierbij maken we ook gebruik van beschikbare data om wijk- of buurtgericht te werken. Onze partners, met name welzijn en het verenigingsleven, zijn zo veel mogelijk in de wijk of buurt aanwezig en hebben hierbij ook een signaalfunctie. Als er zorg of ondersteuning nodig is, organiseren we dat altijd zo lokaal mogelijk. Voor meer specialistische ondersteuning is dat echter niet altijd mogelijk. Samen met de inwoner bespreken we de mogelijkheden voor een passende oplossing.

afbeelding binnen de regeling

We werken preventief en handelen zo vroeg mogelijk.

Ons uitgangspunt is dat we zo vroeg mogelijk handelen om te voorkomen dat problemen ontstaan of verergeren. Het vraagt dat we onze signaalfunctie samen met onze partners goed uitvoeren en snel zorg of ondersteuning kunnen inzetten. Voor bijvoorbeeld verenigingen, welzijnspartijen, scholen maar ook voor werkgevers is het belangrijk om signalen te herkennen en te weten wat ze daar mee kunnen doen. Samenwerking tussen partijen is hierbij ook van groot belang.

afbeelding binnen de regeling

We geven ruimte aan professionals om te doen wat nodig is voor de inwoner: maatwerk

Om echt te kunnen doen wat nodig is voor een inwoner is het noodzakelijk dat een professional de ruimte krijgt om oplossingen op maat in te zetten. Het uiteindelijke doel is om samen met de inwoner een oplossing te vinden voor het probleem. Dit zijn niet altijd standaard ‘producten’, maar oplossingen die passen bij de situatie en leefwereld van de inwoner. Dat vraagt van onze professionals dat zij met een brede blik naar de situatie kijken, dat zij kunnen aansluiten bij de leefwereld van inwoners en een inschatting kunnen maken van wat uiteindelijk de meest duurzame oplossing is.

afbeelding binnen de regeling

We stemmen de ondersteuning op elkaar af: we werken ontschot en resultaatgericht

We werken vanuit de benadering één huishouden, één plan, één regisseur. Dat betekent dat we kijken naar het gehele huishouden/gezin en de ondersteuning zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. We werken ontschot: we kijken over de grenzen van wetten heen. Het gaat om het te behalen (totale) resultaat voor en met onze inwoners. We willen daarom het resultaat meer centraal stellen en dit ook mogelijk maken in de manier waarop we werken. Dit vraagt ook wat van onze partners, zij moeten elkaar weten te vinden en over de eigen schotten en organisatiebelangen heen kijken in het belang van de inwoner. Partijen kunnen elkaars expertise ook nog betere benutten dan zij nu doen.

afbeelding binnen de regeling

We ondersteunen onze inwoners die zich voor een ander inzetten.

De samenleving vormen we met elkaar. We hebben elkaar nodig en veel mensen (zoals mantelzorgers en vrijwilligers) zetten zich in onze samenleving al voor elkaar in. Dat ondersteunen en waarderen we. Zonder elkaar redden we het niet.

Voorwaarden

afbeelding binnen de regeling

Passende inkoop en financiering ondersteunend aan onze doelen

Om er voor te zorgen dat de passende ondersteuning met het gewenste resultaat bij de inwoner terecht komt, moeten we zorgen dat we de juiste zorg en ondersteuning subsidiëren en inkopen. Voor meer specialistische zorg en ondersteuning kopen we regionaal in en waar mogelijk doen we dit lokaal op Voorne. De wijze waarop we onze zorg en ondersteuning financieren moet bijdragen aan de beweging die we willen maken waarin de vraag van de inwoner centraal staat. Een goed lokaal welzijnsprogramma afgestemd op onze doelen is hier onderdeel van.

afbeelding binnen de regeling

Onze informatie is toegankelijk en begrijpelijk voor inwoners en partners

Om de juiste ondersteuning te kunnen krijgen is het belangrijk dat inwoners weten waar ze terecht kunnen. Er wordt momenteel al ontzettend veel voor en door inwoners georganiseerd maar veelal is dit nog onvoldoende bekend bij onze inwoner. We moeten onze inwoners nog beter informeren over de mogelijkheden voor ontmoeten of de activiteiten gericht op het ontwikkelen van vaardigheden of talenten. Ook de informatie over voorzieningen of bijvoorbeeld het gebruik van persoonsgebonden budget moet verbeterd worden. We streven naar zo begrijpelijke en voor iedereen toegankelijke informatie, ook voor inwoners die bijvoorbeeld minder (digi)taalvaardig zijn. Dat vraagt dat er op verschillende manieren (digitaal, telefonisch, op papier) informatie beschikbaar is. Wij streven ernaar onze informatie op niveau B1 te communiceren. Als inwoners er desondanks niet zelfstandig uit komen moeten ze weten waar ze terecht kunnen voor hulp. Bij het delen van informatie werken we volgens AVG waarin de privacyrechten voor onze inwoners zijn geregeld.

5 Pijler A: Eigen kracht, zelfredzaamheid en ontwikkeling

We willen dat iedere inwoner zo gezond en gelukkig mogelijk is, zichzelf kan ontwikkelen en kan meedoen in de samenleving. We nemen de situatie en draagkracht van de inwoner als uitgangspunt. In dit hoofdstuk staat de eerste pijler centraal: de zelfredzaamheid en ontwikkeling van de (individuele) inwoner. We gaan in op wat we als gemeente doen om te faciliteren dat inwoners zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving kunnen meedoen, opgroeien en oud worden zonder inzet van (geïndiceerde) hulp of ondersteuning. Het gaat in dit hoofdstuk dus met name om algemene en preventieve voorzieningen.

afbeelding binnen de regeling

5.1 Wat willen we bereiken met en voor onze inwoners?

We vinden het belangrijk dat onze inwoners gezond en vitaal zijn en dat iedereen de kans krijgt zich te ontwikkelen. Uiteraard is het voor alle inwoners van belang dat zij, op eigen wijze en op basis van de eigen mogelijkheden, volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Het uitgangspunt is dat de meeste inwoners zich kunnen redden zonder individuele zorg of ondersteuning van gemeente. Zelfstandig kunnen functioneren vergroot de eigenwaarde van mensen. We willen dan ook dat inwoners zelf de regie over hun eigen leven kunnen houden. Bij voorkeur wonen mensen in hun eigen, vertrouwde huis en omgeving en krijgen ze ondersteuning van de mensen die ze kennen en dierbaar zijn. Om mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat inwoners zelf meer verantwoordelijkheid kunnen nemen, hebben we als gemeente de taak dit zo goed mogelijk te ondersteunen. Bijvoorbeeld door voldoende aanbod aan algemene voorzieningen, ondersteuning van mantelzorgers en vroegtijdige signalering en aanpak van problemen. Dit doen we samen met onze partners die in de wijken en kernen aanwezig zijn.

Onze doelen bij pijler A:

  • 1.

    Inwoners hebben een veilige woonomgeving waar ze (langer) zelfstandig kunnen wonen

  • 2.

    Inwoners hebben een gezonde leefstijl

  • 3.

    Inwoners zijn financieel zelfredzaam

  • 4.

    Inwoners hebben kansen voor ontplooiing van talenten en vaardigheden

  • 5.

    Inwoners hebben een zinvolle daginvulling en sociale contacten

5.2 Wat gaan we doen om onze doelen te realiseren?

In deze paragraaf geven we een korte toelichting op onze doelen en beschrijven we op hoofdlijnen hoe we er uitvoering aan geven. We benoemen speerpunten en verwijzen soms ook naar (nog op te stellen) uitvoerings- of beleidsplannen.

  • 1.

    Inwoners hebben een veilige woonomgeving waar ze (langer) zelfstandig kunnen wonen.

    • a.

      Ouderen en mensen die ondersteuning ontvangen, wonen zo lang mogelijk (zelfstandig) thuis

      Gezien de toenemende levensverwachting en extramuralisering van de zorg zullen steeds meer mensen zelfstandig of met ambulante begeleiding thuis (blijven) wonen. Deze verandering heeft ook gevolgen voor de inrichting van onze woningen (o.a. veiligheid), het belang van goed openbaar vervoer en de nabijheid van voorzieningen. Met de beweging naar een inclusieve samenleving zullen er steeds meer mensen met een ondersteuningsbehoefte (o.a. dementie, licht verstandelijke beperking) in reguliere woningen en buurten wonen. Er moeten voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

  • Samen met aanbieders verkennen we vormen van begeleiding die ook in de thuissituatie geboden kunnen worden.

  • We verkennen samen met onze partners de mogelijkheden om ouderen langer (veilig) zelfstandig thuis te laten wonen. We faciliteren dit als gemeente bijvoorbeeld door blijversleningen en kijken met onze partners ook naar de inrichting van de leefomgeving.

  • We verbeteren onze informatie over levensloopbestendig wonen en het verbeteren van de toegankelijkheid van woningen. In de gesprekken met inwoners hebben we ook aandacht voor deze ontwikkeling om inwoners goed voor te bereiden en waar mogelijk te faciliteren.

  • In samenwerking met woningcorporaties en andere partijen continueren we het onderzoek naar nieuwe woon(zorg)vormen voor zowel kwetsbare inwoners (zoals met bijvoorbeeld lvb, ggz en dementieproblematiek) als niet kwetsbare inwoners (dit komt onder andere terug in de lokale woonvisies).

    • a.

      Kinderen en jongeren hebben een fijne en veilig basis in hun eigen gezin.

      Voor de ontwikkeling en het welbevinden van onze kinderen is het belangrijk om een veilige en stabiele thuissituatie te hebben. Helaas is er soms (tijdelijk) geen goede thuisbasis, bijvoorbeeld door psychische problematiek bij een gezinslid, een (v)echtscheiding of kindermishandeling. Goede samenwerking en afstemming tussen alle partijen die in het leven van een kind een rol spelen is dan erg belangrijk. Onze focus ligt op vroegtijdig signaleren en snel lichte ondersteuning bieden als dat nodig is. Ouders die tijdelijk ondersteuning nodig hebben kunnen bijvoorbeeld rekenen op opvoedondersteuning. Uitganspunt is dat kinderen zoveel mogelijk opgroeien in de eigen gezinssituatie. Voor jongeren met GGZ-problematiek die niet meer thuis kunnen wonen zoeken we samen naar oplossingen voor een passende woonruimte. We betrekken zo veel mogelijk het bestaande netwerk van de jongeren en kijken hoe we het netwerk kunnen verstevigen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

      • Het actieprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ (2019-2022) wordt in 2019 vastgesteld en is gericht op het terugdringen en duurzaam oplossen van huiselijk geweld.

      • We verkennen een passende (lokale) uitvoering van de doelen uit het landelijke Actieprogramma Kansrijke Start (gericht op de eerste 1000 dagen van de ontwikkeling van het kind), een deel van deze doelen wordt op dit moment al uitgevoerd door de jeugdgezondheidszorg.

      • We hebben blijvend aandacht voor de deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers voor het herkennen en oppakken van signalen en het stimuleren van het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • 2.

    Inwoners hebben een gezonde leefstijl en voelen zich vitaal

    We vinden het belangrijk dat onze inwoners zo gezond mogelijk zijn en zich goed voelen. We hebben een brede kijk op het begrip gezondheid gebaseerd op geestelijk en lichamelijk welbevinden. Voldoende lichaamsbeweging en een gezonde leefstijl hebben een positieve invloed op veel aspecten zoals het verminderen van stress, participeren in de samenleving, maar ook het voorkomen van bijvoorbeeld overgewicht en het verkleinen van de kans op dementie. Onder jeugdigen is middelengebruik en verslaving een belangrijk aandachtspunt. Hierbij ligt onze focus op preventie en kennisdeling. We werken in toenemende mate samen met onze scholen die een belangrijke rol hebben in signalering en voorlichting. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We vernieuwen in 2019 ons gezondheidsbeleid, hierbij hebben we expliciete aandacht voor preventie van verslaving. We sluiten aan bij het landelijk preventie-akkoord.

