Zorg voor ouderen Beleidsnota voor het ouderenbeleid in de gemeente Wierden 2014-2020

Geldend van 01-08-2013 t/m heden

Intitulé

Zorg voor ouderen Beleidsnota voor het ouderenbeleid in de gemeente Wierden 2014-2020

Gemeente Wierden

Sector Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Beleid

Mei 2013

Samenvatting

De gemeente Wierden wil dat haar inwoners zolang mogelijk gezond blijven en actief aan de samenleving deelnemen. Daarnaast wil de gemeente dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam blijven, waar mogelijk in hun eigen woning en woonomgeving. Daarbij gaat de gemeente uit van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van ouderen en de zorg voor elkaar. Het is van belang om te kijken wat de oudere nog wel kan. Waar dit niet meer mogelijk is en ouderen kwetsbaar worden, wordt ondersteuning geboden. Daarnaast wil de gemeente d.m.v. preventieve maatregelen het beroep op ondersteuning verminderen.

Doelgroep

Dé oudere bestaat niet. De diversiteit in opvattingen en gedrag van ouderen is even groot als die van jongere medeburgers. Naar mate mensen ouder worden gaan er vraagstukken spelen op het terrein van wonen, welzijn, gezondheid, inkomen en veiligheid. De gemeente zet in op de ondersteuning van (kwetsbare) minder vitale mensen. Daarnaast is het van belang om door middel van preventief beleid de afname van vitaliteit te voorkomen en om de kracht van vitale ouderen te benutten. We gaan uit van ouderen van 65 jaar en ouder en maken globaal onderscheid tussen vitale en minder vitale (kwetsbare) ouderen.

De ouderen van nu zijn gezonder, vitaler gemiddeld beter opgeleid dan ooit, hebben meer te besteden en zijn zelfbewuster en zelfredzamer dan vorige generaties. Daarnaast willen de ouderen van nu nadrukkelijk zelf de regie voeren. Naar verwachting zullen er in 2020 ruim 5000 inwoners in de gemeente Wierden ouder zijn dan 65 jaar, een toename van circa 1000 ouderen. Deze toename heeft invloed op de terreinen wonen, welzijn en zorg.

Wonen

Voor ouderen en zorgvragers is het woningaanbod in de gemeente Wierden nog onvoldoende van omvang en kwaliteit. Dit geldt zowel voor de reguliere levensloopbestendige huisvesting als voor de meer specifieke woonzorgconcepten. Het realiseren van geschikte woningen en accommodaties en het creëren van een woonomgeving is belangrijk, waarbij rekening gehouden moet worden dat 80% van het huidige woningaanbod koopwoning is.

Zorg

Uitgangspunt voor het beleid is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deel kunnen nemen aan het maatschappelijk leven. Dit impliceert dat aandacht wordt gegeven aan de gezondheid van de ouderen en dat, waar nodig, aanvullende voorzieningen worden geboden. De combinatie wonen en zorg wordt daarom steeds belangrijker.

Door de decentralisatie van extramurale AWBZ taken naar de gemeente krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor nieuwe zorgtaken. Het budget dat hiermee gemoeid is, is ongeveer 2 keer zo groot als het huidige budget voor de huishoudelijke hulp, en zal circa de helft van het totale Wmo budget worden.

De verantwoordelijkheid van de gemeenten voor deze nieuwe zorgtaken heeft als gevolg dat er voor de gemeente nieuwe samenwerkingspartners bijkomen. Naast de partijen die op dit moment de extramurale AWBZ zorg leveren zullen ook de huisarts en de wijkverpleegkundige een andere, belangrijke rol gaan spelen. Dit betekent dat het netwerk van partijen die betrokken zijn bij de zorg en ondersteuning heringericht moet worden.

Een zorgnetwerk op gebiedsniveau, in de gemeente binnen de woonservicegebieden biedt hierin uitkomst. Dit betekent dat de huidige samenwerking tussen de huisarts, wijkverpleegkundige, zorginstellingen en het welzijnswerk binnen de woonservicegebieden verder uitgebouwd moet worden. Dit kan door het inrichten van woonserviceteams (landelijk ook wel wijkteams genoemd). Samenwerking en coördinatie tussen de verschillende disciplines is hier erg belangrijk. Deze taak kan worden ingevuld door de nieuwe functie van woonserviceadviseur.

Welzijn

Welzijn levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van zelfredzaamheid en deelname aan het maatschappelijk verkeer tot op hoge leeftijd. Hierdoor kan de zorgbehoefte voorkomen of uitgesteld worden. Gezien de vergrijzing wordt een toename van het gebruik van vrijetijds- en welzijnsvoorzieningen verwacht. Tevens ligt het in de verwachting dat de nieuwe generatie ouderen andere activiteiten en diensten wenst dan de huidige generatie ouderen, waardoor de vraag zal veranderen. Wanneer in de toekomst ouderen (en mensen die zorg nodig hebben) langer zelfstandig blijven wonen, neemt het risico op sociaal isolement toe. Het aanbod van welzijnsactiviteiten en activiteiten op het terrein van sport, ontmoeting, cultuur en educatie, draagt bij aan de actieve participatie van mensen in de samenleving en kan isolement voorkomen.

Het welzijnsaanbod in Wierden bestaat uit een veelheid aan activiteiten die ook voor ouderen toegankelijk zijn. Daarnaast is er een specifiek aanbod voor ouderen.

Woonservice

In de gemeente Wierden kennen we tot op heden vijf woonservicegebieden: Wierden Oost, Enter, Hoge Hexel, Notter Zuna en Rectum Ypelo. In 2013 wordt ook Wierden West een woonservicegebied. Deze gebieden zijn in verschillende stadia van ontwikkeling. Met woonservice werken we aan de realisatie van een samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg waardoor het ook goed wonen is voor ouderen en mensen met een beperking. Mensen kunnen hierdoor zo lang mogelijk in eigen huis blijven wonen, ook als zij te maken krijgen met functiebeperkingen.

Het ouderenbeleid beweegt zich steeds meer op het snijvlak van de beleidsterreinen wonen, zorg en welzijn. Als mensen langer thuis willen blijven wonen, is het van belang dat 1e- en 2e-lijns gezondheidszorg voorzieningen aanwezig zijn in de nabije woonomgeving. Of dat men er met het openbaar vervoer gemakkelijk kan komen. Voor ouderen die (zwaardere) zorg nodig hebben moet zorg aan huis kunnen worden geleverd. Met de doorontwikkeling van woonservicegebieden kunnen we inspelen op de groeiende en veranderende vraag van de ouderen en mensen met functiebeperkingen.

Om een samenhangend aanbod van wonen zorg en welzijn te creëren, onder andere door het inzetten van woonserviceteams is het noodzakelijk dat in elk woonservicegebied een kwartiermaker/woonserviceadviseur wordt aangesteld. De woonserviceadviseur is onder andere verantwoordelijk voor de afstemming binnen de woonserviceteams, het afstemmen van vraag/aanbod van (zorg)aanbod en als aanspreekpunt voor de samenwerkingspartners. Voor de beleidsmedewerkers Wmo en het zorgloket van de gemeente fungeert de adviseur als signaleerder van trends en bijzonderheden op wijkniveau.

Aanbevelingen

Het uitgangspunt voor deze nota is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam blijven, waarbij ze zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven. Daarnaast krijgen we te maken met de nieuwe oudere, die graag regie wil voeren over zijn eigen leven. Om dit de komende jaren te bereiken doen we hieronder een aantal aanbevelingen.

1. Levensloopbestendig (ver)bouwen. Gelet op de verwachte toename van het aantal ouderen in Wierden zal het aantal levensloopbestendige woningen in de gemeente uitgebreid moeten worden. Enerzijds door het bouwen van nieuwe woningen, anderzijds door het verbouwen of aanpassen van bestaande woningen. Gegeven het hoge percentage koopwoningen in de gemeente ligt de focus op het verbouwen van bestaande woningen.

2. Bewustwording. Wij willen bewoners bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid om vroegtijdig hun woning levensloopbestendig te maken. Hiervoor moet de informatievoorziening aan (jonge) ouderen, mantelzorgers en andere inwoners over de mogelijkheden van techniek in huis om veilig, prettig en langer zelfstandig te wonen worden uitgebreid. Er kan bijvoorbeeld meer gebruikt gemaakt worden van technologische middelen bijvoorbeeld het gebruiken van een afstandsbediening voor aan en uit doen van verlichting, het openen van deuren en het gebruik van internet voor het onderhouden van (zorg)contacten)in de thuissituatie.

3. Doorontwikkelen woonservicegebieden. Het is noodzakelijk om de woonservicegebieden verder aan te vullen en door te ontwikkelen, om op deze manier in te kunnen spelen op de toenemende vraag door het groeiende aantal ouderen en de vernieuwde (zorg)taken van de gemeente.

4. Procesafspraken Woon Adviescommissie. De gemeente moet procesafspraken intensiveren waarbij de Woon Adviescommissie vroeg in het ontwerpproces met een ontwikkelaar en met particulieren meekijkt en adviezen geeft over duurzaamheid en levensloopbestendig wonen.

5. Samenwerkingsafspraken. De gemeente moet jaarlijks in overleg met zorgaanbieders, onder andere om te zorgen dat er voldoende verpleeghuisplaatsen binnen de gemeente Wierden zijn. Tevens moeten er afspraken gemaakt worden over het afstemmen van de overgang van extramurale zorg (verantwoordelijkheid van de gemeente) naar intramurale zorg (AWBZ)

6. Afstemmen mobiliteit en bereikbaarheid. De gemeente dient de afstemming tussen mobiliteit en bereikbaarheid te toetsen. Bijzonder aandachtspunt daarbij zijn de kleine kernen.

7. Inrichten woonserviceteams. Gelet op de nieuwe zorgplicht van de gemeente willen we woonserviceteams inrichten en opzetten. Deze teams fungeren als spil in het web in de woonservicegebieden, op het gebied van zorg en welzijn voor de inwoners van deze gebieden. Het inrichten van nieuwe woonserviceteams betekent voor de gemeente dat ze nieuwe samenwerkingspartners krijgt. Er moet contact gelegd worden, daarnaast moeten afspraken gemaakt worden over de samenwerking. Omdat de financiering van deze teams deels vanuit de Zvw plaatsvindt, zal ook afstemming met de zorgverzekeraar tot stand moeten komen.

8. Uitbreiding huisbezoeken (senioren op eigen kracht). De ondersteuningsvraag van ouderen wordt groter naarmate de leeftijd stijgt. Het uitbreiden van de huisbezoeken wordt aanbevolen.

9. Ouderen voor ouderen. De focus is gericht om (vitale) ouderen in te zetten voor (kwetsbare) ouderen. Het ontwikkelen van de inzet van ouderen voor ouderen in woonservicegebieden in de gemeente Wierden draagt bij aan verankering van deze gedachte.

10. Inzichtelijk maken van het activiteitenaanbod. Het aanbod van activiteiten is zeer uiteenlopend. Het risico hiervan is dat de activiteiten niet bij iedereen bekend zijn. Door het bestaande aanbod inzichtelijk te maken kunnen ouderen, maar ook aanbieders zien welke activiteiten aangeboden worden. Aanbieders kunnen hun aanbod op elkaar en op de wensen van de contracterende partijen afstemmen. Tevens moet de vraag en aanbod binnen de woonservicegebieden op elkaar worden afgestemd. Hiervoor kunnen de websites van de woonservicegebieden worden ingezet en uitgebreid.

Integrale visie

Samenwerking en integraliteit worden steeds belangrijker binnen het ouderenbeleid. Het gaat daarbij om afstemming tussen de (voorzieningen op het terrein van) wonen, welzijn en zorg. Dit vraagt van de gemeente op te treden in de rol van regisseur, te midden van alle partijen op lokaal en regionaal niveau die een uitvoerende taak hebben op het terrein van ouderenbeleid.

Het oppakken van en goed uitvoering geven aan die regierol vraagt veel aandacht en contacten met de betrokken partijen. Zeker in een relatief kleine gemeente als Wierden moet bekeken worden welke taken door de gemeente zelf moeten en (nog) kunnen worden opgepakt en welke zaken beter op (sub)regionaal of provinciaal niveau kunnen worden geregeld.

Ook is het belangrijk te verhelderen hoe de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente zich verhouden tot die van andere (regionale en lokale) instellingen en organisaties en de verantwoordelijkheden die de burger zelf heeft.

