Regeling vervallen per 01-01-2014

Subsidieverordening Landschap gemeente Wierden

Geldend van 01-11-2007 t/m 31-12-2013

Intitulé

Subsidieverordening Landschap gemeente Wierden

Subsidieverordening landelijk gebied

Vastgesteld door de raad van de gemeente Wierden op 13-10-2009

Subsidieverordening landelijk gebied gemeente Wierden

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.gebruiksgerechtigde: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meerdere percelen grond die gelegen zijn in de gemeente Wierden, buiten de bebouwde kom:

  • -

    in eigendom heeft,

  • -

    in erfpacht heeft, of

  • -

    pacht op basis van een langdurige pachtovereenkomst van minimaal 12 jaar,

met uitzondering van overheidsinstellingen en door de overheid voor natuur- en landschapsdoelen gesubsidieerde instellingen.

  • b.

    gemeente: de gemeente Wierden.

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden.

  • d.

    aandachtsgebied: een door burgemeester en wethouders in de in artikel 4 bedoelde beleidsregels als zodanig aangemerkt gebied.

  • e.

    landschapselement: een streekeigen fysiek element in het landschap met een natuurwetenschappelijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische betekenis dat is opgenomen in de door burgemeester en wethouders in de in artikel 4 bedoelde beleidsregels.

  • f.

    cultuurhistorisch element: een streekeigen fysiek bouwkundig element in het landschap met een natuurwetenschappelijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische betekenis dat is opgenomen in de door burgemeester en wethouders in de in artikel 4 bedoelde beleidsregels.

  • g.

    erfbeplanting: een combinatie van een hoogstamboomgaard en/of knip-en scheerheg en/of leiboom en/of solitaire boom binnen het op de bestemmingsplankaart van het vigerende bestemmingsplan aangegeven (agrarisch) bebouwingsvlak.

  • h.

    groensingel: een beplanting, bedoeld als visuele afscherming, conform het Landschaps Ontwikkelinsplan, tussen een gebouw en/of een activiteit en het omliggende landschap.

  • i.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door de gemeente verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten (art. 4:21 Algemene wet bestuursrecht).

  • j.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift (art. 4:22 Algemene wet bestuursrecht).

  • k.

    subsidieverlening: een beschikking, voorafgaand aan een subsidievaststelling, op een aanvraag die ingediend is vóór de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd (art. 4:29 Algemene wet bestuursrecht).

  • l.

    subsidievaststelling : De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag (art 4:42 Algemene wet bestuursrecht).

  • m.

    plan: een tekening en een beschrijving waarin staat aangegeven hoe de ruimte wordt vormgegeven of waarin staat aangegeven hoe en op welke wijze een landschapselement en/of cultuurhistorisch element wordt aangelegd, herstelt en beheerd wordt.

  • n.

    plansubsidie: eenmalige subsidie voor het opstellen van een plan.

  • o.

    aanlegsubsidie: eenmalige subsidie voor de aanleg van een landschapselement, erfbeplanting of groensingel.

  • p.

    herstelsubsidie: eenmalige subsidie voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan een landschapselement, cultuurhistorisch element, erfbeplanting of groensingel.

  • q.

    beheersubsidie: jaarlijkse subsidie voor het beheer en onderhoud van een landschapselement of groensingel.

Artikel 2 Werkingssfeer verordening

1.Ter bevordering van een duurzame beheer van landschapselementen, cultuurhistorische elementen, erfbeplanting en groensingels kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag aan een gebruiksgerechtigde subsidie verstrekken voor de aanleg, het herstel en/of beheer en onderhoud van landschapselementen, cultuurhistorische elementen, erfbeplanting en groensingels in een aandachtsgebied, in overeenstemming met het geformuleerde beleid in het Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente.

Artikel 3 Bevoegdheid

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te besluiten over de verlening of weigering, en de vaststelling van de subsidie, alsmede de wijziging of intrekking daarvan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de bevoegdheden als bedoeld in lid 1, met in achtneming van de beleidsregels als bedoeld in artikel 4 en met uitzondering van bezwaar- en beroepsschriften, geheel of gedeeltelijk mandateren aan een stichting(en) en/of vereniging(en) met als doel de duurzame beheer van landschapselementen en/of cultuurhistorische elementen.