    • We verkennen de mogelijkheid om een JOGG-gemeente te worden (Brielle en Westvoorne) of zetten deze beweging voort (Hellevoetsluis).

    • We vernieuwen in de komende jaren ons sportbeleid, en verkennen de mogelijkheid van het sluiten van een sportakkoord.

    • We blijven inzetten op meedoen en ontmoeting en hebben aandacht voor de gezonde leefomgeving.

    • We ondersteunen initiatieven voor het stimuleren van bewegen voor ouderen, gehandicapten en jongeren.

  • 3.

    Inwoners zijn financieel zelfredzaam

    Het is voor iedere inwoner belangrijk om een financieel stabiele situatie te hebben en voldoende inkomsten te hebben voor dagelijkse uitgaven. Wanneer je financieel niet rond kan komen of schulden hebt, kan dit stress veroorzaken. Dit beïnvloedt het welzijn van het hele gezin of huishouden en heeft vaak invloed op de gezondheid en mogelijkheden tot participeren in de samenleving. Preventie en vroeg handelen is daarom belangrijk. We willen onze signalering versterken en onze minimaregelingen beter onder de aandacht brengen. Daarnaast vergroten we de financiële zelfredzaamheid van inwoners door de formulierenbrigade, de inzet van cliëntondersteuning en de mogelijkheid tot budgetcoaching. Hierbij hebben we aandacht voor de ontwikkeling en leerbaarheid van de inwoner. Bij voorkeur verkrijgen inwoners hun inkomen middels betaald werk. Wanneer inwoners (tijdelijk) niet in staat zijn om zich financieel te redden biedt de gemeente een vangnet. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • en bieden van lichte ondersteuning bij problemen rond inkomen en administratie (o.a. formulierenbrigade, budgetcoaching).

    • We stimuleren het gebruik van minimaregelingen zodat meer inwoners in de basisbehoefte van het dagelijks leven kunnen voorzien.

    • We verbeteren onze informatie over de minimavoorzieningen en brengen dit ook meer onder de aandacht, onder andere tijdens huisbezoeken.

    • We geven een vervolg aan de samenwerking met bijvoorbeeld energiemaatschappijen en woningcorporaties om vroegsignalering kunnen versterken.

  • 4.

    Inwoners hebben kansen voor ontplooiing van talenten en vaardigheden

    We vinden dat iedereen de kans moet hebben om het beste uit zichzelf te halen. Door talenten te ontwikkelen vergroot je het zelfvertrouwen en de kans op een redzaam bestaan. Dat begint al op jonge leeftijd, de periode van 0 tot 6 jaar is erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. We investeren daarom op onze voor- en vroegschoolse educatie. We ontwikkelen onze integrale kindcentra (IKC) en/of brede scholen verder door en hebben daarbij aandacht voor een goede (warme) overdracht en overgang naar de basisschool. Ook op latere leeftijd is talentontwikkeling van belang, bijvoorbeeld als het gaat om het halen van een diploma/startkwalificatie. Om een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt te kunnen realiseren, werken we samen op Voorne-Putten en in de bredere arbeidsmarktregio. We hebben hierbij ook specifiek aandacht voor de mensen die minder makkelijk aan het werk komen. Samen met werkgevers en (lokale) ondernemers kijken we naar de mogelijkheden voor omscholing. We stellen hierbij leren, ontwikkeling en scholing, meer dan voorheen, centraal. Het is belangrijk dat elke inwoner beschikt over een aantal basisvaardigheden, zo is een goede beheersing van de taal voor iedere inwoner belangrijk. We hebben aandacht voor laaggeletterdheid en het vergroten van digitale vaardigheden. Tot slot investeren we in volwassenonderwijs en onderwijs voor anderstaligen, bijvoorbeeld door internationale schakelklassen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • Het aanbod van Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) voor kinderen met een taalachterstand breiden we conform de wetgeving uit. We investeren op de leeftijd 0-6 jaar door de doorontwikkeling van onze IKC’s en/of brede scholen. Daarnaast is er is veel aandacht voor de combinatie van zorg en onderwijs, bijvoorbeeld door de inzet van schoolmaatschappelijk werk op onze voorscholen.

    • We motiveren en stimuleren iedereen een startkwalificatie te behalen en versterken vroegtijdig signaleren van mogelijk voortijdig schoolverlaten.

    • We blijven investeren in een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.

    • Samen met onze partners kijken we naar de mogelijkheden om inwoners met een (langdurige) afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk te krijgen, bijvoorbeeld door omscholing of leertrajecten.

    • We stellen een actieplan integratie op waarbij we aandacht hebben voor de taalvaardigheid van nieuwkomers. We vergroten de kansen op de arbeidsmarkt door te ondersteunen bij het behalen van een startkwalificatie.

  • 5.

    Inwoners hebben een zinvolle daginvulling en sociale contacten

    Vrijwel alle mensen hebben behoefte aan sociaal contact. Het is daarom belangrijk dat inwoners voldoende mogelijkheden hebben om elkaar te ontmoeten, mee te doen en zo betekenis aan hun leven te geven. Werk is een belangrijk middel voor zingeving. Het biedt structuur, sociaal contact en vergroot vaak de eigenwaarde van mensen. Helaas is het niet voor iedere inwoner mogelijk om betaald werk te verrichten. Daarom stimuleren we ook andere vormen van daginvulling die voor de inwoner zinvol is. We verwachten van inwoners die geen betaald werk hebben dat zij zich inzetten voor de samenleving (tegenprestatie). Het doen van vrijwilligerswerk, het volgen van onderwijs of gewoon het meedoen aan activiteiten vinden we belangrijk en waardevol. Onze ontmoetingsplekken en activiteiten bieden inwoners een plek om mee te doen. We willen daarmee de kans op eenzaamheid verminderen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We zorgen voor voldoende mogelijkheden voor ontmoeting en deelname aan activiteiten om eenzaamheid te verminderen.

    • We ondersteunen inwoners bij het begeleiden naar werk of stimuleren een andere vorm van een zinvolle daginvulling (vrijwilligerswerk, onderwijs, meedoen).

    • We verkennen de beschikbaarheid van leerwerkplekken en versterken vrijwilligerswerk als opmaat naar betaald werk.

5.3 Wat zijn onze belangrijkste ontwikkelopgaven?

Naast onze inhoudelijke doelen voor onze inwoners formuleren we per pijler de belangrijkste ontwikkelopgaven. De ontwikkelopgaven vertellen ons waar we als gemeente op moeten investeren om onze doelen te behalen. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners en te faciliteren dat zij zich kunnen ontplooien, zijn onderstaande ontwikkelopgaven het belangrijkst. De ontwikkelopgaven komen voort uit de uitgangspunten en inhoudelijke doelen.

afbeelding binnen de regeling

We werken preventief en handelen zo vroeg mogelijk.

We willen problemen tijdig signaleren om zwaardere problemen te voorkomen en de inwoner zo snel en goed mogelijk te kunnen helpen. Voor bijvoorbeeld verenigingen, welzijnspartijen, scholen maar ook voor werkgevers is het belangrijk om signalen te herkennen en te weten wat ze daar mee kunnen doen. Dat vraagt bewustzijn en oefening. We zetten daarom ook in op het verbeteren van kennis en vaardigheden van onze vrijwilligers en professionals en we geven voorlichting over de meldcode. Ons ‘aanbod’ moet steeds preventiever worden om inwoners eerder te kunnen helpen en de kansen voor ontwikkeling te vergroten. Zo kijken we samen met scholen naar een goed aanbod preventieve (groeps)trajecten op scholen waarbij weerbaarheid, gezonde leefstijl en omgaan met bijvoorbeeld (v)echtscheiding van ouders centraal staan. Om de financiële zelfredzaamheid te vergroten investeren we in de formulierenbrigade en budgetcoaching.

afbeelding binnen de regeling

Toegankelijke en begrijpelijke informatie voor inwoners en partners

Om de zelfredzaamheid en ontwikkeling van inwoners te vergroten is het belangrijk dat zij weten waar zij terecht kunnen voor vragen en deelname aan activiteiten. We moeten onze inwoners nog beter informeren over de mogelijkheden voor ontmoeten of de activiteiten gericht op het ontwikkelen van vaardigheden of talenten. Komende tijd investeren we dan ook in het beter ‘etaleren’ van onze algemene voorzieningen en activiteiten die voor en door inwoners georganiseerd worden. Hierbij hebben we ook expliciet aandacht voor inwoners die minder (digi)taalvaardig zijn en houden we rekening dat het taalniveau van onze schriftelijke communicatie niet hoger dan B1 is.

6 Pijler B: Samen leven en betrokken bij elkaar

De samenleving verandert. Er wordt een groter beroep gedaan op de eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners, maar ook op de samenredzaamheid van onze samenleving als geheel. We hebben elkaar nodig voor sociale en inclusieve buurten. In onze gemeenten is er een stevig sociaal fundament waarop we kunnen bouwen. Met een rijk en divers verenigingsleven, een groeiend aantal bewonersinitiatieven en een cultuur waar mensen naar elkaar omkijken. In dit hoofdstuk staat het perspectief van de samenleving als geheel centraal. Daarbij ondersteunen we als gemeente de inwoners die anderen helpen en ondersteunen.

afbeelding binnen de regeling

6.1 Wat willen we bereiken met en voor onze inwoners?

We streven naar een samenleving waarin mensen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en leefomgeving. Een samenleving waarin we het samen doen, naar elkaar omkijken en iets voor een ander of voor de samenleving als geheel doen. We willen een inclusieve samenleving zijn, waar plek is voor iedereen en waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen.

De doelen van pijler B:

  • 1.

    Onze samenleving is van en voor iedereen

  • 2.

    Inwoners voelen zich betrokken bij elkaar en doen mee

  • 3.

    Onze vrijwilligers en mantelzorgers voelen zich ondersteund

  • 4.

    Inwoners hebben een stem in onze samenleving

6.2 Wat gaan we doen om onze doelen te realiseren?

  • 1.

    Onze samenleving is van en voor iedereen

    We willen een inclusieve samenleving zijn, een samenleving die open staat voor iedereen en waarin iedereen kan meedoen. Inclusie van alle inwoners, ongeacht gender, religie, etniciteit, opleiding, inkomen, uiterlijk en geestelijke of lichamelijke gesteldheid vraagt van ons als gehele samenleving om met elkaar in gesprek te zijn en te blijven. Samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties geven we vorm aan de inclusieve samenleving. Dat gaat enerzijds over de toegankelijkheid van voorzieningen, maar belangrijker: het vergroten van de bewustwording en respecteren van iedere inwoner in de samenleving. We investeren daarom in voorlichting en betrekken onze partners en inwoners daar ook nadrukkelijk bij. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven en begrip te hebben voor ieders situatie. We ondersteunen initiatieven die de inclusieve samenleving kracht bij zetten. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • Campagnes gericht op het versterken van kennis en bewustwording rondom de inclusieve samenleving. We hebben specifieke aandacht voor het vergroten van kennis rondom GGZ-problematiek en mensen met een verstandelijke beperking. Ook bij werkgevers vragen we aandacht voor inclusie op de arbeidsmarkt.

    • We continueren het project ‘dementievriendelijke samenleving’ en besteden hier op verschillende manieren aandacht aan, bijvoorbeeld door middel van de inzet van kunst en cultuur.

    • We hebben blijvende aandacht voor de toegankelijkheid van onze dienstverlening. Het gaat hierbij om het wegnemen van fysieke (bereikbaarheid en toegankelijkheid) maar ook eventuele financiële belemmeringen (minimaregeling en algemene voorzieningen).

