Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent het Actieplan integrale veiligheid Westvoorne

Geldend van 29-11-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent het Actieplan integrale veiligheid Westvoorne

1. Inleiding

Op 2 april 2007 is de Kernbeleidsnota integraal veiligheidsbeleid in de commissie ABZM positief besproken. De Kernbeleidsnota vormde het eerste deel van de kadernota integrale veiligheid in Westvoorne en was de basis voor het nu voorliggende Actieplan, waarin de geconstateerde aandachtspunten zijn uitgewerkt tot concrete acties. Hieronder wordt kort ingezoomd op de belangrijkste aspecten uit de kadernota.

Het Westvoornse integrale veiligheidsbeleid wordt ontwikkeld volgens de methode Kernbeleid van de VNG, waarin vijf veiligheidsthema’s worden onderscheiden.

Thema’s uit Kernbeleid Veiligheid (VNG)

Veilige woon- en leefomgeving Overlast tussen bewoners/ botsende leefstijlen

Verloedering/ kwaliteit woonomgeving

Onveiligheidsgevoelens Huiselijk geweld

Geweld op straat Woninginbraak Voertuigcriminaliteit

Overige veel voorkomende vormen van criminaliteit

Drugs- en alcoholoverlast

Bedrijvigheid en veiligheid

Winkelcentra

Bedrijventerreinen Uitgaan/ horeca

Toerisme en onveiligheid

Grootschalige evenementen

Jeugd en veiligheid

Overlast gevende jeugdgroepen

Criminele jeugdgroepen

Alcohol en drugs

Individuele criminele jongeren

Veilig in en om de school 12-minners

Fysieke veiligheid

Verkeersveiligheid

Brandveiligheid gebouwen

Risico’s gevaarlijke stoffen/ externe veiligheid

Risico’s natuurrampen

Risico’s infectieziekten

Integriteit en veiligheid

Radicalisering

Terrorisme

Georganiseerde criminaliteit

Organisatiecriminaliteit

Bestuurlijke integriteit

Westvoorne is een veilige gemeente

Uit de inventarisatie en analyse in de Kernbeleidsnota is gebleken dat Westvoorne op basis van objectieve gegevens is te kwalificeren als een veilige gemeente. Uit de veiligheidsmonitor van de politie is anderzijds gebleken dat de veiligheidsbeleving in Westvoorne, in vergelijking met de andere Rotterdamse regiogemeenten laag is. Dit vraagt om een aanpak die op meer is gericht dan alleen het verbeteren van de objectieve veiligheid; ook aandacht voor de subjectieve veiligheid is van belang.

Aandachtspunten uit de Kernbeleidsnota:

  • -

    Uit het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’ komen onveiligheidsgevoelens als gevolg van hangjongeren, woninginbraak en vandalisme en drugs- en alcoholoverlast als aandachtspunt naar voren.

  • -

    Ten aanzien van ‘bedrijvigheid en veiligheid’ is uitgaan/ horeca een aandachtspunt. Dit hangt nauw samen met het thema drugs- en alcoholgebruik en jeugd en veiligheid.

  • -

    ‘Jeugd en Veiligheid’ komt in zijn geheel naar voren als een belangrijk thema voor het

  • -

    veiligheidsbeleid, met name overlast gevende jeugdgroepen. Aandacht voor 12-minners is uit preventief oogpunt van groot belang.

  • -

    Op het veld ‘fysieke veiligheid’ is alleen de verkeersveiligheid een aandachtspunt omdat men ervaart dat er veel en vaak te hard wordt gereden.

  • -

    Met betrekking tot het veiligheidsveld ‘integriteit en veiligheid’ is georganiseerde criminaliteit een aandachtsveld vanwege de inbraken en de hennepteelt in de kassen.

Visie op veiligheid (kernbeleidsnota)

De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid met betrekking tot veiligheid. Vergunningen, regels en richtlijnen zijn belangrijke instrumenten die de gemeente kan hanteren om de veiligheid te borgen. Maar de gemeente kan dit niet alleen: vooral inwoners en ondernemers spelen hierin een belangrijke rol. Zij moeten zich niet alleen aan de regels houden, maar van hen wordt ook verwacht dat zij daarin een eigen verantwoordelijkheid nemen. Gemeente, burgers en bedrijfsleven gaan aan de slag onder het motto: “Samen werken aan veiligheid, dat werkt!”.

Het integrale veiligheidsbeleid in Westvoorne richt zich op het creëren van duurzame sociale en fysieke veiligheid op het terrein van wonen en recreëren. Vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, burgers en bedrijfsleven wordt met elkaar gezorgd voor een toenemende veiligheid.

Om deze doelstelling te bereiken is, op basis van de inventarisatie, aandacht nodig voor:

  • -

    Behoud en versterking van de bestaande veiligheidssituatie.

  • -

    Werken aan het creëren van een breed besef van veiligheid onder de bevolking.

  • -

    Meer aandacht voor pro-actie en preventie: structurele inbedding van veiligheid.

  • -

    Creëren van een samenhangend netwerk.

  • -

    Inhoudelijke aandacht voor:

    • °

      jeugd en jongeren

    • °

      drugs- en alcoholoverlast

Van kernbeleidsnota naar actieplan

Bij de behandeling van de kernbeleidsnota op 4 april 2007 heeft de commissie ABZM een aantal politieke keuzes gemaakt:

  • -

    Over Westvoorne communiceren als zijnde een veilige gemeente

  • -

    Meer aandacht voor pro-actie en preventie.

  • -

    Repressie als voorwaarde voor het slagen van pro-actie en preventie: meer toezicht en handhaving.

  • -

    Instandhouding van een kleine permanente stuurgroep veiligheid die dicht op de uitvoering zit.

  • -

    Op basis van het Actieplan oordelen of extra capaciteit voor uitvoering van het veiligheidsbeleid nodig is.

  • -

    Wijkveiligheidsplan per kern (maatwerk), waarbij het buitengebied wordt meegenomen met Tinte.

  • -

    Budget reserveren ten behoeve van snelle uitvoering van relatief kleine ingrepen.

  • -

    Beleidsevaluatie per veiligheidsthema meenemen in het Actieplan.

Op basis van de informatie uit het eerste deel, alsmede de politieke keuzes die gemaakt zijn, wordt in deze nota het actieplan gepresenteerd. Het actieplan is een uitvoeringsplan: maatregelen worden benoemd en daarbij wordt aangegeven hoe de maatregelen worden uitgevoerd, wanneer en op welke wijze de financiering plaatsvindt.

De maatregelen die in dit actieplan zijn opgenomen hebben bettrekking op de periode 2007- 2010.

Leeswijzer

In de volgende hoofdstukken wordt het actieplan uitgewerkt. Omdat integraal veiligheidsbeleid een breed beleidsterrein is, is gekozen om een aantal speerpunten te benoemen, waarop de maatregelen zich zullen richten. In hoofdstuk 2 staan deze speerpunten en de concretisering van de maatregelen centraal. De randvoorwaarden voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid staan in hoofdstuk 3.Vervolgens komen in hoofdstuk 4, 5 en 6 achtereenvolgens communicatie, organisatie en financiën aan de orde. In hoofdstuk 6 tenslotte, wordt de beleidsevaluatie besproken.

2 Speerpunten van het integrale veiligheidsbeleid

2.1 Inleiding

Gemeenten hebben een regierol bij de totstandkoming en de sturing op de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Aan de ‘voorkant’ geeft de gemeente aan wat prioriteiten zijn, welke maatregelen gewenst zijn en wat de gewenste resultaten zijn en op basis daarvan voeren de veiligheidspartners (waaronder de gemeente zelf) de maatregelen uit.

De aandachtspunten, de visie en de doelen uit de Kernbeleidsnota worden in dit hoofdstuk uitgewerkt in speerpunten van het integrale veiligheidsbeleid. Ten behoeve hiervan heeft een inventarisatie plaatsgevonden binnen de gemeentelijke organisatie en de Stuurgroep integrale veiligheid. Dit heeft geleid tot een breed scala aan mogelijke acties en maatregelen op de verschillende veiligheidsthema’s, die vervolgens zijn beoordeeld op organisatorische, financiële, politieke en maatschappelijke haalbaarheid. De maatregelen die uit de prioitering voortvloeien zijn in dit hoofdstuk opgenomen bij de verschillende speerpunten.