Financiële consequenties

Er zijn diverse aanbevelingen gedaan om de doelstellingen van de gemeente Wierden op het gebied van ouderen te bereiken. Een aantal aanbevelingen zijn noodzakelijk voor het behalen van de doelstellingen, maar kan niet worden uitgevoerd zonder extra financiële middelen. Dit zijn de volgende aanbevelingen:

- Inzetten woonserviceadviseur in alle woonservicegebieden (vanaf 2014);

- Uitbreiden huisbezoeken (vanaf 2014);

- Versterken bewustwording en informatievoorziening (vanaf 2014);

- Uitwerken aanbevelingen (gedurende de periode 2014 -2016).

Inhoudsopgave

Samenvatting 2

Aanbevelingen 3

Inhoudsopgave 5

1. Inleiding 6

2. Doelgroep en visie 7

2.1 Doelgroep 7

2.2 Trends en ontwikkelingen 7

2.3 Strategische visie gemeente Wierden 9

3 Wonen en woonomgeving 11

3.1 Wierdense woonvisie 11

3.2 Woningbestand 12

3.3 Ervaringen en belevingen van ouderen en instellingen 12

3.4 Conclusies en aanbevelingen 13

4 Zorg 15

4.1 Gezondheid 15

4.2 Maatschappelijke ondersteuning 16

4.3 Mantelzorg en vrijwilligerswerk 16

4.4 Nieuwe zorgtaken 17

4.5 Zorgaanbod en voorzieningen 18

4.6 Ervaringen en belevingen van ouderen en instellingen 19

4.7 Conclusies en aanbevelingen 19

5 Welzijn 20

5.1 Welzijnsaanbod 20

5.2 Ervaringen en belevingen van ouderen en instellingen 21

5.3 Conclusies en aanbevelingen 21

6. Woonservicegebieden 23

6.1 Overzicht woonservicegebieden 23

6.2 Conclusies en aanbevelingen 24

7. Financiële consequenties Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7.1 Uitvoering Ouderen voor ouderen 25

7.2 Uitbreiding huisbezoeken 25

7.3 Versterken bewustwording en informatievoorziening 26

Bijlage 1: Overzicht woningenbestand geschikt, beschermd en verzorgd wonen 27

Bijlage 2: Overzicht (zorg) voorzieningen 29

Bijlage 3: Overzicht welzijnsactiviteiten 30

1. Inleiding

Voor u ligt de nota Ouderenbeleid voor de gemeente Wierden. In onze gemeente wonen veel ouderen. Er komen steeds meer ouderen en binnen de groep 65-plussers stijgt de groep 80-plussers het snelst. Ook wijzigingen in de wet- en regelgeving zorgen ervoor dat wij ons beleid ten aanzien van ouderen aan moeten passen. Hier moeten we denken aan de extramuralisering van de ouderenzorg en de versobering van de AWBZ.

De beeldvorming van ouderen moet worden bijgesteld. Veel ouderen verkeren in goede gezondheid en zijn maatschappelijk actief. Zij willen niet als een kwetsbare en zorgelijke groep worden weggezet. De komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 markeert de overgang van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij. In plaats van ‘recht op zorg’ gaat de Wmo uit van ‘zelfredzaamheid’ en ‘onderlinge solidariteit’. De eigen inbreng van burgers wordt nóg belangrijker en er wordt een groter beroep gedaan op het probleemoplossend vermogen van ons allen. We blijven verantwoordelijk voor de ondersteuning van kwetsbare burgers en voor collectieve voorzieningen. Deze nota vindt haar legitimatie in al deze ontwikkelingen.

Eén van de speerpunten van het ouderenbeleid is om samenhang in het aanbod van voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en (gezondheids-)zorg te bereiken. Ouderenbeleid raakt vele beleidsterreinen, zoals huisvesting, ruimtelijke ordening en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarnaast heeft de gemeente te maken met zelfstandige instellingen die een eigen rol spelen en die uiteenlopende, soms tegengestelde belangen hebben. Burgers en instellingen verwachten dat de gemeente optreedt als regisseur en de ketensamenwerking bevordert. Deze nota geeft aan op welke wijze de gemeente de samenwerking met diverse partijen wil vormgeven en welke rol en verantwoordelijkheid de gemeente daarin heeft.

De basis voor het beleid in deze nota vormt enerzijds het bestaande beleid, anderzijds de knelpunten en witte vlekken die we vanuit de gemeente met instellingen, burgers en uit literatuur hebben gesignaleerd. De nota brengt in beeld dat ouderenbeleid facetbeleid is en gevoed wordt door invloeden zoals welzijn, wonen, vrijetijdsbesteding, zorg.

Aanpak

Deze nota is niet vanachter het bureau ontwikkeld. Er is een proces ingezet om informatie in te winnen en draagvlak te creëren bij instellingen, burgers en politiek. Er is gebruikgemaakt van de kennis en ervaring die opgedaan is met belevingsonderzoeken op het gebied van de Wmo en recente rapportages van onze preventieve huisbezoeken onder alle 75-jarigen en ouder ‘Senioren op eigen kracht’. Er zijn bijeenkomsten georganiseerd met instellingen, burgers en raadsleden om te horen ‘wat er leeft’ onder ouderen en de beleidsmedewerkers op de verschillende terreinen zijn geraadpleegd.

Aan de totstandkoming van deze nota hebben in het bijzonder een afvaardiging van de ouderenbonden de SGW (Senioren Gemeente Wierden), een afvaardiging namens de Molukse ouderen en medewerkers van de GGD Regio Twente en Stichting De Welle mede bijgedragen.

Wij zullen het beleid en de aanbevelingen continu evalueren. Daar waar nodig zullen aanbevelingen aangepast of toegevoegd worden.

Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat in op de doelgroep, ontwikkelingen en de strategische visie van de gemeente Wierden. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden inhoudelijk de leefgebieden van de Wierdense ouderen uitgewerkt, namelijk wonen, zorg en welzijn. In hoofdstuk 6 gaan we in op de ontwikkeling van woonservicegebieden. Er wordt een (korte) stand van zaken gegeven aangevuld met de belevingen en ervaringen van ouderen en instellingen. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een korte conclusie en aanbevelingen. We sluiten de nota af met een aantal aanbevelingen.

2. Doelgroep en visie

In dit hoofdstuk beschrijven we de doelgroep waar deze nota zich op richt. Hiervoor geven we in paragraaf 2.1 de kenmerken van de doelgroep aan en beschrijven we in paragraaf 2.2 demografische ontwikkelingen. Vervolgens geven we een beeld van relevante ontwikkelingen vanuit het Regeerakkoord en beschrijven we in paragraaf 2.3 de strategische visie van de gemeente Wierden.

2.1 Doelgroep

Dé oudere bestaat niet. De diversiteit in opvattingen en gedrag van ouderen is even groot als die van jongere medeburgers. Naar mate mensen ouder worden gaan er vraagstukken spelen op het terrein van wonen, welzijn, gezondheid, inkomen en veiligheid. Het gaat om de ondersteuning van (kwetsbare) minder vitale mensen. Daarnaast is het van belang om door middel van preventief beleid de afname van vitaliteit te voorkomen en om de kracht van vitale ouderen te benutten. We gaan uit van ouderen van 65 jaar en ouder en maken hierbij een globaal onderscheid tussen vitale en minder vitale (kwetsbare) ouderen.

Kenmerken van vitale ouderen zijn:

- kunnen zelfstandig functioneren en participeren in de samenleving;

- zijn gezond;

- hebben veelal voldoende inkomen om in het levensonderhoud en het onderhouden van sociale contacten te kunnen voorzien.

Kenmerken van minder vitale (kwetsbare) ouderen zijn:

- hebben een zwakkere positie in de samenleving;

- hebben meerdere ziekten/gebreken (een minder goede gezondheid);

- hebben vaak minder inkomen;

- hebben vaak minder sociale contacten.

Uit onderzoek en trendstudies blijkt dat de groep ouderen verandert evenals de perceptie op het ouder worden. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat zoveel mensen zo gezond en vitaal ouder worden. De trend heeft onder andere geleid tot een hogere pensioengerechtigde leeftijd. Ook zijn de ouderen van nu gemiddeld beter opgeleid dan ooit, hebben ze meer te besteden en zijn ze zelfbewuster en zelfredzamer dan vorige generaties. Daarnaast willen de ouderen van nu nadrukkelijk zelf de regie voeren. Ook wordt de laatste jaren de relatie tussen aandacht voor gezonde leefstijl en vitaal ouder worden benadrukt. Zelfs op hoge leeftijd dragen gedrags¬veranderingen bij aan de gezondheid en daarmee aan de kwaliteit van leven.

Aan de andere kant komt er door de vergrijzing een steeds grotere groep kwetsbare ouderen. Kwetsbaar door specifieke ouderdomsziekten als dementie of door vereenzaming. Daarnaast speelt bij de “oudere ouderen” (vanaf 75 jaar) een laag inkomen soms ook een rol. Het gemeentelijk beleid en het aanbod van voorzieningen moet afgestemd worden op de ontwikkelingen en op de wensen en behoeften van de nieuwe generatie ouderen.

2.2 Trends en ontwikkelingen

Demografische ontwikkelingen

Op 1 januari 2013 had de gemeente Wierden 23.808 inwoners. Hiervan is ruim 17% ouder dan 65 jaar . In de volgende tabel wordt een prognose gegeven van het aantal ouderen in de gemeente Wierden van 65 jaar en ouder .

In 2015 is het verwachte inwonertal 24.000, waarvan er 4.400 ouder zijn dan 65 jaar (ruim 18%); in 2019 24.200 inwoners, waarvan er 5.100 ouder zijn dan 65 jaar (ruim 21%).

Trendmatige ontwikkelingen

In april 2013 is de notitie “hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg” verschenen. Deze notitie beschrijft de uitwerking van de kabinetsvoornemens in de langdurige zorg. Het kabinet kiest ervoor om het stelsel van langdurige zorg te herzien en beter aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen en eisen van deze tijd. Uitgangpunten hierbij zijn:

- Uitgegaan wordt van wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Kwaliteit van leven (welbevinden) staat hierbij voorop.

- Als ondersteuning nodig is, wordt allereerst gekeken naar het eigen, sociale netwerk en de financiële mogelijkheden van betrokkenen en wordt de hulp dichtbij georganiseerd.

- Voor wie – ook met steun van de omgeving – niet (meer) zelfredzaam kan zijn, is er altijd (op participatie gerichte) ondersteuning en/of passende zorg.

- De meest kwetsbare mensen krijgen recht op passende zorg in een beschermende, intramurale omgeving in een nieuwe kern-AWBZ.

Het Rijk vertrouwt in het sociale domein veel nieuwe taken toe aan gemeenten, onder andere via decentralisatie van AWBZ - functies naar de Wmo. Onevenredige oude en nieuwe bezuinigingen beperken tegelijkertijd de financiële armslag van gemeenten. Onherroepelijk komt daardoor de ondersteuning voor inwoners in gevaar.

Hervormingen en inperking van de AWBZ

De AWBZ-functies begeleiding (BG) en persoonlijke verzorging (PV) worden met ingang van 2015 gedecentraliseerd naar de gemeenten met een bezuiniging van € 1,6 miljard (25% bezuiniging op BG en 15% op PV). Bij de uitvoering van deze functies wordt uitgegaan van de schaal van 100.000+ gemeenten. Het is de vraag of het resterende budget toereikend is voor de aanspraken op de gemeentelijke Wmo-voorzieningen. Een dergelijke besparing kan niet alleen gerealiseerd worden door efficiencyverhoging of een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers.

Daarnaast zullen, om de AWBZ betaalbaar te houden, in de toekomst alleen mensen met ernstige zorgvragen geïndiceerd worden voor intramuraal verblijf. Dit betekent dat een grote groep mensen, ook die met een grote zorgvraag, thuis (blijft) wonen en daar hun zorg moeten ontvangen (extramuraal). Het proces van “scheiden van wonen en zorg” wordt hiermee versneld doorgevoerd. Dit geeft gevolgen voor (nieuwe) cliënten, zorginstellingen, corporaties, zorgverzekeraars en gemeenten. Dit zal leiden tot een groter beroep op gemeentelijke voorzieningen op de terreinen welzijn, gezondheid, wonen (zoals HH, woningaanpassing en Wmo- hulpmiddelen).

Voor Wierden betekent dit dat we de komende jaren samen met de woningstichting en zorginstellingen het huidige woningbestand toekomstbestendig moeten maken. Daarbij denken we aan het opplussen van woningen en het (rolstoel)toegankelijk maken van de woonomgeving.