    • We verkennen de mogelijkheden om voorzieningen of activiteiten die nu nog voor een specifieke doelgroep zijn, beschikbaar te maken voor andere doelgroepen en inwoners.

  • 2.

    Inwoners voelen zich betrokken bij elkaar en doen mee

    Leefbare buurten dragen bij aan ons welzijn. We vinden het belangrijk dat inwoners en lokale organisaties met elkaar aandacht hebben voor hun eigen leefomgeving. We stimuleren inwoners, bewonersinitiatieven en lokale organisaties die zelf of met onze ondersteuning verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving willen nemen. Het is van belang dat er locaties zijn waar inwoners een activiteit kunnen organiseren, aan activiteiten mee kunnen doen en waar inwoners met elkaar in contact kunnen komen. De komende jaren geven we invulling aan het versterken van bestaande ontmoetingsplekken of het realiseren van nieuwe mogelijkheden voor ontmoeting. We kijken hierbij naar de mogelijkheid van het multifunctioneel inzetten van locaties. Daarnaast versterken we onze website en platform Fijn je te zien. Ontmoeten, er toe doen en wat voor elkaar betekenen staat centraal. Op de website brengen we vraag en aanbod van inwoners dichter bij elkaar en informeren we onze inwoners over activiteiten in de buurt. We vinden het belangrijk aandacht te hebben voor wederkerigheid en het benutten van elkaars talenten en ervaringen (ervaringsdeskundigen en lotgenoten). We stimuleren maatjesprojecten. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We versterken het gedachtegoed en het platform ‘Fijn je te zien’.

    • We faciliteren ontmoeten door aan te sluiten bij de behoefte van de inwoners en bij bestaande activiteiten en locaties. Onze sport en kunst- en cultuurlocaties zijn belangrijke plekken waar inwoners van nature komen. We verkennen de mogelijkheid om onze ontmoetingsplekken multifunctioneler te gebruiken.

    • We zorgen voor een passend aanbod van maatjestrajecten om inwoners aan elkaar te verbinden.

    • We stimuleren dat inwoners zelf met ideeën komen voor hun buurt door het beschikbaar stellen van budget voor bewonersinitiatieven.

  • 3.

    Mantelzorgers en vrijwilligers voelen zich ondersteund in de belangrijke functie die zijn in de samenleving vervullen

    Vrijwilligers zijn een fundament van de samenleving. Door onze vrijwilligers zijn we in staat om heel veel dingen te organiseren en mensen blij te maken. We vinden het belangrijk om vrijwilligers te versterken in hun rol in de samenleving en investeren daarom in ons aanbod workshops, cursussen en begeleiding voor vrijwilligers om een leven lang leren te stimuleren. Ook vinden het belangrijk om nieuwe vormen van vrijwillige inzet mogelijk te maken. Inwoners willen steeds vaker kortdurend vrijwilligerswerk doen. Dit vraagt om een actievere manier van benaderen en betrekken van inwoners, waarbij informatievoorziening cruciaal is. We ondersteunen onze vrijwilligersorganisaties bij het goed kunnen informeren van inwoners. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We zorgen voor een passend aanbod afgestemd op de behoefte van onze vrijwilligers.

    • We stimuleren inwoners om hun steentje bij te dragen op een manier die bij hen past.

    • We ondersteunen professionals in de omgang met vrijwilligers.

  • We hebben in onze gemeenten veel mantelzorgers en wij waarderen hun inzet. We zien een grote groep mantelzorgers die (tijdelijk) te maken krijgt met zware fysieke en/of psychische belasting. Gezien de vergrijzing en afbouw van zorg is dit niet verwonderlijk. Er zijn ook veel jonge mantelzorgers. Om te zorgen dat mantelzorgers niet overbelast raken is het belangrijk dat zij de zorg voor hun naasten tijdelijk kunnen overdragen als dat nodig is (respijtzorg). Om de mogelijkheden voor respijtzorg uit te breiden zoeken we samenwerking met onze huisartsen en de zorgverzekeraar. Daarnaast waarderen wij onze mantelzorgers door middel van de mantelzorgpas. We stimuleren dat mantelzorgers deze pas aanvragen en gebruiken. Het is verder belangrijk dat onze samenwerkingspartners zoals de huisarts en welzijnspartners goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden voor mantelzorgondersteuning. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • Komende jaren continueren we onze ondersteuning voor mantelzorgers en passen onze activiteiten aan op basis van de behoefte van mantelzorgers. Passende respijtzorg is hierbij een aandachtspunt. De mantelzorgpas als waardering blijft behouden. We hebben specifiek aandacht voor jonge mantelzorgers en mantelzorgers die voor een inwoner met dementie zorgen.

    • We verbeteren onze voorlichting over de ondersteuning die wij aan mantelzorgers kunnen bieden.

  • 4.

    Inwoners hebben een stem in onze samenleving

    We vinden het belangrijk om te weten wat inwoners willen en waar hun behoefte ligt. We willen ruimte bieden aan inwoners om zelf met initiatieven te komen. We zijn benieuwd hoe inwoners het verschil willen maken en wat ze daarbij belangrijk vinden. Wij zijn, als gemeente of via onze partners, zo veel mogelijk in de wijken aanwezig om ook gevoel te hebben bij wat er leeft onder inwoners. Ook willen we de rol van de Adviesraad Sociaal Domein (ASD) versterken. De taak van de ASD is het vertegenwoordigen van inwoners en het college adviseren. Om het geluid van de samenleving naar de gemeente te kunnen vertalen, is het van belang dat de Adviesraad midden in de samenleving staat. We ondersteunen de adviesraad bij hun rol om signalen op te halen in de samenleving. We verkennen, samen met jongeren en het onderwijs, mogelijkheden om ook de stem van onze jongere inwoners meer te horen. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We stellen budget beschikbaar om bewonersinitiatieven te realiseren.

    • We stellen budget beschikbaar voor innovatieve ideeën (innovatiebudget).

    • We versterken de rol van de Adviesraad Sociaal Domein.

    • We geven invulling aan burgerparticipatie en sluiten zo veel mogelijk aan bij de behoefte en leefwereld van onze inwoners.

6.3 Wat zijn onze belangrijkste ontwikkelopgaven?

Om de samenredzaamheid van de samenleving te vergroten is het belangrijk dat inwoners zich gehoord voelen en dat er nabijheid is. Onze belangrijkste twee ontwikkelopgaven staan hieronder beschreven en komen voort uit de uitgangspunten, voorwaarden en inhoudelijke doelen.

afbeelding binnen de regeling

De inwoner centraal: de dialoog met de samenleving

We vinden het belangrijk dat inwoners eigenaarschap en zeggenschap hebben over hun leven en leefomgeving. We betrekken inwoners (of een vertegenwoordiging) daarom ook bij beleidsvorming en het opzetten van activiteiten. We maken burgerinitiatieven mogelijk en stellen budget beschikbaar voor innovatieve ideeën uit de samenleving. We zien het als opgave om de dialoog met de samenleving beter vorm te geven. Daarvoor moeten we midden in de samenleving staan. Samen en via onze maatschappelijke partners blijven we in gesprek met elkaar.

afbeelding binnen de regeling

We staan dichtbij de inwoners: algemene voorzieningen en sterk welzijn

Een sterke samenleving vraagt om een goede basis aan algemene voorzieningen en mogelijkheden die dichtbij de inwoner geboden kunnen worden. Verenigingen en welzijnspartijen zijn een belangrijke schakel voor verbinding en samenredzaamheid van de samenleving. Voor veel vrijwilligers is het een thuisbasis. Door het organiseren van ontmoeting en activiteiten verbinden mensen zich. Onze welzijnspartijen zijn tevens een belangrijke schakel tussen inwoners, zorgaanbieders en de gemeente. Ze vervullen een belangrijke rol in signalering, lichte ondersteuning, het activeren en bijstaan van inwoners. Dit vraagt van het welzijnswerk ook dat zij in staat moeten worden gesteld om deze verschillende rollen en taken te vervullen. We ondersteunen en faciliteren onze welzijnspartijen hierbij.

7 Pijler C. Passende zorg en ondersteuning

Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben en hun hulpvragen (tijdelijk) niet zelf of met hun leefomgeving kunnen oplossen, kunnen rekenen op steun vanuit de gemeente. In dit hoofdstuk gaan we in op wat we doen om zorg en ondersteuning te bieden die past bij de situatie van de inwoner.

afbeelding binnen de regeling

7.1 Wat willen we bereiken met en voor onze inwoners?

We willen onze inwoners zo goed en snel mogelijk ondersteunen en samen tot effectieve oplossingen komen. Het is noodzakelijk dat we onze inwoners duidelijk informeren waar zij met een vraag over zorg of ondersteuning terecht kunnen. Bij voorkeur is dit op een voor de inwoner ‘logische’ plek, zoals een school of een ontmoetingsplek. We willen uiteraard dat iedere inwoner zorg of ondersteuning krijgt die is afgestemd op de situatie van de inwoner. Dat vraagt dat er goed geluisterd en gekeken wordt naar de behoefte, dat er ruimte is voor maatwerk en dat zorg- en ondersteuning op elkaar wordt afgestemd. Het betekent ook dat we over de grenzen van wetten of organisaties heen moeten kijken. Het belang van de inwoner en diens omgeving staat voorop. Daarom vinden we het belangrijk om de samenwerking met bijvoorbeeld huisartsen, de zorgverzekeraar, woningcorporaties, onderwijs en de veiligheidsketen te versterken en verder vorm te geven.

De doelen binnen pijler C:

  • 1.

    Inwoners weten waar ze terecht kunnen voor vragen over hulp en ondersteuning

  • 2.

    Inwoners worden klantvriendelijk en zo snel mogelijk geholpen

  • 3.

    Inwoners krijgen passende zorg en ondersteuning voor hun situatie

7.2 Wat gaat we doen om onze doelen te realiseren?

  • 1.

    Inwoners weten waar ze terecht kunnen voor vragen over hulp en ondersteuning

    Om zorg of ondersteuning te krijgen moet je als inwoner allereerst weten waar je terecht kan met je vraag. Onze informatie moet helder en begrijpelijk zijn en het moet duidelijk zijn hoe we de toegang tot zorg en ondersteuning hebben geregeld. Zo kunnen inwoners terecht bij de gemeente maar ook bij onze professionals van het gebiedsteam. Om dichtbij de inwoner te zijn werkt het gebiedsteam vanuit verschillende vindplaatsen (o.a. Centrum voor Jeugd en Gezin, scholen en ontmoetingsplekken). Ook onze partners, zoals welzijn, helpen inwoners bij het vinden van de juiste plek. Onafhankelijke cliëntondersteuners helpen wanneer inwoners zelf lastig hun weg kunnen vinden en bij het formuleren van de hulpvraag. Zij adviseren inwoners over de mogelijkheden voor ondersteuning. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We verbeteren onze informatievoorziening (o.a. website, folders) zodat het voor inwoners helder is waar ze terecht kunnen met hun vragen voor zorg of ondersteuning. We houden hierbij rekening met mensen die laaggeletterd of niet digitaal vaardig zijn.

    • We bieden overzicht van organisaties die hulp of ondersteuning kunnen bieden.

  • 2.

    De inwoner wordt klantvriendelijk en zo snel mogelijk geholpen

    Onze professionals zorgen ervoor dat de inwoners niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Het streven is dat inwoners niet vaker dan noodzakelijk hetzelfde verhaal hoeven te doen bij verschillende ‘loketten’. We werken integraal over de verschillende levensdomeinen, onze professionals kijken breder naar de vraag dan alleen vanuit hun eigen vakgebied. We stimuleren dat ook onze partners met een brede blik naar de vraag en situatie van de inwoner kijken. Om het effect van de inzet van zorg of ondersteuning zo groot mogelijk te maken is het van belang dat de zorg of ondersteuning zo snel mogelijk kan starten, het moeten wachten op zorg of ondersteuning is vervelend en kan leiden tot crisiszorg. We willen wachtlijsten dan ook voorkomen (lokaal) of zo veel mogelijk beperken (regionaal). De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We zorgen dat we dichtbij zijn (op vindplaatsen) en in de leefwereld van inwoners de eerste noodzakelijke en gewenste ondersteuning kunnen bieden.