Burgers en bedrijven hebben geen rol vervuld bij de inventarisatie en prioritering van de speerpunten. Zij krijgen met name in de wijkveiligheidsplannen een actieve rol.

Voor de komende jaren (2007-2010) zijn de volgende speerpunten met betrekking tot integrale veiligheid geformuleerd. De vier speerpunten zijn gelijkwaardig aan elkaar.

  • 1.

    Wijkveiligheid

  • Veiligheid in de woonomgeving is van groot belang voor de veiligheidsbeleving. Uit de veiligheidsmonitor van de politie is eerder al gebleken dat de veiligheidsbeleving niet overeenkomt met de objectieve veiligheid. Aandacht voor wijkveiligheid is daarom van belang.

  • In 2006 is de startnotitie voor de wijkveiligheidsplannen vastgesteld. In de wijkveiligheidsplannen wordt de verbetering van de wijkveiligheid geoperationaliseerd.

  • 2.

    Aanpak vandalisme

  • Uit de politiemonitor blijkt, dat Westvoorne relatief veel te maken heeft met vandalisme en vernielingen en er is veel politieke en maatschappelijke aandacht voor het probleem. De aanpak hiervan is daarom een van de speerpunten.

  • 3.

    Aanpak jeugdoverlast

  • Overlast van hangjeugd is in veel gemeenten een speerpunt in het veiligheidsbeleid. In de raad is de overlast als gevolg van hangjeugd ook als een van de prioriteiten aangegeven. Daarom is het een derde speerpunt van het Westvoornse veiligheidsbeleid.

  • 4.

    Aanpak drank- en drugsgebruik

  • Een vierde speerpunt is de aanpak van drank- en drugsgebruik, wat ook al eerder door de

Vier speerpunten

In deze nota worden de vier speerpunten los van elkaar behandeld. Echter, de vier benoemde speerpunten hangen nauw met elkaar samen en kunnen niet los van elkaar worden gezien. Het is dan ook van belang dat in de uitvoering de samenhang behouden blijft. Op deze manier kunnen de maatregelen elkaar versterken. Voor de overzichtelijkheid en het onderscheid tussen de verschillende speerpunten wordt in de volgende paragrafen ieder speerpunt afzonderlijk behandeld.

Behalve de vier inhoudelijke speerpunten is ook van belang dat de kloof tussen de objectieve en subjectieve veiligheid kleiner wordt. Eerder is geconstateerd dat Westvoorne een veilige gemeente is, maar dat de inwoners zich relatief onveilig voelen in vergelijking met de andere Rotterdamse regiogemeenten. Om deze kloof kleiner te maken, is van belang dat een bewustwordingsproces op gang komt:

  • -

    Bewustwording onder burgers en bedrijven met betrekking tot de inzet van gemeente en politie ten behoeve van de veiligheid.

  • -

    Bewustwording met betrekking tot de invloed die bewoners zélf op veiligheid hebben.

    Enerzijds door zich aan de regels te houden, anderzijds ook door hierin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.

  • -

    Bewustwording bij de lokale veiligheidspartners met betrekking tot de problemen die

    inwoners ervaren met betrekking tot veiligheid.

  • -

    Bewustwording ten aanzien van de feitelijke veiligheid in Westvoorne.

In aansluiting op de maatschappelijke discussie over normen en waarden is in dit kader van belang om ook oog te hebben voor de sociale samenhang en omgangsvormen. Ook hierin zou een bepaalde bewustwording op gang moeten komen: hoe gaan mensen met elkaar om, wat wordt wel getolereerd en wat niet, op welke manier worden mensen aangesproken op hun gedrag etc.

Werken aan bewustwording is daarmee ook een aandachtspunt in de uitvoering van het veiligheidsbeleid, maar omdat dit vooral ondersteunend voor het veiligheidsbeleid is, wordt het behandeld bij de vier genoemde speerpunten. Ook hoofdstuk 4, waarin het communicatieplan staat, richt zich expliciet op dit bewustwordingsproces.

Prioriteren en het benoemen van speerpunten houdt in dat er keuzes worden gemaakt. Als gevolg van de prioritering komen twee aandachtspunten uit de kernbeleidsnota niet terug als speerpunt van het veiligheidsbeleid: verkeersveiligheid en aanpak hennepkwekerijen (georganiseerde criminaliteit). Wel heeft een inventarisatie van maatregelen op deze thema’s plaatsgevonden, deze staan in bijlage 1.

Ook binnen de speerpunten heeft een prioritering van maatregelen plaatsgevonden. In bijlage 2 treft u een overzicht van acties en maatregelen die niet het actieplan zelf staan, maar wellicht in de (nabije) toekomst opgepakt kunnen worden.

Kanttekening

De speerpunten worden in dit hoofdstuk voorzien van doelstellingen waaraan een concreet ambitieniveau wordt gekoppeld, veelal gekwantificeerd in aantallen en percentages. De 0- meting voor het veiligheidsbeleid wordt gevormd door de veiligheidsrapportage Rotterdam- Rijnmond 2006.

Bekend is echter dat aandacht voor veiligheid tot gevolg heeft dat mensen een lagere drempel ervaren om aangifte te doen. Deze laagdrempeligheid is op zichzelf een positieve ontwikkeling, maar zeker in de opstartfase is te verwachten dat het aantal aangiftes zal toenemen. Hierdoor zou een vertekend beeld kunnen ontstaan.

2.2 Wijkveiligheid

Voor de kwaliteit van leven is een veilige woon- en leefomgeving een eerste voorwaarde. Veiligheid in huis, in de straat, in de wijk waar mensen wonen. Ook de subjectieve veiligheid, waarvan is gebleken dat deze in Westvoorne niet correspondeert met de objectieve veiligheid, wordt voor een groot deel bepaald door een veilige woon- en leefomgeving.

Met betrekking tot wijkveiligheid zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • Op pijl houden van het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte: ‘schoon, heel en veilig’. Werken aan bewustwording met betrekking tot ‘schoon, heel en veilig’.

  • Vergroting van de veiligheidsbeleving onder inwoners.

  • Bewoners en bedrijven worden coproducent van leefbaarheid en veiligheid in de wijk. In dit kader spreken we ook wel van vitale coalities.

Ambitieniveau (meetbare resultaten)

  • -

    Aantal mensen dat zich wel eens onveilig voelt in hun eigen omgeving terugbrengen van 16% naar 10% in 2010.

  • -

    Aantal politiemeldingen m.b.t. overlast van 18,4 naar 10 per 1000 inwoners in 2010.

  • -

    Aantal mensen dat ‘schoon en heel’ als een buurtprobleem ervaart, terugbrengen van 14% naar 10% in 2010. Onder ‘schoon en heel’ wordt verstaan: vervuiling op straat, hondenpoep, vuil naast de container, wildplassen, gaten of verzakkingen en vernield straatmeubilair.

(0- meting: veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2006)

In de kernbeleidsnota is aangegeven dat per kern (Oostvoorne, Rockanje en Tinte) een wijkveiligheidsplan wordt gemaakt, waarbij het buitengebied wordt meegenomen in het wijkveiligheidsplan voor Tinte. In 2006 is hiervoor reeds een startnotitie vastgesteld. De wijkveiligheidsplannen vormen een belangrijk instrument voor de verbetering van de feitelijke veiligheid, waardoor ook het aantal overlastmeldingen naar verwachting naar beneden zal gaan. De totstandkoming van de wijkveiligheidsplannen gebeurt op interactieve wijze en levert daardoor ook meer inzicht over hoe de openbare ruimte wordt ervaren door burgers. Daarnaast dragen de wijkveiligheidsplannen bij aan het vergroten van het veiligheidsgevoel.

Gestart wordt met het wijkveiligheidsplan van Oostvoorne, gevolgd door Rockanje en Tinte (inclusief buitengebied). Gekozen is voor Oostvoorne vanwege de problematiek in het uitgaansgebied. De planning is als volgt:

Oostvoorne

oktober/ november 2007 – maart 2008

Rockanje

februari – augustus 2008

Tinte (incl. buitengebied)

juni – oktober 2008

Bij bovenstaande planning is rekening gehouden met een raadsbesluit over dit Actieplan in september.