Artikel 4 Beleidsregels

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in deze verordening bij beleidsregels nader bepalen op welke wijze invulling gegeven wordt aan de hen toekomende of onder hun verantwoordelijkheid uit te oefenen bevoegdheden, waaronder in elk geval:

  • 1.

    de subsidiabele elementen en activiteiten.

  • 2.

    de criteria en randvoorwaarden voor de verlening en/of vaststelling of weigering van subsidie.

  • 3.

    de wijze waarop het subsidiebedrag tot stand komt.

  • 4.

    de aandachtsgebieden waar subsidie kan worden verleend.

  • 5.

    de eisen waaraan een plan moet voldoen.

  • 6.

    de voorwaarden en/of verplichtingen die verbonden kunnen worden aan het verlenen van de subsidie.

Artikel 5 Subsidieplafond(s)

  • 1. De op basis van deze verordening toegekende subsidie kan worden betaald uit een fonds, dat tot doel heeft bij te dragen in de financiering en bekostiging van landschapselementen in de gemeente Wierden.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen, al dan niet per aandachtsgebied, een subsidieplafond(s) vast met inachtneming van het beschikbare kredieten.

  • 3. Het subsidieplafond geldt voor een in de beleidsregels vastgesteld tijdvak.

  • 4. Het subsidieplafond en de wijze van verdeling worden door burgemeester en wethouders bekendgemaakt.

Artikel 6 Weigeringsgronden

1.Met in achtneming van artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen burgemeester en wethouder de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    door verlening of vaststelling van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.

  • b.

    de aanvraag niet past binnen de beleidsregels zoals bedoeld in artikel 4.

  • c.

    de aanvraag niet past binnen het ruimtelijk beleid van de gemeente.

  • d.

    de gebruiksgerechtigde nog niet nagekomen verplichtingen heeft richting de gemeente.

  • e.

    de benodigde vergunningen en/of ontheffingen herroepelijk zijn of niet zijn ingediend.

  • f.

    de gebruiksgerechtigde, of eigenaar, nog een (handhavings-) geschil heeft met de gemeente.

  • g.

    de kosten niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

  • h.

    er sprake is van meerdere subsidies voor de voorbereiding en/of het opstellen en/of uitvoeren van hetzelfde plan.

  • i.

    er sprake is van geldelijk of materialistisch voordeel wat voortkomt uit de subsidiabele activiteiten.

Hoofdstuk 2 Plansubsidie

Artikel 7 Indienen aanvraag.

  • 1. Een aanvraag voor het verlenen van plansubsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag voor het verlenen van plansubsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders en bevat tenminste:

    • a)

      de naam en het adres van, alsmede ondertekening door, de gebruiksgerechtigde.

    • b)

      de dagtekening.

    • c)

      de kadastrale gegevens van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8 Verlening subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken of, en zo ja onder welke voorwaarden, de aangevraagde plansubsidie wordt verleend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing om subsidie te verlenen om moverende redenen uitstellen tot maximaal 6 maanden.

  • 3. Er wordt géén voorschot verleend op plansubsidie.

  • 4. Plansubsidie wordt eenmalig verleend en kan met terugwerkende kracht worden verleend tot maximaal 2 jaar voor dagtekening van het verzoek.

Artikel 9 Vaststelling subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie evenredig naar beneden bijstellen indien er externe kosten zijn gemaakt door de gemeente die betrekking hebben op het plan.

  • 2. Na ontvangst van het opgestelde plan wordt het plan beoordeeld aan de hand van de beleidsregels (artikel 4).

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen, nadat het plan is goedgekeurd, binnen 8 weken of de aangevraagde plansubsidie wordt vastgesteld.

  • 4. De subsidie wordt binnen 8 weken na subsidievaststelling overeenkomstig de subsidievaststelling uitbetaald.

Hoofdstuk 3. Aanleg- en/of herstelsubsidie

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor het verlenen van aanlegsubsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag bevat tenminste:

    • a)

      de naam en het adres van, alsmede ondertekening door, de gebruiksgerechtigde.

    • b)

      de dagtekening.