Het is duidelijk dat ook partners op ingezette beleidslijnen vanuit het Rijk inspelen:

Wijkteams

Het kabinet investeert 50 miljoen euro in het opzetten van sociale wijkteams binnen gemeenten. Hiermee kan de ondersteuning uit het gemeentelijk sociale domein afgestemd worden op het medische domein. Ook stelt het kabinet 200 miljoen ter beschikking voor de inzet van wijk¬verpleegkundigen. Deze zorg kan alleen succesvol worden ingezet als verzekeraars, gemeenten en zorgverleners afspraken maken over de invulling hiervan.

Voor de gemeente Wierden betekent dit dat wijkteams in woonservicegebieden kunnen worden ingezet. De rol en invulling van het woonserviceteam (wijkteam) zal hiervoor nader uitgewerkt moeten worden.

Hulp bij het huishouden

De voorziening Hulp bij het huishouden in de Wmo wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. Gemeenten houden 60% van het budget om breed in te zetten voor ondersteuning van burgers. Vanaf 2015 is een vorm van huishoudelijke hulp in individuele situaties mogelijk, als onderdeel van een breed ondersteuningspakket. Dit kan bijdragen aan de wens van mensen om langer thuis te blijven wonen.

Op Twents niveau brengt een ambtelijke werkgroep mogelijke scenario’s in beeld voor het vormgeven van de maatwerkvoorziening HH met ingang van 2015.

2.3 Strategische visie gemeente Wierden

In het coalitieakkoord 2010-2014 van het college van Wierden is een aantal kernpunten genoemd dat ook betrekking heeft op de context van de ouderen:

- De zorg staat onder druk. Mensen krijgen niet meer of moeilijker de hulp die men vroeger wel had. De zorg van mens tot mens moet uitgangspunt blijven.

- In de zorgverlening staat kwaliteit bovenaan.

- Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn essentieel in een maatschappij van betrokkenheid en aandacht voor elkaar.

- Iedere burger moet volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij.

- Gezondheid is een belangrijk goed. Wij ondersteunen activiteiten die gericht zijn op gezond zijn en blijven.

- Iedereen moet in de gelegenheid zijn te sporten en/of zich creatief te uiten.

- Voorzieningen voor met name ouderen en mensen met een beperking moeten bereikbaar zijn.

In de herijkte strategische visie zijn uitgangspunten bepaald aan de hand waarvan drie ambities door de gemeente Wierden worden nagestreefd. De uitgangspunten zijn:

- de bevolking vergrijst;

- er zal sprake zijn van een stagnerende bevolkingsgroei;

- er is de komende jaren geen of nauwelijks geld voor nieuw beleid;

- er zal waarschijnlijk nog meer bezuinigd moeten gaan worden.

Zorg voor ouderen

Met bovenstaande uitgangspunten in gedachten, wil het college drie ambities nastreven: ‘Behoud van jongeren’, ‘Duurzaamheid’ en ‘Zorg voor ouderen’. Voor de ambitie ‘Zorg voor ouderen’ wordt de volgende onderbouwing genoemd:

‘Vooralsnog kunnen de “nieuwe ouderen” zich nog prima redden. Ze zijn relatief jong, welgesteld en fit. Deze groep (en die is dan niet klein) zal op termijn een sterk beroep doen op zorg en zorgvoorzieningen. Voor een groot deel zal men dat zelf moeten gaan regelen, maar voor een deel (vooral als vangnet) zal de gemeente borg moeten staan en voorzieningen moeten hebben.’

Dit uitgangspunt sluit aan bij de maatregelen die het kabinet heeft genomen. Hierbij gaat men uit van het verhogen van de participatie en langer zelfstandig wonen, waarbij de rol van de overheid groter wordt naarmate mensen meer zorg nodig hebben. Dit neemt echter niet weg dat de gemeente Wierden het eigen kracht netwerk en het welzijnsaanbod wil initiëren en stimuleren.

De portefeuillehouder Ouderenbeleid, wethouder Theo de Putter, zegt het volgende in zijn statement:

3 Wonen en woonomgeving

In dit hoofdstuk beschrijven we het wonen en de woonomgeving van de ouderen. Hierbij gaan we in paragraaf 3.1 eerst in op de Wierdense woonvisie. Aansluitend presenteren we in paragraaf 3.2 een overzicht van ervaringen van ouderen. We sluiten het hoofdstuk af met enkele conclusies en aanbevelingen.

3.1 Wierdense woonvisie

De hoofddoelstelling van de gemeente Wierden is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig moeten kunnen blijven wonen, functioneren en participeren in onze samenleving. Hierbij komen we tegemoet aan de wens van de meeste ouderen om zo lang mogelijk, ook als zij te maken krijgen met fysieke en mentale problemen, zelfstandig te kunnen blijven wonen. Hierbij is het van belang dat mensen grip op hun eigen leven hebben en zelf de regie over hun leven voeren. Het realiseren van geschikte woningen en accommodaties en het creëren van een woonomgeving waar zij goed uit de voeten kunnen is belangrijk.

Voor ouderen en zorgvragers is het woningaanbod in de gemeente Wierden nog onvoldoende van omvang en kwaliteit. Dit geldt zowel voor de reguliere levensloopbestendige huisvesting als voor de meer specifieke woonzorgconcepten, waarbij met name gekeken moet worden naar toevoeging van huurwoningen.

In de Wierdense woonvisie 2010 tot 2015, ‘Nieuwe dynamiek in wonen’ zijn voor de doelgroep senioren en zorgvragers de volgende accenten benoemd:

- Door de vergrijzing neemt het aantal senioren en zorgvragers de komende jaren fors toe, terwijl de huidige woningvoorraad nog onvoldoende aansluit bij de behoefte van deze doelgroepen: een behoefte aan zorggeschikte nultredenwoningen. Dit leidt ertoe dat nutredenhuurwoningen in diverse prijsklassen, met name op inbreidings-en herstructureringslocaties moeten worden toegevoegd. De gemeente geeft ontwikkeling van deze locaties voorrang en onderzoekt de mogelijkheden om op deze locaties tot verdichting te komen.

- Voor senioren op uitbreidingslocaties zoeken naar mogelijkheden om meer beschutte en veilige woonvormen te realiseren, onder meer door toevoeging van gemeenschapsvoorzieningen. En het versterken van verbindingen tussen huidige woonsituatie en bestaande voorzieningen.

- De gemeente Wierden wil meer sturen op woonkwaliteit. In het woonbeleid uit 2004 is hier reeds een belangrijke start gemaakt door te pleiten voor 100% levensloopbestendige woningbouw. Dit beleid verfijnt de gemeente nu meer. Zij stelt namelijk meer dan voorheen de woonconsument centraal.

- Een groeiende groep mensen met een (intensieve) zorgvraag (waaronder mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking) zal de komende jaren in een zo normaal mogelijke leefsituatie zorg krijgen. Door minder zorg aan te bieden in grootschalige instellingen (extramuralisering) en meer in kleinschalige woonzorgeenheden (deconcentratie) moet beter ingespeeld worden op de wensen van zorgvragers.

De afgelopen jaren heeft de gemeente ingespeeld op de behoefte van haar inwoners in zowel de kernen als de buurtschappen. Bijvoorbeeld door investeringen in de realisatie van een drietal Kulturhusen, ontwikkeling van woonservicegebieden en meer differentiatie in nieuwbouw. De komende jaren moet dit verder uitgewerkt worden om daarmee de vitaliteit van de kernen en buurtschappen te versterken.

In bijlage 1 vindt u een totaal overzicht van het woningaanbod.

3.2 Woningbestand

Van de ruim 8.800 woningen in de gemeente Wierden is het overgrote deel van de woningen in eigendom van particulieren, 80% tegen 20% huurwoningen. De SWWE verhuurt veruit de meeste woningen (1700) in de gemeente.

SWWE is voor de gemeente een belangrijke partner bij de uitvoering van haar woonbeleid. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid geven de gemeente en SWWE hier invulling aan. De gemaakte afspraken hierover zijn vastgelegd in Prestatieafspraken: “Nieuwe dynamiek in samenwerken” 2011-2015.

Bij alle te bouwen of te renoveren woningen door SWWE wordt rekening gehouden met de (toekomstige) bewoners. Dit gebeurt door die algemene voorzieningen te plaatsen die hen in staat stellen zelfstandig te wonen en te functioneren. Het Woonkeur (voor senioren) en het mogelijk maken van domotica (technische hulpmiddelen in woningen) spelen hierbij een rol.

Bij het zorgloket komen jaarlijks aanvragen binnen voor een tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing. Vanaf 2011 zien we een daling van het aantal aanvragen. Van 225 aanvragen in 2010 naar 175 aanvragen in 2012. De aanvragen variëren van het plaatsen van een traplift of een aanpassing van een traplift tot aanvragen van douche/toiletstoel, een drempellift of een tillift. Sinds 2011 vindt financiering van kleine woningaanpassingen (tot 1000 euro) plaats door de SWWE. Hiervoor worden dus geen aanvragen gedaan. Vanaf 2013 is deze regeling gestopt en worden deze aanvragen door de gemeente gefinancierd.

Mobiliteit

Voor deelname aan de samenleving en het behouden van de zelfredzaamheid is het van belang dat mensen zich kunnen verplaatsen. Ouderen blijven tegenwoordig langer autorijden en fietsen. Zij zijn echter wel kwetsbaar in het verkeer. Daarnaast zijn er ouderen die gebruikmaken van een scootmobiel en zijn (veel) ouderen afhankelijk van het openbaar vervoer.

De gezondheid en vitaliteit bepalen in grote mate hoe ouderen zich verplaatsen. Goede vervoers-mogelijkheden kunnen een positieve bijdrage leveren aan het voorkomen van een sociaal isolement. Daarnaast is voldoende en veilig bewegen om lichamelijke mobiliteitsbeperkingen te voorkomen van groot belang.

Om ouderen in staat te stellen sociale contacten te (blijven) onderhouden, is het van belang de woonservicegebieden uit te breiden en door te ontwikkelen. Door deze uitrol zal in elk gebied (en dus dicht bij de woonlocatie van de oudere) een ontmoetingsplek worden ingericht. Het onderhouden van sociale contacten kan ook via media als internet en de mobiele telefoon.

3.3 Ervaringen en belevingen van ouderen en instellingen

Hieronder staan de belangrijkste belevingen en ervaringen van ouderen en instellingen op het gebied van wonen. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de uitkomsten van de gehouden bijeenkomsten, resultaten van het belevingsonderzoek Wmo en de uitkomsten van de preventieve huisbezoeken onder 75-jarigen en ouder, Senioren op eigen kracht .

Woningen

Ouderen die willen verhuizen zijn grotendeels gericht op de eigen kern. Onder 55-plussers is er een lichte verschuiving te zien van koop naar huur, ca. 60% kiest voor een huurwoning, 40% wil in een koopwoning (blijven) wonen. Voor de leeftijdsklasse 75-plus is die verschuiving nog duidelijker: 85% van deze groep doorstromers wil verhuizen naar een huurwoning en woont nu nog in een eengezinswoning. Doorstromers vanaf 55 jaar die een huurwoning wensen, hebben een sterke voorkeur voor een appartement met lift (48%). Doorstromers vanaf 75 jaar geven naast een appartement met lift (45%), de voorkeur aan een aanleunwoning/woon-zorgcomplex (ruim 20%). Naast ruimte vinden ouderen ook energie en levensloopbestendigheid belangrijke kwaliteitsaspecten.

Woongenot en leefbaarheid

Het woongenot onder ouderen in Wierden is hoog. Het merendeel van de ouderen is tevreden over de buurt en over de woning. Het lijkt er wel op dat met het toenemen van de leeftijd de mate van tevredenheid zowel over woning als buurt wat afneemt.

De meeste ouderen kunnen zich goed redden in de woning maar wel dankzij een aantal regelingen en voorzieningen. De zelfredzaamheid neemt met het toenemen van de leeftijd af; vooral na het 75e jaar. Ook neemt met het toenemen van de leeftijd het gevoel van onveiligheid toe als het gaat om verkeersoverlast.

Seniorenwoningen

Belangrijk aandachtspunt blijkt de vraag of er voldoende seniorenwoningen zijn. Vooral in Enter is aangegeven dat ouderen zich al op tijd moeten inschrijven voor een seniorenwoning. Er zou meer publiciteit gegeven moeten worden aan het op tijd inschrijven.