Maatregelen

Vooruitlopend op de wijkveiligheidsplannen kan al een aantal concrete acties worden benoemd die in ieder geval hierin een plek moeten krijgen:

  • Verwijderen van graffiti. Hiervoor is al eerder een financiële reservering gemaakt en kan uit de reguliere middelen worden betaald.

  • Aanpak van de overlast als gevolg van hondenpoep. Dit blijkt een van de grootste ergernissen in Nederland en wordt door de Westvoornse inwoners het vaakst genoemd als buurtprobleem, zo is gebleken uit de politiemonitor. Voor de aanpak van de hondenpoepoverlast is geen budget gereserveerd. Daarnaast ontbreekt een beleidsmatige inbedding (zie ook hoofdstuk 4 m.b.t. randvoorwaarden).

  • Het maken van afspraken tussen bewoners en jongeren over het gebruik van hangplekken. Zie ook: aanpak jeugdoverlast, pagina 10.

  • Aanbrengen van verlichting bij cultureel centrum de Merel als maatregel om de overlast en vandalistisch gedrag van hangjongeren tegen te gaan. Hiervoor is budget beschikbaar.

Ook voor nieuwbouwwijken is van belang proactief aandacht te hebben voor veiligheid. De volgende acties/ maatregelen worden hiervoor voorgesteld:

  • Het maken van sluitende afspraken over de beveiliging van nieuwbouwlocaties met projectontwikkelaars. Op dit moment wordt bij incidenten extra beveiliging voor nieuwbouwlocaties ingezet, maar dan is het vaak al te laat. Het is daarom van belang op voorhand hierover afspraken te maken met projectontwikkelaars, waarbij de verantwoordelijkheid en kosten zoveel mogelijk bij de projectontwikkelaar worden neergelegd.

  • Nieuwbouwplannen toetsen op het Keurmerk Veilig Wonen. Dit keurmerk heeft niet alleen betrekking op veiligheid in en van de woning, maar ook op veiligheid in de openbare ruimte van woongebieden.1

  • Speel- en verblijfsplekken aanwijzen in nieuwbouwplannen. Dit betekent dat dit ook in de bestemmingsplannen vertaald wordt en dat bestemmingsplannen getoetst worden aan de normen voor speelruimte, zodat op voorhand bij iedereen bekend is waar kinderen en jongeren een plek hebben.

  • De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor de bestemmingsplannen reeds. Het vertalen van deze plekken in het bestemmingsplan zal daarom geen extra investering met zich meebrengen.

In de volgende tabel worden de genoemde maatregelen geprioriteerd, een termijn waarop hiermee wordt gestart en welke partijen betrokken zijn bij de uitvoering.

Maatregel

Prioriteit

Termijn

Betrokken partijen in de uitvoering

Wijkveiligheidsplannen

Hoog

Vanaf oktober/

november 2007

- Diverse gemeentelijke afdelingen

- Politie

- Bewonersvertegenwo

ordiging

- Basisscholen

- Jeugd/ jongeren

- Projectontwikkelaars

- Regiogemeenten

Verwijderen graffiti

Gemiddeld

Gekoppeld aan wijkveiligheidsplanne

n

Vervangen verlichting bij de Merel

Hoog

Binnen bestaande financiën.

Aanpak hondenpoepoverlast

Gemiddeld

Gekoppeld aan wijkveiligheidsplanne n

Sluitende afspraken met

projectontwikkelaars

bij nieuwbouw

Gemiddeld

Bij eerstvolgende nieuwbouwplan.

Keurmerk Veilig

Wonen

Hoog

Loopt reeds in de regio.

Speel- en verblijfsplekken in

bestemmingsplan

opnemen

Gemiddeld

Bij eerst volgend nieuwbouwplan en/ of

bestemmingsplanherz

iening

Inzet van politie ten behoeve van wijkveiligheid

Het wijkwerkplan van de politie vormt een basis voor het wijkveiligheidsplan. Met het wijkwerkplan worden werkafspraken tussen gemeente en politie gemaakt. De commissie ABZM heeft in het wijkwerkplan van 2007 een ‘couleur locale’ aangebracht en aangegeven wat belangrijke punten zijn: huiselijk geweld, drugsaanpak, aanpak hoge snelheden binnen de bebouwde kom, overlast van bromfietsen, diefstal van (gemeentelijke) kunstwerken en schadeverhaal als gevolg van vandalisme. Het wijkwerkplan voor 2007 is opgenomen in bijlage 3.

Op basis van het wijkwerkplan en ten behoeve van de gezamenlijke uitvoering van het integrale veiligheidsbeleid wil de politie onderzoeken of het mogelijk is om een pilot op te starten voor zgn. ‘5 minuten gesprekken’. Deze gesprekken zijn gekoppeld aan de wijkveiligheidsplannen. Studenten van de politieschool gaan in 2 nog aan te wijzen straten huis aan huis bezoeken afleggen. Er worden korte informele gesprekken gevoerd met bewoners. Doel hiervan is zien en gezien worden: de gesprekken leveren veel informatie op over de feitelijke veiligheid en de veiligheidsbeleving enerzijds en anderzijds is de politie op deze manier ook zichtbaar. In andere plaatsen is gebleken dat deze gesprekken door bewoners zeer positief worden ervaren. Van belang is de terugkoppeling en afstemming over de informatie, zodat bij signalen ook vervolg hieraan gegeven kan worden. Na de pilot worden de resultaten geëvalueerd.

2.3 Aanpak vandalisme

De Eilanden hebben te kampen met hoge cijfers op het gebied van vandalisme en ook Westvoorne. In de gemeenteraad is al eerder aangegeven dat vandalisme aangepakt zou moeten worden. De kosten als gevolg van vandalisme en vernielingen worden steeds hoger en kunnen tot nu toe zelden worden verhaald op de daders.

De doelstelling is om vandalisme aan te pakken, zodat de kosten als gevolg hiervan omlaag gaan. Een tweede doelstelling is om mensen bewust te maken van de maatschappelijke kosten die gepaard gaan met het herstellen van de schade en het preventief aanleggen van ‘hufterproof’ straatmeubilair.

Ambitieniveau (meetbare resultaten )

  • -

    Aantal politiemeldingen m.b.t. vandalisme terugbrengen van 10,1 naar 5 per 1000 inwoners in 2010.

  • -

    Vermindering van de kosten als gevolg van vernielingen met 10% in 2010 op basis van de registratie bij Gemeentewerken.

(0- meting: veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2006)

Maatregelen

Voor de aanpak van vandalisme worden zowel preventieve als repressieve maatregelen genomen:

  • Zoveel mogelijk strafrechtelijk vervolgen van daders, waarbij de veroorzakers aansprakelijk worden gesteld voor de schade en de kosten zoveel mogelijk worden verhaald. Dit wordt al gedaan, maar een probleem bij vernielingen is dat lang niet altijd bekend is wie een vernieling heeft gepleegd. Extra inzet van de Gemeentelijke Opsporingsambtenaar en politie wordt wenselijk geacht om de pakkans te vergroten en de schade te kunnen verhalen (zie ook randvoorwaarden op pagina 14). Jongerenwerkers vervullen reeds een signaalfunctie met betrekking tot het signaleren van overlastgevende jeugd.

  • Het is daarnaast ook van belang om bewustwording te creëren met betrekking tot het signaleren van vernielingen, door bewoners te informeren over de mogelijkheden die zij hebben om dit te melden. Een goede terugkoppeling over wat er met bewonerssignalen is gebeurd is van belang voor de betrokkenheid. De samenwerking tussen gemeente, politie en openbaar ministerie van belang voor de aanpak van vandalen.

  • In kaart brengen en intensief beheren van slooproutes: routes van en naar uitgaansgelegenheden worden na ieder weekend gecontroleerd en vernielingen worden zo snel mogelijk hersteld. Hier gaat een preventieve werking van uit, want bekend is dat vernielingen in de openbare ruimte stimuleren om nog meer vernielingen aan te brengen. Hiervoor is nog geen (extra) budget gereserveerd, de kosten worden tot nu toe betaald uit de onderhoudsbudgetten. De kosten voor intensief beheer van de slooproutes worden op geraamd op €52000 (op basis van de gegevens over 2007 tot nu toe).