    • De professionals van de gemeente en het gebiedsteam werken integraal en voeren een breed gesprek met de inwoner zodat er een goed beeld van de gehele situatie van een inwoner of huishouden is.

    • Onze partners zijn op de hoogte van het zorg- en ondersteuningslandschap en leggen waar nodig verbindingen om een inwoner zo goed mogelijk te helpen.

    • We zorgen lokaal voor voldoende capaciteit om wachtlijsten zo veel mogelijk te voorkomen. Zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau worden wachtlijsten voor de meer specialistische vormen (regionaal) van zorg bespreekbaar gemaakt, en gestuurd op het terugdringen hiervan.

  • 3.

    Inwoners ontvangen passende zorg en ondersteuning

    Om inwoners zo goed mogelijk te helpen is het belangrijk dat zorg en ondersteuning passend is. Daaronder verstaan wij: afgestemd op de situatie en mogelijkheden van de inwoner. We betrekken de inwoner (en eventuele naasten) dan ook bij het zoeken naar de juiste oplossing. We streven naar maatwerk, de oplossing hoeft dus niet ‘standaard’ te zijn, het belangrijkste is dat het bijdraagt aan het verbeteren van de situatie voor de inwoner. In de praktijk ervaren we dat de grenzen van verschillende wetten of domeinen belemmeringen kunnen veroorzaken. De overgang of een combinatie van verschillende ondersteuningsvormen is nog niet altijd goed op elkaar afgestemd. De komende jaren besteden we hier extra aandacht aan. Bijvoorbeeld als het gaat om de overgang van de Jeugdwet naar de Wmo, de samenwerking tussen zorg en onderwijs of de afstemming van zorgaanbod en regelingen uit de Participatiewet.

    Uiteraard willen we dat zorg en ondersteuning zo vroeg mogelijk wordt ingezet. Bij voorkeur werken we preventief om te voorkomen dat problemen ontstaan of erger worden. We investeren daarom ook in tijdige signalering en het snel kunnen inzetten van ondersteuning. Hiervoor is samenwerking met bijvoorbeeld onze welzijnspartijen, de schoolarts, huisartsen, wijkverpleging, onderwijs en woningcorporaties erg belangrijk. We zien een uitdaging in de samenleving doordat ouderen langer thuis blijven wonen met hulp van vrijwilligers en mantelzorgers. Naast extra investeren op bijvoorbeeld respijtzorg moeten we ons bewust zijn van de grotere kans op crisiszorg. Soms is zwaardere zorg of ondersteuning nodig om een inwoner te helpen. Dat kan ook betekenen dat er meerdere professionals bij een huishouden betrokken zijn. Het gebiedsteam vormt dan een belangrijke schakel om te zorgen voor goede afstemming en een integraal ondersteuningsaanbod. Het gebiedsteam biedt zorg en ondersteuning en is er voor inwoners van 0 tot 100+ jaar. De medewerkers van het gebiedsteam zijn professionals die een brede, generalistische blik hebben. Ze voeren de regie over de casus en hebben contact met de verschillende betrokkenen. Het is ook hun taak om te zorgen voor tijdige op- en afschaling wanneer dat nodig is. Ook samenwerking tussen de zorg- en veiligheidsketen (veiligheidshuis, politie, justitie) is steeds belangrijker. We werken op Voorne gezamenlijk aan een goede afstemming tussen zorg en veiligheid en het realiseren van een goede ketensamenwerking. In ons integraal veiligheidsplan bepalen we onze prioriteiten voor de komen de jaren.

    Een van onze uitgangspunten is dat we de zorg en ondersteuning zo dichtbij mogelijk organiseren. In veel gevallen lukt dat, bijvoorbeeld door samenwerking met verschillende partijen of het combineren van doelgroepen. Helaas is het niet mogelijk om sommige vormen van specialistische ondersteuning of voorzieningen op Voorne te realiseren. Om wel de best passende zorg of ondersteuning te kunnen bieden, kopen we sommige vormen van zorg regionaal in. We blijven daarnaast continu verkennen welke (nieuwe) mogelijkheden er zijn om zorg of ondersteuning dichter bij te realiseren. De kansen en uitdagingen die wij komende jaren continueren of oppakken:

    • We verstevigen de samenwerking met onze partijen in het voorveld (o.a. welzijn, scholen) in het kader van snellere signalering en toeleiding naar hulp. Het gebiedsteam is hierin een belangrijke schakel.

    • We anticiperen tijdig op jeugd die te maken krijgt met de overgang van de jeugdwet naar de Wmo (18-/18+) zodat er geen gat in de hulpverlening ontstaat.

    • We hebben specifieke aandacht voor wonen en zorg voor kwetsbare groepen (o.a. GGZ-doelgroep).

    • We verstevigen onze samenwerking met bijvoorbeeld huisartsen, wijkverpleging en zorgverzekeraars voor het leveren van integrale zorg en het snijvlak van de jeugdwet, Wmo en zorgverzekeringswet.

    • We zorgen voor doorontwikkeling als het gaat om afstemming/samenwerking tussen zorg en onderwijs met gezamenlijke speerpunten vanuit de gedachte van passend en inclusief onderwijs. We streven naar een sluitend aanbod onderwijs-zorg arrangementen.

    • We bouwen verder aan de verbinding tussen zorg en werk, waarbij de afstemming in de arbeidsmarktregio van groot belang is.

    • Het gebiedsteam zorgt (indien nodig) voor casusregie en goede afstemming van de hulpverlening.

    • We bundelen de krachten op Voorne in de samenwerking en doorontwikkeling van de zorg- en veiligheidsketen.

7.3 Wat zijn onze belangrijkste ontwikkelopgaven?

Om er voor te zorgen dat inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben de meest passende oplossing krijgen zijn onderstaande ontwikkelopgaven belangrijk.

afbeelding binnen de regeling

Ruimte aan de professional om te doen wat nodig voor de inwoner

We willen dat onze professionals in de uitvoering in staat zijn en de ruimte krijgen om samen met de inwoner een oplossing te vinden voor de vraag. Dat vraagt van onze professionals dat zij met een brede blik naar de situatie kijken, dat zij kunnen aansluiten bij de leefwereld van inwoners en een inschatting kunnen maken van wat uiteindelijk de meest duurzame oplossing is. Dit zijn andere eisen en verwachtingen dan we vroeger van professionals hadden. Professionals moeten dus staat zijn die verantwoordelijkheid te dragen en bijvoorbeeld in te schatten wanneer op- of afschalen wenselijk is. Deze ‘ruimte’ om zelf te kunnen inschatten en doen wat nodig is vraagt lef en vertrouwen. Dat betekent ook dat zij van de organisatie vertrouwen en ondersteuning moeten krijgen. Er moet ruimte zijn voor deskundigheidsbevordering en persoonlijke ontwikkeling en de professionals moeten goed gefaciliteerd worden.

afbeelding binnen de regeling

Ondersteuning is op elkaar afgestemd: ontschot en resultaatgericht

Indien een inwoner meerdere vormen van ondersteuning heeft is het belangrijk dat dit op elkaar is afgestemd. Het beoogde resultaat moet leidend zijn en we moeten ons niet laten belemmeren door grenzen van wetten. Het vraagt soms een andere manier van werken die ook moet worden gefaciliteerd. In de toekomst willen we ook onze financiële middelen meer ontschot kunnen inzetten. Het belangrijkste daarvoor is dat de juiste hulp op de juiste plek met het juiste resultaat terecht komen. De vraag en situatie van de inwoner moet daarbij leidend.

afbeelding binnen de regeling

Passende inkoop en financiering ondersteunend aan onze doelen

Om er voor te zorgen dat de passende ondersteuning met het gewenste resultaat bij de inwoner terecht komt moeten we zorgen dat we de juiste zorg en ondersteuning hebben ingekocht. De wijze waarop we onze zorg en ondersteuning inkopen en financieren moet bijdragen aan de beweging die we willen maken waarin de vraag en situatie van de inwoner centraal staat. Waar mogelijk is er keuzevrijheid voor inwoners en wordt zorg en ondersteuning zo lokaal mogelijk georganiseerd. We streven naar een duurzame relatie met onze aanbieders zodat we continuïteit kunnen bieden. De lokale inbedding en verbinding met onze welzijnspartijen is daarbij uiteraard ook belangrijk.

afbeelding binnen de regeling

Toegankelijke en begrijpelijke informatie voor inwoners en partners

Om de juiste ondersteuning te kunnen krijgen is het belangrijk dat inwoners weten waar ze terecht kunnen. Het verbeteren van onze informatievoorziening is een belangrijke opgave. Bij pijler A en B was met name het beter ‘etaleren’ van onze algemene voorzieningen en het onder de aandacht brengen van activiteiten belangrijk. Voor het behalen van de doelen in pijler C is het belangrijk dat de informatie over onze voorzieningen toegankelijk en begrijpelijk is. De informatie op onze websites en in onze folders moet beter te vinden en begrijpelijker zijn, ook voor mensen die de taal minder goed spreken, laaggeletterd of minder digitaalvaardig zijn. Als inwoners er niet zelf uitkomen is het belangrijk dat zij hulp krijgen bij het vinden van de juiste informatie. Onze maatschappelijke partners en cliëntondersteuners spelen hierbij een belangrijke rol.

8 Lokale situatie Westvoorne

8.1 Inleiding

Naast het Voornse verhaal is het ook gewenst om in te gaan op de lokale situatie in Westvoorne en de stappen die we gaan nemen in onze gemeente. De visie en missie zijn eerder benoemd, maar wat gaan we concreet doen in Westvoorne? Dit hoofdstuk is daarom ook een uitwerking van de visie en missie die aan de orde zijn gekomen in de eerdere hoofdstukken.

De rol van de overheid is in de afgelopen decennia groter geworden en het beroep op zorg en (inkomens)ondersteuning is toegenomen. Daar waar mogelijk dient deze trend gekeerd te worden. Het is financieel als samenleving niet mogelijk om deze trend door te zetten. In het collegeprogramma van Westvoorne, ‘De toekomst in het vizier’, is vermeld dat mensen er sterker van worden als ze de regie over hun eigen leven hebben. De noodzaak om als burger enerzijds te participeren en anderzijds meer zelfredzaam te zijn, neemt toe. Hierdoor wordt er zo min mogelijk een beroep gedaan op de professionele zorg en (inkomens)ondersteuning.

De hele zorgstructuur in Westvoorne is zo ingericht dat de lijnen kort zijn, waardoor het overzicht niet verloren wordt en diverse domeinen met elkaar verbonden zijn. Inwoners weten ons te vinden, de toegang is laagdrempelig ingericht en de zorg zo dichtbij mogelijk. Zo is bijvoorbeeld het Maatschappelijk Werk gedetacheerd in Westvoorne bij de afdeling Werk, Inkomen en Service. Hiermee is Maatschappelijk Werk letterlijk in huis gehaald. We hebben de regie in handen, maar daar waar zaken lokaal opgepakt moeten worden, gebeurt dit ook. Wij weten onze maatschappelijke partners te vinden en zij ons ook. Omdat de toegang laagdrempelig is ingericht wordt ook de Participatiewet en de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening optimaal uitgevoerd. In het kader van schuldhulpverlening staat preventie hoog in het zadel, er zijn goede afspraken met het Gemeentelijk Woonbedrijf over voorkoming van woonuitzetting, verder worden signalen van energieleveranciers over ontstane achterstanden in de termijnbedragen actief opgepakt. De gemeentelijk zorgregisseur werkt hierbij outreachend. Voor iedere inwoner met een Participatiewetuitkering zijn producten beschikbaar. Het inzetten van deze producten is maatwerk waarbij het vinden van betaald werk het optimale eindresultaat is. De gemeente neemt steeds meer de rol om niet langer te zorgen voor mensen, maar om te zorgen dat er zaken mogelijk gemaakt worden. De gemeente Westvoorne heeft de dienstverlening in het sociaal domein hierop ingericht. We werken integraal volgens een stevige structuur die toekomstbestendig is.