Levensloopbestendig (ver)bouwen

Aangegeven wordt dat er in de particuliere sector te weinig om advies wordt gevraagd bij de woon-adviescommissie, de WAC. De WAC kan geen adressen krijgen van de gemeente. Gelet op het hoge percentage koopwoningen zou er meer levens¬loopbestendig verbouwd kunnen worden dan tot nog toe gebeurd.

Molukse wijk

Sinds 1952 maken Molukkers deel uit van de Wierdense gemeenschap. Wierden kent een Molukse wijk waar thans nog 65 gezinnen wonen. De ‘toekomstige’ Molukse ouderen, de tweede generatie Molukkers, zijn opgegroeid en gesocialiseerd in de beslotenheid van de eigen gemeenschap respectievelijk in het woonoord, Kamp Vossenbos en de Molukse wijk. In december 2010, is het startsein gegeven aan het project Samenleven Molukse gemeenschap in de gemeente Wierden.

De eerste generatie Molukkers heeft de uitdrukkelijke wens (meer nog dan Nederlandse ouderen) om zelfstandig te blijven wonen en indien mogelijk in de eigen woning te sterven. Gevraagd is ook naar mogelijkheden voor woningen waarbij alles gelijkvloers is.

3.4 Conclusies en aanbevelingen

Door de toenemende vergrijzing zal de vraag naar levensloopbestendige woningen en/of woningen waar zorg geleverd kan worden, snel toenemen.

Uit onderzoek onder bewoners in de gemeente Wierden (maar ook landelijk) blijkt dat veel bewoners ‘levensloopbestendig wonen’ niet de grootste prioriteit vinden. De gemeente wil vanuit haar verantwoordelijkheid in haar woonbeleid en de oplopende kosten voor individuele Wmo voorzieningen, hiermee aan de slag. Het zou meer gedachtegoed moeten worden dat mensen zelf inspelen op het ouder worden en hun woning toerusten op de levensfase (ouderdom en beperkingen). Daarvoor kan gratis advies ingewonnen worden bij het WAC.

Aanbevelingen

- Levensloopbestendig (ver)bouwen. Gelet op de verwachte toename van het aantal ouderen in Wierden zal het aantal levensloopbestendige woningen in de gemeente uitgebreid moeten worden. Enerzijds door het bouwen van nieuwe woningen, anderzijds door het verbouwen of aanpassen van bestaande woningen. Gelet op het hoge percentage koopwoningen in de gemeente ligt de focus op het verbouwen van bestaande woningen.

- Bewustwording. Wij willen bewoners bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid om vroegtijdig hun woning levensloopbestendig te maken. Hiervoor moet de informatie¬voorzieningen aan (jonge) ouderen, mantelzorgers en andere inwoners over de mogelijkheden van techniek in huis om veilig, prettig en langer zelfstandig te wonen worden uitgebreid.

- Bewustwording. Om de bewustwording verder uit te breiden willen we deelname aan de provinciale bewustwordingscampagne “Lang zult u wonen” continueren; deze campagne richt zich op mensen met een eigen woning. De inzet is gericht op ouderen en hun kinderen. Hoofddoel is om hen te laten zien en ervaren welke mogelijkheden er zijn om hun eigen woning te verbeteren; het is de bedoeling hen te verleiden vroegtijdig tot actie over te gaan.

- Door ontwikkelen woonservicegebieden. Het is noodzakelijk om de woonservicegebieden verder aan te vullen en door te ontwikkelen.

- Procesafspraken Woon Adviescommissie. De gemeente moet procesafspraken intensiveren waarbij de Woon Adviescommissie vroeg in het ontwerpproces met een ontwikkelaar en met particulieren meekijkt en adviezen geeft over duurzaamheid en levensloopbestendig wonen.

- Samenwerkingsafspraken. De gemeente moet jaarlijks in overleg met zorgaanbieders, onder andere om te zorgen dat er voldoende verpleeghuisplaatsen binnen de gemeente Wierden zijn. Tevens moeten er afspraken gemaakt worden over het afstemmen van de overgang van extramurale zorg (verantwoordelijkheid van de gemeente) naar intramurale zorg (AWBZ)

- Afstemmen mobiliteit en bereikbaarheid. De gemeente dient de afstemming tussen mobiliteit en bereikbaarheid te toetsen. Bijzonder aandachtspunt daarbij zijn de kleine kernen.  

4 Zorg

In dit hoofdstuk werken we het thema zorg verder uit. Hierbij presenteren we in paragraaf 4.1 de resultaten van het gezondheidsonderzoek in de regio Twente waarna we in par. 4.2 ingaan op de Wmo.. In paragraaf 4.3 gaan we in op mantelzorg en vrijwilligerswerk. Vervolgens gaan we nader in op de nieuwe taken die vanaf 2015 aan de gemeente overgedragen worden en het huidige zorgaanbod, waarbij we onderscheid maken tussen de verschillende voorzieningen. We sluiten het hoofdstuk af met enkele conclusies en aanbevelingen.

4.1 Gezondheid

Gebreken die zich voordoen bij het ouder worden verschillen per individu. De veerkracht van lichaam en geest neemt bij ouderen af. Rond 2040 is één op de vier inwoners van Twente een oudere . Ouderen worden daardoor een substantiële doelgroep als het gaat om een goede gezondheid.

In 2010 is door de GGD een grootschalig gezondheidsonderzoek uitgevoerd in alle Twentse gemeenten, ook in Wierden. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de gezond¬heidssituatie en leefstijl van zelfstandig wonende ouderen van 65 jaar en ouder.

Het Twentse ouderenonderzoek bevestigt de algemene opvatting, dat juist de 85-plussers het meest kwetsbaar zijn wat gezondheid betreft. Gezondheidsproblemen nemen na het 65e jaar geleidelijk toe, maar na het 85e jaar is er sprake van een cumulatief effect. Gezondheidsproblemen worden complexer en men heeft vaak meerdere ziekten of aandoeningen tegelijk, ook wel comorbiditeit . Over het algemeen zijn de ouderen positief ingesteld ten aanzien van de eigen gezondheid en wat men nog kan.

De onderstaande figuur bevestigt nogmaals dat naarmate de leeftijd hoger wordt het aantal personen met beperkingen fors toeneemt. Tussen de 65 – 80 jaar heeft één derde tot twee derde van alle personen meer dan twee ziekten. Bij personen ouder dan 80 jaar is de kans nog groter: 70 tot 80% van hen heeft comorbiditeit.9

Percentage personen met beperkingen gerelateerd aan leeftijd (Bron: Tubantia, april 2013)

Ook hier speelt de bewustwording van bewoners (de jonge ouderen) van hun eigen verantwoordelijkheid om vroegtijdig hun woning levensloopbestendig te maken een belangrijke rol.

4.2 Maatschappelijke ondersteuning

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zegt dat iedereen moet kunnen meedoen. Daartoe is in de Wmo de compensatieplicht opgenomen, die de verantwoordelijkheid van gemeenten regelt om mensen met een beperking en ouderen te ondersteunen. Wanneer een burger problemen ondervindt bij zijn zelfredzaamheid of meedoen in de samenleving, zal hij op zoek gaan naar ondersteuning. Het kan ook zijn, dat de directe omgeving (partner, kinderen, buren) vindt dat ondersteuning gezocht moet worden. De doelgroep van de Wmo is breed. Het gaat om mensen met een lichamelijke -, verstandelijke -, zintuiglijke -, psychische - of psychosociale beperking.

Het uitgangspunt is de burger zelf. De uiteindelijke doelstelling is dat zij beter en/of langer kunnen blijven meedoen in de samenleving. De gemeente heeft de taak om aan de hand van de compensatie-plicht en de acht resultaten in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte van de burger is en passende oplossingen aan te bieden of te faciliteren. De compensatie is aanvullend op wat de burger zelf nog kan, zo nodig in samenwerking met zijn omgeving. De focus verschuift van het verstrekken van (individuele) voorzieningen naar vraagverheldering en het ontwikkelen van nieuwe oplossingen.

Dit vraagt ook een omslag bij de burger zelf. De Wmo gaat in eerste instantie uit van zijn eigen kracht en verantwoordelijkheid. De relatie tussen burger en gemeente wordt hiermee wederkerig. Het is niet langer de burger die een voorziening claimt en de gemeente die de aanvraag beoordeelt, maar de burger die samen met de gemeente in kaart brengt wat zijn mogelijkheden en belemmeringen zijn en met welke oplossing hij zo nodig kan worden ondersteund. Het probleem¬oplossend vermogen van de burger wordt aangesproken.

Visie op maatschappelijke ondersteuning

In verband met de transitie van de functie Begeleiding van de AWBZ naar de Wmo is zowel regionaal als lokaal een visie neergelegd in de Visie- en keuzenota maatschappelijke ondersteuning in Twente van 30 maart 2012. Enkele uitgangspunten daaruit:

- Het streven is te komen tot een vraaggestuurde, efficiënte, betaalbare en effectieve ondersteuning, die daadwerkelijk uitgaat van ondersteuningsbehoeften van kwetsbare burgers.

- Met de komst van de Wmo is een verandering ingezet in het denken en doen bij het verstrekken van voorzieningen. De afgelopen jaren hebben veel gemeenten stappen gezet om meer resultaatgericht te werken in plaats van het beoordelen van claims.

- We nemen de burger als vertrekpunt. De Wmo is een compensatiewet. Het doel van de Wmo is het vergroten en/of op peil houden van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van burgers. Niet de voorwaarden voor het al dan niet verkrijgen van een voorziening staan centraal, maar de vraag naar wat nodig is om de problemen op het gebied van zelfredzaamheid of maatschappelijke participatie te compenseren.

- Het bieden van compensatie hoeft niet noodzakelijkerwijs door een individuele voorziening.

Op 17 april 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met de uitgangspunten uit die Visie- en Keuzenota en aanvullend ingestemd met het voorstel om met betrekking tot de ondersteuning in Twente te werken volgens hetzelfde model, namelijk het regisseursmodel. In dat raadsbesluit is ingestemd met het voorstel om in Wierden te kiezen voor optie 5 uit de Visie- en keuzenota: ”De gemeente verzorgt zelf de toegang en voor complexe situaties doet de gemeente een beroep op aanbieders en/of een (regionaal) expertteam”. Ook werd ingestemd met het voorstel, om de vernieuwing van aanbod te stimuleren, zodat het aanbod van zowel algemene, collectieve als individuele voorzieningen zoveel mogelijk aansluit bij de ondersteuningsbehoeften van onze kwetsbare burgers.

4.3 Mantelzorg en vrijwilligerswerk

Mantelzorg en vrijwilligerswerk, in het bijzonder in zorg en welzijn, zijn de twee belangrijkste pijlers waar de Wmo en de modernisering AWBZ op rusten. Het gaat immers om de zorg en inzet voor andere mensen. Als mensen niet zoveel mogelijk voor elkaar zorgen, dan neemt de druk op individuele voorzieningen van de Wmo en AWBZ toe en moeten financiële maatregelen worden getroffen om vraag en aanbod met elkaar in evenwicht te brengen. Mantelzorg vormt een omvangrijk, onbetaald, onderdeel van de zorgkant in de gezondheidszorg.

Aldus Loesje: “Mantelzorgers en vrijwilligers zijn onbetaalbaar, maar goed dan dat je ze ook niet hoeft te betalen”.

Door de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken neemt de druk op de mantelzorgers toe. Over de Wierdense mantelzorgers onder ouderen zijn de volgende GGD-cijfers bekend. 19% van de Wierdense ouderen heeft mantelzorg gegeven. Dit is overigens duidelijk hoger dan het Twentse percentage: 14%. De meeste mantelzorg wordt gegeven op het vlak van huishoudelijk werk, vervoer en gezelschap, troost en afleiding. 15% van de Wierdense ouderen heeft mantelzorg ontvangen. Er is een zeer sterke toename met de leeftijd. 6% van de groep 65-75 jaar heeft mantelzorg ontvangen; bij de 75-plussers is dit 27%.

Mantelzorgers en vrijwilligers zetten zich belangeloos in voor anderen uit solidariteit, naastenliefde, rechtvaardigheid en eigen verantwoordelijkheid. Ze zijn bereidt de zorg te verlenen en nemen zelf deze verantwoordelijkheid. Als ze daartoe onvoldoende of niet meer toe in staat zijn, moet er een vangnet zijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het tot stand brengen van dit ‘vangnet’. In de gemeente Wieren hebben we nauw contact opgebouwd met (informele) zorgorganisaties. Er vindt regelmatig (beleids)overleg plaats met de betreffende organisaties en daarnaast vindt onder voorzitterschap van de gemeente een zorgoverleg plaats voor afstemming, ontmoeting, knelpunten bespreken en gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen met meerdere organisaties. De gemeente Wierden voert een actief beleid om haar vrijwilligers en mantelzorgers te faciliteren en waarderen.