  • De verlichting bij de strandovergangen voldoet niet aan de gemeentelijke eisen met betrekking tot veiligheid en is onderhevig aan vernielingen, evenals de bebording en de afzettingen voor parkeerplaatsen. De gemeente zal in overleg treden met het recreatieschap over het vandalismeproof maken van de strandverlichting, bebording en afzettingen voor parkeerplaatsen.

  • Continuering van de maandelijkse publicatie van de kosten als gevolg van vernielingen, waarbij zichtbaar is hoe het verloop in de tijd is. Op deze manier ontstaat bewustwording met betrekking tot de maatschappelijke kosten die vandalisme met zich meebrengt. De reguliere gemeentepagina kan hiervoor worden gebruikt en brengt geen extra investeringen met zich mee.

In de volgende tabel worden de genoemde maatregelen geprioriteerd, een termijn waarop hiermee wordt gestart en welke partijen betrokken zijn bij de uitvoering.

Maatregel

Prioriteit

Termijn

Betrokken partijen in deuitvoering

Begeleiding uitgaanspubliek

Hoog

Vindt reeds zoveel mogelijk plaats

Politie Gemeente Push

Openbaar ministerie

Recreatieschap

Kostenverhaal op daders

Hoog

Vindt reeds zoveel mogelijk plaats

Intensief beheer van slooproutes

Gemiddeld

Vanaf 2009

Maandelijke publicatie kosten vandalisme

Gemiddeld

Vindt al plaats

In overleg met recreatieschap

verlichting, bebording

en afzetting parkeerplaatsen

Gemiddeld

Vanaf tweede helft

2007

Inzet van politie ten behoeve van vandalismebestrijding

Met name op uitgaansavonden vinden veel vernielingen plaats. Meer begeleiding van uitgaanspubliek op stapavonden door de politie (zowel in de omgeving van de horeca als bij evenementen) is van belang om vernielingen te voorkomen. Het doel is om vandalen in een zo vroeg mogelijk stadium te isoleren. De politie voert deze maatregel reeds uit, waarbij ook ouders betrokken worden in het vervolgtraject. Indien de overlast erger wordt kan daarbij mogelijk een regionaal videoteam (ambulant) worden ingezet. Het doel hiervan is om de overlast aan te pakken, anderzijds ook om ouders te confronteren met de overlast die hun kinderen veroorzaken door hen de video-opnamen te tonen. Inzet van een ambulant videoteam is echter een zwaar middel en brengt een behoorlijke investering met zich mee.

2.4 Aanpak jeugdoverlast

Jeugd, en met name de overlast van hangjeugd, is in veel Nederlandse gemeenten een punt van aandacht in het kader van veiligheidsbeleid. Ook in Westvoorne staat overlast van jongeren hoog op de politieke en maatschappelijke veiligheidsagenda. Het gaat daarbij niet alleen om overlast (waaronder vernielingen zoals in de vorige paragraaf beschreven), maar ook om het gebruik van drugs en alcohol onder jongeren. Het laatste (drank- en drugsgebruik onder jongeren) is een apart aandachtspunt en wordt in de volgende paragraaf uitgewerkt.

Overlast van hangjeugd is een van de belangrijkste factoren die van invloed is op de veiligheidsbeleving in Westvoorne, zo is gebleken uit de veiligheidsmonitor van de politie. Dit hangt samen met vernielingen/ vandalisme (zie thema veilige woon- en leefomgeving).

Voor de aanpak op het thema jeugd en veiligheid is een goede afbakening noodzakelijk, omdat het gevaar bestaat dat het veiligheidsbeleid bepalend wordt voor de doelen op aanverwante beleidsterreinen zoals jeugdbeleid. Daarom richten we ons hier primair op de overlastgevende groep, cq. de groep die overtredingen begaat.

Dat wil niet zeggen dat er geen gebruik wordt gemaakt van het bestaande beleid, de expertise en lopende beleidsontwikkelingen op aanverwante beleidsterreinen. Dat is immers het kenmerk van een integrale aanpak. Dit jaar is de WMO in werking getreden en op het gebied van preventieve ondersteuning voor jeugd heeft de WMO raakvlakken met veiligheid. Het nieuwe jeugdbeleid wordt naar verwachting in 2008 ontwikkeld.

De centrale doelstelling met betrekking tot de aanpak van jeugdoverlast is het creëren van een vangnet om jeugdoverlast te verminderen én om te voorkomen dat jongeren vervallen in overlastgevend gedrag.

Ambitieniveau (meetbare resultaten)

  • -

    Percentage mensen dat overlast van jeugdgroepen als een buurtprobleem ervaart terugbrengen van 10% naar 5% in 2010.

(0- meting: veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2006)

Maatregelen

Gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden met betrekking tot het signaleren en aansturen van instanties die zich bezig houden met jeugd en jongeren die op een of andere manier in problemen zijn, zoals scholen en jeugdzorg. In het nieuwe jeugdbeleid, zal deze regierol verder worden uitgewerkt en komt in deze nota verder niet aan de orde.

Vooruitlopend op het nieuwe beleid, worden de volgende maatregelen voorgesteld:

  • Overlastgevende jeugd wordt jaarlijks in beeld gebracht en in 3 groepen gecategoriseerd: niet overlastgevend, overlastgevend, overtredend. Dit is in het werkplan van Push opgenomen. Voor een betere aanpak van de individuele raddraaiers is echter van belang om deze groepen constant te kunnen monitoren. Hiervoor zou op jaarbasis 200 uur extra ingekocht moeten worden en dit betekent dat er extra middelen nodig zijn om deze groepen actief te benaderen (zie ook hst. 6 Financiën).

  • Ten behoeve van een sluitende aanpak voor overlastgevende jeugd (een individuele aanpak) is de samenwerking tussen politie, gemeente en jongerenwerk van belang. Ook inschakeling van andere partijen, zoals bemoeizorg en GGD zijn in het kader van een sluitende aanpak cruciaal.

  • Er wordt regionaal gewerkt aan het opzetten van een jongeren volgsysteem. Hierin worden jongeren opgenomen waarbij problemen gesignaleerd worden(zgn. multi-problem cases). Westvoorne kan op deze regionale ontwikkeling aanhaken, zodat er een beter zicht ontstaat op jongeren die in de problemen dreigen te komen en hier ook preventief acties op ondernomen kunnen worden. In het nieuwe jeugdbeleid wordt dit verder uitgewerkt. Voor het opzetten van het volgsysteem zijn nog geen middelen beschikbaar, de kosten worden geschat op €5000.

  • In aansluiting hierop zal worden gekeken of aangehaakt kan worden op de inzet van een jeugdcoach uit Spijkenisse. De jeugdcoach begeleidt probleemjongeren en hun ouders om te voorkomen dat zij nog verder in de problemen komen. Hiervoor zijn geen middelen gereserveerd.

  • Een verdere implementatie van het schooladoptieplan, waarbij politieagenten lesgeven op de basisschool. Het Schooladoptieplan wordt reeds toegepast in Westvoorne en wordt de komende periode (2007-2008) gecontinueerd. De afstemming tussen scholen, politie en gemeente is hiervoor van belang. Omdat hiervoor reeds budget is, hoeft er geen extra investering worden gedaan.

  • Continueren van ‘Pak je Kans’, een preventieve aanpak gericht op jongeren die problematisch gedrag vertonen. De aanpak wordt in samenwerking met politie en jeugdzorg uitgevoerd. De budgetten hiervoor zijn reeds gereserveerd en er zijn geen extra middelen nodig.

  • Continuering van ‘Kom op voor jezelf’, een weerbaarheidproject voor jeugd dat door de GGD in samenwerking met de scholen wordt uitgevoerd. Hiervoor zijn structurele middelen beschikbaar.

  • Om de overlast op straat op zaterdagavond te verminderen wordt een pilot gestart waarbij een van de twee jeugdcentra op zaterdagavond open wordt gesteld. Na een kwartaal wordt de pilot geëvalueerd op basis waarvan gekeken wordt of de openstelling structureel wordt.

  • Om de pilot te kunnen houden, moet 48 uur extra jongerenwerk ingekocht worden (zie ook hst. 6 Financiën). Hiervoor zijn momenteel (nog) geen middelen beschikbaar.