De verantwoordelijkheid voor coherent sociaal beleid ligt bij de gemeenten. Er zijn daarbij hoge verwachtingen van een buurtgericht aanbod van hulp. De buurt wordt gezien als de juiste schaalgrootte om de hulpverlening te verbinden en de vraag naar ‘duurdere’ voorzieningen te voorkomen. Volgens diverse definities wordt in wijkteams laagdrempelige, generalistische hulp georganiseerd. De eigen kracht en het eigen informele netwerk van cliënten spelen een belangrijke rol. Het wijkteam is dus geen doel op zich, maar een middel om hulpverlening beter te verbinden en te zorgen voor een integrale aanpak. Aangezien Westvoorne formeel geen wijken heeft, maar drie kleine kernen, wordt in Westvoorne gesproken over een gebiedsteam i.p.v. een wijkteam. De gemeenten Brielle en Hellevoetsluis hanteren deze term overigens ook, zodat er uniformiteit in terminologie bestaat voor de regionaal werkende zorgaanbieders. Het gaat om een samenhangende aanpak van o.a. welzijn, ondersteuning, jeugd- en gezondheidszorg en arbeidsintegratie. Die sterkere verbinding cq. samenwerking is de meerwaarde van het team. Ons gebiedsteam beslaat hiermee dus zowel de vrijwillige als gedwongen hulpverlening voor inwoners van 0-100 jaar.

8.2 Regionale visie lokaal vertaald

Ook in de gemeenteraad bestaat een grote betrokkenheid bij het sociaal domein. Bij de Begrotingsraad werden door vrijwel alle partijen moties ingediend die het belang van het sociaal domein onderstrepen. Partij Westvoorne had eerder al een zorgvisie aangeboden aan het College die in nauwe samenspraak ook met professionals en gebruikers van Wmo-voorzieningen tot stand was gekomen. Zowel in de moties als in de zorgvisie wordt het belang van ondersteuning en zorg voor de kwetsbare medeburger benadrukt. Dit krijgt verder gewicht in het licht van de toenemende vergrijzing, ook in Westvoorne. Aansluitend op de moties vormt bijvoorbeeld het tegengaan van eenzaamheid een belangrijk element. Mensen informeren, betrekken en verleiden tot meedoen. Signalerend huisbezoek vormt hiertoe een middel maar bijvoorbeeld ook het maatjesproject en welzijn op recept kunnen verder vorm geven.

Ook het welzijnswerk kan niet zonder vrijwilligers. Met grote regelmaat worden activiteiten georganiseerd in zowel De Leemgaarde als Stuifakkers geheel verzorgd door vrijwilligers. Ondersteuning van deze vrijwilligers, zodat zij verder activiteiten kunnen organiseren en mogelijk zelfs uitbouwen vormt een onderdeel van dit lokale deel. Zowel in het beleidsplan van Partij Westvoorne als een door de raad aangenomen motie wordt gewezen op de zorg en vraagwijzer. In dit verband wordt ook het belang benadrukt van laagdrempelig contact met de gemeenten en/of professionals. Ook hierop wordt verder ingegaan.

In het plan van Partij Westvoorne, maar ook eerder al in raadsbreed aangenomen visies, wordt onderstreept dat het goed is de mensen zo lang mogelijk op goede en gezonde manier kunnen thuis wonen. Mantelzorg is hierbij van belang. Het thema mantelzorg zal apart worden uitgewerkt in de actualisatie van het betreffende beleidskader.

Tegen deze achtergrond wordt onderstaand verder ingegaan op de aangenomen moties in de gemeenteraad.

8.3 Moties en actiepunten

  • 1.

    Eenzaamheid ouderen

    In de motie ‘eenzaamheid ouderen’ wordt verzocht alle ouderen vanaf 75 jaar zo mogelijk eens per jaar te laten bezoeken en deze ouderen te wijzen op de vele contactmogelijkheden in onze gemeente en in 2019 te starten met het bezoek aan ouderen. Tevens heeft de adviesraad Sociaal Domein een ongevraagd advies ingediend waar zij verzoeken om signalerend huisbezoek te starten in Westvoorne voor mensen vanaf 75 jaar en ouder. Catharina Stichting en SBO zijn gevraagd om dit in Westvoorne uit te voeren.

    In de gemeente Westvoorne is, 37% van de volwassen inwoners, matig tot zeer ernstig eenzaam (peiljaar 2016). Meer dan de helft van de 75-plussers in Nederland voelt zich eenzaam. De GGD gezondheidsmonitor (2017) stelt: “De mate waarin mensen zich eenzaam voelen, is redelijk stabiel tot een leeftijd van 74 jaar. Daarna volgt een toename. Voor emotionele eenzaamheid geldt een sterke toename. Dit is begrijpelijk, omdat 75-plussers vaker dan andere leeftijdsgroepen hun partner verliezen door overlijden”.

    Een jaarlijks huisbezoek bij alle 75-plussers is één van de speerpunten in het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’ van VWS. Het actieplan beschrijft: “Mensen trekken niet vanzelf aan de bel bij gemeenten om te melden dat ze eenzaam zijn. Signalering vraagt om een actieve aanpak. Zelf de drempel over gaan dus. We willen dat 75-plussers in hun omgeving bezoek aan huis krijgen en dat de tijd wordt genomen om uit te leggen welke ondersteuning en activiteiten beschikbaar zijn voor als ze daar behoeften aan hebben. Zo hebben we op tijd in beeld wanneer mensen eenzaam zijn of eenzamer lijken te worden en wordt het laagdrempeliger voor mensen om zich bij een activiteit te melden”. Met een vragenlijst leggen daartoe geïnstrueerde vrijwilligers huisbezoeken af. De samengestelde vragenlijst is afkomstig van stichting Tympaan en de Brielse praktijk, waar al langere tijd huisbezoeken afgelegd worden. Voor de inwoners van Westvoorne volgt, in samenspraak met de gemeente, een vragenlijst op maat, toegespitst op de oudere inwoners van Westvoorne. Er is aandacht voor lokale vragen en mogelijkheden. In de vragenlijst wordt expliciet aandacht besteed aan de mogelijkheid van cliëntondersteuning (in onze gemeente wordt de onafhankelijke cliëntondersteuning uitgevoerd door SBO en MEE).

    Uiteraard zijn de huisbezoeken niet het enige onderdeel in de eenzaamheidsbestrijding binnen onze gemeente. Bij de vaststelling van het lokaal gezondheidsbeleid 2016 – 2019 is ook het plan aanpak eenzaamheid vastgesteld. In 2020 wordt het nieuwe gezondheidsbeleid geschreven, hierin wordt ook het actieplan ‘Aanpak Eenzaamheid’ meegenomen. Tevens wordt binnen het welzijnswerk ingezet op het voorkomen van eenzaamheid.

  • 2.

    Hulp- en zorgwijzer Westvoorne

    In de motie ‘hulp- en zorgwijzer Westvoorne’ wordt verzocht de mogelijkheden te onderzoeken om voor de inwoners van Westvoorne een digitale hulp- en zorgwijzer te ontwikkelen / aan te schaffen en daarvan de regiefunctie te voeren, zodat het juiste en actuele aanbod getoond wordt en de betrouwbaarheid van de aanbieders gecontroleerd wordt. Meerdere gemeenten in Nederland hebben een zorg- en welzijnswijzer. Er zijn uiteraard ook landelijke informatiebronnen waar uit geput kan worden (www.regelhulp.nl). Dit is een website voor mensen die zelf hulp nodig hebben, voor mensen die voor iemand zorgen en voor zorgprofessionals. Dit is opgezet, gefinancierd en wordt bijgehouden door de Rijksoverheid, het is de wegwijzer naar zorg en ondersteuning. Op deze website wordt ook uitleg gegeven over de verschillende zorgwetten in Nederland, zoals onder andere de Zorgverzekeringsweg (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. Aangegeven wordt wanneer men onder welke wet valt en waar men zich dan kan melden. Op de website van de gemeente Westvoorne staat de website van regelhulp al genoemd. Waar het ook expliciet om gaat is dat ook de lokale componenten binnen Westvoorne (welzijnswerk, beschikbare lokale aanbieders, vervoersmogelijkheden, klussendienst, financiën etc.) goed te vinden zijn voor onze inwoners / mantelzorgers / zorgprofessionals. Vanaf februari 2019 is er een medewerker communicatie aangesteld bij de gemeente Westvoorne die zich specifiek bezighoudt met social media, waaronder de website. Voorgesteld wordt voor de informatievoorziening voor het lokale onderdeel hier te ontwikkelen, in samenspraak met de betrokken medewerkers uit het sociaal domein. Essentieel onderdeel is om de informatie up-to-date te houden. De kosten hiervoor zijn reeds binnen de bestaande middelen / uren opgenomen.

    Niet alleen voor zorgvragers zelf is het belangrijk dat zij door de bomen het bos kunnen vinden in het zorglandschap, maar een hele belangrijke doelgroep zijn de mantelzorgers. In 2019 wordt het mantelzorgbeleid geëvalueerd en geactualiseerd in Westvoorne, belangrijk onderdeel is dat mantelzorgers ondersteund worden en dat zij weten waar zij terecht kunnen met vragen. Zo heeft MEE Plus een website ontwikkeld waar ondersteuning wordt geboden voor mantelzorgers. Veruit de meeste mensen halen veel voldoening en energie uit het zorgen voor een naaste. Ongeveer vijf op de zes mantelzorgers geniet van de positieve kanten van het zorgen . Het bieden van mantelzorgen kan echter ook zware (over)belasting zijn. Dit komt veelal voor bij de mantelzorgers die voor een langdurige periode (langer dan drie maanden) en intensief zorgen. Om op adem te komen, kan een mantelzorger ‘even vrijaf’ nemen door een respijtvraag te stellen.

    Uit onderzoek blijkt dat een mantelzorger moeite heeft om deze vraag helder te krijgen. Daarnaast ontbreekt bij gemeenten vaak een overzichtelijk aanbod op het gebied van respijtzorg. Een derde aandachtspunt is dat het aanbod ook bij de 0e en 1e lijn vaak onbekend is en dat professionals de vraag achter de vraag niet altijd weten te achterhalen. Dit heeft ertoe geleid dat MEE Plus, in opdracht van de gemeente Hoeksche Waard, de website Helpmijzorgen.nl ontwikkeld heeft. Na de lancering in de Hoeksche Waard, kunnen andere gemeenten zich ook ‘aansluiten’ bij het platform. Op Helpmijzorgen.nl vinden mantelzorgers antwoorden op hun vragen. De website geeft inzicht in de respijtmogelijkheden per gemeente. Daarnaast wordt, indien gewenst vanuit de betreffende gemeente, ook de overige ondersteuning voor mantelzorgers weergegeven in de vorm van meestgestelde vragen en antwoorden. Naast de mantelzorger is de (zorg)professional een belangrijke doelgroep voor Helpmijzorgen.nl. Die vindt informatie en inspiratie op het platform, waarmee hij/zij de mantelzorger kan informeren/ondersteunen/doorverwijzen. Bovenstaande wordt verder uitgewerkt in het mantelzorgbeleid dat naar verwachting eind 2019 gereed is.

  • 3.