4.4 Nieuwe zorgtaken

In het Regeerakkoord wordt duidelijk dat de niet-medische zorg thuis naar de gemeenten wordt gedecentraliseerd (van AWBZ naar Wmo) en dat de medische zorg thuis onder de AWBZ blijft of onder de Zorgverzekeringswet valt. Het betreft hier de persoonlijke verzorging (mensen helpen met wassen/douchen, aankleden, ogen/oren druppelen, verbinden wonden, medicatie toedienen, steunkousen aantrekken) en de begeleiding individueel en/of begeleiding groep (het bieden van dagstructuur, maaltijd, bewegen, geheugentraining, krant lezen etc.).

Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk om deze mensen passende zorg en ondersteuning te bieden. Dit betekent onder andere dat deze mensen niet meer bij het CIZ terecht kunnen voor een indicatie, maar dat ze hiervoor bij het zorgloket van de gemeente komen.

In de gemeente Wierden hebben circa 270 inwoners een indicatie voor extramurale begeleiding (BG) en 500 inwoners een indicatie voor persoonlijke verzorging (PV). Een deel van deze personen heeft een indicatie voor beide functies. Het totaal aantal (unieke) personen met een indicatie voor extra¬murale begeleiding of persoonlijke verzorging is circa 530. Ter vergelijking, circa 930 personen beschikken over een indicatie voor huishoudelijke hulp (HH)

Het huidige budget voor deze zorg (BG + PV) is circa 3,5 miljoen euro. Dit bedrag zal (met een korting van 25%) overgaan naar de gemeente. Vergeleken met het huidige budget voor de HH (nu ruim 2 miljoen, na korting nog ruim 1 miljoen, betekent dit dat er een enorme (zorg)taak op de gemeente afkomt. Dit budget is straks ongeveer de helft van het totale Wmo budget.

Budget voor begeleiding en persoonlijke verzorging

De zorg die cliënten met een indicatie voor begeleiding of persoonlijke verzorging ontvangen wordt geleverd door professionele zorgaanbieders. Veelal werken deze zorgaanbieders regionaal, met meerdere locaties verspreidt over de gemeente(n).

Door een goede samenwerking tussen de zorgorganisaties en afstemming met de welzijnsstichting wordt zo een keten van activiteiten gerealiseerd van welzijnsactiviteiten voor ouderen zonder zorgvraag, via het dagprogramma senioren voor kwetsbare ouderen met een lichte zorgvraag naar de Wmo gefinancierde dagbesteding (voorheen AWBZ) voor mensen met een matige tot zware zorgvraag.

Herinrichting netwerk (zorg)partijen

De verantwoordelijkheid van de gemeenten voor deze nieuwe zorgtaken heeft als gevolg dat er voor de gemeente nieuwe samenwerkingspartners bijkomen. Dit betekent dat het netwerk van partijen die betrokken zijn bij de zorg en ondersteuning heringericht moet worden.

Naast de partijen die op dit moment de extramurale AWBZ zorg leveren zullen ook de huisarts en de wijkverpleegkundige een andere, belangrijke rol gaan spelen. Het merendeel van de huidige ouderen en zorgvragers doet een beroep op de huisarts. De huisarts heeft dus een belangrijke signalerende functie. Samen met de wijkverpleegkundige zal hij als spil in het web moeten fungeren om voor iedereen (dus ook de ouderen) een passend zorgaanbod te organiseren. Hiervoor is herinrichting van de zorg noodzakelijk. Een deel van deze zorg, waaronder de inzet van de wijkverpleegkundige wordt gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet.

Een netwerk op gebiedsniveau, in de gemeente binnen de woonservicegebieden, biedt hierin uitkomst. De huidige samenwerking tussen de huisarts, wijkverpleegkundige, zorginstellingen en het welzijnswerk binnen de woonservicegebieden moet verder uitgebouwd worden. Dit kan door het inrichten van woonserviceteams (landelijk ook wel wijkteams genoemd). Samenwerking en coördinatie tussen de verschillende disciplines is hier erg belangrijk. Deze taak kan worden ingevuld door de woonserviceadviseur.

4.5 Zorgaanbod en voorzieningen

De gemeente Wierden kent een goed aanbod van verschillende diensten op het gebied van de eerste- en tweedelijnszorg: huisartsenzorg, algemeen maatschappelijk werk, informele zorg, het Meldpunt Zorgvragen, aansluiting geestelijke gezondheidszorg, etc. Voor een overzicht en beschrijving van het zorgaanbod in Wierden wordt verwezen naar de Nota lokaal gezondheidsbeleid van de gemeente Wierden.

In bijlage 2 geven we een beknopt overzicht van het aanbod aan algemene en collectieve voorzieningen en daarnaast ook individuele voorzieningen.

4.6 Ervaringen en belevingen van ouderen en instellingen

Hieronder staan de belangrijkste belevingen en ervaringen van ouderen en instellingen op het gebied van zorg. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de uitkomsten van de gehouden bijeenkomsten, resultaten van het belevingsonderzoek Wmo en de uitkomsten van de preventieve huisbezoeken onder 75-jarigen en ouder, Senioren op eigen kracht .

Het betreft hier niet de ervaringen op het gebied van de AWBZ-gerelateerde zorg, enkel de ervaringen met betrekking tot mantelzorg en vrijwilligerswerk. Het onderzoek zoals dit is uitgevoerd heeft betrekking op Wmo-gerelateerde voorzieningen, tot op heden valt de AWBZ zorg hier niet onder.

De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers speelt een belangrijke rol. De gemeente kan relatief weinig invloed uitoefenen op de mantelzorg, die wordt immers in directe sociaal verband georganiseerd. Maar er zijn wel mogelijkheden om mantelzorgers en het vrijwilligerswerk te ondersteunen en faciliteren. De gemeente voert daartoe een actief beleid.

De meeste vrijwilligers zijn te vinden in de leeftijdscategorie 35 t/m 64 jaar. Het inzetten van (vitale) ouderen voor (minder vitale) ouderen zal hier verandering in kunnen brengen.

4.7 Conclusies en aanbevelingen

Uitgangspunt voor het beleid is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deel kunnen nemen aan het maatschappelijk leven. Dit impliceert dat aandacht wordt gegeven aan de gezondheid van de ouderen en dat, waar nodig, aanvullende voorzieningen worden geboden. De combinatie wonen en zorg wordt daarom steeds belangrijker.

Het ouderenbeleid beweegt zich steeds meer op het snijvlak van de beleidsterreinen wonen, zorg en welzijn. Als mensen langer thuis willen blijven wonen, is het van belang dat eerste- en tweedelijns gezondheidszorgvoorzieningen aanwezig zijn in de nabije woonomgeving. Of dat men er met het openbaar vervoer gemakkelijk kan komen. Voor ouderen die (zwaardere) zorg nodig hebben moet zorg aan huis kunnen worden geleverd.

Door de decentralisatie van extramurale AWBZ taken naar de gemeente krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor nieuwe zorgtaken. Het budget dat hiermee is gemoeid is ongeveer twee keer zo groot als het huidige budget voor de huishoudelijke hulp. Daarnaast betekent dit dat de zorg en het netwerk van (zorg) partijen opnieuw moet worden ingericht.

Aanbevelingen

- Inrichten woonserviceteams. Gelet op de nieuwe zorgplicht van de gemeente willen we woonserviceteams inrichten en opzetten. Deze teams fungeren als spil in het web in de woonservicegebieden, op het gebied van zorg en welzijn voor de inwoners van deze gebieden.

- Nieuwe samenwerkingspartners. Het inrichten van nieuwe woonserviceteams betekent voor de gemeente dat ze nieuwe samenwerkingspartners erbij krijgt. Er moet contact gelegd worden, daarnaast moeten afspraken gemaakt worden over de samenwerking. Omdat de financiering van deze teams deels vanuit de Zvw plaatsvindt, zal ook afstemming met de zorgverzekeraar tot stand moeten komen.

5 Welzijn

Welzijn kan een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud van zelfredzaamheid en deelname aan het maatschappelijk verkeer tot op hoge leeftijd. Hierdoor kan de zorgbehoefte voorkomen of uitgesteld worden. Gezien de vergrijzing wordt een toename van het gebruik van welzijns¬voorzieningen verwacht. Tevens ligt het in de verwachting dat de nieuwe generatie ouderen andere activiteiten en diensten wenst dan de huidige generatie ouderen, waardoor de vraag zal veranderen. Wanneer in de toekomst ouderen en zorgvragers langer zelfstandig blijven wonen, neemt het risico op sociaal isolement toe. Het aanbod van welzijnsactiviteiten, op het terrein van sport, ontmoeting, cultuur en educatie, draagt bij aan de actieve participatie van mensen in de samenleving en kan isolement voorkomen.

In ons beleid staan participatie en het behoud van de zelfregie van ouderen centraal. Wij proberen met het ondersteunen en stimuleren van voorliggende (welzijn) voorzieningen de vroegtijdige noodzaak tot duurdere zorg (individuele voorzieningen en intramurale voorzieningen, verpleeghuis¬zorg en ziekenhuiszorg) uit te stellen en te voorkomen. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van het huidige aanbod aan voorzieningen.

5.1 Welzijnsaanbod

Er wordt in de toekomst steeds meer nadruk gelegd op de keuzevrijheid van het individu. In de praktijk betekent het echter ook dat een groot beroep op de zelfredzaamheid van mensen wordt gedaan. Bij veel ouderen ontstaat hierdoor een toenemende vraag naar individuele advisering. Het welzijnswerk (woonserviceadviseur) kan hierin een belangrijke rol spelen, ook als de vraag naar zorg ontstaat en/of toeneemt. Zij kan de oudere ondersteunen bij het voeren van regie over het eigen bestaan. Dit betekent een verschuiving van de invulling van het welzijnswerk.

Het welzijnsaanbod in Wierden bestaat uit een veelheid aan activiteiten die ook voor ouderen toegankelijk zijn. Daarnaast is er een specifiek aanbod voor ouderen. Organisaties die subsidie ontvangen zijn o.a. Stichting De Welle, de ouderenbonden, maaltijdvoorzieningen, sport¬voorzieningen en de vrijwillige thuiszorg.

Voor het deelnemen aan deze welzijnsactiviteiten is geen indicatie van het CIZ of het zorgloket nodig. Wanneer ouderen met matige of ernstige beperkingen meer zorg nodig hebben, kan een indicatie voor AWBZ gefinancierde begeleiding (dagopvang) worden aangevraagd bij het CIZ. Ouderen met lichte beperkingen en een lichte zorgbehoefte kunnen zonder indicatie van het CIZ aansluiten bij de welzijnsactiviteiten van De Welle of bij de AWBZ- gefinancierde dagopvang van Carintreggeland en Zorgaccent in het kader van het dagprogramma Senioren (zie verder hoofdstuk zorg).

De gemeente Wierden heeft bewust gekozen voor deze opzet. Er is sprake van een vloeiende overgang van een welzijnsactiviteit, via een ontmoetingsactiviteit voor kwetsbare ouderen naar uiteindelijke indien nodig een zorgactiviteit (AWBZ-gefinancierde begeleiding ofwel dagopvang) .

Deze opzet past binnen de lijn van zelfredzaamheid naar maatschappelijke ondersteuning in de vorm van een algemene voorziening naar een individuele AWBZ of Wmo voorziening. De gemeente doet haar best om dit in de huidige opzet te behouden.

Door de verantwoordelijkheid van de gemeente voor nieuwe zorgtaken zal mogelijk ook een reorganisatie van het welzijnswerk moeten plaatsvinden. Het welzijnswerk zal samen met de overige zorgvormen in een woonserviceteam worden geborgd.

Het aanbod en het gebruik van de verschillende aanbieders wordt in bijlage 3 kort beschreven. Hieronder geven we een beknopt overzicht van de verschillende vormen binnen het welzijnsaanbod.

Beweging voor ouderen

Diverse onderzoeken geven aan dat sportief actieve 50-plussers minder kans hebben op lichamelijke aandoeningen en minder snel in een sociaal isolement terechtkomen. Dit vraagt om structurele aandacht voor het sport- en beweegaanbod voor de Wierdense senioren. In Wierden heeft 59% van de ouderen overgewicht. 13% heeft ernstig overgewicht en loopt daardoor direct risico op hart- en vaatziekten, diabetes en andere aandoeningen of heeft deze al. Ruim de helft van de Wierdense ouderen vindt dat zij voldoende bewegen. Beweging onder ouderen behoort in Nederland internationaal gezien nog tot de achterhoede. Het stimuleren van lichamelijke activiteit kan de levenskwaliteit, gezondheid en arbeidsparticipatie van ouderen bevorderen.