  • De overlast die wordt veroorzaakt door hangjeugd krijgt in de wijkveiligheidsplannen aandacht. Het is daarbij van belang dat jongeren een plek hebben ín de samenleving, maar dat aan de andere kant de overlast voor omwonenden vermindert. Dit kan door goede afspraken te maken met jongeren en omwonenden hierover en deze afspraken over het gebruik van hangplekken ook te handhaven.

In de volgende tabel worden de genoemde maatregelen geprioriteerd, een termijn waarop hiermee wordt gestart en welke partijen betrokken zijn bij de uitvoering.

Maatregel

Prioriteit

Termijn

Betrokken partijen in deuitvoering

In beeld krijgen jeugdgroepen

Hoog

Loopt reeds

Gemeente Push Scholen Politie

Jeugd/ jongeren

Bewoners

Openbaar ministerie

Jeugdzorg

Monitoring jeugdgroepen

Hoog

2009

Aanhaken op jongeren volgsysteem/

multisignalering

Gemiddeld

Loopt reeds in de regio, aanhaken van

Westvoorne vanaf

2009.

Verdere implementatie vanhet

schooladoptieplan

Gemiddeld

Loopt al.

Continueren van ‘Pak je kans’

Gemiddeld

Loopt al.

Pilot openstelling jeugdcentrum

Gemiddeld

2009

Afspraken tussen jongeren en omwonenden over gebruik hangplekken

Hoog

Gekoppeld aan wijkveiligheidsplanne n

Inzet van politie ten behoeve van aanpak jeugdoverlast

De inzet van politie is gericht op een individuele aanpak van overlastgevende jongeren. Daarbij worden zowel de jongeren als hun ouders betrokken in het vervolgproces, zodat ouders ook bewust worden van het gedrag van hun kinderen.

2.5 Aanpak drank- en drugsgebruik

De aanpak van drank- en drugsgebruik is een belangrijk politiek aandachtspunt in Westvoorne. Met name het gebruik onder jongeren krijgt veel aandacht, hoewel uit de cijfers blijkt dat de Westvoornse jeugd hierin niet afwijkt ten opzichte van jongeren in andere gemeenten.

In het kader van veiligheid is het centrale doel om de overlast als gevolg van drugs- en alcoholgebruik te verminderen. Daarbij is vanuit preventief en proactief oogpunt de relatie met het gezondheidsbeleid van belang. Het gezondheidsbeleid wordt nog in 2007 herijkt. Vooruitlopend hierop kan al wel een aantal maatregelen worden benoemd om te voorkomen dat zich, als gevolg van drugs- en alcoholgebruik, overlastsituaties voordoen

Voor de repressie/ handhaving is de samenwerking tussen gemeente, horeca en politie een belangrijke voorwaarde.

Ambitieniveau (meetbare resultaten)

- Percentage mensen dat overlast van dronken mensen als buurtprobleem ervaart van 3% terugbrengen naar 1% in 2010.

- Percentage mensen dat drugsoverlast als buurtprobleem ervaart van 3% terugbrengen naar 1% in 2010.

(0- meting: veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2006)

Maatregelen

De volgende maatregelen worden voorgesteld:

  • Een periodiek horeca overleg, waarin informatie wordt uitgewisseld, problemen worden besproken en gezamenlijk naar oplossingen wordt gezocht. Items die aan de orde kunnen komen zijn: toegangsontzeggingen, exploitatievergunningen, aanpassen sluitingstijden, veiligheid binnen en buiten het café of de disco, overmatig drankgebruik, gebruik van drugs in horecagelegenheden. Dit overleg is er nog niet en zal daarom extra inspanningen en dus capaciteit vergen.

  • Een volgende stap in de samenwerking tussen horeca, gemeente en politie zou kunnen zijn het maken van horecabeleid en het sluiten van een horecaconvenant.

  • Continuering van de toepassing van de wet BIBOB bij nieuwe horecagelegenheden, waarbij de integriteit van de horecaondernemers gecontroleerd wordt. Met de Wet BIBOB kan de gemeente malafide ondernemers buiten de deur houden en zo een bijdrage leveren aan gezond en integer ondernemerschap. Deze maatregel wordt reeds toegepast indien twijfel bestaat over een horecaondernemer.

  • Door het strenge horecabeleid en -aanpak van Rotterdam hebben de gemeenten in de in de regio steeds vaker te maken met malafide ondernemers. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente steeds vaker de zogenaamde lichte BiBOB-toets uitvoeren, waardoor een groter beroep wordt gedaan op de gemeentelijke capaciteit voor openbare orde en veiligheid.

  • Met betrekking tot de preventieve aanpak van drugsgebruik wordt jaarlijks een spreidingsplan door Spijkenisse (centrumgemeente) vastgesteld. Binnen dat afsprakenkader is het mogelijk om in 2008 een voorlichtingsavond in Westvoorne te organiseren. Om bekendheid te geven aan de voorlichtingsavond, wordt in horecagelegenheden en op de gemeentepagina in samenwerking met Bouwman GGZ een aankondiging geplaatst. Indien bij iemand cocaïnegebruik is vastgesteld, is hij/ zij verplicht deze avond bij te wonen.

  • Afhankelijk van de resultaten wordt gekeken of de voorlichtingsavond een meer structureel karakter kan krijgen of niet. De kosten hiervoor worden geraamd op €500 per bijeenkomst.

  • Hiervoor zijn echter geen budgetten beschikbaar.

  • De personen die in 2006 bekend zijn geworden als cocaïnegebruiker worden actief benaderd voor een follow up.

In de volgende tabel worden de genoemde maatregelen geprioriteerd, een termijn waarop hiermee wordt gestart en welke partijen betrokken zijn bij de uitvoering.

Maatregel

Prioriteit

Termijn

Betrokken partijen in deuitvoering

Horecaoverleg

Hoog

2008

Push

Bouman GGZ Gemeente

Politie

Eneco

Openbaar ministerie

GGD

Toepassing BIBOB

Hoog

Loopt al.

Horecaconvenant

Laag

Lange termijn

Voorlichtingsavonden over drugsgebruik

Hoog

2008

Follow up voor cocaïnegebruiker

Gemiddeld

2007

Inzet van politie

De politie treedt vooral handhavend op:

  • Er worden 4x per jaar alcoholcontroles gehouden door politie.

  • Meldingen ten aanzien van hennepgebruik en – kwekerijen worden door de politie nagetrokken en twee keer per jaar worden warmtemetingen uitgevoerd door politie i.s.m. Eneco om te kijken of er hennepkwekerijen zijn. Ook dit is reeds in het wijkwerkplan van de politie opgenomen.

  • Meer aanwezigheid van politie tijdens sluitingstijd van horeca en na afloop van evenementen om overlastsituaties te voorkomen. Zie aanpak vandalisme op pagina 10.

3 Randvoorwaarden

In het vorige hoofdstuk is een groot aantal concrete, uitvoeringsgerichte, maatregelen benoemd waarmee invulling kan worden gegeven aan de speerpunten van het lokaal integraal veiligheidsbeleid.

Om als gemeente echter een goede regierol te kunnen vervullen in het veiligheidsbeleid, verdient het aanbeveling om aandacht te besteden aan een aantal randvoorwaarden. Op dit moment ontbreekt het nog aan deze randvoorwaarden of worden zij nog niet voldoende ingevuld.

Deels komen de randvoorwaarden terug bij de volgende hoofdstukken (communicatie, organisatie en financiën), daarnaast zijn ook randvoorwaarden verbonden aan de speerpunten zelf.

Voor de invulling van deze randvoorwaarden is met name gemeentelijke capaciteit, cq. inzet van mensen nodig. In hoofdstuk 6 (Financiën) wordt de capaciteitsvraag in beeld gebracht.

Wijkveiligheid

Verbetering van de klachtenregistratie (intern en extern)

Niet alle bewoners zullen (even)actief betrokken zijn bij de ontwikkeling van de wijkveiligheidsplannen. Toch is van belang dat ook bewoners die niet bij de wijkveiligheidsplannen betrokken zijn klachten, problemen, overlast, signalen etc. kunnen melden en dat hieraan vervolg gegeven kan worden. Voorwaarde is dat de verschillende klachtensoorten geregistreerd en gekoppeld kunnen worden in een informatiesysteem en dat de mogelijkheid wordt gecreëerd om ook via internet klachten te melden.