    Het VN-verdrag

    In de motie ‘VN-verdrag’ wordt verzocht in samenspraak met de Wmo Adviesraad (Adviesraad Sociaal Domein), gehandicaptenplatform en andere belanghebbenden de doelstelling van het VN-verdrag ook daadwerkelijke uit te voeren; een kader te ontwikkelen om de uitvoering van het VN-verdrag te realiseren en in beleidsnotities, indien van toepassing, in een aparte paragraaf aandacht te besteden aan toegankelijkheid.

    Het VN-verdrag handicap trad op 14 juli 2016 in Nederland in werking. Doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten van mensen met een beperking. Centrale begrippen in het verdrag zijn inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie. In het verdrag is aangegeven wat de overheid moet doen om ervoor te zorgen dat de positie van mensen met een beperking verbetert. In dit beleidsplan wordt veel nadruk gelegd op inclusief beleid. Inclusief beleid is beleid dat rekening houdt met de verschillende mogelijkheden en beperkingen van mensen. Het resultaat van een inclusieve benadering is dat algemene voorzieningen ook beschikbaar zijn voor mensen met een beperking. Een voorbeeld van inclusief beleid: bij het bouwen van een nieuwe brede school wordt al bij het ontwerp rekening gehouden met mensen met een beperking. Het lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk wordt er niet altijd rekening mee gehouden.

    Het doel van inclusief beleid is dat mensen met beperkingen vanzelfsprekend op een gelijkwaardige manier kunnen deelnemen aan alle aspecten van het maatschappelijke leven. Dit is ook eerder aan de orde gekomen in het vorige Wmo beleidsplan Westvoorne. Een manier om inclusief beleid in de praktijk te brengen is de methode Agenda 22, gebaseerd op de 22 standaardregels van de Verenigde Naties. Agenda 22 is een methode om in elke gemeente beleid te maken vanuit de 22 standaardregels. De standaard regels hebben geen wettelijke status, maar vormen een morele betekenis die unaniem aanvaard is door de leden van de internationale samenleving. In de 22 regels staat wat nodig is om mensen met een beperking gelijke kansen te bieden of het nu gaat om wonen, werk, school, vrije tijd of mobiliteit. In het verleden is er in Westvoorne een workshop georganiseerd voor raadsleden, fractieassistenten, college van B&W en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Voorgesteld wordt een vervolg te geven aan deze bijeenkomst. We zetten de stap in het bewustwordingsproces (regel 1 van de 22), zodat ieder vanuit zijn of haar specifieke functie deze begrippen eigen maakt en dit integreert in plan- en besluitvorming. Als middel hiervoor wordt een bijeenkomst georganiseerd waarin ervaringsexperts aanschuiven. De thema’s worden gekozen door de gemeente. Zo wordt gedacht aan de beleidsthema’s wonen / bouwen, ruimtelijke ordening, toegankelijkheid, sport, recreatie en arbeid. De betrokkenen krijgen een beter inzicht in de manier waarop de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen in het dagelijks leven van mensen met een beperking onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarnaast verkrijgen zij praktische input voor verbeteringen op hun eigen beleidsterrein.

    Waar het in feite op neer komt is dat er beleid gemaakt wordt mét belangenorganisaties samen, mét ingebrachte kennis van ervaringsdeskundigen. Tevens wordt er gebruik gemaakt van de handreiking van de VNG, de Lokale Inclusie Agenda.

  • 4.

    Automaatje

    Het doel van de Wmo is de zelfredzaamheid en participatie van de inwoners in Westvoorne te verhogen. Om dit te bereiken moeten inwoners in staat zijn om zich met een vervoersmiddel in de directe leefomgeving te kunnen verplaatsen. Mobiliteit is een cruciale factor in eenzaamheidsbestrijding en ook in fysieke en sociale gezondheid. Mobiliteit hoeft niet altijd te gaan over een rit van bestemming A naar B. Dat iemand bij zijn reisdoel komt is belangrijk, maar de kracht zit hem soms in het praatje onderweg, het zogenaamde sociaal vervoer. Even boodschappen doen of een partner in het verzorgingstehuis bezoeken is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Met ANWB AutoMaatje wil de ANWB samen met welzijnsinstellingen en vrijwilligers mensen helpen mobiel en actief te blijven. Op grond van de ingediende motie ‘Automaatje’ is onderzocht is of ANWB AutoMaatje een passend aanbod zou kunnen zijn voor de gemeente Westvoorne.

    ANWB AutoMaatje is gericht op sociaal vervoer. Een service waarbij vrijwilligers de minder-mobiele buurtgenoten op verzoek vervoeren. Vrijwillige chauffeurs gebruiken daarvoor hun eigen auto en ontvangen daarvoor een kleine onkostenvergoeding van € 0,30 cent per kilometer. De vrijwilligers zijn plaatsgenoten die hun eigen auto gebruiken als vervoermiddel.

    Op Voorne Putten (dus ook Westvoorne) is ook Flex Vevoer beschikbaar, voorheen werd dit de Regiotaxi genoemd. VP Flex Vervoer is collectief vervoer en dat betekent dat men met meerdere mensen tegelijkertijd reist. Hierdoor is het mogelijk om goedkoop binnen de regio van deur tot deur te reizen. Om VP Flex Vervoer te gebruiken tegen het (gereduceerde) Wmo-tarief, moet iemand geen gebruik kunnen maken van het reguliere openbaar vervoer. Dit betekent dat het gebruik van de normale bus binnen de regio niet mogelijk is. Dat kan zijn omdat er sprake is van lichamelijke beperkingen door een handicap of ouderdomsklachten. Maar ook als er psychische klachten zijn waardoor iemand niet meer bij de bushalte kan wachten of niet meer goed de weg kan vinden is het mogelijk om een aanvraag voor Vp Flex vervoer te doen. In Westvoorne kunnen ook de mensen van 75 jaar en ouder gebruik maken van het gereduceerd tarief voor het reizen met Flex Vervoer, dit is in 2016 ingesteld in het kader van de eenzaamheidsproblematiek. Er is specifieke aandacht voor de vervoersmogelijkheden van deze doelgroep. Alleen voor inwoners van Westvoorne geldt dit gereduceerd tarief voor mensen van 75 jaar en ouder, dit geldt niet voor de inwoners van de andere gemeenten op Voorne Putten.

    Gezien de financiële kaders, en het al beschikbaar zijn van het doelgroepenvervoer, wordt voorgesteld Automaatje niet in te voeren. Wel kan mogelijk het maatjesproject voor een deel in de behoefte voorzien. Het Maatjesproject, wat in de gemeente Brielle reeds loopt, brengt mensen in contact met vrijwilligers – de Maatjes – met als doel om samen activiteiten te ondernemen. Hierbij staan ontspanning, onderling contact en het doorbreken van isolement voorop. De ondersteuning vindt plaats op basis van een individuele hulpvraag. Deze behoefte kan naar voren komen op aangeven van een cliënt, verwant/familie of hulpverlener. Door regelmatige ontmoeting met een vrijwilliger, een maatje, wordt maatschappelijke deelname bevorderd. Veelal voorziet het maatje ook in een vervoersbehoefte. De kosten van het maatjesproject zijn in 2019 € 4.748 (start oktober 2019). De jaarlijkse kosten vanaf 2020 zijn € 14.255,-.

    Naast het Maatjesproject is er ook via Fijn je te Zien een mogelijkheid om mensen met elkaar in contact te brengen voor o.a. sociaal vervoer. Sinds begin 2019 is Westvoorne aangesloten bij Fijn je te Zien. In de wijken en buurten van Westvoorne is veel te doen, er zijn veel verschillende en uiteenlopende initiatieven. Er wordt naar gestreefd dat mensen elkaars talent weten te vinden en elkaar kunnen ontmoeten en versterken. In het collegeprogramma 2018-2022 staat benoemd dat in Westvoorne wordt gestreefd naar een samenleving waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen. Eigen kracht, zelfredzaamheid en participatie zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Daarbij gaat het om het bieden van kansen aan inwoners die zich willen ontplooien, het bieden van ondersteuning aan inwoners die niet makkelijk mee kunnen doen of hierbij hulp nodig hebben en het stimuleren van inwoners om bij te dragen aan de samenleving. Fijn je te Zien bestaat uit drie onderdelen: buurtverbinders, het online dorpsplein en de verbonden buurt.

    • Buurtverbinders verbinden en stimuleren buurtbewoners en organisaties om mee te doen met het online dorpsplein, helpen ze bij het gebruik en houden een oogje in het zeil.

    • Online dorpsplein: Westvoorne krijgt een eigen interactief platform, genaamd Fijn je te Zien, waarmee bewoners, organisaties en bedrijven elkaar in no-time op een leuke en ongedwongen manier leren kennen.

    • Verbonden buurt: De buurtverbinders (samenwerkend met professionals) brengen een proces op gang waarin alle mooie dingen die er al zijn, zichtbaar worden en steeds meermensen elkaar gaan kennen. Op deze manier benutten ze veel beter wat er al is in de buurt en ontstaan er steeds meer nieuwe verbindingen.

  • 5.

    Spreekuur van de wijkverpleegkundige

    In de motie ‘spreekuur wijkverpleegkundige’ wordt verzocht om in samenwerking met de wijkverpleegkundigen de mogelijkheid te onderzoeken van een wekelijks inloopspreekuur in de woonzorgcentra De Leemgaarde en Stuifakkers speciaal voor mensen met hulpvragen. Aan de Catharina Stichting is gevraagd om namens de andere organisaties van de wijkverpleging die actief zijn in Westvoorne te komen met een plan. Dit plan is opgesteld en de kosten hiervan komen jaarlijks op € 11.679,-.

    Voorgesteld wordt om in Westvoorne als gemeente uiteraard de samenwerking wel te behouden met de wijkverpleging, maar het spreekuur van de verpleegkundige niet te financieren, de financiering van de wijkverpleging ligt namelijk niet bij de gemeente (Wmo), maar bij de Zorgverzekeringswet (Zvw). De wijkverpleegkundige is in de eerste plaats een zorgverlener, het gaat om verplegende of verzorgende taken handelingen zoals wondverzorging, katheterisaties, injecties en verzorgende handelingen zoals wassen en aankleden. Uiteraard kijkt de wijkverpleegkundige breder dan de zorgvraag van de cliënt, bijvoorbeeld naar zelfredzaamheid en de sociale omgeving. De wijkverpleegkundige heeft de mogelijkheden om verbindingen met andere domeinen te leggen.

    Wat van belang is, is de samenwerking en te zorgen dat het medische domein en het sociaal domein (gemeente) elkaar weten te vinden. Waar we als gemeente op in zetten is een laagdrempelige plaats waar onze inwoners, mantelzorgers, professionals hun signalen, vragen, zorg etc. kwijt kunnen. Directe en indirecte signalen dat iemand een behoefte aan zorg en/of ondersteuning heeft, moeten snel en doeltreffend worden opgepakt. Signalen komen van verschillende ‘vindplaatsen’, zoals van inwoners zelf, van mensen in hun directe omgeving, van zorgprofessionals die al bij een inwoner betrokken zijn en van bijvoorbeeld scholen, maatschappelijke instellingen, politie en woningcorporaties/woonbedrijf. De gemeente zelf heeft de verbindende rol. Op dit moment wordt bekeken hoe de dienstverlening voor de Wmo en de jeugdzorg vanaf 2020 verder in te richten. In dat verband bekijken we de mogelijkheid dat bijvoorbeeld een Wmo-consulent fysiek plaats neemt op (een) laagdrempelige plek(ken) binnen onze gemeente waar signalen afgegeven kunnen worden op het gebied van welzijn, zorg, wonen, financiën etc. Juist ook om, zoals in de motie vermeld staat, mensen die niet beschikken over de kennis van de digitale mogelijkheden te ondersteunen.

  • 6.