    • c)

      de kadastrale of adres gegevens van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • d)

      een door burgemeester en wethouders goedgekeurd plan.

Artikel 11 Verlening subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken of, en zo ja onder welke voorwaarden, de aangevraagde aanleg- of herstelsubsidie wordt verleend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing om subsidie te verlenen om moverende redenen uitstellen tot maximaal 6 maanden.

  • 3. Aanleg- of herstelsubsidie kan slechts worden verleend op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd plan.

  • 4. Aanleg- of herstelsubsidie wordt eenmalig verleend en kan niet met terugwerkende kracht worden verleend.

Artikel 12 Voorschot subsidie

  • 1. Op verzoek van de gebruiksgerechtigde kan een voorschot worden verstrekt tot maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Een voorschot wordt uitsluitend verstrekt indien:

  • a) de subsidie is verleend;

  • b) er gestart is met de werkzaamheden;

  • c) de kosten middels facturen zijn verantwoord.

  • 3. Het voorschot wordt binnen 8 weken, nadat het verzoek is door burgemeester en wethouders is goedgekeurd, uitbetaald.

Artikel 13 Vaststelling subsidie

  • 1. Binnen 8 weken na beëindiging van de werkzaamheden wordt door de subsidiegebruiksgerechtigde een schriftelijke verklaring ingediend bij burgemeester en wethouders dat de subsidiabele werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2. Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, kan artikel 4:43 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing van toepassing worden verklaard.

  • 3. Aanleg- of herstelsubsidie kan slechts worden vastgesteld op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd plan.

  • 4. Nadat is gecontroleerd of voldaan is aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend, zoals gesteld in artikel 8 lid 1, wordt de subsidie vastgesteld. Indien niet is voldaan aan de in artikel 8 lid 1 genoemde voorwaarden wordt een nadere termijn gesteld waarbinnen de gebruiksgerechtigde alsnog overeenkomstig de voorwaarden dient te handelen. Wanneer na de gestelde termijn nog steeds niet is voldaan aan de voorwaarden kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie evenredig naar beneden bijstellen indien er (externe- ) kosten zijn gemaakt door de gemeente die betrekking hebben op de voorbereiding en/of uitvoering van het plan.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie evenredig naar beneden bijstellen indien blijkt dat er sprake is van een situatie zoals beschreven staat in artikel 6 lid 1.

  • 7. Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven en het plan niet volledig is uitgevoerd dan kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 8. Indien er voorschot is betaald dan wordt het voorschot in mindering gebracht bij de uitbetaling.

  • 9. De subsidie wordt binnen 8 weken overeenkomstig de subsidievaststelling uitbetaald.

Hoofdstuk 4. Beheersubsidie

Artikel 14 Indienen aanvraag om beheersubsidie

  • 1. Een aanvraag voor het verlenen van beheersubsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag bevat tenminste:

    • a)

      de naam en het adres van, alsmede ondertekening door, de gebruiksgerechtigde.

    • b)

      de dagtekening.

    • c)

      de kadastrale gegevens van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • d)

      op welk(e) landschapselement(en) de aanvraag betrekking heeft.

    • e)

      een door burgemeester en wethouders goedgekeurd plan.

Artikel 15 Verlening beheersubsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken of, en zo ja onder welke voorwaarden, de aangevraagde aanleg- of herstelsubsidie wordt verleend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing om subsidie te verlenen om moverende redenen uitstellen tot maximaal 6 maanden.

  • 3. Beheersubsidie wordt niet verleend voor het beheer en onderhoud van erfbeplanting.

  • 4. Er wordt géén voorschot verleend op beheersubsidie.

  • 5. Beheersubsidie kan met terugwerkende kracht verleend worden vanaf de datum dat herstel of aanleg heeft plaatsgevonden, tot maximaal 2 jaar voor dagtekening van het verzoek.

  • 6. Beheersubsidie wordt alleen verleend indien er een aparte overeenkomst is opgesteld voor minimaal 20 jaar is opgesteld.