Aanpassen van bestemmingsplannen met speel- en verblijfsplekken

Een van de proactieve maatregelen ter verbetering van de veiligheid in de wijken is het bestemmen van speel- en verblijfsplekken bij nieuwbouw. Dit betekent dat de opzet/ structuur van de gemeentelijke bestemmingsplannen hierop aangepast moet worden.

Maken van structurele afspraken met regio over toepassing keurmerk veilig wonen.

Zoals in paragraaf 2.2 is aangegeven wordt aangehaakt op de regionale ontwikkeling ten aanzien van het Keurmerk Veilig Wonen. Het is van belang om met de regio afspraken te maken hierover en deze ook SMART te maken, zodat dit ook tot de gewenste resultatenleidt.

Ontwikkelen van een afsprakenkader voor projectontwikkelaars

Het is de bedoeling om vernielingen op of in de buurt van nieuwbouwlocaties zoveel mogelijk te voorkomen door hierover in een vroeg stadium afspraken te maken met projectontwikkelaars. Om ervoor te zorgen dat voor ieder nieuwbouwproject dezelfde afspraken gelden, zou een vast afsprakenkader ontwikkeld moeten worden waarvan projectontwikkelaars in een vroegtijdig stadium op de hoogte gebracht kunnen worden.

Hondenpoepbeleid

Zoals eerder aangegeven is uit de politiemonitor gebleken dat veel Westvoornse inwoners hondenpoep als een belangrijke bron van overlast ervaren. Om deze overlast aan te kunnen pakken, is een beleidsmatige inbedding van eventuele maatregelen een voorwaarde, ook om te kunnen gaan handhaven.

Economisch overleg.

Hoewel veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelgebieden niet als een van de speerpunten is benoemd, is wel van belang om de ontwikkelingen hierin te blijven volgen in het kader van de wijkveiligheidsplannen. Het economisch overleg, het lokale platform voor bedrijven, waarin ook de gemeente participeert, zal deze signalerende rol vervullen.

Aanpak vandalisme

Intensief beheer slooproutes.

Op dit moment worden reparaties als gevolg van vernielingen betaald uit de verschillende onderhoudsbudgetten (bijv. voor groen, wegen, openbare ruimte). Deze kosten hebben geen aparte post in de administratie. Om de kosten als gevolg van vandalisme beter inzichtelijk te maken, wordt in de toekomst onderzocht hoe de administratie hierop beter ingericht kan worden.

Onderzoeken van de mogelijkheid om graffitibeleid te ontwikkelen

Een van de vormen van vandalisme waarmee Westvoorne te maken heeft, is graffiti. Omdat op dit terrein geen beleid is, noch afspraken hierover zijn vastgelegd, ontbreken mogelijkheden om hier proactief op te sturen (bijvoorbeeld toepassing van materialen die minder graffitigevoelig zijn). Afhankelijk van de prioriteit die wordt gegeven aan de bestrijding van graffiti zou nieuw beleid ontwikkeld kunnen worden.

Vereenvoudiging van procedure gemeentelijke aangiftes bij politie

De gemeente doet van iedere vernieling aangifte, maar hiervoor moet wel altijd iemand persoonlijk naar het politiebureau in Hellevoetsluis of Spijkenisse. Deze werkwijze is weinig efficiënt en in overleg met de politie wordt onderzocht of het mogelijk is de gemeentelijke aangiftes op een andere manier te organiseren (bijv. digitaal).

Daderaanpak/ kostenverhaal

Voor een sluitende aanpak op dit terrein zijn goede interne procedures én procedureafspraken met politie van belang. Op dit moment ontbreken eenduidige afspraken hierover.

Aanpak jeugdoverlast

Integrale samenwerking tussen politie, gemeente en jongerenwerk (Push)

Een voorwaarde om de aanpak van jeugdoverlast te laten slagen is de integrale samenwerking tussen politie, gemeente en jongerenwerk (Push). Daarom wordt het huidige preventieoverleg Jeugd gecontinueerd in een werkgroep jeugd en veiligheid (zie ook hoofdstuk 6 over organisatie).

Daarnaast is ook de samenwerking met de scholen, Jeugdzorg, de GGD en Bouwman GGZ van belang voor zowel de preventieve als repressieve aanpak van probleemjongeren.

Aanpak drank- en drugsgebruik

Eén vast aanspreekpunt voor horeca binnen de gemeente

Gezien de overlast op stapavonden (als gevolg van drank- en drugsgebruik), de rol van de gemeente bij de afgifte bij de diverse vergunningen op horecagebied en de relatie met politie, brandweer en andere instanties, heeft de gemeente één vast aanspreekpunt benoemd voor alles dat met Horeca te maken heeft: de beleidsmedewerker openbare orde

4 Communicatieplan

Inleiding

Een belangrijk aspect van het veiligheidsbeleid is communicatie. Vanaf de start van de uitvoering van dit actieplan zal daarom veel aandacht aan communicatie worden besteed. Met name in de wijkveiligheidsplannen, want daarin maakt communicatie deel uit van het proces zélf.

In dit hoofdstuk wordt een communicatieplan op hoofdlijnen uitgewerkt. Bij de ontwikkeling van de wijkveiligheidsplannen wordt per wijkveiligheidsplan een afzonderlijk communicatieplan gemaakt, toegespitst op de situatie in de verschillende kernen. Dit wordt opgestart bij de start van de wijkveiligheidsplannen en komt in dit hoofdstuk daarom niet aan de orde.

Doel

Het doel van dit communicatieplan is om op hoofdlijnen aan te geven op welke manier communicatie wordt ingezet om het veiligheidsbeleid te versterken. Communicatie is immers meer dan het publiceren van een artikel in de krant of het geven van een presentatie; aan iedere directe en indirecte vorm van interactie zit een communicatie aspect. Het is daarom van belang om communicatie zo effectief en zo strategisch mogelijk in te zetten.

De kernboodschap is dat Westvoorne een veilige gemeente is en dat gemeente en politie hiervoor veel in het werk stellen, maar dat vooral bewoners en ondernemers hierin een belangrijke rol hebben. De kernboodschap wordt ondersteund door de communicatiestrategie op de volgende doelstellingen te richten:

  • -

    Verbeteren van de subjectieve veiligheidsbeleving.

  • -

    Duidelijk maken dat burgers ook een eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen bij het vergroten van de veiligheid, bijvoorbeeld door mensen op hun gedrag aan te spreken.

  • -

    Laten zien wat gemeente en politie doen om de veiligheid te vergroten.

Proces

Het communicatieproces is gekoppeld aan de organisatiestructuur (zie hoofdstuk 5) en aan de maatregelen die genomen worden. Voor de eenduidigheid vindt communicatie met betrekking tot het veiligheidsbeleid door 1 persoon plaats, namelijk de projectportefeuillehouder. In dit geval is dat de burgemeester.

De inhoudelijke boodschap, het taalgebruik en de in te zetten communicatiemiddelen moeten in overeenstemming zijn met de doelen zoals hiervoor aangegeven. Op die manier kan communicatie het beleid op de juiste manier ondersteunen. Het is daarnaast ook van belang hierin een zekere eenheid/ structuur aan te brengen: het gaat er immers niet om, om zoveel mogelijk te communiceren, maar om zo goed mogelijk te communiceren.

Het is cruciaal om de boodschap tegelijk ook zichtbaar te maken, dit wordt gedaan door 1 van de speerpunten meteen aan te pakken en hiermee ook het communicatieproces te starten. Dit zou een gezamenlijke actie moeten zijn van politie en gemeente op een probleem waar de burgers veel overlast van ervaren. Door te starten met een actie wordt de boodschap ondersteund en wordt de basis gelegd om burgers actief te kunnen betrekken bij de wijkveiligheidsplannen.

Daarnaast is ook van belang om gedurende het hele proces te communiceren op het moment dat een maatregel in gang wordt gezet en met regelmaat terug te koppelen wat de resultaten van de acties zijn geweest. Ook als maatregelen niet succesvol blijken te zijn, wordt hierover gecommuniceerd.

Instrumenten

Ten behoeve van het veiligheidsbeleid worden diverse communicatie-instrumenten ingezet:

  • -

    De projectkrant, waarin periodiek een mijlpaal van het veiligheidsbeleid belicht kan worden.

  • -

    De Westvoornse Courant, waarin maatregelen aangekondigd kunnen worden en waar de voortgang gemeld kan worden.