    Zorgplatform

    Op Voorne zijn signalen over capaciteitsproblemen in de ouderenzorg. De verwachting is dat deze problematiek verder zal toenemen door de verwachte toename in het aantal kwetsbare ouderen en de toenemende complexiteit van de problematiek van deze groep. Afgelopen tijd is er gesproken over de huidige problematiek en potentiële oplossingsrichtingen. De oplossing ligt in een integrale aanpak, waarbij de ketenpartners (zorg- en welzijnsaanbieders, huisartsen en gemeenten) betrokken zijn. De handen worden ineen geslagen om gezamenlijk zorg en welzijn voor kwetsbare ouderen toekomstbestendig te maken. Tevens wordt het onderzoek naar de mogelijkheid voor een realisatie van een zorghotel / zorgpension met behulp van marktpartijen meegenomen. In het collegeprogramma wordt vermeld dat er afgewogen wordt of het actualiseren van het seniorenbeleid nodig en gewenst is. Met het oprichten van het zorgplatform worden belangrijke thema’s behandeld die van belang zijn met name voor senioren.

    Totaal worden er zes projecten behandeld. De focus binnen deze projecten ligt op de volgende thema’s:

    • Langer thuis: initiatieven die het mogelijk maken ouderen langer in de thuissituatie te houden;

    • Kortdurend eerstelijnsverblijf: eenduidige toegang en inrichting van kortdurend (24 uurs) eerstelijnsverblijf voor ouderen (mogelijk via een aanmeldportaal).

    • Versterking / ondersteuning nulde- en eerstelijn op gebied van ouderenzorg: o.a. door initiatieven op het gebied van vroegsignalering, betrekken van het voorliggend veld, triage en preventie.

  • De kosten worden verdeeld op de volgende wijze:

    • zorgaanbieders: 30.000 per jaar = 90.000 in 3 jaar

    • gemeenten: 20.000 per jaar = 60.000 in 3 jaar (onder voorbehoud van goedkeuring Raad)

    • huisartsen: 10.000 per jaar = 30.000 in 3 jaar

  • Dit maakt gezamenlijk een budget van 180.000 euro voor de komende 3 jaar. Voor Westvoorne komt dit op € 6.666,- per jaar.

  • 7.

    Beweegprogramma’s in Westvoorne

    Vanuit het gezondheidsperspectief is de bestrijding van bewegingsarmoede een belangrijke maatschappelijke opgave. Onderzoek heeft aangetoond dat regelmatig bewegen niet alleen bijdraagt aan de preventie van overgewicht en diabetes, maar ook aan de preventie van depressie, dementie en hart- en vaatziekten. Sport kan als middel worden ingezet om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke doelstellingen zoals het verbeteren van de volksgezondheid maar ook om de participatie, emancipatie en integratie van achterblijvende of kwetsbare groepen in de samenleving te vergroten. Ook kan sport worden ingezet op het gebied van jeugdbeleid, onderwijs, ouderenbeleid en normen en waarden. Hieruit blijkt eens te meer dat sport en bewegen veel meer een interdisciplinaire activiteit geworden is. Met als gevolg dat sporten aan meerdere doelstellingen een bijdrage kan leveren.

    Momenteel wordt gekeken naar beweegprogramma’s en dan specifiek naar JOGG (zie paragraaf 5.2). Dit staat voor Jongeren Op Gezond Gewicht. Dit is een bewezen effectieve aanpak waarbij iedereen in stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. Het is een lokale, duurzame, intersectorale en wijkgerichte aanpak waarbij niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals zich bezighouden met het bevorderen van een gezonde leefstijl bij kinderen, maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente zelf. JOGG vormt als een paraplu de verbinding tussen bestaande en nieuwe interventies. Deze verbinding leidt tot betere sport-, beweeg- en speelfaciliteiten en tot meer aandacht voor voeding en beweging. JOGG is geen nieuw initiatief. De aanpak haakt in op de bestaande structuur waarin lopende interventies en activiteiten zijn in te passen. Dit wordt verder uitgewerkt in het Sportbeleid, dat naar verwachting in het 1e kwartaal van 2020 gereed is.

  • 8.

    Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten Westvoorne

    De afgelopen jaren zijn de welzijnsactiviteiten van de Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten in De Leemgaarde en Stuifakkers ondergebracht bij vrijwilligersorganisaties Stichting Werkgroep Ouderen Rockanje (SWOR) en Leemgaarde Activiteiten Stichting Samen in Oostvoorne (LASSO). Het welzijnsdeel van het trefpunt wordt uitgevoerd door LASSO en SWOR. Tevens wordt er vanuit de trefpunten informatie gegeven over bijvoorbeeld vervoer, informatie over gezondheid door een huisarts, maar de nadruk ligt op ontmoeten (het aangaan van sociale contacten, onderdeel binnen de Wmo). SWOR en LASSO draaien met financiële ondersteuning van de gemeente Westvoorne geheel op vrijwilligers. In 2019 wordt de mogelijkheden tot samenwerking met SWOR en LASSO en de welzijnstak van de Catharina Stichting onderzocht, om het aanbod van alle partijen, voor inwoners van Westvoorne, te versterken en toekomstbestendig te houden. In samenspraak met de gemeente zal Welzijn Ouderen deze organisaties ondersteunen. Welzijn Ouderen onderhoudt nauw contact met de vrijwilligers van SWOR en LASSO zodat zij elkaars behoeften en wensen kennen. Welzijn Ouderen ondersteunt op aanvraag en fungeert als linking pin tussen SWOR/LASSO en de andere betrokken organisaties. Belangrijk onderdeel hiervan is de afstemming met de Catharina Stichting. Dit omdat veel van de activiteiten van SWOR en LASSO plaatsvinden in ruimten binnen de Catharina Stichting. De kosten hiervoor zijn in 2019 € 2.253,- (start september 2019) en vanaf 2020 € 7.491,-.

  • 9.

    Welzijn op recept

    Welzijn op recept is het vergroten van het welbevinden en het doen afnemen van psychosociale problemen bij volwassenen d.m.v. deelname aan welzijnsactiviteiten. Omdat de activiteiten worden ingebed in het dagelijks leven, kunnen zij een duurzaam effect hebben op de kwaliteit van leven. Een gewenst neveneffect zou kunnen zijn, dat de deelnemer met psychosociale klachten minder (onnodig) gebruik maakt van maatschappelijk ondersteuning/ gezondheidszorg. Met Welzijn op Recept kan de huisarts/praktijkondersteuner huisarts (POH) patiënten die regelmatig de praktijk bezoeken aan goed werkend alternatief bieden. Dit geldt ook voor andere zorgverleners als wijkverpleegkundigen en de casemanagers dementie. De gemeente krijgt door Welzijn op Recept een verbinding met de eerstelijnszorg. Daarnaast brengt Welzijn op Recept contact tot stand met een groep mensen die zelf niet de weg naar het welzijnsaanbod en/of de gemeente kan vinden.

    De primaire doelgroep bestaat uit volwassenen met psychosociale problemen die een beroep doen op de gezondheidszorg. Om Welzijn op Recept te doen slagen, is samenwerking met de zorgverleners een belangrijke voorwaarde. Bij Welzijn op Recept neemt een welzijnscoach contact op met de ’patiënt’. Samen verkennen ze de wensen, talenten en mogelijkheden. De welzijnscoach houdt daarbij ook rekening met praktische belemmeringen. Het doel is om iemand daadwerkelijk in beweging te krijgen. Om de mensen te inspireren, worden ideeën aangedragen vanuit verschillende thema’s: natuur, bewegen, cultuur, lichaam & geest, voeding, ontdekken & leren en ontmoeting door spel. Binnen deze thema’s worden activiteiten georganiseerd waar de mensen aan kunnen deelnemen of aan bijdragen door vrijwilliger te zijn. Er worden interventies en activiteiten gekozen, binnen deze thema’s, die aansluiten op de behoeften van de mensen. Zo nodig worden zij letterlijk ‘over de drempel’ getrokken door een maatje, een deelnemer van een activiteit of sociaal professional. De welzijnscoach monitort hoe het gaat en dit wordt teruggekoppeld aan de verwijzende eerstelijnszorgverlener.

8.4 Planning en kosten

In totaal zijn de in de vorige paragraaf behandelde voorstellen de volgende kosten verbonden.

Actiepunt?

Wanneer?

2019

2020 e.v.

VN verdrag

Vanaf 3e kwartaal 2019

€ 1.000,-

€ 1.000,-

Hulp- en zorgwijzer

Vanaf 4e kwartaal 2019

Binnen bestaand budget.

Binnen bestaand budget.

  • Huisbezoeken 75+

  • Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten, ondersteuning vrijwilligers

  • Welzijn op recept

  • Vanaf 4e kwartaal 2019

  • Vanaf september 2019

  • Vanaf 3e kwartaal 2019

Totaal € 14.504,-

Totaal € 37.334,-

Zorgplatform

Reeds gestart. Financiële en organisatorische inbedding is nog onderwerp van overleg met betrokken partijen

€ 6.666,-

€ 6.666,-

JOGG/beweegprogramma

1e kwartaal 2020

-

€ 5.000,-

Maatjesproject

Vanaf 3e kwartaal 2019

€ 4.748,-

€ 14.255,-

Spreekuur wijkverpleegkundige

Vanaf 3e kwartaal 2019

€ 4.420,-

€ 11.679,-

Automaatje

Vanaf 3e kwartaal 2019

€ 3.225,-

€ 14.255,-

Uit bovenstaand blijkt dat de beschikbare middelen niet toereikend zijn voor dekking van alle voorstellen. Voorstel is de volgende initiatieven te honoreren:

  • VN verdrag

  • Hulp- en zorgwijzer

  • Huisbezoeken 75+

  • Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten, ondersteuning vrijwilligers

  • Welzijn op recept

  • Zorgplatform

  • JOGG/beweegprogramma

  • Maatjesproject

Het betreft de volgende kosten in 2019 en in 2020 e.v.:

Actiepunt

2019

2020 e.v.

VN verdrag

€ 1.000,-

€ 1.000,-

Hulp- en zorgwijzer

Binnen bestaand budget.

Binnen bestaand budget.

  • Huisbezoeken 75+

  • Woon-, Zorg- en Welzijnstrefpunten, ondersteuning vrijwilligers

  • Welzijn op recept

Totaal

€ 14.504,-

Totaal € 37.334,-

Zorgplatform

€ 6.666,-

€ 6.666,-

JOGG/beweegprogramma

-

€ 5.000,-

Maatjesproject

€ 4.748,-

€ 14.255,-

Totale kosten

€ 26.918,-

€ 64.255,-

Met deze initiatieven komen de incidentele kosten voor 2019 op € 26.918,-.

De structurele vanaf 2020 komen op € 64.255,-.

2019

Voorgesteld wordt de kosten van € 26.918,- in 2019 te bekostigen uit 462010101/4340860 (doorontwikkelingen / uitvoeringen transformatie Sociaal Domein). Hierop is structureel € 50.000,- beschikbaar.

2020 e.v.

Voorgesteld wordt vanaf 2020 worden de kosten tot € 50.000,- te bekostigen uit 462010101/4340860 (doorontwikkelingen / uitvoeringen transformatie Sociaal Domein).

Voorgesteld wordt het budget van Inloop GGZ (467000205/4340490) beschikbaar te stellen voor het maatjesproject van € 14.255,-. Hierop is structureel een bedrag van € 39.100,- beschikbaar. Het maatjesproject heeft inhoudelijk ook aansluiting met de activiteiten rondom Inloop GGZ. Voorheen werd uit de post Inloop GGZ het product Buurt M/V bekostigd, maar zoals bekend heeft Antes besloten dit product vanaf 2019 niet meer aan te bieden.