Artikel 16 Vaststelling beheersubsidie

  • 1. De beheersubsidie wordt periodiek na afloop van ieder kalenderjaar vastgesteld, nadat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gecontroleerd. Indien niet is voldaan aan de in artikel 13 lid 1 genoemde voorwaarden wordt een nadere termijn gesteld waarbinnen de gebruiksgerechtigde alsnog overeenkomstig de voorwaarden dient te handelen. Wanneer na de gestelde termijn nog steeds niet is voldaan aan de voorwaarden kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie evenredig naar beneden bijstellen indien er (externe-) kosten zijn gemaakt door de gemeente die betrekking hebben op de uitvoering.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie evenredig naar beneden bijstellen indien blijkt dat er sprake is van een situatie zoals beschreven staat in artikel 6 lid 1.

  • 4. De subsidie wordt binnen 8 weken overeenkomstig de subsidievaststelling uitbetaald.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 17 Verslag

Burgemeester en wethouders publiceren tenminste eenmaal in de 5 jaar een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening landelijk gebied gemeente Wierden” en treedt in werking op 1 oktober 2009.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening komt de “Subsidieverordening Landschap”, in werking getreden op 1 november 2007, van de gemeente Wierden te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wierden 13 oktober 2009.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. W.H.J.Wienk L.B. Kobes

Toelichting

Algemeen

Door de inwerkingtreding van regelingen op rijks- provinciaal en gemeentelijk niveau is een overlap ontstaan van ten aanzien van regelingen voor landschapselementen.

De gemeente Wierden wil het landschapsbeheer op moderne leest en in lijn met provinciaal beleid vormgeven. Daartoe is een systeem van landsschapssubsidies uitgewerkt waarbinnen activiteiten door particulieren ten aanzien van aanleg, herstel en beheer van landschapselementen en cultuurhistorische elementen vergoed kunnen worden.

De vergoeding voor landschapselementen en cultuurhistorischeelementen vindt plaats in de vorm van subsidie als bedoeld in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, en is geregeld in de Subsidieverordening landelijk gebied gemeente Wierden. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen aanlegsubsidie, herstelsubsidie en beheersubsidie.

De subsidieverstrekking is als volgt gemodelleerd. Op basis van een aanvraag wordt een besluit genomen omtrent de subsidieverlening. In geval van een positief besluit omtrent de subsidieverlening heeft de gebruiksgerechtigde in beginsel recht op aanspraak op de subsidie, mits hij aan de bij de subsidieverlening gestelde voorwaarden voldoet. Pas als vaststaat dat hij de te subsidiëren activiteiten heeft verricht en zich heeft gehouden aan eventuele andere, aan de subsidie verbonden verplichtingen wordt besloten tot vaststelling van de per saldo toe te kennen subsidie. Na vaststelling van de subsidie wordt deze uitbetaald.

Artikelsgewijs

Hieronder worden enkele bepalingen uit de verordening nader toegelicht.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze bepaling wordt een aantal kernbegrippen omschreven.

Onder a: Gebruiksgerechtigde

De subsidie kan alleen worden verstrekt aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meerdere percelen grond die gelegen zijn in de gemeente Wierden, buiten de bebouwde kom in eigendom heeft een zakelijk recht van erfpacht heeft of pacht. In geval van pacht moet de eigenaar van de betreffende grond de subsidieaanvraag medeondertekenen. De pachtovereenkomst moet zijn aangegaan voor minimaal 12 jaar en moet conform het bepaalde in de Pachtwet zijn goedgekeurd door de grondkamer. Ten aanzien van de duur van de pachtovereenkomst is aangesloten bij de duur van een pachtovereenkomst die betrekking heeft op een hoeve (artikel 12 lid 1 Pachtwet).

Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen een aanvraag om subsidie indienen. De verordening beperkt zich dus niet tot ondernemers. Ook kan de subsidie collectief worden aangevraagd.

Voorts moeten de gronden gelegen zijn buiten de bebouwde kom van de gemeente Wierden. Hierbij wordt uitgegaan van de grens die door de gemeenteraad is vastgesteld op basis van artikel 1, vijfde lid, van de Boswet.

Onder b: gemeente en onder c: burgemeester en wethouders

Verduidelijking voor welke gemeente de verordening van toepassing is.