  • -

    Perspresentaties, persberichten en advertorials in bijvoorbeeld het Algemeen Dagblad.

  • -

    Overleggen kunnen ook worden gebruikt als communicatie instrument, zoals het horecaoverleg.

Voor de wijkveiligheidsplannen kunnen ook andere communicatie instrumenten worden gehanteerd, zoals een wijkschouw, bewonersbijeenkomsten, wijktafels en het internet.

5 Organisatie

In hoofdstuk 2 is geconstateerd dat de speerpunten van het veiligheidsbeleid een grote onderlinge samenhang kennen. Het is van belang dat de organisatie van het veiligheidsbeleid aansluit op deze samenhang, en dat daarnaast de organisatie voldoende krachtig is om de maatregelen op de juiste manier uit te voeren.

De volgende organisatiestructuur wordt na vaststelling van het Actieplan opgezet:

afbeelding binnen de regeling

Toelichting op de structuur:

De strategische sturing op het veiligheidsbeleid vindt plaats in de stuurgroep veiligheid, waarin de volgende mensen deelnemen:

  • -

    Burgemeester

  • -

    Wethouder

  • -

    Gemeentesecretaris

  • -

    Hoofd afdeling maatschappelijke zaken

  • -

    Wijkteamchef politie

  • -

    Openbaar Ministerie

  • -

    Beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid (OOV)

De stuurgroep komt periodiek bij elkaar en bewaakt het proces en neemt besluiten ten aanzien van in te zetten maatregelen. Afhankelijk van de agenda kan ook de communicatieadviseur aan de stuurgroep deelnemen.

Daarnaast kunnen voor bepaalde onderwerpen ook andere partijen aanschuiven in de stuurgroep, bijvoorbeeld een vertegenwoordiging namens bedrijven of horeca.

De voorbereiding van de stuurgroep wordt gedaan door de burgemeester en de beleidsmedewerker OOV.

Het gemeentelijk managementteam draagt zorg voor de inzet van gemeentelijk capaciteit en is verantwoordelijk voor het signaleren van mogelijke knelpunten hierin. Daarnaast heeft het MT ook een inhoudelijke signaalfunctie ten aanzien van de problemen op het gebied van veiligheid.

De feitelijke uitvoering van het veiligheidsbeleid vindt plaats in een tweetal werkgroepen. De reeds bestaande werkgroep jeugdenveiligheid (wat voorheen het preventieoverleg jeugd was) bestaat uit de volgende mensen:

  • -

    Beleidsmedewerker jeugd en gezondheidszorg

  • -

    Buurtagent

  • -

    Bureauhoofd civieltechnische buitendienst

  • -

    Coördinator van het jongerenwerk (Push)

Daarnaast wordt voor de wijkveiligheidsplannen per kern een nieuwe werkgroep opgestart. Structureel heeft deze werkgroep de volgende deelnemers:

  • -

    Beleidsmedewerker OOV

  • -

    Bureauhoofd wonen

  • -

    Bureauhoofd civieltechnische buitendienst

  • -

    Buurtagent

  • -

    Communicatieadviseur

Per kern wordt bezien wie nog meer in de werkgroep deelnemen, te denken valt aan:

  • -

    bewoners

  • -

    scholen

  • -

    horeca

  • -

    winkeliers

  • -

    bedrijven

Beide werkgroepen komen maandelijks bij elkaar.

Uitvoeringsorganisatie

De gemeentelijke uitvoeringsorganisatie is cruciaal bij een goede operationalisering van de afspraken die in de Stuurgroep en in de werkgroepen worden gemaakt. Met name voor de wijkveiligheidsplannen is de wisselwerking tussen beleid, afspraken en de praktische uitvoerbaarheid een kritische succesfactor. Hieraan zal dan ook extra aandacht worden besteed bij de ontwikkeling van de wijkveiligheidsplannen.

6 Financiën

6.1 Inleiding

Gezien de bezuinigingsopgave is bij de prioritering van de maatregelen in dit actieplan nadrukkelijk gekeken naar de financiën. Er is vooral gekeken naar maatregelen die gerealiseerd kunnen worden:

  • -

    met een beperkte (financiële) inspanning, zogenaamde quick wins;

  • -

    binnen de reguliere budgetten;

  • -

    met de reservering die in de Kadernota is gedaan voor veiligheid (€60.000).

Vervolgens is gekeken welke maatregelen noodzakelijk worden geacht, maar die niet binnen een van de bovenstaande categorieën gedekt kunnen worden en waarvoor in de toekomst (begroting 2009) aanvullende financiering gereserveerd zou moeten worden.

In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht op welke wijze de maatregelen worden gefinancierd. Tenslotte wordt ook gekeken in hoeverre de randvoorwaarden uit hoofdstuk 3 aanvullende vragen om extra middelen.

6.2 Quick Wins (maatregelen die een beperkte inspanning vragen)

Een aantal maatregelen uit het actieplan (hst 2) en de randvoorwaarden (hst 3) kunnen worden bestempeld als quick wins: maatregelen die een beperkte financiële inspanning vragen, maar waar wel een positieve werking vanuit gaat:

  • -

    Speel en nieuwbouwplekken opnemen in bestemmingsplannen

  • -

    Veiligheid op bedrijventerreinen en winkelgebieden via het economisch platform op agenda

  • -

    Een vast in- en extern aanspreekpunt op het gebied van Horeca benoemen

  • -

    Convenant Gemeentelijk Opsporingsambtenaar met politie

6.3 Inzet regulier budget en capaciteit

Voor onderstaande maatregelen is structureel budget en/ of capaciteit beschikbaar. De budgetten zijn taakstellend, dat wil zeggen: het budget is bepalend voor de maatregelen en activiteiten die uitgevoerd worden.

Inzet van structurele capaciteit

Overleg met recreatieschap over verlichting strand en duinen

Binnen structurele capaciteit

Toepassing wet BIBOB

Deels binnen structurele capaciteit, deels met behulp van extra capaciteit OOV.

Inzet van structurele budgetten

 

Regulier budget (reeds beschikbaar)

Publicatie van kosten vandalisme per kwartaal op gemeentepagina in Westvoornse Courant

Ondersteuning uitvoering Schooladoptieplan

Continuering van ‘Pak je kans’

Justitieel casemanagementoverleg (gericht op jeugd) Continuering van ‘Kom op voor jezelf’

Verwijderen graffiti (budgetpost vandalisme en verwijderen graffiti)

Wijkveiligheidsplannen

Verbetering van de communicatie naar de burgers toe m.b.t. de wijkveiligheidsplannen (interactie)

Aanbrengen verlichting bij de Merel

Ten laste van communicatiebudget

€ 650

€ 5280

€ 3900

€ 17650

Eenmalig €25000

Structureel €4000

Vanaf 2008 structureel €10.100

Eenmalig €15.000

€ 4.000

6.4 Inzet van veiligheidsbudget uit de Kadernota

In de kadernota, die op 29 mei 2007 in de gemeenteraad akkoord is bevonden, is ten behoeve van veiligheid een reservering gedaan van €60.000 in 2008.

 

Inzet budget

Kadernota

½ FTE gemeentelijke opsporingsambtenaar

½ FTE beleidsmedewerker OOV Flexibel werkbudget wijkveiligheid

€15.000

€30.000

€15.000

De extra capaciteit maakt de volgende maatregelen uit het Actieplan (hst 2) mogelijk:

  • -

    Daderaanpak en kostenverhaal vandalisme, inclusief afspraken over procedures;

  • -

    Horecaoverleg;

  • -

    BIBOB-toets;

  • -

    Maken van afspraken Keurmerk Veilig Wonen.

Het flexibele werkbudget is bedoeld om snel, en met beperkte middelen, problemen aan te kunnen pakken. Het gaat daarbij niet om maatregelen die in dit actieplan zijn opgenomen, maar om problemen die eerder nog niet bekend waren op te kunnen lossen. Het flexibele werkbudget is een taakstellend budget, met andere woorden: bepalend voor de maatregelen die uitgevoerd kunnen worden.

6.5 Aanvullende financiering

Hierbij gaat het om middelen voor maatregelen die niet uit een van de voorgaande dekkingsbronnen bekostigd kunnen worden. Afhankelijk van de besluitvorming met betrekking tot deze maatregelen wordt in de begroting 2009 hiermee rekening gehouden.