Samenleven Molukse wijk

In 2007 is, onder verantwoordelijkheid van de gemeente Wierden en de Stichting Wonen Wierden Enter (SWWE), begonnen met het verbeteren van de woningen en de woonomgeving van de Molukse wijk. Dit werd in november 2010 afgerond. Met de opening van de gerenoveerde wijk in november 2010 is het startsein gegeven aan het project Samenleven Molukse gemeenschap in de gemeente Wierden. Het project heeft een looptijd van twee jaren en heeft twee doelen: het versterken van de Molukse gemeenschap in de Wierdense samenleving en als Molukse gemeenschap makkelijker je weg vinden in de Nederlandse samenleving. Het project draagt bij aan de verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, de versterking van culturele kwaliteiten en de bevordering van de sociale samenhang. Het vervolg van de uitvoering van de activiteiten vindt plaats in 2013.

Rol kerkgemeenschappen

In de gemeente Wierden nemen de kerkgemeenschappen een belangrijke plaats in. De kerkgemeenschappen zijn maatschappelijk betrokken bij een groot deel van de ouderen. Daarnaast vervult deze gemeenschap een signalerende functie. Door de kerkgemeenschap worden veel activiteiten georganiseerd en zullen samen met andere welzijnsvoorzieningen een belangrijke rol spelen in het welzijnsaanbod in de woonservicegebieden.

Informatievoorziening

Adequate informatievoorziening is een belangrijke voorwaarde voor zelfredzaamheid. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk. Het gaat om informatievoorziening (en eventueel ook advisering en cliëntondersteuning) op alle levensdomeinen. In de praktijk blijkt dat gebrekkige informatie¬voorziening vaak vertaald wordt in een hulpvraag of aanvraag voor een individuele Wmo- voorziening. Door adequate informatievoorziening neemt de zelfredzaamheid toe en kan ‐ indien nodig ‐ snel doorgeleid worden naar een welzijnsvoorziening of lichte ondersteuning die bijvoorbeeld vanuit het informele netwerk geboden wordt.

5.2 Ervaringen en belevingen van ouderen en instellingen

Ouderen in Wierden weten de weg naar activiteiten en organisaties voor ouderen goed te vinden. Over het algemeen zijn de ouderen hierover tevreden.

Als het gaat om recreëren zijn minder ouderen lid van een vereniging dan mensen die jonger zijn. De Wierdense oudere fietst en wandelt veel. Wel geldt dat naarmate men ouder wordt, men minder vaak uitgaat. Ouderen voelen zich in de gemeente Wierden relatief veilig. Gevoelens van onveiligheid worden vooral veroorzaakt en versterkt door berichtgeving in de media.

In toenemende mate zijn ouderen alleen (door de kleiner wordende gezinnen, het verder weg wonen van kinderen en het wegvallen van de partner) en lijkt (in sommige gevallen) sprake te zijn van vereenzaming. Uit onderzoek blijkt dat met name in de groep 75 jaar en ouder eenzaamheid snel stijgt. Probleem is dat het moeilijk is de mensen die het betreft in beeld te krijgen. De gemeente kan hierin voorwaarden scheppen en een faciliterende rol spelen.

5.3 Conclusies en aanbevelingen

Het aanbod van welzijnsactiviteiten, op het terrein van sport, ontmoeting, cultuur en educatie, heeft een preventieve functie. Het draagt bij aan de actieve participatie van mensen in de samenleving en voorkomt isolement.

In Wierden krijgt dit onder meer vorm door subsidiëring van het ouderenwerk van Stichting De Welle, ouderenbonden, maaltijdvoorziening, ouderenactiviteiten en woonservice. Gezien de vergrijzing en de extramuralisering kan een toename van het gebruik van deze voorzieningen worden verwacht. Als in de toekomst ouderen en zorgvragers langer zelfstandig blijven wonen, neemt het risico op sociaal isolement toe.

In de praktijk betekent het langer zelfstandig wonen ook dat een groot beroep op de zelfredzaam¬heid van mensen wordt gedaan. Bij veel ouderen ontstaat een hierdoor een toenemende vraag naar individuele advisering. Er zijn initiatieven die dit steeds meer mogelijk maken, denk bijvoorbeeld aan onze woonservicegebieden. In de fase dat er meer zorg nodig is, heeft het welzijnswerk de functie om vereenzaming tegen te gaan, om ouderen te adviseren bij het aanvragen van hulp en het op elkaar afstemmen van diensten.

De gemeente financiert een project dat is bedoeld om eenzaamheid te signaleren en te voorkomen en zelfredzaamheid te stimuleren (senioren op eigen kracht). Het project wordt uitgevoerd door seniorenvoorlichters die bij ouderen op huisbezoek gaan. Ze gaan met hen in gesprek over zaken die voor de mensen van belang zijn, bijvoorbeeld vrijetijdsbesteding, gezondheid en sociale contacten. Door de huisbezoeken kunnen problemen tijdig worden gesignaleerd, zodat erger wordt voorkomen. In 2012 zijn er 448 brieven de deur uitgegaan en hebben 300 huisbezoeken plaatsgevonden.

Door de verantwoordelijkheid van de gemeente voor nieuwe zorgtaken zal mogelijk ook een reorganisatie van het welzijnswerk moeten plaatsvinden. Het welzijnswerk zal samen met de overige zorgvormen in een woonserviceteam worden geborgd. Steeds meer wordt gedacht om het bestaande brede (succesvolle) scala aan initiatieven (welzijnsactiviteiten, woonservice) gebundeld te zien waarbij de focus ligt op het inzetten van (vitale) ouderen voor (kwetsbare) ouderen.

Aanbevelingen

- Uitbreiding huisbezoeken (senioren op eigen kracht). De ondersteuningsvraag van ouderen wordt groter naarmate de leeftijd stijgt. Het uitbreiden van de huisbezoeken wordt aanbevolen. Naast alle 75-jarigen moeten ook de 80- en 85-jarigen (en vanaf 85 elk jaar) bezocht worden. In totaal komt dit op ongeveer 200 75-jarigen en 300 overige bezoeken door de vrijwilligers van Eigen Kracht. Om uitbreiding te realiseren dient de vervolgregistratie verder ontwikkeld te worden. Ook is er een goede afstemming tussen de vrijwilliger en de woonserviceadviseur nodig. Dit vraagt extra aandacht voor de begeleiding van de vrijwilligers. Enkele vrijwilligers kunnen geschoold worden om eenvoudige hulpvragen door middel van een huisbezoek te beantwoorden.

- Ouderen voor ouderen. De focus is gericht om (vitale) ouderen in te zetten voor (kwetsbare) ouderen. Het ontwikkelen van de inzet van ouderen voor ouderen in woonservicegebieden in de gemeente Wierden draagt bij aan verankering van deze gedachte. In samenspraak met de welzijnsadviseur, de vrijwillige voorlichters en signalering vanuit de woonserviceteams kan een netwerk ontstaan waarin wederkerigheid een belangrijk aspect is. Zowel de vitale als de kwetsbare oudere speelt een belangrijke rol in de woonservicegebieden, elke oudere kan bijdragen aan een plezierige woonomgeving.

- Informatievoorziening. Er kan meer gebruikt gemaakt worden van technologische middelen in de thuissituatie. Deze uitbreiding kan er aan bijdragen dat mensen langer in de thuissituatie blijven en vereenzaming mogelijk voorkomen. De mogelijkheden voor het inzetten van domotica (bijvoorbeeld het gebruiken van een afstandsbediening voor het aan- en uitdoen van verlichting, het openen van deuren en het gebruik van internet voor het onderhouden van (zorg)contacten moeten worden voorgelicht aan de huidige 60-65 plussers.

- Inzichtelijk maken van het activiteitenaanbod. Het aanbod van (welzijns)activiteiten is zeer uiteenlopend. Het risico hiervan is dat de activiteiten niet bij iedereen bekend zijn. Door het bestaande aanbod beter inzichtelijk te maken kunnen ouderen, maar ook aanbieders zien welke activiteiten aangeboden worden. Aanbieders kunnen hun aanbod op elkaar en op de wensen van de contracterende partijen afstemmen. Tevens moet de vraag en aanbod binnen de woonservicegebieden op elkaar worden afgestemd. Hiervoor wordt de website van de woonservicegebieden ingezet. De website moet hiervoor worden ingericht, tevens moeten vraag en aanbod periodiek worden geïnventariseerd, zodat een actueel beeld blijft ontstaan.

6 Woonservicegebieden

Om zo lang mogelijk gezond en zelfredzaam te blijven is het voor bewoners belangrijk een woon- en leefomgeving te hebben waarin zij zich goed voelen en dat zij vertrouwen hebben in de buurt. Het gaat daarbij niet alleen om fysieke inrichting van de woonomgeving, maar ook om een goed functionerend leefklimaat met een sterke sociale samenhang. Dat wil zeggen dat bewoners onderling contact hebben. Dat kan variëren van elkaar groeten op straat en elkaar, als het nodig is, ondersteunen tot het gezamenlijk ondernemen van activiteiten, zoals het organiseren van een straat of buurtfeest. Het gaat er ook om dat mensen elkaar op zaken kunnen aanspreken als dat nodig is.

In de gemeente Wierden kennen we tot op heden vijf woonservicegebieden: Wierden Oost, Enter, Hoge Hexel, Notter Zuna en Rectum Ypelo. In 2013 wordt Wierden West een woonservicegebied.

Met woonservice werken we aan de realisatie van een samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg waardoor het ook goed wonen is voor ouderen en mensen met een beperking. Een wijk waar mensen met een beperking zoveel mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deelnemen aan de samenleving, waar nodig ondersteund door vrijwilligers, mantelzorgers en professionele voorzieningen. Mensen kunnen hierdoor zo lang mogelijk in eigen huis blijven wonen, ook als zij te maken krijgen met functiebeperkingen. Met de ontwikkeling van woonservicegebieden willen we inspelen op de groeiende en veranderende vraag van de ouderen en mensen met functie¬beperkingen.

De uitgangspunten van de woonservicegebieden:

- Individueel: Mensen, ook als ze ouder worden en/of te maken hebben met functiebeperkingen moeten zo goed mogelijk hun eigen leven kunnen blijven leiden en zich kunnen welbevinden.

- Maatschappelijk: een gemende bevolkingssamenstelling draagt bij aan de leefbaarheid en sociale samenhang in wijken en buurten. Mensen kennen elkaar en kunnen wat voor elkaar betekenen.

- Mensen en hun wensen zijn uniek. Mensen moeten keuzemogelijkheden en keuzevrijheid hebben.

6.1 Overzicht woonservicegebieden

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de woonservicegebieden die reeds zijn opgezet. De fase waarin deze gebieden zich bevinden verschilt. Hierdoor varieert ook de mate van coördinatie en het aanbod van voorzieningen.

Woonservicegebied Totaal inwoners Aantal 65-plussers 2013 Aantal Wmo aanvragen (65+) Aantal 65-plussers 2019

Wierden-Oost (2008) 2544 607 96 685

Enter (2008) 6197 1239 240 1428

Hoge Hexel 947 142 17 171

Notter Zuna 847 162 18 188

Rectum-Ypelo (2012) 529 89 11 105

Wierden-West (2013)

Incl. centrum 2877 905 250 1021

Totaal 13.941 3144 632 3598

Overzicht bestaande en geplande woonservicegebieden

Wierden Noord en Enter-Broek zijn nog geen woonservicegebieden, en hebben totaal circa 10.000 inwoners. Ook in deze gebieden zal het aantal inwoners van 65 jaar of ouder toenemen, waarmee het totaal op circa 5000 inwoners van 65 jaar of ouder in 2019 brengt.

Het doel is om In de woonservicegebieden een scala aan voorzieningen beschikbaar op het terrein van wonen, welzijn en zorg dicht bij huis beschikbaar te hebben. Om dit te bundelen en te coördineren is op dit moment in de huidige woon¬servicegebieden slechts een kwartiermaker werkzaam die per gebied een netwerk heeft opgebouwd bestaande uit o.a. een klankbordgroep, wijkteam, wijkagent, jongerenwerk, thuiszorgmedewerkers, maatschappelijk werk, actieve vrijwilligers in de wijken. Er is een meldpunt en de meldingen worden geregistreerd door de kwartiermaker. Signalen die worden ontvangen door de kwartier¬maker zijn onder andere: eenzaamheid, ondersteuning tijdens invullen formulieren, hulp met boodschappen, het gemis van een maatje. Indien nodig wordt de hulpvraag kortgesloten met de Vrijwillige Thuiszorg, SWWE of andere hulpverlenende instanties. Maar na het kwartiermaken en het leggen van een basis is het wenselijk om de verbindingen en contacten te blijven onderhouden.