Onder d: aandachtsgebied, onder e: landschapselement en onder f: cultuurhistorisch element

Niet alle landschapselementen en alle gebieden buiten de bebouwde kom van Wieden komen voor subsidie in aanmerking. Daarom is deze verordening alleen van toepassing op de in de in artikel 4 bedoelde beleidsregels opgenomen aandachtsgebieden en landschapselementen.

De gemeente stelt jaarlijks in de beleidsregels vast welke landschaps- en cultuurhistorische elementen in welke aandachtsgebieden in aanmerking komen voor landschap subsidies.

Onder g: erfbeplanting en onder h: groensingel

De provincie financiert niet beheer van erfbeplanting. Daarom is er onderscheid gemaakt tussen landschapselementen en erfbeplanting. Een groensingel is nauw verbonden aan een erf maar is wel een landschapselement. Omdat dergelijke groensingels noodzakelijk zijn voor landschappelijke inpassing kunnen ze ook voor beheersubsidie in aanmerking komen.

Onder m: plan en onder :n plan

Bij een aanvraag om aanlegsubsidie of herstelsubsidie dient door de gebruiksgerechtigde een plan te worden overlegd dat moet worden goedgekeurd door de gemeente. In de in artikel 4 bedoelde beleidsregels wordt bepaald waaraan een plan moet voldoen. Wanneer een plan wordt opgesteld in het kader van een aanvraag om aanleg- of herstelsubsidie wordt de plansubsidie verdisconteerd in de aanleg- of herstelsubsidie.

In de in artikel 4 bedoelde beleidsregels kan echter bepaald worden dat ook in het kader van andere projecten, waarbij geen aanleg- of herstelsubsidie wordt verstrekt, een plan dient te worden opgesteld en plansubsidie wordt verstrekt.

Onder o: aanlegsubsidie, onder p: herstelsubsidie, en onder q: beheersubsidie

In deze verordening wordt onderscheid gemaakt tussen aanlegsubsidie, herstelsubsidie en beheersubsidie. Voor nieuw aan te leggen landschapselementen kan aanlegsubsidie worden toegekend en voor cultuurhistorische- en landschapselementen waarbij sprake is van achterstallig onderhoud kan herstelsubsidie worden toegekend. Wanneer het landschapselement is aangelegd of hersteld, of wanneer sprake is van een landschapselement dat al in goede staat verkeert, dan kan voor het beheer en onderhoud van dat landschapselement beheersubsidie worden verleend. Beheersubsidie omvat mede een vergoeding voor het ruimtebeslag van het landschapselement op het eigen terrein.

Artikel 2 Werkingssfeer verordening

Het doel van de verordening staat in dit artikel beschreven.

Artikel 3 Bevoegdheid

In deze bepaling is de bevoegdheid ten aanzien van de uitvoering van de Verordening geregeld.

De uitvoering kan gemandateerd worden aan een stichting of vereniging met als doel de duurzame beheer van cultuurhistorische of landschapselementen. Dit betekent dat de desbetreffende stichting namens burgemeester en wethouders de betreffende besluiten neemt. Burgemeester en wethouders blijven dus verantwoordelijk. Indien tegen een besluit bezwaar wordt gemaakt moeten burgemeester en wethouders conform de Algemene wet bestuursrecht een beslissing op het bezwaarschrift nemen.

Artikel 4 Beleidsregels

Burgemeester en wethouders dienen beleidsregels vast te stellen waarin de verordening nader wordt uitgewerkt. Het uitgangspunt daarbij is dat de vraag naar landschapssubsidies moet bepalen in welke gebieden en voor welke cultuurhistorische- en landschapselementen, erfbeplanting en groensingels subsidie verkregen kan worden. In de beleidsregels kan onder andere een kaart worden opgenomen waarop is aangegeven voor welke activiteiten in welke gebieden subsidie kan worden verleend. Tevens wordt in deze 0beleidsregels bepaald welke vergoedingen tegenover welke diensten staan (vergoedingenlijst). Dit beleid kan jaarlijks worden aangepast.

Artikel 5 Subsidieplafonds

Er is een landelijk Groenfonds waaruit de op basis van deze verordening toegekende subsidie wordt betaald. De gemeente Wierden stort jaarlijks met inachtneming van de desbetreffende begrotingspost een bedrag in het fonds. Ook andere (overheids)instellingen en particulieren kunnen geld storten in het fonds. Jaarlijks wordt op basis van het beschikbare krediet in het fonds een subsidieplafond vastgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met de verlening van langdurige beheersubsidie.