Zowel voor de aanpak van hondenpoepoverlast als voor deontwikkeling van beleid zijn geen middelen beschikbaar. Voor de ontwikkeling van nieuw hondenpoepbeleid is naar schatting ongeveer €15.000 nodig.

Schatting:

€15.000

Extra budget voor intensief beheer van de slooproutes. Kosten als gevolg van vandalisme worden momenteel uit de regulier onderhoudsbudgetten gedekt.

Schatting:

€52.000

Ten behoeve van de verschillende acties voor de aanpak van jeugd en jongeren zijn extra middelen nodig:

- monitoring van de jeugdgroepen

- individuele aanpak van raddraaiers en hun ouders

- pilot openstelling jongerencentrum op zaterdagavond gedurende 1 kwartaal. Een inschatting van de uren voor het jongerenwerk hiervoor (uurtarief is € 50):

Extra uren voor de pilot jeugdcentrum: 12 weken * 4 uur

Extra uren vindplaatswerk: 50weken * 4 uur

Jongerenvolgsysteem/ multisignalering (onderhoud van het systeem en personele inzet)

Schatting:

€ 2.400

€ 10.000

€ 5.000

In hoofdstuk 3 is als randvoorwaarde aangegeven dat degemeentelijke klachtenadministratie verbeterd zou kunnen worden, teneinde een betere klachtenregistratie

te bereiken. Het gaat daarbij om devolgende maatregelen:

- Eenduidige procedureafspraken maken

- Aanpassing van het systeem

Voor het Keurmerk Veilig Wonen zijn geen budgetten gereserveerd omdat dit afhankelijk is van de afspraken die hierover inde regio worden gemaakt.

Met betrekking tot deafspraken met projectontwikkelaar over beveiliging van nieuwbouwlocaties, moet een afsprakenkaderworden ontwikkeld, zodat iedere projectontwikkelaar in dat opzicht een gelijke behandeling krijgt en voor iedereen transparant is.

6.6 Externe financiering

Een aantal maatregelen, die in dit Actieplan worden genoemd hebben een externe dekkingsbron:

 

Externe financiering

- Pilot ‘vijf minuten gesprekken’

Politie

- Beveiliging nieuwbouwlocaties

Projectontwikkelaars

- Meer begeleiding van politie op uitgaansavonden

Politie

- Handhaven overtredende jeugd

Politie

- Jongeren volgsysteem (regionaal)

Regio

- Jeugdcoach (Spijkenisse)

Spijkenisse

- Alcoholcontroles

Politie

- Nagaan meldingenhennepgebruik en – kwekerijen, warmtemetingen

Politie, Eneco

- Voorlichtingsavond over drugs

Bouman GGZ ism politie

- Follow up bekende cocaïnegebruikers

Bouwman GGZ ism politie

7 Evaluatie van het beleid.

Er is veel politieke en maatschappelijke aandacht voor de veiligheidssituatie en het veiligheidsbeleid. Het is daarom van belang om aandacht te hebben voor de evaluatie van het beleid. Een goede evaluatie stelt niet alleen de interne organisatie in staat om bij te kunnen sturen in de uitvoering waar nodig, maar stelt ook de politiek in staat om haar controlerende rol te kunnen vervullen.

Jaarlijks vindt een evaluatie van het beleid plaats waarin de stand van zaken wordt gerapporteerd met betrekking tot:

  • -

    de speerpunten uit het Actieplan

  • -

    de doelstellingen ten aanzien van de speerpunten

  • -

    de te bereiken resultaten

  • -

    beschikbare middelen

Op basis van de evaluatie wordt geoordeeld of bijsturing, danwel bijstelling van het beleid noodzakelijk is. De evaluatie wordt ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.

De jaarlijkse evaluatie vindt plaats in oktober/ november, zodat de informatie meegenomen kan worden in het wijkwerkplan van de politie. De eerste evaluatie zal plaatsvinden in 2008.

Om de gemeenteraad op de hoogte te houden van de vorderingen wordt daarnaast ieder kwartaal een korte terugkoppeling gegeven aan de commissie ABZM, waarin wordt gerapporteerd:

  • -

    Welke maatregelen de afgelopen periode zijn uitgevoerd.

  • -

    Wat er de komende periode wordt gedaan.

  • -

    Welke risico’s en knelpunten er zijn en hoe hiermee wordt omgegaan.

Deze terugkoppeling is geen formele besluitvorming, maar wordt ter kennisgeving aan de commissieleden voorgelegd.

Ondertekening

Bijlage 1 Maatregelen verkeer en (georganiseerde) criminaliteit

Verkeer en georganiseerde criminaliteit vormen geen speerpunt van het integraal veiligheidsbeleid, maar zijn wel belangrijke aandachtspunten voor de veiligheid in Westvoorne.

Maatregelen verkeer

De maatregelen zijn gericht op:

- Het verminderen van verkeersongevallen

- Vergroten van het inzicht in de lokale verkeerssituatie.

- Bewustwording m.b.t. verkeersveiligheid onder bewoners

- Het afgeven van het signaal dat er gehandhaafd wordt

 

Actie

Prioriteit

Termijn

Betrokken

partijen uitvoering

Kosten/ investering

Westvoorneweg

Maken afspraken over aanpak Westvoorneweg met provincie.

Hoog

2007

Gemeente Politie Provincie Stadsregio, Waterschap

Inzet voor overleg met provincie binnen bestaande capaciteit.

Treffen van snelheidsremmende maatregelen op Westvoorneweg.

Gemiddeld

2008-2010

Provincie Gemeente Politie

Kosten investering in snelheidsremmende maatregelen ten laste van provincie.

Duurzaam veilig

Continueren van de aanpak duurzaam veilig.

Hoog

2007, inrichting tot 2010

Gemeente Politie Provincie Waterschap Stadsregio

Binnen bestaand budget voor duurzaam veilig.

Actualiseren blackspots.

Gemiddeld

Jaarlijks

Gemeente Politie Provincie Waterschap Stadsregio

Binnen bestaand budget voor duurzaam veilig.

Monitoren effecten duurzaam veilig.

Gemiddeld

Jaarlijks

Gemeente Politie Stadsregio

Binnen bestaand budget voor duurzaam veilig.

Monitoren verkeersintensiteit

Gemiddeld

5 jaarlijks

Gemeente Politie Stadsregio RMVK

Huidige frequentie binnen bestaand budget.

Handhaving

Vijf snelheidscontroles op hotspots (bron: wijkwerkplan politie)

Hoog

 

Politie

Politie inzet

Twee ASO controles (bromfietscontroles, bron: wijkwerkplan politie)

Hoog

 

Politie

Politie inzet

Educatie

Onderzoeken mogelijkheden permanente verkeerseducatie (Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid, ROV), in combinatie met Ouderenproof

Laag

Lange termijn

Gemeente ROV Ouderenproof

Inzet reguliere capaciteit.

  

Maatregelen (georganiseerde) criminaliteit

Actie

Prioriteit

Termijn

Betrokken partijen uitvoering

Kosten/ investering

Periodieke afstemming in driehoeksoverleg over georganiseerde criminaliteit.

Gemiddeld

Vindt reeds plaats

Gemeente

Politie

Openbaar ministerie

Vindt plaats binnen bestaand overleg, geen extra investering

Toepassen strafrechtelijke aanpak bij hennepkwekerijen.

Gemiddeld

Vindt reeds plaats

Openbaar Ministerie

Gemeente

Politie

Eneco

Kosten voor gemeente nihil: inzet politie en inzet OM.

Bijlage 2 Wijkwerkplan


Noot
1

Momenteel is het Keurmerk Veilig Wonen een bestuurlijk agendapunt in het Regionaal College. Het doel is daarbij gesteld om het draagvlak bij de gemeenten voor dit Keurmerk te vergroten. In opdracht van het regionaal College is de Commissie Integrale veiligheid binnen de regio Rotterdam Rijnmond in 2006 een onderzoek gestart naar de wijze waarop het Keurmerk Veilig Wonen binnen de gemeenten afzonderlijk wordt toegepast en welke wijze waarop het Keurmerk door de gemeenten het best kan worden uitgevoerd . Medio 2007 zullen door de Commissie Integrale Veiligheid aanbevelingen worden gedaan, waarover het regionaal College een besluit zal nemen.