Om de inzet van woonserviceteams te coördineren is het noodzakelijk dat in elk woonservicegebied een kwartiermaker/woonserviceadviseur wordt aangesteld. De woonserviceadviseur is onder andere verantwoordelijk voor de coördinatie van de woonserviceteams, het afstemmen van vraag/aanbod van (zorg)aanbod en als aanspreekpunt voor de samenwerkingspartners. Voor de gemeente fungeert de woonserviceadviseur als signaleerder van trends en ontwikkelingen op wijkniveau zowel richting beleid als het zorgloket.

Vanaf 2010 wordt woonservice uitgevoerd met de provinciale bijdrage prestatieafspraken wonen. Dit budget is tot 1 januari 2015. De provincie stelt aan deze subsidie strikte eisen waaraan het besteed moet worden. De provincie heeft voor de prestatieafspraken als eis dat we dit bedrag gebruiken voor:

• maximaal 10 % proces

• maximaal 25 % welzijnsactiviteiten

• 65 % fysiek.

Deze strikte eisen maakt we de afgelopen jaren minder hebben kunnen investeren in welzijn dan gewenst waardoor we slechts een kwartiermaker hebben voor 8 uur per week.

6.2 Conclusies en aanbevelingen

Met woonservice werken we aan de realisatie van een samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg waardoor het ook goed wonen is voor ouderen en mensen met een beperking. Een wijk waar mensen met een beperking zoveel mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deelnemen aan de samenleving, waar nodig ondersteund door vrijwilligers, mantelzorgers en professionele voorzieningen. Mensen kunnen hierdoor zo lang mogelijk in eigen huis blijven wonen, ook als zij te maken krijgen met functiebeperkingen. Met de ontwikkeling van woonservicegebieden willen we inspelen op de groeiende en veranderende vraag van de ouderen en mensen met functiebeperkingen.

Aanbevelingen

- Woonserviceadviseur. Om een samenhangend aanbod van wonen, zorg en welzijn te creëren,

mede door de inzet van woonserviceteams te coördineren, is het noodzakelijk dat in elk

woonservicegebied een kwartiermaker/woonserviceadviseur wordt aangesteld. In de huidige

woonservicegebieden is een kwartiermaker actief voor slechts 8 uur per week voor alle

gebieden samen. Aanvankelijk waren de 8 uur bedoeld voor Wierden Oost alleen.

- Om woonserviceteams op te zetten en te coördineren in zowel de bestaande als ook in de nieuwe woonservicegebieden, is uitbreiding van uren noodzakelijk. 

7 Financiële consequenties

In de voorliggende hoofdstukken zijn diverse aanbevelingen gedaan om de doelstellingen van de gemeente Wierden op het gebied van ouderen te bereiken. Een aantal van deze aanbevelingen kan worden gerealiseerd door het werven van extra vrijwilligers. Een aantal andere aanbevelingen kan niet worden uitgevoerd zonder extra financiële middelen. In dit hoofdstuk geven we globaal inzicht in de verwachte kosten voor het uitvoeren van deze aanbevelingen

7.1 Woonserviceadviseurs

Bij Ouderen voor ouderen wordt een breed scala aan initiatieven gebundeld en versterkt waarbij de focus is gericht om (vitale) ouderen in te zetten voor (kwetsbare) ouderen.

Naast de vergrijzing, staan er grote transities op stapel waaronder de transitie van de AWBZ. Deze gaat gepaard met een forse bezuiniging. Dit alles zal een groot beroep doen op de samenleving om voor elkaar te zorgen, de eigen kracht van mensen in te zetten.

Binnen de gemeente Wierden zijn er verschillende initiatieven die een basis kunnen vormen voor deze omslag. Denk hierbij aan Woonservice en Senioren op eigen kracht. Deze projecten hebben het bestaansrecht bewezen en leveren een goede bijdrage aan het welzijn van de senioren in de gemeente. Echter met de toenemende vraag en een afnemende zorgtaak van de overheid, zal er meer moeten gebeuren. Belangrijk is uit te gaan van de basis en deze te versterken.

Doel:

- in een vroegtijdig stadium onderkennen van zorgvragen bij ouderen;

- vitale ouderen inzetten voor de buurt;

- eigen kracht van alle burgers inzetten, ook van de zorgvrager

- verbindingen leggen en versterken van bestaande initiatieven in de wijk/buurt

Bij Ouderen voor ouderen wordt een breed scala aan initiatieven gebundeld en versterkt waarbij de focus is gericht om (vitale) ouderen in te zetten voor (kwetsbare) ouderen.

Door het gecoördineerd inzetten van woonserviceadviseurs in de woonservice-gebieden wordt gewerkt aan verankering van deze gedachte. Deze adviseurs zoeken ouderen op en naast signaleren, werven zij ook ouderen; vormen een spin in het web.

Individuele hulpvragen van ouderen worden gesignaleerd en deze ouderen worden bezocht. De hulpvraag wordt in kaart gebracht en zoekt naar mogelijkheden bij de hulpvrager en bij het netwerk in de wijk/buurt. Samen wordt er naar een oplossing gezocht, waarbij de kracht van de hulpvrager ook ingezet zal worden (bij de eigen hulpvraag of de hulpvraag van een ander of van de wijk). Deze

Woonservice-adviseurs moeten worden geschoold. Zij ontvangen een scholing van de ouderenadviseur Eigen kracht Senioren. Hierbij wordt ingezet op kennis van de sociale kaart, kennis van de eigen directe omgeving en gespreksvoering. Na deze algemene cursus, maken zij kennis met de mensen en mogelijkheden van de informele (zorg) netwerken binnen de eigen buurt/wijk, de mogelijkheden van de Woonservice en het woonservicewijkteam en het informele netwerk. Zij zullen ook een directe link met het wijkteam krijgen. Kennen en gekend worden is het sleutelwoord.

Signalen worden opgemerkt door de woonserviceadviseur en komen of komen via verwijzing bij deze persoon. Dit kan zijn door buren, familie, thuiszorg, seniorenvoorlichter etc. Samen wordt gekeken waar hulp nodig is en wat de persoon zelf kan bieden. Doordat de ambassadeur kennis en kunde in de buurt kent, wordt de hulpvraag zoveel mogelijk binnen de eigen leefomgeving opgelost. Pas als vrijwillige inzet onvoldoende blijkt, wordt er een beroep gedaan op professionals zoals het zorg-loket.

Indicatie voor kosten (verwachte inzet woonserviceadviseurs van 24 uur per week): €45.000,-

7.2 Uitbreiding huisbezoeken

De ondersteuningsvraag van ouderen wordt groter naarmate de leeftijd stijgt. Het uitbreiden van de huisbezoeken wordt aanbevolen. Naast alle 75 jarigen, moeten ook de 80- en 85-jarigen (en vanaf 90 elk jaar) bezocht worden. In totaal komt dit op ongeveer 200 75 jarigen en 300 overige bezoeken door de vrijwilligers van Eigen Kracht.

Om uitbreiding te realiseren dient de vervolgregistratie verder ontwikkeld te worden. Ook is er een goede afstemming tussen de vrijwilliger en de Ouderenadviseur nodig. Dit vraagt extra aandacht voor de begeleiding van de vrijwilligers. Enkele vrijwilligers kunnen geschoold worden om eenvoudige hulpvragen middels een huisbezoek te beantwoorden.

Indicatie voor kosten (verwachte inzet van 200 uur per jaar): €10.000,-

7.3 Versterken bewustwording en informatievoorziening

Wij willen bewoners bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid om vroegtijdig hun woning levensloopbestendig te maken. Hiervoor moet de informatievoorzieningen aan (jonge) ouderen, mantelzorgers en andere inwoners over de mogelijkheden van techniek in huis om veilig, prettig en langer zelfstandig te wonen worden uitgebreid. Er kan bijvoorbeeld meer gebruikt gemaakt worden van technologische middelen bijvoorbeeld het gebruiken van een afstandsbediening voor aan en uit doen van verlichting, het openen van deuren en het gebruik van internet voor het onderhouden van (zorg)contacten)in de thuissituatie.

Het aanbod van (welzijns)activiteiten is zeer uiteenlopend. Het risico hiervan is dat de activiteiten niet bij iedereen bekend zijn. Door het bestaande aanbod inzichtelijk te maken kunnen ouderen, maar ook aanbieders zien welke activiteiten aangeboden worden. Aanbieders kunnen hun aanbod op elkaar en op de wensen van de contracterende partijen afstemmen. Tevens moet de vraag en aanbod binnen de woonservicegebieden op elkaar worden afgestemd. Hiervoor wordt de website van de woonservicegebieden ingezet. De website moet hiervoor worden ingericht, tevens moeten vraag en aanbod periodiek worden geïnventariseerd, zodat een actueel beeld blijft ontstaan.

Indicatie voor kosten: €5.000,-

Stevig fundament

Om de nieuwe koers uit deze beleidsnota gedurende de komende twee jaar een stevig fundament te geven in de gemeente is incidenteel een bedrag nodig. De aanbevelingen moeten goed voorbereid worden en verankerd in contracten met uitvoerende partijen. Daarnaast is het noodzakelijk om met belangrijke, voor de gemeente relatief nieuwe, partijen zoals huisartsen en wijkverpleegkundigen een netwerk op te bouwen en om met partners in de regio nieuwe samenwerkingsvormen te realiseren.

Indicatie voor kosten: € 15.000,- eenmalig 

Bijlage 1: Overzicht woningenbestand geschikt, beschermd en verzorgd wonen

Onderstaand een overzicht van het woningaanbod voor ouderen en zorgvragers.

Geschikt wonen: levensloopbestendige woningen en nultredenwoningen

Geschikt wonen bestaat uit levensloopbestendige woningen en zogenaamde nultredenwoningen. Een nultredenwoning is een woning waar alle primaire ruimten (woonkamer, keuken, sanitair, en minimaal één slaapkamer) zich gelijkvloers bevinden. De voordeur is zonder trap te bereiken. Drempels zijn laag of ontbreken (ook bij de voordeur). Geschikt wonen omvat alle woningen die geschikt zijn voor bewoning door ouderen of mensen met een beperking.

Kern of buurtschap

Gemeente Wierden In de huursector:

- 4 rolstoeltoegankelijke eengezinswoningen

- 147 aangepaste appartementen (De Holtinck, De Botterhof, Antoniushof, Hogebrink)

Kern Wierden Ontwikkeling in de huursector:

- het realiseren van seniorenwoningen aan de Smeijerskampstraat

Kern Wierden Ontwikkeling in de huursector:

- het realiseren van seniorenwoningen in fase 1 plan De Klomphof

Kern Wierden Ontwikkeling in de huursector:

- het realiseren van seniorenwoningen in ‘t Wedervoort

Geschikt wonen in de gemeente Wierden per januari (eind) 2013

Wonen met zorg

Als zelfstandig wonen met zorg thuis niet meer kan, dan is het nodig om te wonen in een beschermde omgeving (wonen met verblijf), waar 24-uurszorg wordt geboden.

Verpleeghuiszorg

Een verpleeghuis is een AWBZ-verblijfsvoorziening voor (intensieve) verpleging en behandeling. In verpleeghuizen wordt een breed pakket met behandeling, verpleging, verzorging en begeleiding geboden aan bewoners die lichamelijk en/of geestelijk - al dan niet tijdelijk – niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Het is veelal een kleinschalige groepswoning met gemeenschappelijke voorzieningen en er is 24-uurs toezicht.

Er zijn somatische (voor mensen met een lichamelijke beperking), psychogeriatrische (mensen met dementie) en gecombineerde verpleeghuizen. Veel verpleeghuizen hebben ook een functie voor kortdurend verblijf (tijdelijke opname van een persoon voor revalidatie en verpleging na ziekenhuisopname). Voor beschermd wonen (wonen met verblijf) is een indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) nodig.