Totale kosten

In 2019 € 26.918,-

Vanaf 2020 € 64.255,-

posten

€ 26.918,- uit 462010101/4340860

€ 50.000,- uit 462010101/4340860

 
 

€ 14.255,- uit 467000205/4340490

9 Slotwoord

De ontwikkelingen in het sociaal domein stellen ons voor verschillende uitdagingen. Deze uitdagingen zijn van en voor de hele samenleving en moeten we dus ook samen aan gaan: inwoners, onze partners en de gemeente zelf. We hebben elkaar nodig om de best passende oplossingen te vinden, die recht doen aan wat we in de samenleving willen bereiken en toch ook betaalbaar zijn. Het vraagt om vertrouwen en samenwerking tussen alle partijen zoals huisartsen, het onderwijs, werkgevers, welzijnspartijen, politie, verenigingen en zorgverzekeraars. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen: er voor zorgen dat onze inwoners mee kunnen doen en zo gezond, gelukkig en zelfstandig mogelijk zijn. We vinden het dan ook belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven, inwoners zeggenschap en eigenaarschap te geven en de dialoog met de hele samenleving te blijven voeren. De gemeente neemt een faciliterende rol in het verbinden van partijen en het organiseren van ontmoeting. We streven naar een samenleving die van en voor iedereen is, waar we naar elkaar omkijken en iedereen meetelt en mee kan doen.

Komende jaren verbeteren wij onze informatievoorziening (toegankelijk en begrijpelijk voor iedereen) zodat inwoners en onze partners weten waar ze met een vraag terecht kunnen. Preventie en inwoners zo vroeg mogelijk ondersteunen vinden we belangrijk en daarom blijven we investeren in vroegsignalering en voorlichting. Om dichtbij de inwoner te zijn, versterken we onze algemene voorzieningen en bieden we ondersteuning zo lokaal mogelijk. We ondersteunen onze inwoners die zich voor anderen inzetten zoals mantelzorgers en vrijwilligers. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben zijn het meest gebaat bij oplossingen die echt afgestemd zijn op hun situatie. Daarom is het belangrijk dat onze professionals de ruimte krijgen om te kunnen doen wat nodig is en over de grenzen van één wet oplossingen zoeken. Onze inkoop en financiering moeten we daar dus ook op aansluiten. Uiteindelijk willen we onze inwoners zo zelfredzaam mogelijk maken in een samenleving waarin we er voor elkaar zijn als dat nodig is. Samen Krachtig!

Ondertekening

Bijlage 1. Afkortingen en begrippenlijst

 

Toelichting

Adviesraad Sociaal Domein

Officieel ingestelde raad die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan de gemeente en meedenkt over de ontwikkeling van nieuw beleid.

Algemene voorzieningen

Activiteiten of diensten gericht op maatschappelijke ondersteuning die voor iedereen vrij toegankelijk zijn zonder indicatiebesluit van de gemeente.

Ambulante ondersteuning

Ondersteuning die op de locatie van de cliënt geboden wordt.

Beschermd wonen

Beschermd wonen is een regeling voor inwoners die niet meer zelfstandig kunnen wonen, overwegend vanwege psychische en/of psychosociale problematiek. Het betreft het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij horende toezicht en begeleiding.

Blijverslening

Een te verstrekken lening die gebruikt moet worden voor het levensloopbestendig maken van een woning of aanpassen aan een zorgvraag.

Dagbesteding

Zinvolle activiteiten, gericht op behoud en ontwikkeling van vaardigheden van inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met psychiatrische problemen of beperking, en ouderen.

Draagkracht

Het begrip draagkracht staat voor het vermogen dat iemand heeft om met vragen op één of meer levensgebieden om te gaan dan wel deze op te lossen.

Extramuralisering

Het streven om buiten de muren van een intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden, bijvoorbeeld in de eigen woning.

Fijn je te zien

Interactief platform waarop vraag en aanbod van inwoners bij elkaar gebracht wordt en waar inwoners op de hoogte kunnen blijven van activiteiten in de buurt.

Gebiedsteam

Een breed team van professionals dat integraal werkt ten behoeve van zorg- en dienstverlening. Het gebiedsteam werkt dicht bij de burger en biedt passende hulp aan ondersteuning aan inwoners met een vraag (0 tot 100+).

Geïndiceerde zorg

Professionele zorg of ondersteuning waarvoor een indicatiebesluit is vereist.

GGZ

Geestelijke Gezondheidszorg. Vakgebied van de gezondheidszorg, een toegepaste wetenschap die zich met de psychische gezondheid van mensen bezighoudt. Naast onderzoek en studie van deze gezondheid omvat het ook de toepassing van die kennis om de geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven van de mens te bevorderen en/of herstellen. Ook streeft de ggz naar het voorkómen van psychische problemen.

Huishoudelijke ondersteuning

Ondersteuning wanneer een inwoner door beperkingen of ziekte niet het eigen huishouden kan doen en geen hulp uit de omgeving krijgt.

IKC

Binnen een Integraal Kindcentrum (IKC) werken opvang en onderwijs samen. Kinderen van 0 tot 12 jaar kunnen er de hele dag leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten.

Inclusieve arbeidsmarkt

Iedereen met arbeidsvermogen moet in staat worden gesteld om mee te doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving.

Inclusiviteit

De insluiting in de samenleving van alle inwoners op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Alle voorzieningen moeten toegankelijk zijn voor iedereen (bijv, ook mensen met een beperking)

JGZ

Jeugdgezondheidszorg: De publieke gezondheidszorg, waarbij een landelijk preventief gezondheidszorgpakket actief wordt aangeboden aan alle jeugdigen tot 18 jaar.

JOGG

Jongeren Op Gezond Gewicht, een landelijk initiatief dat zich richt op jongeren van 0 tot 19 jaar, hun ouders en hun omgeving met als doel het terugbrengen van het aantal jongeren met overgewicht.

Laaggeletterdheid

Moeite hebben met de vaardigheid lezen, schrijven en/of rekenen.

LVB

Licht verstandelijke beperkten.

Maatschappelijke opvang

Het bieden van tijdelijk verblijf aan mensen zonder dak boven hun hoofd, gekoppeld aan zorg en begeleiding en/of het verhelpen van een crisis.

Mantelzorg

Mantelzorg is zorg of ondersteuning aan iemand in de directe omgeving zoals familie, vrienden of buurtgenoten. Het betreft bovengebruikelijke zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven. Bovengebruikelijk houdt in dat de zorg voor een periode langer dan 3 maanden en/of minimaal 8 uur per week is en dus meer dan gebruikelijk.

Meldcode

De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan waarin staat hoe bijvoorbeeld een huisarts, kinderopvangmedewerker, leerkracht of hulpverlener moet omgaan met het signaleren en melden van (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling.

Onafhankelijke cliëntondersteuning

Een onafhankelijke cliëntondersteuner biedt informatie, advies, algemene ondersteuning en denkt met de inwoner mee over zorg en ondersteuning. De cliëntondersteuner draagt bij aan het versterken van de zelfredzaamheid, participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van ondersteuning, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.

Ontmoetingsplek

Plekken waar inwoners ontmoeten, zowel formeel ingerichte plaatsen zoals cultuurhuis, bibliotheek, buurthuis, maar ook informele plaatsen zoals op straat en bij mensen thuis.

POH-GGZ

Praktijkondersteuner Huisarts GGZ - De praktijkondersteuner GGZ ondersteunt de huisarts in de behandeling van patiënten met psychische problemen.

Preventie

Preventie is het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (= handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer eerste signalen zich ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is.

Respijtzorg

Respijtzorg is vervangende mantelzorg. Het biedt mantelzorgers de mogelijkheid zorgtaken tijdelijk aan een ander over te dragen. Daardoor kunnen zij de zorg beter volhouden. Respijtzorg kan bijvoorbeeld bestaan uit een logeeradres of tijdelijke ondersteuning door een zorgprofessional.

Startkwalificatie

Een diploma havo, vwo of mbo niveau 2 of hoger.

Vroegsignalering

Tijdig signaleren en onderkennen van problemen om zo in een vroeg stadium te kunnen ingrijpen.

VVE

Voor- en vroegschoolse educatie. Een programma dat erop gericht is om onderwijs- of ontwikkelingsachterstand bij jonge kinderen van circa 2 tot 6 jaar te verminderen.

Zelfredzaamheid

In staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.

Zorgdomotica

Domotica zijn de apparaten en toepassingen waarmee een woning of gebouw wordt geautomatiseerd. We spreken van zorgdomotica als technische toepassingen specifiek worden toegepast om het leven van ouderen en hulpbehoevenden makkelijker of comfortabeler te maken.

Bijlage 2. Overzicht bestaande beleidsplannen sociaal domein

Beleidsplan

Looptijd

Gemeenten

Nota lokaal gezondheidsbeleid

2016-2019

Brielle

Nota mantelzorg

2015

Brielle

Nota vrijwilligersbeleid

2016

Brielle

Nota kunst en cultuur

2017-2020

Brielle

Participatiebeleid, werkgelegenheid en arbeidsmarkt. Deel 1 – Visie.

2018 e.v.

Hellevoetsluis

Beleidsplan minima en schuldhulpverlening

2017-2020

Hellevoetsluis

Nota mantelzorg en vrijwillige inzet

2016-2020

Hellevoetsluis

Nota lokaal gezondheidsbeleid

2015-2018

Hellevoetsluis

Nota Cultuurbeleid ‘Meedoen is een kunst’

2017 2020

Hellevoetsluis

Integraal Veiligheidsplan

2014 - 2018

Hellevoetsluis

Beleidsplan 3D De Krachten Gebundeld

2014 - 2017

Voorne

Beleidsplan Wmo

2014 - 2017

Voorne

Beleidsplan Hulp voor de jeugd

2014 - 2017

Voorne

Plan van aanpak Personen met verward gedrag

2018 e.v.

Voorne

Regionaal Plan Beschermd Wonen / Maatschappelijke Opvang

2019 e.v.

Voorne-Putten

Actieplan dementievriendelijke gemeente

2016-2020

Voorne-Putten GO

Zorgstructuur Westvoorne

2014 e.v.

Westvoorne

Integrale schulddienstverlening

2017-2020

Westvoorne

Lokaal gezondheidsbeleid

2016 -2019

Westvoorne

Kunst- en cultuurbeleid

2018-2022

Westvoorne

Sportbeleid

2014-2020

Westvoorne

Beleidsplan Participatie

2015 e.v.

Westvoorne

Mantelzorg- en vrijwillige inzet

2016-2019

Westvoorne

Integraal jeugdbeleid

2016-2020

Westvoorne

Regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

2015-2018

Zuid-Hollandse Eilanden

Actieprogramma aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

2016 - 2018

Zuid-Hollandse Eilanden


Noot
1

In bijlage II is een overzicht van relevante beleidsplannen toegevoegd.

Noot
2

Van niks mis naar bewust goed: evaluatie en toekomst beleid sociaal domein Voorne, rapport april 2018.

Noot
3

Bijlage I betreft een begrippenlijst waarin termen en afkortingen worden toegelicht.

Noot
4

Van niks mis naar bewust goed: evaluatie en toekomst beleid sociaal domein Voorne, rapport april 2018.

Noot
5

Het verslag van de bijeenkomst met partners is apart als bijlage beschikbaar.

Noot
6

De rapportage van het burgerpanelonderzoek is apart als bijlage beschikbaar.

Noot
7

Het verslag van de bewonersavond is apart als bijlage beschikbaar.

Noot
8

cbs.nl

Noot
9

loketgezondleven.nl

Noot
10

vtv2018.nl/ouderdomsziekten

Noot
11

uwv.nl

Noot
12

vtv2018.nl/zorguitgaven

Noot
13

Zorgen voor burgers. De Nationale Ombudsman, 14 mei 2018.

Noot
14

vng.nl/iedereen-doet-mee

Noot
15

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).