Eenmalige vergoedingen worden betaald uit kredieten die jaarlijks worden vastgesteld in de begroting van de gemeente.

Er zijn meerdere plafonds noodzakelijk omdat er meerdere kredieten op de gemeente begroting worden opgevoerd die individueel door de raad geprioriteerd kunnen worden.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In bepaalde gevallen kan een aanvraag (deels) niet worden gehonoreerd. Om te voorkomen dat hier misverstanden over ontstaan worden deze van te voren bekend gemaakt door in de verordening de algemene weigeringsgronden te benomen en in de beleidsregels (artikel 4) de specifieke weigeringsgronden per soort subsidie.

Financieel voordeel die de gebruiksgerechtigde op een andere wijze weet te realiseren zoals bijvoorbeeld houtoogst kan leiden tot het (deels) weigeren van de aanvraag. Ook kan er sprake zijn van een plan wat opgesteld wordt in het kader van bijvoorbeeld: Rood voor Rood, vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen, nieuwe- en NSW landgoederen etc.. In die gevallen wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd.

Artikel 7 en 10 en 14 Indienen aanvraag om subsidie

Subsidie wordt aangevraagd op basis van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

Artikel 8 en 12 en 15 Subsidieverlening

Burgemeester en wethouders beslissen of, en zo ja onder welke voorwaarden subsidie wordt verleend.

De subsidieverlening is een beschikking die de gebruiksgerechtigde voorwaardelijk aanspraak geeft op subsidie.

De beschikking tot subsidieverlening bevat:

  • -

    een aanduiding van het perceel of de percelen waarop de subsidie betrekking heeft.

  • -

    een omschrijving van de activiteiten (het landschapspakket) waarvoor de subsidie wordt verleend, waarbij zal worden vermeld dat de omschrijving nader wordt uitgewerkt in de uitvoeringsovereenkomst.

  • -

    de wijze waarop het bedrag van de subsidie wordt bepaald, alsmede het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • -

    de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend, waaronder in ieder geval de voorwaarde dat de subsidieontvanger mee moet werken aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.

Een beschikking tot beheersubsidie bevat tevens het tijdvak waarvoor de subsidie wordt verleend.

Eenmalige subsidies wordt niet met terugwerkende kracht verleend, hetgeen betekent dat subsidie niet wordt verleend indien op het moment van de aanvraag de werkzaamheden waarop de subsidie betrekking heeft reeds geheel of gedeeltelijk zijn uitgevoerd. Beheersubsidies kunnen gezien de aard wel met terugwerkende kracht verleend worden. Hiervoor geldt dat aanleg of herstel maximaal 2 jaar voor de dagtekening van het verzoek moet hebben plaatsgevonden en er in de tussentijd géén achterstand ontstaan is in het verrichten van onderhoudswerkzaamheden.

Artikel 9 en 13 en 16 Subsidievaststelling

De subsidievaststelling is een beschikking waarin wordt vastgesteld in hoeverre aan de voorwaarden, gesteld bij de subsidieverlening, is voldaan en het subsidiebedrag wordt vastgesteld. Voor de gebruiksgerechtigde ontstaat hiermee een onvoorwaardelijke en definitieve aanspraak op het bedrag. Indien blijkt dat de gebruiksgerechtigde (ook na de eventueel te stellen tweede termijn) niet aan voorwaarden heeft voldaan kan de subsidie lager worden vastgesteld. De subsidie kan in dat geval zelfs op nihil worden vastgesteld.

Artikel 11 Voorschot.

Een voorschot kan noodzakelijk zijn om de aanvrager in de gelegenheid te stellen op tijd zijn verplichtingen na te laten komen, richting een aannemer of leverancier. Alleen naar aanleiding van een door de subsidiënt ingediende (termijn)factuur van een aannemer of leverancier wordt het voorschot uitbetaald.

Artikel 17 Verslag

Met deze bepaling wordt voldaan aan hetgeen gesteld is in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding

Verduidelijking op welke wijze verwezen moet worden naar deze verordening en wanneer deze verordening in werking treedt.