In de gemeente Wierden zijn nu geen verpleeghuisplaatsen voor inwoners met de grondslag somatiek (lichamelijke beperkingen). Op dit moment zijn er vergaande plannen voor het realiseren van somatische verpleeghuisplaatsen in de gemeente Wierden. De regie voor het realiseren en financieren van verpleeghuisplaatsen ligt bij zorgaanbieders. De gemeente is en blijft actief in overleg met de zorgorganisaties over voldoende verpleeghuisplaatsen in de gemeente.

Verzorgingshuiszorg

Een verzorgingshuis is nu nog een AWBZ-verblijfsvoorziening, waar bewoners zorg op afroep krijgen. Verpleging, verzorging, signalering, bescherming, toezicht, welzijn en dienstverlening vormen veelal een integraal pakket met het verblijf.

De komende jaren houdt de verzorgingshuiszorg op te bestaan. Dit is onderdeel van het regeerakkoord van Rutte II. Vanaf 1 januari 2013 wordt de verzorgingshuiszorg gefaseerd voor een deel (ZZP 1 t/m 3) uit de AWBZ geschrapt. Dit betekent dat de functie verblijf niet meer wordt geïndiceerd voor mensen met een ZZP 1 t/m 3. De mensen die hier voorheen voor werden geïndiceerd, zijn in de nabije toekomst ook aangewezen op extramurale zorg en zullen daarmee langer thuis blijven wonen. Dat betekent dat de gemeente in het kader van de Wmo verantwoordelijk wordt voor de ondersteuning, begeleiding en zorg voor deze thuiswonende mensen. Voor beschermd wonen (wonen met verblijf) is een indicatie van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) nodig.

Kern Beschermd wonen: verpleeghuiszorg

in aantal plaatsen Beschermd wonen: verzorgingshuiszorg

in aantal plaatsen Aanbieder

Kern Wierden 60 plaatsen PG kleinschalig wonen in De Botterhof 29 plaatsen in Zorgcentrum Wierden (De Holtinck) Carintreggeland

Kern

Enter 12 plaatsen PG kleinschalig wonen in De Reggevaart 47 plaatsen in Zorgcentrum Het Reggedal Carintreggeland

Kern Wierden In aanbouw, gereed

eind 2013/begin 2014:

24 plaatsen PG kleinschalig wonen in ‘t Wedervoort ZorgAccent

Kern Wierden In ontwikkeling:

12 plaatsen SOM ouderen

Kern Wierden In ontwikkeling:

nog onbekend aantal plaatsen SOM jongeren

Overzicht beschermd wonen in de gemeente Wierden per januari (eind) 2013

Verzorgd wonen

Verzorgd wonen heeft betrekking op zelfstandige wooneenheden of woningen waar zorg op afroep (extramurale verzorging, verpleging en begeleiding) mogelijk is door de aanwezigheid van infra¬structuur voor wonen en zorg. In de woning is extra ruimte voor verzorging (bijvoorbeeld in de natte ruimten). Zorgdiensten bevinden zich in de directe nabijheid, maar hoeven niet direct aan de wooneenheid gekoppeld te zijn. Voorbeelden van verzorgd wonen zijn aanleunwoningen, inleun¬woningen en woon-zorgcomplexen, maar ook moderne verzorgingshuizen met zelfstandige appartementen. Voor verzorgd wonen is geen indicatie nodig.

Kern of buurtschap Verzorgd wonen

in woningen en plaatsen Aanbieder

Kern Wierden 31 inleunwoningen

in Zorgcentrum Wierden De Holtinck Carintreggeland

Kern Enter 19 inleunwoningen

bij Zorgcentrum Het Reggedal Carintreggeland

Kern Enter 27 aanleunwoningen

bij Zorgcentrum Het Reggedal Carintreggeland

Overzicht verzorgd wonen in de gemeente Wierden per januari (eind) 2013

Bijlage 2: Overzicht (zorg) voorzieningen

Algemene en collectieve voorzieningen

In de gemeente zijn voorzieningen beschikbaar waar iedereen, of een bepaalde groep burgers, gebruik van kan maken, soms met een lichte toets. De toegang tot deze voorzieningen is laagdrempelig. Algemene en collectieve voorzieningen zijn gemeenschapsgerichte voorzieningen, algemeen van aard en bedoeld voor iedere burger in de gemeente, ongeacht zijn eventuele beperkingen.

Een deel van deze voorzieningen is reeds beschreven in hoofdstuk 4 bij welzijnsvoorzieningen. Voorbeelden van beschikbare algemene en collectieve voorzieningen zijn:

- openbaar vervoer;

- collectief vervoer (incl. regiotaxi);

- welzijnsvoorzieningen/sociaal-cultureel werk;

- personenalarmering;

- maaltijdvoorziening;

- mantelzorgondersteuning/vrijwillige thuiszorg;

- klussendienst;

- activiteiten voor ouderen;

- activiteiten vrijetijdsbesteding voor mensen met een beperking;

- vrijwilligersdiensten

Individuele voorzieningen

Om te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen, zullen naast de algemene en collectieve voorzieningen ook individuele Wmo voorzieningen nodig blijven.

Individuele Wmo voorzieningen

Dit zijn de voorzieningen die genoemd worden in prestatieveld 6 van de Wmo.

In de Wmo Verordening worden individuele voorzieningen als volgt omschreven: “een voorziening, die individueel wordt aangeboden, indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt”. Er is sprake van resultaatgerichte compensatie om te bereiken dat mensen:

- een schoon en leefbaar huis hebben;

- wonen in een geschikt huis;

- beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

- beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

- het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

- zich verplaatsen in en om de woning;

- zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

- de mogelijkheid hebben om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

De afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling behandelt alle aanvragen voor individuele Wmo voorzieningen en de afhandeling tot en met de betaling.

In de onderstaande tabel ziet u een overzicht van het aantal toegekende (en verstrekte) voorzieningen per soort voorziening in 2012.

Toegekende voorzieningen 2012

Rolstoelen 93

Vervoersvoorzieningen 135

Woningaanpassingen 140

Scootmobielen 58

Hulp bij het Huishouden 408

Totaal 834

Aantal toegekende individuele Wmo voorzieningen in 2012

Bijlage 3: Overzicht welzijnsactiviteiten

Stichting De Welle

Stichting De Welle ontwikkelt activiteiten en diensten die een bijdrage leveren aan het zelfstandig functioneren van senioren. Ze heeft een ouderenadviseur in dienst die aanspreekpunt is voor ouderen en is belast met de uitvoering van verschillende activiteiten. Voorbeelden van activiteiten die uitgevoerd worden:

- Het geven van informatie en voorlichting (gemiddeld 3 keer per jaar een informatie¬bijeenkomst, het aanbod varieert van informatief veiligheid, valpreventie tot cultuur);

- Bewegen voor ouderen;

- Personenalarmering (ca. 300 abonnees, met de mogelijkheden tot sociale of zorgalarmering);

- Lezingen (ongeveer vier keer per jaar);

- Activiteitengroepen, maatschappelijke activering (creatieve activiteiten, kaarten, sjoelen);

- Hulp bij het invullen van belastingformulieren;

- Huisbezoek ouderen Senioren op Eigen Kracht;

- Project Veerkracht (provinciaal project, website voor senioren om hun weerbaarheid en hun zelfredzaamheid te vergroten, of te behouden);

- 1000 seniorenbanenplan, in kader van Actif aging, provinciaal 1000 senioren of banen creëren.

- Zomeractiviteiten (in de ‘stille zomermaanden’ worden er activiteiten georganiseerd voor senioren. 3x per week een activiteit, variërend van actief tot passief).

Ouderenbonden

In Wierden zijn vier ouderenbonden actief. Zij behartigen de belangen van ouderen en organiseren activiteiten, variërend van bingo tot busreisjes, van kaartavond tot kerstviering. In totaal zijn ca. 1.500 ouderen aangesloten bij de ouderenbonden. Een overkoepelend orgaan, Senioren Gemeente Wierden (SGW), voert regelmatig overleg met de gemeente.

Maaltijdvoorziening

Flankerende ouderenvoorzieningen zoals maaltijdvoorziening worden binnen de gemeente Wierden verzorgd door vrijwilligersorganisaties en thuiszorgorganisaties. Maaltijdvoorziening Wierden (van Stichting De Welle) en Maaltijdvoorziening Enter werken met veel vrijwilligers die dagelijks een warme maaltijd bezorgen grotendeels bij de mensen thuis en voor 20-30% bij een zorginstelling. Het persoonlijk contact met de bezorgers van de maaltijdvoorziening heeft naast een belangrijke signaleringsfunctie voor mensen die soms dagen achtereen niemand zien, ook een sociale functie voor de mensen die de dagelijkse komst van de maaltijdvoorziening als een verzetje ervaren. Er worden zo’n 24.000 maaltijden op jaarbasis bezorgt. Daarnaast zijn er diverse Samen eten initiatieven. In 2007 is hiermee op projectbasis gestart en inmiddels is dit uitgegroeid tot een blijvend succes.

Opvang Molukse ouderen

De gemeente Wierden heeft een multiculturele samenleving. Een grote groep hierin is de Molukse gemeenschap. Voor Molukse ouderen is er in de wijk wekelijks dagopvang die wordt verzorgd door Carintreggeland. Er komen per keer 20 tot 23 ouderen, vooral de eerste generatie Molukse mensen. Hun kinderen, de zogenaamde tweede generatie hebben hun eigen werkzaamheden waardoor de ouders, die vaak slecht of geen Nederlands spreken, vereenzamen. Carintreggeland zorgt voor professionele begeleiding en personeel dat de Molukse taal spreekt en dat bekend is met de gebruiken en gewoontes in de Molukse cultuur. Daarnaast worden diverse ontmoetingsactiviteiten georganiseerd.

Overige initiatieven

Naast deze initiatieven zijn er nog een aantal organisaties die actief zijn voor ouderen:

- Stichting Mantelzorg Wierden; biedt ondersteuning op emotioneel en praktisch gebied aan mantelzorgers. Er worden regelmatig themabijeenkomsten georganiseerd.

- Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel; biedt praktische hulp in de thuissituatie voor mensen met een handicap, dementerende mensen en chronisch zieken.

- Stichting Terminale Thuiszorg; verzorgt waak- en oppasdiensten bij terminale patiënten

- Vrijwillige Thuishulp van de Nederlandse Patiëntenvereniging; biedt praktische ondersteuning aan ouderen, mantelzorgers, mensen met een handicap of met dementie.

- De Zonnebloem en het Rode Kruis; Vrijwilligers van de Zonnebloem bezoeken gehandicapte mensen thuis en verzorgen uitjes. In Enter biedt de welfare van het Rode Kruis naast gezamenlijke activiteiten ook begeleiding bij activiteiten bij mensen thuis. In Wierden biedt het Rode Kruis bezoekhulp.

Hieronder beschrijven we enkele initiatieven die reeds zijn gestart om het bewegen onder ouderen te stimuleren.

Blijfit

Een goede mogelijkheid om de doelgroep inactieve 60+ers te bereiken is een fitheidsscan. Tijdens deze scan wordt onder andere de bloeddruk gemeten, het HB bepaald en een fietstest afgenomen, zodat er een totaalbeeld over de fitheid kan worden aangegeven. Met een enquête kunnen de deelnemers gevraagd worden naar hun bewegingsbehoefte. Er kan doorverwezen worden naar reguliere activiteiten binnen de gemeente, als Tai Chi, doelgroep zwemmen, yoga, wandelgroepen. Of naar de activiteiten van het MBVO; bewegingsgroep in het Galjoen (wordt vanaf 2013 opgestart) en eventueel het inrichten van een fietsgroep.

Stichting Wierden Sportief

Voor alle inwoners van Wierden van 55 jaar en ouder (jonger mag ook) organiseert de Stichting Wierden Sportief een gevarieerd beweegprogramma onder de naam Club Sportief. Rekening wordt gehouden met motorische vaardigheid en interesse van de deelnemers. Binnen het kader van een uitgebreide warming-up en cooling-down, met daarin aandacht voor conditie en lenigheid, kan men deelnemen aan diverse sportactiviteiten. De activiteiten vinden plaats in sportaccommodaties in Wierden, Enter en Hoge Hexel.

Meer Bewegen voor Ouderen

Het MBvO is een verzamelnaam van bewegingsactiviteiten gericht op ouderen; de kerngroep is 70-plus. Door bewegingsactiviteiten aan te bieden en te vernieuwen en verbreden, probeert het MBvO ertoe bij te dragen dat 65-plussers zolang mogelijk lichamelijk, geestelijk en sociaal kunnen blijven functioneren. De organisatie en uitvoering zijn in handen van Stichting De Welle.

Ondertekening